niet eigenlijk heb ik je al te lang opgehouden in het geheel niet het is me zeer aangenaam zo wat met je te praten wanneer kan ik je nog eens zien och dat zal zeer moeilijk zijn want thuis hebben ze dat niet graag ik kuste haar ze keek wat bevreemd helemaal niet boos dat mag je niet doen ik vroeg haar om ekskuus ja natuurlijk zei ze zo erg is het nu ook weer niet toen kuste ik haar weer nu mag je het toch niet meer doen ze keek me lang aan toen liet ik haar geen tijd kuste kuste wat ben ik dwaas ze durfde niet opzien ik half achter haar keek naar haar tere hals kuste haar daar wie durft zeggen dat je dwaas bent ze legde haar hoofd op mijn schouder en rustte wat nu moet ik toch de koe gaan melken toen stonden we op plots liep ze weg ik achter haar nu had ze de emmer ik nam hem over hand in hand liepen we naar het bankske ik zal wel melken neen ik zag dat ze het graag deed goed gij zult een goede vrouw zijn ze bloosde zag zo lief onder haar wimpers naar me op ik kuste haar o er was geen hemel en aarde meer er was alleen het tijdeloze het inhoudsloze geluk het is bekend dat het was niet onze schuld maar PLOTS TOEN
van achter de bomen kwam de sterke haar broer die ik haat die mij haat we vochten met messen plots was hij dood haar broer nu konden we niet meer trouwen ik zag het aan haar verschrikte gezicht ik had haar kunnen bij mij nemen mijn minnares maar mijn vrouw voor leven en dood niet meer ik bleef zwijgen even was ze me dankbaar toen begreep ze werd de andere ze lachte niet meer ze het gras in de weide had een onnatuurlijke rode kleur dat was van het bloed van haar broer die helemaal leeggelopen was op de weg zwaaide een boer met zijn riek hij wierp zijn klomp naar mij hij bleef in de lucht hangen de zon snikte heel zachtjes het meisje was weg
rené gysen