Fumus. Jaargang 13
(2015)– [tijdschrift] Fumus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
Liefde in het Lazarushuis. Hertaling van het vierde en vijfde bedrijf.
| |
Vierde bedrijf, eerste scène
Isabella in haar eentje, met handboeien om
Hoewel ze mijn handen geketend hebben, ben ik toch aan mijn bewakers ontsnapt.Ga naar voetnoot1 Ketenen kunnen immers, evenmin als een stuk of tien bewakers, de vurige verlangens van een verliefde vrouw niet dwarsbomen. Want waarom zou Cupido niet evenveel in zijn macht hebben als Mercurius? Mercurius, die ondanks Argus’ duizend ogen hem toch diens koe ontroofde, de koe die ooit een mens was. Cupido is zeker even machtig, want hoe meer men hem in toom houdt, vastzet en van zijn vrijheid berooft, des te driftiger zal hij uit de band springen. Als een ware vijand van alle dwingelandij verbreekt hij onmiddellijk zijn ketens en bevrijdt hij zichzelf. | |
Tweede scène
Ferdinand, Isabella
Ferdinand
Wat zie ik nu, mijn lieve andere ik; zijn je handen geboeid? En, jullie ijzeren handboeien, smelten jullie niet door de hitte van deze zon,Ga naar voetnoot2 die gewoonlijk ieder die haar nadert, al met een straaltje verschroeit! O gelukkig ijzer! O, benijdenswaardige ketting, gebruikt om handen vast te binden die door de liefdesgod ieders hart regeerden! Gelukkig ijzer, kon ik maar in jouw plaats die goddelijke lichaamsdelen ketenen.Ga naar voetnoot3 Ik zweer je dat ik dan meteen in goud zou veranderen, om die handen nog meer eer te bewijzen. Maar ach, ben ík de oorzaak van het boeien van die tere ledematen? | |
[pagina 11]
| |
Isabella
Deze ijzeren ketenen verfoei ik niet, maar ik beschouw ze als juwelen en prachtige armbanden. Het was immers Cupido die ze mij uit jouw naam schonk.
Ferdinand
Als dit sieraden zijn die Cupido jou gaf, schenk ik ze op mijn beurt mijn ziel en leven, omdat de blinde liefdesgod onze harten aaneen smolt en samensmeedde in een identieke liefdesgloed. Zo ketent hij jouw handen en mijn voeten als blijk van onze eenheid, alsof voor hem één ketting niet genoeg zou zijn om ons voor eeuwig te verenigen.
Isabella
Ik zweer dat de boeien die jouw voeten ketenen, voor altijd ook mijn hart zullen binden. Want in die boeien, waarmee jouw liefde mij gevangen houdt, vind ik mijn grootste geluk en al mijn luister. Wat ik alleen betreur, is dat mijn vastgebonden handen mij niet toelaten je te omhelzen met het vuur dat in mij brandt. Alleen mijn ziel omhelst je nu, slechts in de geest gebeurt dat. Vooruit, mijn tweede ik, wacht nu niet langer en sluit me in je armen.Ga naar voetnoot4 | |
Derde scène
Catrijn, Ferdinand, Isabella
Catrijn
Ik kom hier net op tijd. Schurk, laat haar los! Wat doe je met die gekkin?
Isabella
Smeerlap, wou je me verkrachten?
Catrijn
Hoezo, meid, werd je door hem besprongen?
Isabella
Ja zeker!
Ferdinand
Besprongen door Cupido.
Catrijn
Meneer student of duvel, het zou beter zijn als je die getikte malloot met rust liet! Wat heeft ze met jou gedaan, dat je steeds om haar heen hangt?
Ferdinand
Ze heeft me mijn binnenste getroffen met een pijl die wel een olifant zou vellen. Wat vind je, mag ik haar dat niet betaald zetten?
Isabella
<Haar idiote jaloezie mag ik graag horen.> Pisano laat Erifila weten dat een bloedverwant zich haar lot wil aantrekken. Hij zal haar meenemen om haar bij hem thuis te verzorgen. Erifila verzet zich natuurlijk daartegen, want ze wil in het gekkenhuis bij Floriano blijven. Floriano vraagt Liberto naar het getekende portret van een zekere Moor van Algiers waar Liberto mee rondloopt, want hij wil het graag zien. Na er een blik op te hebben geworpen, vertelt Floriano dat hij de man herkent en hij biedt Liberto aan om hem bij de baas van de gezochte persoon te brengen. Maar Liberto en Pisano negeren dit aanbod vanwege Floriano's evidente zottenklap en vertrekken. Beide tortelduiven vervolgen nu hun liefdespraatjes en Floriano sluit tenslotte Erifila in de armen. Op dat moment komt Laida (bij F. Catrijn) binnen, die Floriano bezweert om de zottin los te laten. | |
[pagina 12]
| |
Catrijn
Blijf je nu almaar in haar ogen staren? Kijk mij toch ook eens aan!
Ferdinand
Je hebt pech, platneus, want één verliefde blik van jou jaagt me bijna het bed in.Ga naar voetnoot5
Catrijn
Al wijs je mij af, ik laat je niet zomaar los; ik laat je er echt niet met haar vandoor gaan.
Isabella
<Allemachtig, wat heeft die meid toch een charme! Ach gut, het kan niet anders of de longen van die stakker staan in brand, er is vast een hittegolf op komst.>
Catrijn
Nou, waarom kijk je mij niet eens lief aan?
Isabella
<Ik lieg niet als ik zeg dat dat niet meevalt.> Maar meneer Mandricart, blijft u hier. Ik ga weg, voordat mijn jaloezie ten top stijgt.
Ferdinand
<Wat nou? Zal die nevel mijn zon opnieuw aan mijn ogen onttrekken?> O wrede Rodomont, schaakt u Doralice?Ga naar voetnoot6 Ik zweer dat ik u zal achtervolgen, anders besterf ik het.
Beiden af.
| |
Vierde scène
Catrijn in haar eentje
O hemel, hoe is het mogelijk? Bestaat er op de wereld een verdriet, dat zich met het mijne kan meten? Ach, bestaat er groter hartzeer dan mijn onbegrijpelijke liefdesverdriet? Moet ik dan van liefde sterven? Sterven om deze gek, die mij afwijst en daarmee toont wat hij van plan is? Die mij in de steek laat voor deze gekkin? Nee, ik zal trachten haar dwaasheid te verruilen voor de mijne, en zo hun ontmoetingen beletten, voordat dit vuurtje nog verder wordt opgepord. Want om hier te kunnen blijven en niet naar Haarlem terug te hoeven, kan ik me - door me als gek voor te doen - overgeven aan mijn dwaze verliefdheid. Ik zal me zo krankzinnig voordoen dat ze mij hier wel zullen moeten opnemen. Want alleen door als een zot lief te hebben, zal de liefde je wat opleveren. Wel, laat ik maar meteen aan de slag gaan. Hela, pages, kamerjuffers en slavinnen, waar is al mijn gevolg, waar blijft mijn entourage? Vooruit, maak mijn koets in orde, span de paarden in! Want ik wil onmiddellijk naar de koning rijden. Prins, reik mij uw hand om me naar het Hof te begeleiden. En jullie, mijn dwergen, haal jullie waaiers voor de dag, opdat ik wat verkoeling krijg! <Zo gaat ie goed!> | |
Vijfde scène
Anna, Catrijn
Anna
Wat doe je hier Catrijn? Waarom sta je hier?
Catrijn
Hoezo, noem je mij Catrijn? Spreek me liever aan als uw koningin.
Anna
Meid, ik heb toch zo'n akelig bericht gekregen!
Catrijn
Wat voor akelig bericht? Hoezo een bericht? | |
[pagina 13]
| |
Anna
Te ellendig voor woorden.
Catrijn
Ging er soms een deel van het koninkrijk verloren, of is de hele vloot van Oost-Indië vergaan?
Anna
Mijn vader liet mij zojuist per brief weten dat we meteen naar Haarlem moeten, want hij kan het thuis niet langer zonder mij stellen. Tegelijk kreeg ook Joris-Vaer zo'n brief. Die werd verzocht om mij, gezien de noodzaak van mijn komst, niet langer in Amsterdam te houden, maar te proberen ons zo snel mogelijk weer naar huis te krijgen.
Catrijn
Laat het hele rijk dan onmiddellijk vreugdevuren ontsteken!
Anna
Wat voor rijk?
Catrijn
Nou, het koninkrijk waarvan ik als koningin de baas ben.
Anna
Wát! Spoor je niet helemaal meer?
Catrijn
Ik probeer intussen voor mijn moeder een schoonzoon te regelen.
Anna
<Gegarandeerd, ze is kierewiet; ze heeft haar verstand totaal verloren!>
Catrijn
Daardoor heb ik mijn ziel bevrijd van een groter verdriet.
Anna
Maar Catrijn, welke drug heb je toch geslikt?
Catrijn
Een drug die ik via mijn ogen heb binnengekregen.
Anna
Houd toch op met die onzin, Catrijn!
Catrijn
Duvel toch op, vals loeder!
Anna
Jij boft maar met je krankzinnigheid, want daardoor kan je hier fijn nog wat langer blijven. Jij kunt mooi elke dag genieten van die lieve ogen die mijn ziel zo diep hebben verwond! Alleen al om die ogen betreur ik het dat ik moet gaan.
Catrijn
Waar blijven mijn slaven en mijn zwarte Japanse knechten?
Anna
<O, als ik toch eens zó gek als zij kon wezen; pas dan zou ik gelukkig zijn!>
Catrijn
Vooruit, breng me eens water, zodat ik mijn handen kan wassen!
Anna
<Wat malen haar hersenen toch gedurig in die warrige hersenpan! Maar... wat let me - halfzot als ik toch al ben - om haar voorbeeld te volgen en ook de gek te gaan uithangen? Ik denk echt dat mijn verliefde hart daar dubbel garen bij zal spinnen. Het eerste is dat ik zeker een plekje zal krijgen in dit huis als ik mijn verstand verlies, terwijl ik hier anders weg zou moeten. Het tweede is, dat ik mijn geliefde zot dan duidelijk kan maken, hoe gek ik op hem ben. In mijn rol van gekkin zal ik zó op hem lijken dat, als ze in de gaten krijgen dat Kárel me zo stapeldol maakt, mijn vader zeker in een huwelijk met hem zal toestemmen. Want als hij inziet dat alle narigheid | |
[pagina 14]
| |
alleen van Karel afkomt, zal hij mij beslist door dit huwelijk genezen. Vooruit dan, aan de slag. Adieu mijn hersens, want waar Cupido regeert, is geen plaats meer voor verstand.>
Catrijn
Hallo, hofdame! Waar ben je? Kom eens hier!
Anna
Wat wenst mevrouw de koningin?
Catrijn
Ik wacht hier al bijna een uur, en niemand heeft mij nog mijn brandewijn gebracht.
Anna
Uw kamerdienaar zal er zo meteen mee komen. Hij staat vast pap te roeren aan de haard.
Catrijn
Zeg hem dat hij opschiet, of hij krijgt ervan langs met een zwabbersteel. <Wat nou? Wat is er met mijn meesteres aan de hand dat ze het nieuwe gekkenspelletje opeens met me meespeelt?>
Anna
<Ik ga alleen maar met de zotheid van deze stakker mee, omdat ik toegeef aan mijn eigen dwaze verliefdheid.>
Catrijn
<'k Vrees dat ze in de gaten heeft waarom het me te doen is; daarom zal ik een beetje met haar moeten uitkijken.>
Anna
O grote koningin, daar komt een page aan met een bericht van het Maaneiland.
Catrijn
Mogelijk is het een bode van jonker Karel. Laat hem binnenkomen. Hij hoeft nergens bang voor te zijn.
Anna
Wát? Heb je het in mijn bijzijn over deze vagebond?
Catrijn
Mag ik de naam van mijn bruidegom soms niet in de mond nemen?
Anna
Hoezo jouw bruidegom? Hij is toch met iemand anders getrouwd?
Catrijn
Getrouwd, nee toch, met wie dan wel?
Anna
Dat is oud nieuws. Met mij!
Catrijn
Met jou? En wie heeft jullie dan getrouwd?
Anna
De paap.Ga naar voetnoot7
Catrijn
De papegaai,Ga naar voetnoot8 zal je bedoelen!
Anna
<Wel, wat haalt die gekkin toch allemaal in haar hoofd? Denkt ze nu echt dat mijn echtgenoot óók nog een keer met háár zal trouwen?
Catrijn
Wát? Ellendig schepsel, weet je wel tegen wie je het hebt? Ben je dan niet bang dat je koningin wraak zal nemen voor je brutale bek? Hola, waar blijven mijn soldaten? Laat de trom roeren, en meteen het hele leger aanrukken: ik wil mij wreken op die aanslag van buitenaf. | |
[pagina 15]
| |
Anna
En ik sla zo meteen je tanden uit je bek.
Catrijn
Wat nou? Komt mijn slavin in opstand tegen mij? Een basterd, die haar hele familie te schande maakt? Vooruit page, breng mij onmiddellijk drie lijfwachten om haar onder mijn ogen vandaan te sleuren.
Anna
O koningin, u liegt dat u barst.
Catrijn
Ik liegen? Pak aan dan deze oorvijg!
Anna
O varken, ik zweer dat je die kans niet krijgt. | |
Zesde scène
Joris-Vaer, Valerius, Anna, Catrijn
Joris-Vaer
Meneer Valerius, laten we eventjes naar buiten gaan, dan kan ik vaststellen wat de oorzaak is van al dit kabaal. En daarna zullen eens even rustig de zaak bespreken waarvoor u komt. Catrijn en Anna zijn aan het plukharen. Joris-Vaer komt tussenbeide, maar Ferdinand wil nergens iets mee te maken hebben. Lithografie van Nicolaas Wijnberg voor het Rotterdams Toneel, met tekstbijdrage van Rob Nieuwenhuys.
Valerius
Vooruit dan, snel! Want ginds zie ik uw nicht met een gekkin plukharen.
Joris-Vaer
Wel Anna, wat is dit allemaal? Laat los elkaars haren, laat los, uit elkaar! Kom hier, Claes, waar ben je? Vooruit, haal die gekkin hier weg van de binnenplaats, die hier mijn lieve nicht zo heeft toegetakeld aan neus, mond en haren. Dat mens is uitzinnig, en gekker dan gek. Wel verduiveld, hoe kreeg je in het je bol om haar niet vast te zetten?
Catrijn
Ken je me dan niet meer, jij ouwe tiran?
Joris-Vaer
Nee maar, ben jij het, Catrijn?
Catrijn
Nou en of!
Anna
Die krankzinnige meid noemt zich koningin, en om mij te affronteren beweert ze dat zij al met Karel is getrouwd. En dat terwijl iedereen hem terecht beschouwt als míjn bruidegom, omdat wij inderdaad in de echt zijn verbonden.
Joris-Vaer
Lieve hemel, nicht Anna! Hoe komt het dat je zo de kluts bent kwijtgeraakt?
Valerius
Ik verzeker u, Joris-Vaer, die twee zijn allebei knettergek. | |
[pagina 16]
| |
Joris-Vaer
Wel verduiveld, hoe zit dit? Hoe krijgen we haar weer normaal? Welk duivels drankje hebben ze haar gegeven?
Anna
Cupido is de dealer, de drugs zijn de verliefde blikken, de elegantie en het knappe gezicht. En als je wilt weten wie mij daarmee heeft geraakt, kijk dan maar eens hoe aantrekkelijk mijn Karel is. En oordeel dan eens of ik reden had om buiten zinnen te geraken.
Catrijn
Hij is het die ook míj het hoofd op hol bracht. En als je het niet gelooft, kijk dan maar in mijn hart. Maak mijn borst maar open, en kijk; daar binnenin is bijna alles as door 't schroeien van mijn felle liefdesvuur.
Joris-Vaer
Ach, vriend Valerius, wat een ramp is dit! Het lijkt wel of de liefde haar malende hersens helemaal in haar macht heeft.
Catrijn
Ik ben de koningin van het land der Japanners,Ga naar voetnoot9 al heb ik deze stad als hofstad uitverkoren.
Valerius
Ik ben zo verbijsterd over dit krankzinnige gedrag, dat ik beslist geloof dat zij aan het trippen zijn.
Joris-Vaer
Omdat hun waanzin uit verliefdheid is ontstaan, zal hun trip zeker heftig zijn. Ach, vriend Valerius, het was niet zo'n best moment om Karel hier bij mij onder te brengen, gezien het effect op die twee.Ga naar voetnoot10
Anna
Wat staan we hier sip te kijken? Vooruit, kom op, de beentjes van de vloer!
Joris-Vaer
Wat gaat er nu gebeuren? Ze zingen en dansen
Catrijn
Hé, waar ben je Koker Janszen met stopmes op je zij?Ga naar voetnoot11 | |
[pagina 17]
| |
Joris-Vaer
Ze wordt met het uur gekker. Lieve nicht, wat doe je? Hou toch eens op met dat gespring.
Anna
Falderal de riere, falderal de rare!
Joris-Vaer
Och, wat een merkwaardig gedrag. Nicht, hoe is dat zo gekomen?
Anna
Door mijn liefde voor Karel; snap je dat nou nog steeds niet?
Joris-Vaer
O, het is Kárel?
Valerius
Vreemd dat een gek zo'n passie kan opwekken.
Joris-Vaer
Nicht Anna!
Anna
Hier, pak aan!Ga naar voetnoot12
Valerius
Het lijkt me het beste dat u haar laat opsluiten en door een pak rammel bij zinnen laat brengen.
Joris-Vaer
Ik zal haar meteen in een cel laten opbergen om haar óf te genezen, óf nog gekker te maken dan ze is. Ook zal ik direct aan haar vader schrijven dat hij, omdat zijn dochter hier gedwongen vastzit, absoluut meteen poolshoogte moet komen nemen. Wat Karel aangaat, die zal ik zo goed opsluiten dat zijn gekte niet nog meer gektes teweeg kan brengen.
Valerius
Als Karel al dit gedoe willens en wetens had veroorzaakt, zou u hem natuurlijk moeten opsluiten. Maar, ik verzoek u...
Joris-Vaer
Uw verzoek wijs ik af. Het is me nu zonneklaar wat hij hier allemaal voor ellende aanricht. Maar waar blijven ze? Hé, Claes en Marten, hé, waar zijn jullie, kom eens tevoorschijn! | |
Zevende scène
Marten, Claesje, Joris-Vaer, Valerius, Anna, Catrijn
Marten
Wat is er, Joris-Vaer, dat u zo'n misbaar maakt?
Joris-Vaer
Iets waar mijn hart en ziel zwaar onder zuchten.
Claesje
Bezjoer, mevrouw Catrijn! Hé, meissie, ben jij het?
Catrijn
Herken je me nu nog niet? Kijk dan eens wat beter uit je doppen!
Claesje
Wat nou, hebben die twee ook al een klap van de molen gekregen?
Anna
Vraag het aan Karel, als je 't per se wilt weten.
Marten
Ja, ja, ik zie het wel; ze zijn allebei de weg kwijt. | |
[pagina 18]
| |
Joris-Vaer
Ik laat ze meteen in een cel stoppen. En nog vandaag zal ik met de arts overleggen hoe ze zo snel mogelijk van hun kwaal te verlossen.
Claesje
O, mevrouw Anna!
Anna
<Nou, wat moet die schurk?>
Claesje
O verstand, wat is het toch vaak snel met u gedaan? Wat hebt u toch een wankele benen; er hoeft maar een briesje te staan, of u ligt omver! Maar donders, Joris-Vaer, wat is er toch met dat vrouwvolk aan de hand?
Joris-Vaer
Ach maat, ik zou het niet weten. Ze zeggen dat het de liefde is.
Claesje
Nou, als het door de liefde komt, dan mag je het tehuis wel uitbouwen, voordat we elkaar in drommen de deur uitwerken.
Joris-Vaer
Rustig aan, wacht even, ik zweer dat ik haar snel weer in orde heb. Vooruit mannen, pak haar beet!
Marten
Mevrouw, even stilstaan!
Anna
Goed dan, jij schurk, kom, pak me dan, als je kan.
Marten
Ja, ja, ik heb je al te pakken; je zal me niet ontglippen.
Joris-Vaer
Hou haar goed vast en breng haar meteen naar binnen.
Valerius
Maarre, wanneer krijg ik nu mijn gekkin van u mee?
Joris-Vaer
Zodra ik die lui naar hun cel heb laten brengen. Maar vóór ze gaat, moet ik eerst nog iets met u bespreken.Ga naar voetnoot13
Anna
Laat me los, gemenerik, laat los!
Marten
Kop dicht, jij!
Anna
Ik zeg je, dat Karel alleen mijn bruidegom is.
Catrijn
En ik hou vol dat je liegt dat je barst, want zijn bruid ben ik.
Joris-Vaer
Weg, onder mijn ogen vandaan met hen! Stop ze in nummer drie en laat ze daar. Ik ga nu eerst gauw een brief naar Haarlem sturen. | |
[pagina 19]
| |
Achtste scèneGa naar voetnoot14
Reynoud, Leonard
Reynoud
Reynoud kijkt belangstellend toe hoe de gekken op de binnenplaats van het Lazarushuis hun kunstjes opvoeren. Lithografie van Nicolaas Wijnberg voor het Rotterdams Toneel, met tekstbijdrage van Rob Nieuwenhuys.
Eer we deze stad verlaten, Leonard, leek het me wel aardig om dit gekkenhuis eens te bezichtigen. Op de binnenplaats ginds zie ik de gekken bij bosjes hun kunstjes opvoeren met het kermispubliek eromheen. Kom, laten we wat dichterbij gaan staan, dan kunnen we nog eens lachen. Maar kijk, daar komt iemand van het huis op ons af, die ons welkom heet, en wel met een saluut van eigen maaksel. Hij wil kennelijk een praatje met ons maken. | |
Negende scène
Claesje, Reynoud, Leonard
Claesje
Heren, neemt u mij niet kwalijk, maar wie bent u eigenlijk? Wat komt u hier doen? Komt u in ons Lazarushuis misschien een kijkje nemen bij de gekken?
Reynoud
Ja, die zouden we wel eens willen zien, want we zijn geïnteresseerde toeristen.
Claesje
Ik denk, dat als de gekken in uw eigen land met belletjes rondliepen en ze, net als wij, overal ter wereld een gekkenpakje zouden dragen, dat je geen stap extra had gezet om híer hun soort te komen bekijken. Want dan zou u al dit gedoe heel gewoon hebben gevonden, en weten dat de hele wereld niets anders is dan één groot gekkenhuis. Immers, noem mij eens iemand die in zijn leven niet aan de lopende band malligheden heeft uitgehaald. Uw eigen gekte kent u zelf het best, dus ga maar eens na of ik er erg ver naast zit.
Reynoud
Ik zweer je: die man is een profeet! | |
[pagina 20]
| |
Leonard
Wat was ik dwaas, dat moet ik wel beseffen, toen ik met Isabel mijn meesters huis verliet, en door haar dwaasheid de mijne nog versterkte.
Claesje
Er is geen mens op aarde die de gekte op een afstand houdt: gek zijn we allemaal. Er is maar één verschil tussen al die gekken, en dat is dat het merendeel niet aan de ketting ligt, maar sommigen wel. Dat zal ik u tonen als u mee naar binnen komt.
Reynoud
Prima, we zullen zien of het waar is wat je zegt.
Claesje
Weer eens wat nieuws, dat een gek zijn kompanen gaat bezichtigen! | |
Tiende scène
Joris-Vaer, Reynoud, Leonard
Joris-Vaer
Heren, als u hier komt om ons gesticht te bezichtigen, vergeet dan alstublieft niet om een kleine donatie te doen.
Reynoud
Natuurlijk, prima; zo, chef, bent u hier de directeur?
Joris-Vaer
At your service, dat ben ik inderdaad, van heel wat zinnelozen.
Reynoud
Welnu vriend, geef ons eens een rondleiding, als je wilt, en toon ons eens wat voor soort krankzinnigen hier zitten. Wat het gebouw betreft: het lijkt me - voor zover ik het kan zien - eerder voor rijkaards gebouwd dan voor arme drommels. En dan dat ruime binnenplein, met al die fraaie bomen! Het is hier allemaal even mooi, en ook nog eens keurig netjes.
Joris-Vaer
Mag ik even wat vragen, maatje?
Leonard
Wat wou je weten?
Joris-Vaer
Vertel mij eens, als je kunt: wat is dit voor een heerschap, want naar zijn voorkomen en uiterlijk te oordelen lijkt hij me een belangrijk man.
Leonard
Dat weet ik eigenlijk ook niet. Ik ben nog maar nauwelijks bij hem in dienst; we hebben elkaar nog geen dag geleden toevallig in zijn logement ontmoet. Maar ik heb hetzelfde als u: ik denk ook dat hij een hoge Piet is, want hij heeft echt iets bijzonders in zijn doen en laten. Verder weet ik helemaal niets van hem, alleen dat hij in Den Haag woont, waar we vandaag misschien nog wel naartoe gaan, althans, zoiets hoorde ik hem zeggen.
Reynoud
Vertelt u mij alstublieft eens: wat voor soort krankzinnigen zitten hier? Door welke vorm van krankzinnigheid is hun brein aangetast?
Joris-Vaer
Sommigen zijn neerslachtig, anderen opgewekt. Ik heb zakenmensen, die over geld en aandelen gaan. 'k Heb filosofen, die eeuwig aan het discussiëren zijn. 'k Heb advocaten en dokters bij de vleet. 'k Heb dichters die bijna niet te verdragen zijn met hun gewauwel over acht of negen muizenGa naar voetnoot15. Met andere woorden: dit gekkenhuis is het neusje van de zalm. Maar pik uit die hele stapel eens een willekeurige gek, dan zul je merken dat niemand niet verliefd is. | |
[pagina 21]
| |
Reynoud
Hoe kan dat nu? Zulke krankzinnige breinen kan toch geen liefde zijn ingeblazen, die goddelijke hartstocht? Want ik heb altijd gedacht dat de liefde alleen maar in een edele en hoogstaande ziel voorkwam.
Joris-Vaer
Als u zich ooit heeft vergist, waarde heer, dan is het nu wel! De macht van de liefde is zo onbegrijpelijk sterk dat ik ervan overtuigd ben, dat er op deze wereld geen andere krankzinnigheid bestaat dan de liefde. Hier in dit huis zie ik iedereen vrijen, aan wat voor gekte hij ook lijdt. En dus denk ik dat ik alle reden heb om vol te houden, dat de liefde de enige bron van krankzinnigheid is.
Reynoud
Volgens die redenering zou je, naar ik begrijp, ook het Hof, ja, zelfs het hele land met zijn grote steden voor een gekkenhuis kunnen verslijten, want praktisch overal regeert de liefde ieders hart.
Joris-Vaer
Waarom niet? Want ik zie dat de liefde dezelfde dwaasheden die ze uithaalt in paleizen en in steden, hier dagelijks en evenveel bedrijft. Want de liefde blijft altijd de liefde en doet zoals ze doet. Het bestaat niet dat iemand, wie dan ook, in de liefde zijn verstand meester blijft. Daarom herhaal ik wat ik heb gezegd: malligheid is liefde en liefde is malligheid!
Reynoud
En ik beweer dat de liefde, de edelste van alle passies, nooit een krankzinnige kan treffen.
Joris-Vaer
En ik houd vol, wat u ook moge beweren, dat de liefde nooit anderen treft dan gekken. Maar om het tegendeel van wat u beweert aan te tonen, namelijk hoe liefde wel degelijk in een krankzinnig brein kan zetelen, nodig ik u, als u zin heeft, uit om vanavond hier een huwelijksfeest bij te wonen. Hoewel dit huwelijk voor de lol of liever om een bijzondere reden door ons is gearrangeerd, zal het u duidelijk worden dat úw opvatting over de liefde verkeerd is, en de míjne gegrond en correct.
Reynoud
U doet me een groot genoegen, en bent mij welgezind, maar waar vindt dit huwelijk plaats en tussen wie?
Joris-Vaer
Mijnheer, ik zal u vertellen: ik heb een broer die in Haarlem woont. Hij is als zakenman, wat zijn beroep is, zeer welgesteld geraakt en wordt alom gewaardeerd. Zijn enig kind, een dochter, is tot nu toe, rijk en mooi als ze is, door jongens van haar eigen stand vaak ten huwelijk gevraagd. Maar de liefde kreeg nooit vat op haar, en daarom kwelt ze haar nu misschien uiteindelijk des te meer. Ze logeerde hier één of twee weken bij mij om zich wat te amuseren in deze stad, waar ze nog nooit was geweest. Praktisch op het punt om terug naar huis te keren, ziet ze bij toeval een van mijn ergste krankzinnigen die met zijn verpletterende looks het hart van het arme kind zozeer raakt, dat zij, smoorverliefd, in één klap hoofd en verstand verliest door haar liefde voor die gek. Meteen sluit ik haar op en ontbied ik haar vader, die ik nog vandaag verwacht, en die beslist niet gelukkig zal zijn als hij zijn enig kind in deze toestand aantreft. En tenslotte laat ik de arts komen. Maar zijn advies was, haar niet op te sluiten, maar in vrijheid te stellen, en haar te paaien door haar met die gek te laten trouwen. Dit alles in de hoop dat de vreugde om dit schijnhuwelijk haar van haar passie zal genezen. Het is dít huwelijk dat, hoewel fictief, vandaag zal plaatsvinden. Als u de moeite wilt nemen om het bij te wonen, zal het u niet weinig diverteren.
Reynoud
Iets charmanters heb ik nog nooit meegemaakt, en dus wacht ik met smart op het grote moment. Ik blijf hier beslist wachten, al moet ik tot middernacht blijven zitten. | |
[pagina 22]
| |
Joris-Vaer
Zo laat zal het niet worden, want we hebben besloten te beginnen zodra mijn broer is gearriveerd. Ik schat dat hij er binnen een paar uur zal zijn. Intussen zal ik u, als u dat prettig vindt, nu er nog even tijd is en omdat ik niet wil dat u hier weggaat, een rondleiding geven door het huis. | |
Vijfde bedrijf, eerste scène
Ferdinand, in zijn eentje
Vandaag ben ik erg bang herkend te worden door het kermispubliek, al ben ik dan vermomd als gek.Ga naar voetnoot16 Daarom zit ik het liefst opgesloten in een donker hol waarin nog nooit een straaltje zon is doorgedrongen, om zo mijn hart van angst en pijn te bevrijden. Te meer omdat ik vandaag de bruidegom moet spelen. Dat is een rol die Joris-Vaer mij heeft toebedeeld om jongedame Anna te genezen van haar krankzinnigheid en haar wat te paaien met een schijnhuwelijk, omdat ze gek is van verliefdheid op mij. | |
Tweede scène
Isabella, Ferdinand
Isabella
Ik wip even binnen om je van harte te feliciteren met iets dat me doodongelukkig maakt. Leef lang en gelukkig met je geliefde bruid, jij overspelige zot!
Ferdinand
Is het je ernst, of kom je soms de spot met me drijven?
Isabella
De spot met je drijven, o nee, echt niet, denk dat maar niet! Je wilt me toch niet wijsmaken, jij verrader, dat je tegen je zin met meisje Anna gaat trouwen, en niet begrijpt, dat ik daar overstuur van raak?
Ferdinand
Hoe kan je het hebben over deze vrouw en dit fake-huwelijk, zonder met haar verwarde hersens de draak te steken? Alsjeblieft, doe dan niet net alsof je ontstemd en nijdig bent over iets waarvan je zelf heel goed weet dat het louter een farce is.
Isabella
Over belangrijke zaken heb ik nog nooit grappen gemaakt, en nu al helemaal niet, nu je tot mijn spijt bent getrouwd.
Ferdinand
Getrouwd, zeg je?
Isabella
Ik zeg wat iedereen voor waar houdt.
Ferdinand
Hoe kan iemand nou trouwen zonder het zelf te weten?
Isabella
Dat trouwen kun je heel gemakkelijk afleiden uit je beslissing.
Ferdinand
Ik geef toe dat ik die beslissing heb genomen, maar luister alsjeblieft toch eens naar wat die inhoudt. De bedoeling is alleen haar van de zotheid te genezen waardoor ze - naar ze zeggen - | |
[pagina 23]
| |
stapeldol op mij is geraakt. Door deze klucht op te voeren hopen ze dat ze uit vreugde om dit schijnhuwelijk de boel weer wat op een rijtje krijgt.
Isabella
Ik kan dit echt niet opvatten als klucht of grap, omdat die klucht in mijn hoofd werkelijkheid wordt.
Ferdinand
Liefste! Als dat geen klucht is, moge dan mijn hart, dat van jou vervuld is, een slangenkuil worden! Moge dan Cupido mij ten val brengen, en mijn rust en vrede in oorlog veranderen! Moge dan mijn hoop vervliegen in de wind als het lichte kaf van het koren! Moge dan zelfs jij, o, zonlicht van mijn leven, mijn ziel nooit meer met een sprankje liefde verwarmen! Ja, moge dan een loeiende orkaan mijn reddend schip aan stukken slaan! Och, hoe kan je denken dat je trouwe dienaarGa naar voetnoot17 zo slecht is?
Isabella
Denk je dat je mij met al die bezweringen op andere gedachten kunt brengen? Nou, integendeel, door al die valse gekunsteldheid geloof ik des te meer dat je echt gaat trouwen. Want hoe meer grote woorden, des te duidelijker iemand fout zit. Als het waar was, wat je zegt, en alles alleen maar voor de grap gebeurt, dan zou je nooit zulke dure eden zweren. Daardoor geloof ik juist het tegendeel van wat jij daar beweert met al je leugens. Maar ach, wat kan het me ook schelen? En wat kan het jou tenslotte schelen? Wat voor rekenschap zouden wij elkaar moeten afleggen? Ik voor mij zie geen doorslaggevende reden om geen afscheid te nemen van de man die je gisteren was. Want welke dienst heb je me nu eigenlijk bewezen, waardoor ik me aan jou verplicht zou moeten voelen? En welke overeenkomst zou er tussen ons moeten bestaan, waardoor ik reden zou hebben me over jou te beklagen? En waarom maak ik me zo druk over je, dat je huwelijk me zo ter harte gaat? Werkelijk, nu zie ik wel in dat ze mij niet zonder reden met deze dolhuiskleding hebben uitgedost. Maar nu ik, goddank, weer bij zinnen ben gekomen, groet ik je zeer, en laat ik je vallen als een baksteen.
Ferdinand
Als je me laat vallen en me verlaat, zal dat mijn dood zijn, want mijn ziel leeft alleen door jou. Je hebt gelijk, Isabel. Tot nu toe heb ik jou - behalve met mijn hart - nooit de geringste dienst bewezen. Maar wat kan ik doen om jou tot de mijne te maken, als iemand al je genegenheid kwijtraakt door een overmaat van liefde? 't Is waar, de liefde tussen ons is nog maar pril. Maar hoe vaak zie je niet twee mensen jarenlang verkeren, en blijft Cupido buiten spel, terwijl hij daarentegen vaak in maar een oogwenk twee zielen aan elkaar kan binden met een niet te breken band? Veel mooie mensen zien pas op de lange duur kans om bemind te worden. Maar anderzijds zijn er ook mensen die zo stralend mooi zijn, dat een ziel - al bij de eerste aanblik overrompeld, als in extase en verrukt - zich prompt gewonnen geeft aan twee onweerstaanbare ogen. Datzelfde heeft jouw schoonheid ook bij mij gedaan. Als Cupido aan een verliefde geest één dag van liefdessmart als duízend jaar doet voelen, dan zet jouw blik mij al sinds duizend jaar in vuur en vlam, en adoreer en bemin ik je in 't diepste van mijn ziel al duizend jaar als mijn godin.
Isabella
Al sloof je je nog zo uit met je gewiekste praat, je zult mijn hart daar nooit mee kunnen raken. Al je behendigheid is hier verspilde moeite. Wil je mijn hart veroveren, doe dat dan met de liefde. Want in de liefde geldt, volgens mij, dat ongekunsteldheid het wint van mooie praatjes. | |
[pagina 24]
| |
Ferdinand
Als dat de waarheid is, bezweer ik je dat mijn taal van mijn liefde getuigt. <O Cupido, onderwerp haar hart toch aan jouw macht; ontdooi haar kille ijzigheid; laat haar mijn liefdesvlammen voelen!> O, liefste, hoe komt het dat je woede laait, en dat je doden wilt, wat jij tot leven brengt? Het is je schoonheid toch, die mijn hart tot leven wekt; en wil jij met je haat dat nu de doodsteek geven? Nee, nee, mijn liefste lief, keer bij me terug, en neem je trouwe bruidegom, op wie je bouwen kunt, weer in genade aan. Geef me je mooie hand, en laat me de vlammen van je toorn met duizend kussen doven.
Isabella
Wat, ik je mijn hand reiken? Waarachtig, je ziet noch beseft niet hoe fel ik op je gebeten ben.
Ferdinand
Liefste, ik smeek je...
Isabella
Sodemieter op!
Ferdinand
Mijn lust en leven!
Isabella
Ik, jouw lust en leven?
Ferdinand
Ach, ik besterf het van verdriet.
Isabella
Duvel op, en neem maar Anna's hand!
Ferdinand
Maar jij alleen bent het die ik als mijn godin vereer. Mijn liefste, zie je dan niet dat mijn ogen zich met tranen vullen?
Isabella
O nee, ik blijf van steen en laat me niet vermurwen.
Ferdinand
Dan maak ik me van kant.
Isabella
Ik zal het ijskoud aanzien.
Ferdinand
Wat! Meen je wat je zegt?
Isabella
En doe jij wat je zegt te doen?
Ferdinand
Als ik je met mijn dood tevreden kan stellen, dan ben ik bereid er direct een eind aan te maken.
Isabella
Ga maar, en sterf, als je daar zin in hebt, en laat die tong, die 't gewetenloze ja-woord uit je strot gewrongen heeft, niet verder leven.
Ferdinand
Dat ja-woord, dat mijn tong voor jou heeft uitgesproken, dat heb ik nooit verbroken, dat kan ik niet en zal ik niet. Daarom, mijn Isabel, ik smeek je dat je voortaan...
Isabella
Stil, daar komen mensen!
Ferdinand
Daar komt mijn grootste vijand! | |
[pagina 25]
| |
Derde scène
Valerius, Ferdinand, Isabella
Valerius
Ik heb hier een koetsje voor de deur besteld, waar ze dan stiekem in gezet kan worden, zonder dat iemand het in de gaten krijgt.
Ferdinand
Hij komt vast jóu ophalen.
Isabella
Dat is dan precies wat ik wil.
Ferdinand
En ga je dan?
Isabella
Dat zul je zien.
Ferdinand
Wat een treurig afscheid.
Valerius
Ik kom u halen, jongedame, om u naar mijn huis te brengen. Daar zal beter voor u worden gezorgd dan hier.
Isabella
Bent u de ambassadeur van koning Harlekijn?
Valerius
Geheel en al tot uw dienst! Maar, vriend Karel, hoe gaat het met jou? Heb je het hier een beetje naar de zin?
Ferdinand
Niet al te best, je weet hoe mijn zaken ervoor staan.
Valerius
Weet je dat ik hier zojuist toestemming heb gekregen om Aagje mee te nemen naar mijn huis?
Ferdinand
Als de zon voor jou opgaat, verdwijnt voor mij de nacht.
Valerius
Ik wil haar bij mij thuis laten genezen van haar kwaal.
Ferdinand
Het staat dus vast dat je haar mee gaat nemen?
Valerius
Wat wil je, mijn vriend? Ik ben tot over m'n oren verliefd, en die gevoelens kom ik anders nooit te boven. Daarom heb ik het, om aan mijn passie toe te geven, gewaagd om haar, zogenaamd als mijn nicht, hier weg te halen.
Isabella
Wat klopt mijn hart van vreugd! Kom, laten we maar gaan, want ik heb absoluut geen zin om het huwelijk mee te maken dat hier vandaag in huis zal worden gesloten. Laat ons gauw vluchten naar de andere kant van de wereld!
Valerius
Aagje, wil je dan niet met mij mee naar huis gaan?
Isabella
Hoe zou ik u dat kunnen weigeren? U bent zo knap, zo keurig, zo goedverzorgd en zo charmant,Ga naar voetnoot18 en ook nog zo elegant naar de mode gekleed, dat elke vrouw voor uw charmes zal | |
[pagina 26]
| |
vallen, al was het maar om uw kledij. Ik geef me dus met een gerust hart aan u over, zeker als ik ervan ben, dat u, met uw elegantie en knappe uiterlijk, mijn hartzeer zult kunnen verdrijven.
Ferdinand
<Wie kan de haat van een verbolgen vrouw beschrijven?Ga naar voetnoot19 Maar stil, 't is het beste als ik dit al zwijgend incasseer; mijn tong moet niet nog meer onheil stichten. Al heel gauw nadat ze vertrokken is, zakt haar woede, krijgt ze spijt en keert ze spoorslags terug - dat zul je zien.> Welnu, je gaat er dus vandoor en laat mij zomaar in de steek?
Isabella
Blij, en heel tevreden.
Ferdinand
<En ik, ik ben nog droever dan ik was. Maar als dit dan toch in de sterren stond, dan laat ik gaan die gaat. En als ik dan al sterven moet, dan heb ik op z'n minst nog veertig jaar te gaan.>
Valerius
Adieu, mijn vriend, ik ga er nu met Aag vandoor. Veel succes met je aanstaande huwelijk!
Isabella
Adieu, minkukel! Ga maar aan je mooie bruid vertellen, dat ze eerst haar neus snuitGa naar voetnoot20 voordat ze het bed in gaat.
Ferdinand
Ik zal het haar overbrengen. Maar ik weet wel dat in een vergelijkbaar geval jij heel wat minder schuchter zou zijn, als het jou overkwam.
Isabella
Adieu, hufterige boer!
Bij het weggaan en het weer opkomen Ferdinand
Adieu, alom bruikbare boerin!
Isabella
Rot op, jij Deense dog!
Ferdinand
Lazer op, jij kleine keffer!
Isabella
Lazer op, geef je katGa naar voetnoot21 een handkus van me!
Ferdinand
Donder op, en veeg de kont maar van je aap!
Beiden af
| |
[pagina 27]
| |
Vierde scène
Ferdinand in zijn eentje
Uit angst voor narigheid leek het mij het beste maar te doen alsof, en af te wachten waar het uiteindelijk op zal uitdraaien. Ze krijgt vast vreselijk wroeging over haar uitzinnige woede, want ik weet zeker dat alleen haar passie voor mij haar zo jaloers heeft gemaakt en haar zo in woede deed ontsteken. Maar als ze dat beseft, zal haar razernij gauw bedaren en komt ze vast en zeker spoedig terug. Want waar de liefde eenmaal vaste voet aan de grond heeft gekregen, zullen noch ruzie noch jaloezie die passie kunnen verdringen. Daarom ben ik van plan me wat gedeisd te houden totdat ik weet waar ik precies aan toe ben.Ga naar voetnoot22 | |
Vijfde scène
Philibert, Dokter, Joris-Vaer
Philibert
Ik kwam terneergeslagen hier in Amsterdam, maar kreeg direct weer nieuwe moed, toen ik begreep, dat door uw wijs advies, meneer, de kans op goed herstel opeens reëel werd. Want nauwelijks liet ik iets vallen over de bruiloft, en dat ik haar vandaag zou weggeven aan Karel, of alle verdriet verdween als sneeuw voor de zon. Opeens werd ze weer monter en spraakzaam, en ook haar eetlust keerde terug.
Dokter
De blijdschap om dit huwelijk, waarop ze vurig hoopte, heeft haar uit haar dodelijke depressie gered. Want met geen medicijn is iemand van de liefde te genezen - OvidiusGa naar voetnoot23 voorspelde dat al lang geleden. Daarom vind ik het van GalenusGa naar voetnoot24 ook zo buitengewoon stom dat hij iemands ziel met brouwsels dacht te kunnen zuiveren. En dus is het verstandig geweest mijn advies op te volgen, want daarmee keert haar geest, zoals u zelf ook constateert, weer pijlsnel terug in oude staat.
Philibert
Met Anna lukt het wel. Maar nu mijn dienstmeisje Catrijn, wat moeten we daarmee aan? Hoe moet het nu met haar?
Dokter
Op haar zal ik straks, als ik klaar ben met uw dochter Anna, al mijn kennis en kunde loslaten. Wel, breng Anna nu maar hierheen.
Joris-Vaer
Ik ga haar meteen halen.
Af Philibert
Ja, doe dat, broer! Want ik zou niet kunnen aanzien hoe mijn enig kind, de toeverlaat van mijn oude dag, haar hersens heeft verloren en knettergek geworden is. Dat zou voor mij een straf zijn, die háár het verstand, en míj het leven zou ontnemen.
Dokter
Kijk, daar komt ze al aan. | |
[pagina 28]
| |
Zesde scène
Joris-Vaer, Anna, Philibert, Dokter,
Joris-Vaer
Kom maar, kom binnen, nicht Anna! Wég met je angsten, nu hier alles blijdschap is! En bovenal: wees stralend en verheugd, en toon je bruidegom zo dat je waanzinnig van hem houdt.
Anna
Waar blijft mijn Karel nou?
Philibert
Je ziet hem zo meteen, maak je geen zorgen, kind!
Anna
Gaan we híer dan trouwen?
Philibert
We staan alleen op de pastoor te wachten.
Joris-Vaer, stilletjes tegen Philibert
Zeg, hoor eens even, ik heb aan een of andere vreemdeling beloofd hem te laten zien hoe leuk deze bruiloft wordt. De man was op doorreis en kwam bij toeval dit huis bezichtigen. En aangezien hij nogal aardig over de brug kwam...Ga naar voetnoot25 Wat vind je, broer, zal ik hem even gaan halen? Of heb je er iets op tegen?
Philibert
Nee, nee, ga, ga hem maar halen, daar is niets mis mee.
Joris-Vaer af
| |
Zevende scène
Anna, Philibert, Dokter
Anna
Als u dit huwelijk vandaag kunt laten doorgaan, krijgt u van mij een zoen als provisie.
Philibert
Dochter, denk aan je stand, en praat niet zo raar.
Anna
Hoe kan ik niet raar praten, nu mijn gek me in de steek heeft gelaten?
Philibert
Maar als je bent getrouwd, word je dan echt weer helemaal de oude?
Anna
Ik zeg: ja, ja, ja, ja, want mijn kwaal stelt niets voor, terwijl mijn scheepje, voortgestuwd door een bepaald soort stormwind, mijn redding betekent. Want omdat de reddende haven al in 't verschiet is, gaat die stormwind liggen.Ga naar voetnoot26
Philibert
Kijk es, dochter, wie we daar hebben?
Anna
Wat nou? Wat is dit, ouwe;Ga naar voetnoot27 ik dacht dat ik mijn geliefde Karel te zien zou krijgen | |
[pagina 29]
| |
Achtste scène
Reynoud, Leonard, Joris-Vaer, Philibert, Dokter, Anna
Reynoud
Mijne heren, met uw toestemming zou ik graag deze bruiloft bijwonen.
Philibert
Meneer, u bewijst ons daarmee eer. U bent van harte welkom.
Anna
Wat is dit voor een rare vogelGa naar voetnoot28?
Philibert
Vooruit, hier met de stoelen, en zet de deur maar rustig open, zodat ieder die dat wil, kan komen kijken. En haal ook snel Catrijn, want bij een bruiloft hoort publiek.
Anna
Je hebt verdorie gelijk. Komaan, verkondig nu van Oost tot West uit duizend monden dat ik trouwen ga. De grootste bruiloft die ooit in Europa werd gezien, gaat zo beginnen. Immers, koning PepijnGa naar voetnoot29, dat is mijn bruigoms broer, en Angelica,Ga naar voetnoot30 dat werd zijn moeder, nadat ze was bevrucht - in alle eer en deugd - door LancelotGa naar voetnoot31, toen die van Engeland op stap was naar Japan.
Men brengt stoelen Joris-Vaer
Hier komen de stoelen. Komt, heren, gaat u zitten!
Reynoud
Mijnheer, we volgen u.
Philibert
Deze stoel is wat gemakkelijker voor u. Alstublieft, gaat u toch zitten. Dokter, kom, gaat u ook zitten.
Anna
En ik moet blijven staan, nou, dat is een grote eer.
Philibert
Nou, Joris-Vaer, ga de bruidegom eens halen.
Joris-Vaer
Prima, ik ga meteen.
Anna
Moge JupiterGa naar voetnoot32 het je lonen dat je eindelijk mijn wensen eens vervult!
Philibert
Beloof jij mij dan dat je weer bij zinnen komt? | |
[pagina 30]
| |
Anna
Zodra ik ben getrouwd, vervliegt mijn kwaal in rook. Maar ik ben bang dat je mij met dit huwelijksfeest alleen maar wil bedotten. Dus denk erom, houd mij niet voor de gek, want in plaats van te genezen zou ik sterven!
Philibert
Je ziet hier alles in gereedheid, dus waar ben je dan nog bang voor?
Anna
OK, ik ben gerustgesteld, maar wie zal er bruidsjonker zijn?
Dokter
Mijnheer, met uw goedvinden, laat mij dat zijn!
Philibert
O nee, meneer, u zou de bruid en bruiloft echt tekort doen! Laat mij toch liever zelf de rol van bruidsjonker vervullen.
Dokter
Het is voldoende als u hém dit in uw plaats laat doen.
Philibert
Zeg Leonard!
Leonard
Mijnheer?
Philibert
Jij moet hier bruidsjonker zijn.
Leonard
‘Als daar maar geen ellende van komt, want ik weet dat krankzinnigheid besmettelijk is. En dus ben ik, alleen al uit angst aangestoken te worden, huiverig de rol van bruidsjonker op me te nemen. Anderzijds spreekt me - eerlijk gezegd - de gekte van deze appetijtelijke bruid nu al zo aan, dat ik die bruidegom haast zijn geluk zou benijden, en liever zijn rol dan de mijne zou spelen.’
Anna
Wie ben jij, goede vriend, die hier als mijn bruidsjonker zal optreden?
Leonard
Ik ben een edelman.
Anna
Ben je gezond van geest?
Leonard
Dat dacht ik wel, maar als ik veel naar jou zou kijken, zou 't zomaar kunnen zijn dat je me zou besmetten.
Anna
Reik me je hand, ik merk dat je een eerzaam man bent.
Dokter
Ik geloof dat ik daar in de verte de bruidegom aan zie komen.
Philibert
Wel, laten we hem tegemoet gaan om hem te verwelkomen. | |
Negende scène
Marten en Claesje, met de mooi als bruidegom uitgedoste Ferdinand tussen hen in, Joris-Vaer met Catrijn aan de hand, Philibert, Dokter, Reynoud, Leonard, Joris-Vaer
Philibert
Bruidegom, we stonden al verlangend naar je uit te kijken. Vooruit nu, pak je bruid, en komen jullie allebei naast mij zitten. En jij Catrijn, wees jij haar bruidsmeisje. | |
[pagina 31]
| |
Catrijn
Ik, haar bruidsmeisje?Ga naar voetnoot33 Ik laat me liever nog doodslaan! Wat? Is het nog niet erg genoeg dat ze mijn man afpikken? Moet ik door dit bruidsmeisjesgedoe opnieuw spinnijdig worden? Nee, nee, dan ga ik ervandoor, want dit wordt me teveel.
Philibert
Blijf hier!
Catrijn
O nee, ik ga, ik kan het niet meer aanzien.
Philibert
Blijf hier, Catrijn! We zullen wel een ander zoeken.
Anna
Wat een huichelaarster! Wat zal me nog meer overkomen?
Catrijn
Houd jij je kop, jij stomme zeug!Ga naar voetnoot34 'k wil je geknor niet langer horen. En ook al lijkt vandaag de dag van je geluk, ik zal je huwelijk met Karel niet respecteren, want morgenvroeg zal ik hem alweer hebben afgepakt.
Anna
Ik zal jou, hertogin van BremenGa naar voetnoot35, een kapGa naar voetnoot36 over je kop trekken, dan hou je wel op met dat gekakel.
Philibert
Hou jij je mond, gekkin, en toon je man eens wat respect!
Anna
O, ik mag niks zeggen?
Ferdinand
Nee, kop dicht jij! En als je niet je kop houdt, naai ik direct je kaken dicht met dubbel koperdraad.
Anna
O, is dit de tederheid nu van mijn bruidegom?
Ferdinand
Voor jou lijkt het me nog ál te teder. Of had je liever stokslagen gehad?
Anna
Wat, je bruid slaan?
Ferdinand
Wát, ben jíj mijn bruid? Daar kijk ik van op!
Anna
Hè, klopt er dan iets niet?
Ferdinand
Voordat er wordt getrouwd, zullen we eerst nog eens een flink robbertje moeten vechten.
Philibert
Stil nou, niet zo grof, houd toch eens op met die onzin! | |
[pagina 32]
| |
Ferdinand
Als je de waarheid spreekt, is dat dan onzin? Of noem je iemand zot, omdat hij toch maar van het huwelijk afziet?
Claesje
Meneer Philibert, als u niet wil dat de boel hier uit de hand loopt, laat ons dan de bruiloft opluisteren met een dansje. Ik heb het net met vier vriendjes verzonnen.
Philibert
Dat is goed, waar zijn je mensen?
Claesje
Ze staan daar op de binnenplaats. Ik zal ze even roepen, als u het goed vindt.
Philibert
Maar wie zorgt voor de muziek, waarop gedanst gaat worden?
Claesje
In die cel ginds zit een zotte muzikant; die zal wel wat voor ons op zijn viool jammeren.
Philibert
Nou, vooruit, roep je mensen, dan gaan we meteen beginnen. Vooruit Robert, laat ons een deuntje horen. Kom op jongens, hierheen!
Men speelt muziek, waarop Marten en Claesje de eerste scène dansen van het zottenballet. In de tweede scène voegen zich vier andere zotten bij hen. Zodra de dans is afgelopen, verdwijnen ze van het toneel, waarna Valerius en Isabella meteen opkomen.
| |
Tiende scène
Valerius, Isabella, Philibert, Joris-Vaer, Ferdinand, Anna, Catrijn, Reynoud, Leonard, Dokter
Valerius
Wat is dit voor brutaliteit, om uit mijn huis te vertrekken, en dan als een idioot op straat te gaan lopen?
Isabella
Dat is niet, Valerius, omdat ik jou wil ontlopen, maar om hier de bron van al mijn ellende op te sporen.
Philibert
Wat is er aan de hand?
Valerius
Deze gekkin is totaal de weg kwijt. Want nauwelijks was ze in mijn huis, of sneller dan de wind was ze weer weg, en draafde zonder stoppen over straat, tot ze hier in dit huis haar toevlucht zocht, en ze nu voor je staat.
Joris-Vaer
Wat is dít nu, Aagje? Het lijkt wel of je de benen neemt voor iemand die je juist wil helpen!
Isabella
Alleen op deze plek vindt u de man, die mij weer in balans kan brengen. 't Is waar: eerst dacht ik dat ik hem voor eeuwig uit mijn hart zou kunnen bannen, zo onredelijk had hij mij behandeld. Dat kon ik werkelijk niet verdragen. Maar ach, helaas, noch vluchten noch verdriet weekten mij van hem los.
Valerius
Wat ik ook deed, of het nu smeken was, of dreigen; 't was allemaal vergeefs. Voor rede was ze echt niet vatbaar. | |
[pagina 33]
| |
Isabella
Wat voor rede? Weet je nu dan nog niet dat het verstand het verliest waar de liefde regeert?Ga naar voetnoot37 Denk dus voortaan nooit meer dat je mijn hart door de rede kunt veroveren, want alleen Karel heeft me van mijn verstand beroofd.
Leonard (stilletjes)
<O hemel, wat zie ik, is dat niet Isabella, die ik hier op straat zo vreselijk in de steek heb gelaten? Die narigheid moet haar wel in de bol zijn geslagen. Ach, wat een droevige omslag, en dat in zo'n korte tijd!>
Valerius
Als Karel de man is die je van het verstand heeft beroofd, dan denk ik dat die gek wel een duivelskunstenaar moet zijn.
Ferdinand
Maak je niet zo kwaad, mijn vriend, jou heb ik immers nooit van mijn leven reden tot zo'n verwijt gegeven.
Isabella
Maar vertel me eens, Ferdinand, ben je nou getrouwd of niet?
Ferdinand
O ja! Dit is mijn lieve schat, die je hier naast me ziet.
Isabella
Judas! Heb je me dan werkelijk aan de dijk gezet?
Ferdinand
Jij gaf toch de voorkeur aan Valerius boven mij? Nou, toen ben ik dus meteen getrouwd, verbitterd als ik was. Je liet mij immers in de steek en kneep met hem ertussenuit? Dus raad ik je met klem om als een eerzaam meisje direct met hem naar huis te gaan. Je ouders hebben er geen idee van waar je bent, en sterven daarom duizend doden.
Isabella
Jij schurk! Je bent dus echt getrouwd?
Ferdinand
<Ze denkt dat alles wat ik haar vertel, de waarheid is.>
Isabella
O bedrieger! Judas! Bandiet! Ik ben je dan wel kwijt, maar er zal geen vrouw zijn die jou ooit bezit, dat zweer ik! Want je gaat voor de bijl, al weet je nog zo goed je rol van gek te spelen!
Ferdinand
<Wie durft te zweren dat zij haar wrok niet op mijn hoofd zal botvieren, en alles breeduit gaat vertellen wat ze over mij weet?>
Isabella
Wat denk je wel, Ferdinand, verrader die je bent, dat je als gek verkleed nu veilig ...?
Ferdinand
<O, o, dat kost me de kop!> Ssst... stil!
Isabella
Nee, hou op met dat seintjes geven. Denk je dat je, vermomd als gek in deze vodden, aan recht en doodstraf kan ontsnappen? En denk je, al speel je 't nog zo slim, dat iedereen niet door heeft dat jij de moordenaar van Reynoud bent?
Philibert
Wat, Reynoud? Stil, wacht eens even... Jij schavuit! Natuurlijk! De Ferdinand die Reynoud doodstak, dat ben jij! | |
[pagina 34]
| |
Ferdinand
Wat krijgen we nou? Gelooft u echt wat die zottin te melden heeft? Stilletjes <Ach, ik hang! O stomme, idiote verliefdheid! Jij hebt dit allemaal veroorzaakt. De duivel haal die gekken die ooit een vrouw hun zielsgeheim verklapten.>
Joris-Vaer
Jij schurk, denk je nu heus met deze truc je hals te kunnen redden? Door hier als gek vermomd voor het gerecht te schuilen? O nee, ik zweer, dat je je straf niet zult ontlopen.
Ferdinand
Ik beklaag me over niemand anders dan Valerius, want hij is het die me heeft belazerd.
Valerius
Als een vriend zijn vriend met raad en daad ter zijde staat, en jij vindt dat een streek, dan heb ik je inderdaad belazerd.
Reynoud
O hemel, wat krijgen we nou? Wat zie ik hier gebeuren? Hoe kan dit? Is dat de Ferdinand die, naar verluidt, door het gerecht vervolgd wordt omdat hij mij vermoord zou hebben? Mijne heren, als deze man, zoals u zegt, niets anders heeft misdaan dan Reynoud te vermoorden, laat hem dan vrijuit gaan, want hij is volstrekt onschuldig.
Ferdinand
Hoe dat dan zo, mijnheer?
Reynoud
Nog even wat geduld. Kent u mij eigenlijk, Ferdinand?
Ferdinand
Mijnheer, neemt u mij niet kwalijk, maar ik zou niet weten of ik u ooit eerder heb gezien.Ga naar voetnoot38
Reynoud
En toch ben ik diezelfde Reynoud die, zoals men zegt, nog onlangs in Den Haag door u is omgebracht.
Ferdinand
O, bent u Reynoud, mijnheer? En bent u weer uit het graf opgestaan?
Reynoud
Ik ben helemaal niet dood geweest, dus wees maar niet meer bang. Ik zal je precies vertellen wat er is gebeurd, en wie het was die jij zou hebben doodgestoken, en waardoor praktisch iedereen op het verkeerde been gezet werd.
Valerius
Hoe zo, mijnheer? Was het alleen een valse leugen dat u dood zou zijn?
Reynoud
Jazeker! Maar luister nou eens hoe dit in de wereld is gekomen. U moet weten, Ferdinand, mijn hevige verliefdheid op Celia dwong mij laatst haar huis een nacht lang in de gaten te houden. Dat huis staat, zoals u weet, vlak naast dat van Leonora. Omdat ik vond dat Celia zo koeltjes tegen mij deed, was ik van plan eens onopvallend uit te vissen of ik geen medeminnaar had, die me zou kunnen dwarsbomen. In een opwelling van jaloezie vermoedde ik niet zonder reden dat ze in het geheim haar gunsten had geschonken aan een ander. Nou, om die rivaal, die ik overdag nooit zag, 's nachts op te sporen, besloot ik haar huis van alle kanten zo te laten bewaken dat er niemand uit kon komen zonder door één van ons betrapt te worden. Zelf houd ik met twee knechts bij de achterdeur de wacht, en aan de voorkant laat ik een huisknecht met drie, vier anderenntGa naar voetnoot39 midden op straat wat heen en weer lopen. Die ene huisknecht had ik - om Celia op een dwaalspoor te brengen - precies dezelfde kleren laten aantrekken als | |
[pagina 35]
| |
die van mij, en hem verteld dat hij zich uitsluitend ‘Reynoud’ mocht laten noemen. Want ik had hem bij 't smeden van mijn plan bevolen zich aan Celia te laten zien, zodra ze haar minnaar uit zou laten. Zo dacht ik haar op heterdaad te kunnen betrappen en haar naderhand te confronteren met wat ik had gezien. Dan zou ik haar tot een bekentenis dwingen van die stiekeme relatie, die ons zo uiteen gedreven had. Daar stonden we dan op wacht, toen mijn huisknecht u aantrof bij de deur van Leonora, maar zich vergissend in het huis zag hij die aan voor die van Celia. Hij komt tevoorschijn; u raadt hem aan om te vertrekken en vraagt wie hij mag zijn. Hij presenteert zich dan als Reynoud, zoals ik hem had opgedragen. U, die als niet-Hagenaar vast nooit van mij gehoord had, laat staan bekend was met mijn stem of uiterlijk, trekt direct flink van leer. En dan ontstaat, zonder veel complimenten, dat tweegevecht waarin u mijn vermomde knecht verwondt. Nauwelijks was hij geveld, of al zijn maten schreeuwden rond dat Reynoud was doorboord. U sloeg toen op de vlucht; mijn knecht werd naar een herberg afgevoerd. En als bij toverslag stond iedereen op straat en zag dat hij voor dood een huis werd ingedragen. Het nieuws dat ik was doodgeslagen ging als een lopend vuurtje door Den Haag. Dat ging zo snel, dat nog voor dag en dauw het gerecht er wel honderd man op uitstuurde om mij te zoeken. Toen ik dit hoorde, hield ik mij elders schuil om af te wachten wat mijn dood in 't hart van Celia teweeg zou brengen. Maar om te voorkomen dat ik in Den Haag ontdekt zou worden, besloot ik meteen naar Amsterdam te reizen. Maar eerst beval ik mijn gevolg en knechten alom te doen alsof ik echt gestorven was. Zo ben ik tot op heden nog in Amsterdam. Tot mijn genoegen ontving ik hier vandaag een brief van een vriend, die mij uitvoerig liet weten hoe Celia van streek is door mijn dood. Ook schreef hij me dat het gerecht inziet dat het wat overijverig zijn mensen had ingezet, want dat de dag daarna al duidelijk was geworden wie de gewonde man was, die trouwens door de steek wel in zijn milt geraakt was, maar niet in levensgevaar was. Zo ziet u, mijne heren, dat alles wat daar is gebeurd, louter berust op onbekendheid met de feiten, en dat is iets, wat iemand vaak op het verkeerde been zet. Om kort te gaan, tot ons geluk is alles goed gekomen, en bleek de zaak tenslotte weinig meer dan veel gedoe om niets. Dus zet, meneer Ferdinand, uw zorgen aan de kant, en keer gerust met mij terug naar Den Haag. Daar hoop ik morgen vóór de avond aan te komen om door mijn Celia mijn liefdesvuur te laten blussen.
Ferdinand
Ik dank de hemel voor de goede afloop en sta voor 't leven bij u in het krijt, mijnheer.
Philibert
Voorwaar, ik zie nu in, dat het niet déze mensen zijn die gek zijn, maar eerder zij die hen als gek bestempeld hebben. Maar vertel eens, Ferdinand, wie is nu die gekkin die, schijnbaar door jou, stapelzot van verliefdheid geworden is?
Leonard
Het is alleen aan mij om te onthullen wie zij is. En dat zou ik ook doen, als ik niet vreesde voor de tweede maal haar woede op te wekken. Want ik was jarenlang knecht bij haar vader, en heb misschien wel zelf bijgedragen tot haar gekte.
Joris-Vaer
Vertel ons eens hoe zij hier bij dit huis terechtkwam, waarin wij haar uit medelijden hebben opgenomen?
Leonard
Ik zal het u vertellen, hoewel mijn rol in het geheel niet fraai is. Nu goed dan, ik heb haar uit haar vaders huis geschaakt, in Gelderland. Hoe adellijk en voortreffelijk die vader is, zal ik u straks vertellen. Op deze vlucht bracht ik haar hier in Amsterdam. Maar daar ontstond verkilling tussen ons, en ook begon ik angst te voelen voor haar vader. Toen heb ik al haar kleren, geld en juwelen afgepakt en haar vervolgens schandelijk in de steek gelaten. Dat geef ik trouwens allemaal, compleet en ongebruikt, terug zodra zij wil. In al haar wanhoop en volledig buiten zinnen zal ze voorts wel in het Lazarushuis zijn terechtgekomen. En daar is ze, zoals u zelf kunt | |
[pagina 36]
| |
zien, voor deze edelman gevallen. Ik wens haar toe, hoewel ze op hem verliefd werd toen hij deed alsof hij gek was, dat haar gezond verstand door hem toch terug zal keren. Ik vraag u om vergiffenis, mevrouw Isabella, en bied u opnieuw mijn diensten aan als knecht.
Isabella
Heel goed, ik zal het je vergeven. Maar u, mijne heren, bedenkt u wel, dat ik opnieuw door Ferdinand alleen - stel dat ik hem moet missen en dus uitzinnig worden zal - voor eeuwig in dit huis een plaats zal moeten krijgen..
Joris-Vaer
Om niet voor eeuwig dit soort gekken hier te hebben lijkt het me het beste om die twee te laten trouwen.
Ferdinand
O nee, Valerius, mijn trouwe vriend, bij wie ik levenslang in 't krijt sta, hém gun ik dat geluk: hij houdt van haar - dat weet ik.
Valerius
Dan zouden dwang en vriendschap ware liefde doden! O nee, mijn beste vriend, met hart en ziel zijn jullie al te veel verknocht om door mijn streken met zoveel bruutheid uit elkaar gerukt te worden. O, nee, blijf liever jarenlang in harmonie een paar.
Ferdinand
Ach vriend, je edelmoedigheid, die alles overtreft, redt mij nu voor de tweede keer het leven. En dat verplicht mij zo, dat ik ten tweeden male graag dat leven in jouw dienst zal stellen. Maar jij, mijn liefste, die mij je hart zo teder hebt geschonken, reik me je hand. Nu al 't bedrog en doen alsof echt van de baan zijn, vraag ik: aanvaard mij als je man; ik zal je dienaar zijn.
Isabella
Neem niet alleen mijn hand, maar ook mijn hart; ik zal je dienen tot het einde van mijn leven.
Reynoud
We moeten het niet laten bij die ene goede afloop, maar laat nu iedereen zijn partner krijgen. U, meneer Valerius, hebt mevrouw Anna al wat beter leren kennen, en weet ook, dat haar huwelijk met Ferdinand alleen komedie was. Dus lijkt het me, als u nog zin hebt om te trouwen, een goed idee dat ik als koppelaar ook tussen u en haar een huwelijk arrangeer.
Valerius
Mijnheer, uw steun zou ik enorm waarderen en zelfs uit alle macht zou ik zo'n huwelijk ambiëren, omdat het mij beslist verzekert van een groot geluk, ware het niet, dat dit een schoonheid is, maar ook een hersenloze.
Anna
Als niets anders Valerius' liefde voor mij in de weg staat dan dat ik mijn verstand verloren heb, dan kan die hindernis gauw worden weggenomen. Want ook al deed ik of ik gek was van verliefdheid, die dwaze passie heeft me echt niet zo beheerst, dat jij, mocht je dat willen, me niet normaal zou kunnen maken.
Philibert
Hé dochter, ben je weer normaal?
Anna
Ik vraag u, vader, wilt u dat ik Valerius direct mijn hand geef en de zijne word?
Valerius
Graag voeg ik daaraan toe, dat ik voor 't leven een gelukkig man zal zijn, als zij mijn vrouw wil worden.
Philibert
En daarop antwoord ik dat jij haar bruidegom moet zijn en zij jouw bruid, omdat nu eenmaal zotheid slechts door zotheid kan genezen. | |
[pagina 37]
| |
Valerius
Ik dank je voor je genegenheid, mijn allerliefste dwaas! Nu word je dus mijn vrouw, als ik het goed begrijp.
Anna
Hoe kan een vrouw die gek is, ooit een beter bruigom vinden, dan één die net als zij ook stapelgek geweest is?
Catrijn
Hé, jullie heren, bruigoms, en ook jullie, koppelaars, wat nu? Blijf ik hier nu als enige als oude vrijster achter? Heb ik ze beter op een rijtje dan de rest, dat jullie, die wel gekken trouwen, míj zonder bruigom laten zitten?
Philibert
Catrijn heeft groot gelijk. Ze moet ook aan de man.
Catrijn
Als een gebedje hier wat uit kan richten, heren, geef dan eens raad, en zorg ervoor dat iemand net als zij zo gek zal worden dat hij mij wil trouwen. Zo niet, dat zweer ik, dan heb ik van al die onzin gauw genoeg, en keer ik goed bij mijn verstand naar Haarlem terug.
Leonard
Vooruit, Catrijn, en pak mijn hand! Hier heb je dan je gek, die stapeldol geworden is door jou, en die, als jij ook wilt, nog gekker worden zal, en met jou aan zijn hand meteen de huwelijksboot instapt.
Catrijn
Pak aan, hier is de mijne. Maar, als je er spijt van krijgt, schuif dan de schuld maar op je eigen dwaasheid.
Philibert
Nou, heren, in deze algehele feestvreugde kunnen we toch niet vóór het diner vertrekken!
Reynoud
Dat is in feite teveel eer, maar inderdaad, zomaar, na al die malle fratsen, uit elkaar te gaan? dat kan toch niet in al die vreugd.
Joris-Vaer
Nou goed, naar binnen met elkaar, en laat dan met dit feestgedruis meteen een einde komen aan de Liefde in het Lazarushuis! EINDE |
|