Fumus. Jaargang 14
(2016)– [tijdschrift] Fumus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |
Met Delpher op zoek naar Focquenbroch
| |
[pagina 44]
| |
Toch vind ik op deze manier ook een verwijzing naar de Franse dichter Scarron en zijn Typhon - maar helaas niet naar de versie van Focquenbroch - in een artikel van het tijdschrift Nederland uit 1885 (p. 210).Ga naar voetnoot1 | |
Met Delpher gouddelvenOm het zoekwerk te verfijnen voeg ik aan de zoeksleutel het woord Focquenbroch toe - dat is een tip van Ewoud SandersGa naar voetnoot2 - en vind zo minder verwijzingen maar wel de juiste treffers. Een voltreffer is een advertentie in de Utrechtse Courant van maandag 22 juni 1767 waarin reclame wordt gemaakt voor een uitgave, een herdruk, van Focquenbrochs werken: ‘Te Amsterdam by S.v. ESVELDT, in de Kalverstraet, het 3de Huis van de Roomsche Kerk de Papegaey, is herdrukt en is alomme in de Buiten-Steeden te bekomen, en te Utrecht by A. van Paddenburg en te Alkmaer by J. Maagh: Alle de Werken van W.V. FOCQUENBROCH, verzameld en uitgegeeven door A. Bogaart, in zich vervattende: Typhon of Reuzenstryd. AEneas van Virgilius, in 2 Boeken. Herderzangen van Virgilius. De Min in 't Lazarus Huis. De verwarde Jalouzy. Tymon van Lucianus. Bruilofs-Dichten, en daer onder de Klugt van de Kwakzalver, en van de Weyery. Verjaer-Dichten. Minne-Dichten. Klink-Dichten. Punt-Dichten. Gezangen zo in 't Duitsch als in 't Fransch, op allerley aerdige wyzen. Mengel-Dichten. Brieven. Alerames en Adelasias Trouwgevallen, in 2 Deelen, op iets groter als gemeen Formaet, belopende meerder dan 978 bladzyden, behalven het Voorwerk, en een kopere Tytel-Plaet. Gedurende dit jaer is 't zelve te bekomen voor de goed koop prys van 36 stuivers, en na dien tyd niet minder als 50 stuivers.’ Deze annonce bevat wel degelijk nieuws. Nu weten we iets meer over de prijs van die twee delen en over het voordeel van een snelle aankoop zo'n 250 jaar geleden. Dezelfde advertentie verscheen ruim een maand later nogmaals in de Utrechtse courant van 31 juli 1767. Trouwens in hetzelfde jaar verschenen ook in andere kranten die advertenties o.a. in de Oprechte Haerlemse courant van 13 juni, in de Leydse courant van 11 mei, 1 juni, 2 oktober en van 23 december, maar de laatste twee zijn ingekorte versies van het oorspronkelijke bericht. Uit een advertentie in de Hollandsche historische courant van 20 mei en in de Noordhollandsche courant van 5 mei en 24 augustus 1780 blijkt dat de derde druk van Alle de Werken van Dr. W.V. FOCQUENBROCH voor twee gulden en 4 stuivers over de toonbank ging. De Nederlandsche courant van 27 oktober 1784 meldde dat aan de eerstkomende de ‘volgeestige Digtkundige Werken’ van de beroemde Focquenbroch voor de ‘extra verminderde prijs van 1 Gulden’ in plaats van f. 2,50 afgeleverd zouden worden. Deze exclusieve aanbieding vond plaats bij twee Amsterdamse boekhandels, te weten bij ‘de Erve H. Bos, op de hoek van de Cingel en Gasthuismoolensteeg,’ en bij J. Roos en zoon in de Hartestraat. | |
Focquenbroch en Typhon in oude tijdschriftenNiet iedere vondst met deze zoekmachine levert goud of zilver op. Zo durf ik de verwijzing naar Focquenbroch in het tijdschift De vriend des vaderlands (1840) niet spectaculair te noemen.Ga naar voetnoot3 Het betreft een bespreking van een aardig maar onwaarschijnlijk verhaal over De dichter Focquenbroch, dat J. Krabbendam Rz geschreven had voor de Almanak voor Blijgeestigen, voor het jaar 1841 (uitgegeven te Hoorn bij de Gebr. Vermande). Dat is zeker geen gouden vondst - | |
[pagina 45]
| |
hooguit wat brons - maar het toont wel aan dat rond 1840 meester Fok als dichter nog niet vergeten was. Interessanter is een artikel van A. Heyting over Franse en Nederlandse rondelen, waarin hij ook gedichten van Focquenbroch aanhaalt.Ga naar voetnoot4 Heyting vond slechts één Hollands rondeel dat aan het Marot-rondeel verwant is, en wel bij Focquenbroch. Een dergelijk rondeel bestaat uit 13 regels met zes en zeven eendere rijmklanken. Focquenbrochs ‘Bruylofts Rondeel’ is wat langer, maar vermoedelijk naar een Frans model gevormd. Volgens Heyting luiden de eerste regels van dat rondeel:Ga naar voetnoot5 't Is voor de Bruid en u ô Bruigom mede, / Dat ik hier kom met een Rondeel getreden, / Met hoop, dat gij zult horen, hoe het luidt, / 't Roept over u geluk en zegen uit, enz. De twee rijmklanken van dit rondeel in 18 regels zijn - ede en - uit. Ook citeert Heyting een ander ‘luimig’ gedicht van Focquenbroch met enkel deze twee rijmklanken - ene en - y, namelijk het verdubbeld rondeel Aen de lichtvaerdige CLORIMENE, dat in Heytings spelling Aan de lichtvaardige Klorimene heet. | |
Focquenbroch en Typhon in boeken uit de 18de eeuwDoor het artikel van Peter Altena in ons mededelingenblad Fumus is Johann Jacob Grabner, officier in het leger van de Republiek, geen onbekende verschijning meer.Ga naar voetnoot6 In zijn Brieven over de Vereenigde Nederlanden uit 1792 merkt die luitenant en tevens liefhebber der schone letteren op dat de Nederlanders in het ‘boertig heldendicht’ niet één uitmuntend origineel werk bezitten. Maar ‘Godschalk Wilhelm van Focquenbroch vertaalde de met deze soort van verdichtingen nabestaande travesteeringen van Scarron, te weeten deszelfs TYPHON (of reusenstrijd,) en de Eneis, ten deele zeer gelukkig’. Met Delpher komen de Focquenbroch-fans, die het blad Fumus niet kennen - wat jammer! - toch het kritische boek van Grabner op het spoor. Enkele jaren voordat Grabner zijn Brieven over de Vereenigde Nederlanden publiceerde, was een andere buitenlander hem voorgegaan in zijn lof voor meester Fok. In 1788 verscheen de Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (herdrukt in 1809) van Otto Christian Friedrich Hoffham (1744-1799).Ga naar voetnoot7 Hij werd in Küstrin (nu Kostrzyn nad Odra, Polen) geboren en zijn familie verhuisde naar Amsterdam, waar hij opgeleid werd tot koopman en waar hij kennis maakte met de letterkundige kringen aldaar. Sommigen vinden hem wel één van de grappigste dichters uit de achttiende eeuw. In § 87 behandelt Hoffham de analogie tussen twee rijmwoorden. Hoe minder analogie, hoe beter. Het is geen kunst om wijntje op Trijntje, om groeien op bloeien te laten rijmen, maar hoe ‘eigenzinniger derhalve sommige rymwoorden zyn, des te meer roem verwerft de poëet, indien hy ze door een geestigen draai weet te paaren’. Als voorbeelden van die geestige contrasten citeert hij uit twee dichtwerken van Focquenbroch: Hier na zo zong hy, hoe dat Pyrrha
Haar keijen smakte, hier en daar,
En om dat dit wel rymd op Myrrha,
Zo, loof ik, zong hy ook van haar;
(Silenus. Zesde Herderszang)
| |
[pagina 46]
| |
Hy roepende fluks om een bliksem,
Sprong op, zo luchtig als een koe;
Maar zagt, ik vind geen rym op ixem:
Doch lykwel dat's tot daaraan toe.
(Typhon, Derde Sangh)
| |
Papageno in Java-Bode en Wiel Kusters in NRC HandelsbladNiet alleen in Nederlandse kranten die hier te lande gedrukt werden, maar ook in dagbladen in voormalig Nederlands-Indië verschenen artikelen over de geestige en welbekende dokter Focquenbroch. Dankzij Delpher kwam ik een serie van vier artikelen op het spoor over ‘Een basterd-poëet op de Goudkust’ in de Java-Bode van 1896, geschreven onder het pseudoniem Papageno.Ga naar voetnoot8 Was de recensent misschien een liefhebber van Mozarts Zauberflöte waarin de verliefde Vogelfänger Papageno een grappige rol speelt? Het eerste artikel begint nogal negatief, maar geleidelijk wordt het positiever. De openingszinnen beloven weinig goeds. ‘De naam van Willem Godschalk van Focquenbroch is op deze wijze in de republiek der letteren gebrandmerkt geworden, dat die als een norm van den onbetamelijken stijl geacht is, als een maatstaf waarbij anderer buitensporigheden vergeleken zouden worden. Zoo vuil als Focquenbroch! - placht men in zijn tijd te zeggen, om aan te duiden dat een schrijver uitmuntte in de pornografie.’ Papageno verwijst dan naar en citeert uit Witsen Geysbeeks Woordenboek der Nederlandsche dichters, waar de liederlijkheid van Mattheus Gansneb Tengnagel, de morsigste en onhebbelijkste rijmer van de 17de eeuw door niemand overtroffen kon worden ‘zelfs niet door Focquenbroch’. In die reeks artikelen leert de nieuwsgierige lezer Focquenbroch kennen als dokter, dichter en fiscaal, ook wijst hij op overeenkomsten met Aernout van Overbeke en diens brieven uit Oost-Indië. Hij citeert uit Focquenbrochs Afrikaanse brieven en uit Van Overbekes beschrijvingen, en geniet van de luimige ‘oostinjereis’ die ‘meer playsant’ is om te lezen dan de verhalen uit fort El Mina. Niet alleen uit een ver verleden maar ook uit de vorige eeuw duiken artikelen op, waar ik het bestaan niet eens van vermoedde. Zo vond ik met Delpher een recensie van de hoogleraar en dichter Wiel Kusters in NRC Handelsblad van 8 februari 1980, waarin hij de geannoteerde uitgave van Focquenbrochs Typhon of de Reusen-Strijdt (1665) door L. Laureys bespreekt. Focquenbrochs werk rekent Kusters tot de Nederlandse klassiekers en hij citeert uit Typhon het advies van Mercurius aan Apollo om zijn lauwerkrans te vervangen door tabaksbladeren: ‘Kiest Taback die eed'le plant, Ware hulp voor minnebrandt’.
Delpher blijkt een uitstekende zoekmachine te zijn, maar je zult er niet altijd goud mee opdelven. Een probleem bij de oude teksten blijkt toch vaak de spelling te zijn. Stond er Typhon of Tiphon? Focquenbroch of Fokkkenbroch? Klorimene of Clorimene? Probeer als zoekwoord een of twee spellingvarianten. Of vul een vraagteken of asterisk in als je over een bepaalde letter (?) of enkele letters (*) twijfelt. Bijvoorbeeld Afrika?nse of Mer*ius. Succes kan ik niet garanderen, wel veel plezier en weinig ergernissen. |
|