Gard Sivik. Jaargang 1(1955)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] vroegte mirandamorgen opnieuw lig ik eenzaam gebeeldhouwd uit mezelf ontwaakt zoeven uit het koele niets niet eens geschrokken toen de dag met zijn zweep van tijd en nulliteit zwarte stenen uil mijn ogen losbrak mirandamorgen denk ik plots ver van de kwikdauwberg met zijn sneeuw waaronder tuinen geuren water met zwanen bevolkt is de diepte waar de oever de rode venus kiest zijn sneller de tranen maar in mijn kamer is de hopeloosheid volledig naar het blijvende niets moet ik niet grijpen want hiaten zo mooi als zonspijkers vullen schalen zonder tegengewicht mirandamorgen van dezelfde nacht van dezelfde vier reprodukties lang en breed dezelfde herinneringen dezelfde ontijdige foto's van zolang te vergeefs te zijn ben ik met de kandelaar omgeworpen met het huis verpulverd werd ik tot stilleven rheinufer und dombeleuchtung köln bron bij de frankfurter römer iets tikt hetzelfde ogenblik af ogenblik van alcoholgevloek achter het venster gemeten stroomt de straat mijn nog knarsende moeheid binnen rudo durant Vorige Volgende