Gard Sivik. Jaargang 1(1955)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] stomverbaasd in koffers voor china de giraffen de tovertuinen wachtend in voorbije tempels als vochtige stemmen pijnbank zijn en waarom niet rechtvaardige minnaars verdrinken de vrouwen de doden onbeluisterd dankbaar gelijke machteloze buit die zwaan die kade is en wanhoop of elders in de muur verspringen achterblijvend tegenbevel en andere schouders dat heet burgerlijke opvoeding welbepaald mogelijk droeg het niet te temmen komend rijk vanavond een onbekende huidse letter waarin de gevallen dag oogwit schoof mogelijk ontstak een uittocht van verstoten ruiten grijze schimmen zondagplicht bij droeve meistoet einde nemend [pagina 20] [p. 20] noem je eenzaamheid ondergrondse wolkenkamer lawine en waarschuwing denken of vergeten jongen met andermans zomerkrullen waartoe dichtgeslagen bloemen oude straten dienen vergezicht dragen op muren angstlicht van vroeg gedode handvesten achtervolgers hoge zonnebloemen dwingend zoals - meestal - in herkende windstilte de voorbije vader hangt of feestlippen kazernepoorten sluiten ontslaan voor slechts jong schema en ontwaken waar gebrandmerkt woord eindeloze uitkomst is voor dwaalhand op verwachte bladeren vreet de nacht versteende kleren hoever ook bedronken vrouwen - doorzichtig - tussen geniepige ademruimte orde zijn die onverschillig de letters bewogen in lang morgenuur [pagina 21] [p. 21] opgedirkte schedel is lager wal maar meer dan dit zijn conventie en punt zes hoger wal dood terrein waar eindejacht herfstwonde huilt of een jeudig pianist z uitspreekt en in langzame struik vergaat onder onhebbelijke dagen van natuurgetrouw laat het hout de graven de schimmels waarin je ogen je handen splijten er is geen zwarte ruimte van werveldagen geen lang lied van opgeknoopte adem - omdat op - zekere dag - hugues c. pernath Vorige Volgende