Fumus. Jaargang 13
(2015)– [tijdschrift] Fumus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Het Hospital dels Folls te Valencia, revisited.
| |
[pagina 39]
| |
Daarop is ook te zien hoe de koepel in het midden van de kruisvorm staat. Op afbeelding 3 is te zien hoe ook de hoofdingang in het groen verscholen ligt (afbeelding 3).
Afbeelding 1
Het is de vraag sinds wanneer het hospitaal zijn kruisvorm en koepel heeft gekregen. Van het oorspronkelijke gebouw uit 1409 is vermoedelijk weinig over, want in 1512, onder Ferdinand II van Aragón en Isabel I van Castillië (bijgenaamd de katholieke koningen), werden alle ziekenhuizen van Valencia samengevoegd. Daarbij zal zich toen de noodzaak voor een nieuw gebouw op die plek hebben opgedrongen. Afbeelding 2
Oudere afbeeldingenervan dan 18de-eeuwse heb ik niet gevonden. Maar dehele architectuur van het huidige gebouw ademt zozeerde renaissancecultuur dat het in de tijd van Lope de Vegavermoedelijk al die grondvorm en koepel had. Op de uitsnedevan de bekende plattegrond van pater Tomás Vicente Tosca(1651-1725) is ook goed te zien hoe goed ommuurd hethospitaal was. Dat geldt trouwens ook voor de hospitaal-tuinen.Ga naar voetnoot3 Zie ook de uitsnede vanpater Tosca's plattegrond uit 1704 (afbeelding 4). Een ideevan de ziekenzaal krijgt men een beetje door een foto uit 1927 die de toenmalige situatie weergeeft, alsook door eenaantal foto's in sepia die bij het artikel van Niels Verwers zijn geplaatst (afbeelding 5).Ga naar voetnoot4 Het ziet er allemaal wat killetjes uit. Wat dat betreft heeft de huidige bibliotheek het veel beter getroffen. De verlichting door tl-buizen is natuurlijk voor de lezers onder de bibliotheekgebruikers uitstekend, maar ze komt deesthetiek niet ten goede. Ze is met name hinderlijk bij het maken van foto's van het interieur. Op de benedenverdieping verbleven de mannelijke patiënten, op de bovenverdieping die evenruim is als de benedenverdieping, verbleven de vrouwen. Nu zijn daar ook de kantoren gevestigd. De koepel ligt - zoals gezegd - precies in het midden van de kruisvorm. Zowel vanbuiten als van binnen is hij prachtig (afbeelding 7). Wat waarschijnlijk ook vrij oud is en al in Lope de Vega's tjd aanwezig was, zijn de azulejos (geglazuurde wandtegels) met de | |
[pagina 40]
| |
voorstelling van een heilige. Men treft ze her en der in het gebouw aan, meestal boven(afschuwelijke) deuren, zoals te zien is op bijgaande afbeelding van de H. Joachim op de benedenverdieping (afbeelding 8). Al met al blijft het toch heel moeilijk om zich in te beelden hoe los locos (de krankzinnigen) zich ten tijde van Lope de Vega door het gebouw hebben bewogen. Uit het stuk blijkt dat sommigen een grote bewegingsvrijheid hebben genoten. Anderen sleepten voetboeien mee of hadden handboeien om. Maar uit het stuk blijkt ook (b.v. vers 2084) dat ze werden opgesloten als ze te veel ordeproblemen gaven. Of dit eenzame opsluiting betrof, weten we niet. Wellicht waren er ook gemeenschappelijke cellen. Nadere studie zal dit moeten uitwijzen. Ook in Focquenbrochs bewerking is er sprake van een zekere bewegingsvrijheid, maar hand- en voetboeien waren kennelijk ook in Amsterdam niet ongewoon. In het vierde bedrijf aan het eind van de zevende scène (vers 1477) laat Joris-Vaer Anna en Catrijn in ‘numro drie’ opsluiten. Mogelijk waren daarbinnen aparte cellen, want deze rivalen in de liefde kunnen elkaar niet uitstaan. Afbeelding 3
Afbeelding 4
| |
[pagina 41]
| |
Afbeelding 5
Afbeelding 6
Afbeelding 7
Afbeelding 8
|
|