Is het nou helemaal in je bol geslagen? Mij zo te laten schrikken. Ik had wel dood kunnen blijven.
Ja, zo zie je er wel uit. Als een lijk dat ze het graf hebben uitgejaagd. Waarom heb je je zo toegetakeld?
Doodsangst. Ik word er nog gek van. Valerius, je moet me helpen. Je moet mijn leven redden.
Als ik je daar een plezier mee kan doen. Maar wat is er nou?
Valerius, je bent mijn beste vriend. We waren altijd als twee broers. Luister, ik heb...
Zeer interessant, ga door.
Ja, ga door. We zijn er bijna.
Je hebt iemand. Da's fijn. Maar hoe vaak al heb je niet iemand gehad. Kom je me nu weer lastig vallen met een nieuw liefdesavontuur? Denk je nou heus dat ik na een honderdste keer nog steeds brand van nieuwsgierigheid naar je nieuwste verovering? Man, ik ben het spuugzat. Ik ben mijn ergernis over jouw versierdersijdelheid en jouw snoeverijen over seksuele heldendaden en huzarenstukjes nog niet helemaal vergeten of jij duikt alweer op en zegt: ‘Valerius, ik heb iemand...
Vermoord. Goed. Maakt niet uit, voor mijn part heb je iemand
(luid)
vermoord??!!
Heb jij iemand vermoord??
Stil toch. Niet iedereen hoeft het te weten.
O, je wou het nog even stil houden. Vertel nou maar wat er gebeurd is, want ik geloof je nog niet helemaal.
Valerius, ze zitten me op de hielen. Ik voel het.
Wie heb je vermoord? Zeg op!
Ik heb een zekere Reinoud uit Den Haag aan mijn rapier geregen.
Wat? Reinoud? Wat een ramp!
Dus jij kent hem ook al? Wat is het dan voor iemand? Hij schijnt heel veel vrienden te hebben.
Als er één Hagenaar het niet verdiende om door een heethoofd doorstoken te worden, dan was hij het wel. Hij had inderdaad veel vrienden.
Hoezo? Hij leeft toch niet meer?
Nee, maar zijn vrienden wel.
We mogen hopen dat die vrienden je niet vinden. Maar vertel vlug: hoe kwam je ertoe om zo iemand om zeep te brengen?
Ik had de avond en een deel van de nacht bij een dame doorgebracht...
en verliet haar huis. Zij liet me uit en op dat moment bemerkten we, dat we door drie kerels werden bespied. Mijn vriendin vluchtte het huis in en ik, ik ging eropaf. Binnen de kortste keren had ik het aan de stok met drie heren. Voor ik het wist, had ik er eentje gespietst. Ik had gehoord dat hij Reinoud werd genoemd, maar kende zo iemand alleen van horen zeggen. De anderen vluchtten en ik ben meteen naar Amsterdam gereisd.
Mooie boel. Jij moet ook altijd en eeuwig je mannelijkheid bewijzen, hè. Had je nog te weinig indruk gemaakt op je vriendinnetje? Maar ter zake: we moeten je