Fumus. Jaargang 12
(2014)– [tijdschrift] Fumus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Liefde in het Lazarushuis. Hertaling van het tweede en derde bedrijf
| |
Tweede bedrijf, eerste scène
Anna, Catrijn
Anna
Je hebt me dus, Catrijn, zodanig weten te bepraten dat ik op jouw verzoek van huis ben vertrokken om hier samen naar deze binnenplaats te gaan. Vertel, wat wil je nou eigenlijk?
Catrijn
Mevrouw, ik geef toe dat ik eerder straf dan lof verdien. U mag mij uitlachen om mijn domheid als ik u vertel dat ik verliefd ben op een gek die onlangs in deze instelling is opgenomen. Maar nu uw oom er niet bij is, kan ik u zonder schroom uitvoerig spreken over mijn verliefdheid. Wellicht zullen we hier meteen mijn prettig gestoorde zien verschijnen.
Anna
Maar Catrijn toch, wat is dit? Wat heeft je geest zo verward dat je verzot bent geraakt op een halve gare? Maar nee, ik heb het mis. Je neemt me in de maling, geen mens wordt immers verliefd op een gek.
Catrijn
Cupido zelf is niet goed wijs. Dat weet mevrouw toch? En wie niet gek is, kan zijn volgeling niet zijn.
Anna
Een bewijs te meer dat hij jou niet erg veel gezond verstand gunt.
Catrijn
Wie heeft ooit gemerkt dat Cupido en het gezonde verstand door één deur kunnen?
Anna
Wat! Een gek die hier onlangs is komen aanwaaien, heeft je nu al beroofd van je verstand? Het is duidelijk te merken dat je daarvan niet al te best voorzien was in je bovenkamer.
Catrijn
Zijn uiterlijk en voorkomen hebben mij misleid. Daardoor heb ik aanvankelijk gemeend dat hij zijn verstand had. Het was namelijk niet zijn malle praat die mij zo hevig heeft bekoord, maar juist toen hij niets zei werd ik op hem verliefd.
Anna
Hoe kan nou een verstandig iemand verliefd worden op iemand die zwijgt? | |
[pagina 9]
| |
Catrijn
Zoals men verliefd kan raken op een schilderij met een aantrekkelijke afbeelding die zonder te praten vaak hart en ziel rooft, zo heeft een sculptuurGa naar voetnoot1 mij het verstand finaal ontnomen.
Anna
Wat ontzettend stom om verliefd te worden op een steen die niet kan praten.
Catrijn
Zeker, ik heb mijn ziel en hart geschonken aan een steen!
Anna
Maar wat voor bevrediging of zaligheid verwacht je van dit hartzeer?
Catrijn
Mijn zaligheid ligt uitsluitend hierin dat ik op die dingen niet reken.
Anna
Je bent gek geworden, denk ik, het is wassende maan.Ga naar voetnoot2
Catrijn
De oorzaak van mijn waanzin is wellicht een wassende maan, maar dankzij de zon van Vrouwe Fortuna neemt ook mijn liefde toe.
Anna
Het ligt niet alleen aan zon en maan dat je voor krankzinnig doorgaat, alle acht planeten maakten je knettergek.Ga naar voetnoot3 Het beste kan mijn oom je eveneens hier in een hok stoppen waar je je verstand weer wat op orde kan brengen, want ik zal in mijn eentje naar mijn ouders terugkeren.
Catrijn
Liever dan de nobele aanblik van Karel te moeten missen, wil ik hier helemaal kierewiet, ja, waanzinnig zijn. Gaat u maar terug naar Haarlem zonder mij, want als ik - zoals u zegt â?? ongetwijfeld gek van liefde ben, blijf ik liever hier om mij te laten genezen. Maar kijk, daar komt hij juist. | |
Tweede scène
Ferdinand in gestichtskleding, Anna, Catrijn
Anna
Is dit dan je vriendje?
Ferdinand
| |
[pagina 10]
| |
Waarom geketend? Wie heeft me in de boeien geslagen? Heeft u dit soms gedaan? Hebt u mij laten ketenen, machtige burchtheer van het bastion van Damiate?Ga naar voetnoot4 Dan zweer ik dat ik me hierover zal wreken. U mag dan wel onlangs die reus met één vuistslag als een balletje naar onze tegenvoeters hebben geslagen, maar ik - als afstammeling van de hoogste baas van de goden - zal zo meteen uw hart doen vallen in uw broek en u doorboren met een Amsterdamse koek.Ga naar voetnoot5
Anna
Och, laten we weggaan Catrijn!
Catrijn
Nee mevrouw, laten we blijven. Ik ben er zeker van dat hij ons niets zal doen.
Ferdinand
Ziehier uw dienstwillige slaaf die brandt van liefde voor u. O schone, loop niet weg van mij! Donker Egypte of het barbaarse gebied der Moorse platneuzen heeft me niet op de wereld gezet om uw rust te storen. Maar als u het wil weten: Cupido plaatste mij hier als toonbeeld van zijn verheven vuur. Ik ben, en ben niet, want zijn is niet nodig voor wie er beter niet kan zijn. Dus ben ik hierheen gevlucht om het zijn te omzeilen en nul komma nul te zijn. Ooit was ik student, maar een meisje deed mij de lessen van Venus verkiezen boven de boeken, waardoor ik uiteindelijk al mijn zijn ben kwijtgeraakt. Want ofschoon iedereen bij haar welkom was, stak ik toch alle anderen in aanzien de loef af. En of ik haar aanstond, kan u makkelijk bedenken, aangezien ze me op een onbewaakt moment eens had zien pissen.Ga naar voetnoot6
Anna
O boerse gek en lomperik die je bent!
Ferdinand
Geef, Majesteit, mij uw voeten om te kussen, want aangezien u goddelijk bent, hebt u (evenmin als de goden) uw voeten niet zelf nodig. Beslist, ik vind u het evenbeeld van die [eerdergenoemde] engelGa naar voetnoot7, die ervoor heeft gezorgd dat ik nu gek en krankzinnig ben in Amsterdam.
Anna
Wat jammer nou, Catrijn, dat dergelijke fraaie ledematen niet in overeenstemming met hun kwaliteit worden aangestuurd door het gezonde verstand!
Ferdinand
U heeft helaas mijn hart zozeer in vuur en vlam gezet dat ik omwille van u steeds meer lijk op een slaaf in het Morenland. Uw lieve gezicht zet mijn uitgedoofde kolen opnieuw in vlam. Kortom, likkende vlammen verzengen me van top tot teen. Als u mij niet gauw een hoopgevend woordje schenkt, ben ik binnen het uur tot as verteerd.
Catrijn
Helaas, ik vrees dat hij bij u eveneens in de smaak valt.
Anna
| |
[pagina 11]
| |
Welk soort maan, Catrijn, domineert er tegenwoordig dat ze verliefdheid en krankzinnigheid overdraagt?
Catrijn
U bent echt besmet, als ik me niet vergis.
Anna
Ach, ik zou mijn leven geven, kon ik zijn verstand terug doen komen!
Catrijn
Wat heeft dat voor voordeel voor u om zoiets te wensen?
Anna
Ik geeft het toe: geen, maar wensen is mij altijd toegestaan.
Catrijn
O mevrouw, uw wens maakt mij jaloers.
Ferdinand
Wat de jaloezie betreft: een stuk of wat stokslagen op het achterwerk maakt korte metten daarmee. Maar aangezien de jaloezie van horen zeggen komt, vertel me dan wie daar vrij van is? Vivat de vrije liefde! Lang leven de hoorns, dat men die nog lang elkaar gratis mag opzetten!Ga naar voetnoot8 Maar mocht u nog enige twijfel koesteren omtrent deze schone zaak, luister dan even naar mijn syllogismeGa naar voetnoot9 hierover. Ieder minnaar is jaloers. De jaloezie veroorzaakt hoorns. Daarom zijn er meer hoorns dan torens in de stad. Indien u, schone, mijn minorpremisse ontkent, luister dan hoe ik die in 't kort bewijs: als de hoorns niet door jaloezie worden veroorzaakt, hoe komt een mens dan eraan? Alleen door daarvan te dromen? Wat denkt u? Geef eens antwoord.
Anna
Helaas, een verwarde geest! Maar ik geloof dat hij vroeger een heel helder verstand had.
Ferdinand
Wilt u mij een teken van vriendschap geven zodat ik mij met mijn sterflot kan verzoenen?
Anna
Wat voor een?
Ferdinand
Geeft u mij het haarlint waarop ik de rozen van Apuleius' ezelGa naar voetnoot10 geschilderd zie. Misschien dat het mij mijn vroegere natuur teruggeeft, zoals hem vroeger eveneens gebeurde. Het zal mijn tegengif zijn en u zal mijn ApolloGa naar voetnoot11 zijn.
Anna
Ach, kon het dit uitrichten!
Ferdinand
Het zal mijn Poolster zijn.
Catrijn
Die van geel en karmijnrood zal u beter staan.
Ferdinand
Onnozel wicht, je kan je beter niet met mijn zaken bemoeien. Hou dus je bakkes!
Anna
Nee, die zal beter zijn, want jullie zijn beiden groen.Ga naar voetnoot12 | |
[pagina 12]
| |
Ferdinand
Ja, opdat die kleur mijn hoop weer moge doen opleven. Maar in plaats van u als tegenprestatie ook een cadeautje te geven, zal ik dagelijks drie minuten aan u denken.
Anna
Dat is waarlijk te lang.
Ferdinand
Ik geef toe, het is nogal veel, maar met uw welnemen het wordt slechts een derde.
Catrijn
Ik meende, mevrouw, dat u vanwege deze gek er vandoor wilde?
Anna
Hou je mond, Catrijn, zijn gekeuvel verjaagt mijn somberheid. Want hoewel hij vaak veel gekkigheid uitkraamt, vind ik het toch plezierig. Maar stil, daar hoor ik mensen. Catrijn, laten we gaan zodat niemand zich kan storen aan onze conversatie.
Af
[Ferdinand, Isabella]
Ferdinand
<Daar verdwijnt mijn mooie zonGa naar voetnoot13! Helaas, welke treurige nacht of opstijgende nevel berooft me van de dag die uw licht mij schonk? Maar stil, ze zijn al verdwenen. Wat komt er hier nou weer aanzetten? Waar stort het lot mij nou weer in?>
Isabella
<Waar ik hier ook kom, ik ontmoet alleen maar gekken. Daarom is het zinloos om hier je verstand te gebruiken. Want waar geen verstand voorhanden is, moet het verstand zich gedeisd houden. Ik kan het beste me voordoen als helemaal knetter, anders zie ik geen mogelijkheid om hier ooit weg te geraken. Immers, waar de waanzin domineert, wordt het verstand veroordeeld. Daarom moet ik tussen deze gekken gek zijn, hoewel ik door de vele pech die me is overkomen, op zich weinig moeite heb met die rol.>
Ferdinand
<Hemeltje lief, wat gebeurt er! Wat zie ik daar? Wat voor goddelijk licht, welke hemelse bliksem slaat me via deze gekkin met haar gloeiend vuur? O ongekende schoonheid! O godswonder, wat lijkt u me perfect in deze toestand! Ach, ben ik mezelf nog meester of ben ik mezelf kwijt? Mijn geest is in verwarring door toedoen van deze gekkin. En mijn verstand gaat, terwijl de verliefdheid komt.>
Isabella
<Wat nou! Wat overkomt die gek dat hij me zo verrukt en zo intens aanstaart.>
Ferdinand
<Waarlijk, een hele eeuw is nog te kort om zoveel moois goed te kunnen bekijken. Want zelfs de hemelbewoners zouden bij het zien van dit beeld zich verbazen, en opgetogen ja, als betoverd staan te kijken. Welnu, ik stap op haar af en spreek haar 's een keertje aan. Maar wat kan ik zeggen? Ik voel me ellendig omdat ik een steen moet aanspreken die zonder ziel of liefde is.>
Isabella
<Waaraan denk ik nou? En waarom ga ik er niet vandoor? Het lijkt alsof zijn voorkomen me tegenhoudt. Wat een knappe man! Wat een aantrekkelijk uiterlijk! Helaas, ik ben eerder dol op hem dan bang voor hem.>
Ferdinand
<O hemels schepsel dat mijn ziel van liefde doet branden. Ik kan geen woord uitbrengen, terwijl mijn liefde aan het woord is.>
Isabella
<Wat een heerlijke verschijning! O hemel, waarom is het verstand niet deze ledematen de baas?> | |
[pagina 13]
| |
Ferdinand
<Iedereen zou sterven van verdriet als hij een dergelijk beeld zonder verstand tegenkwam.>
Isabella
<Ongelukkige, u bent zoals de gouden vaten die met gif zijn gevuld, terwijl ze waren bedoeld voor parfum. Toch voel ik dat u helaas mijn ziel van het verstand berooft, terwijl u zelf niet over uw verstand beschikt. U dwingt me immers om uw verstandsverbijstering te beminnen.>
Ferdinand
<Uit welke koker komt toch de pijl waarmee je me verwondt, o uitzinnige Cupido? En in welk krankzinnig vocht heb je de punt van die pijl gedoopt, waarvan ik het gif door mijn aderen voel stromen?>
Isabella
<Kon ik hem maar iets vertellen van mijn liefde.>
Ferdinand
<Ach hemelse gekkin, wist ik slechts dat een gek (die alleen door het noodlot zich als gek voordoet) u zou aanstaan als hij normaal werd, ik zou meteen mijn verstand terugkrijgen, ondanks de hachelijke situatie waarin ik verkeer. Want als ik bij u ben, vrees ik de dood niet.>
Isabella
<Hoezo, ben ik niet de vrouw die door haar knecht is bedrogen en van alles beroofd, nadat ze zo roekeloos uit haar ouderlijk huis was weggelopen? Waarom ben ik nu zo verlegen, gedwee en angstig bij het zien van een gek zonder ziel of verstand, die het bekijken niet waard is? Helaas, wat sta ik te dubben? Ben ik soms ook gek geworden?>
Ferdinand spreek haar aan
Ferdinand
<Ach, daar verdwijnt mijn zon, want ze keert haar blik van mij af.> O, nacht-teweegbrengsterGa naar voetnoot14, doe die nevel optrekken en wend uw blik opnieuw naar mijn ziel.
Isabella
Wat vriendelijk en galant!
Ferdinand
Schone, mijn brein of mijn verstand was tot nu toe nooit door waanzin aangetast, maar nu ik door u te zien krankzinnig ben geworden, zweer ik dat ik samen met u voor eeuwig gek ben.
Isabella
Hup lakeien, gauw, verzamel iedereen!
Ferdinand
<Helaas, daar slaat haar verstand weer op hol. Ik zal mij even gek voordoen als zij.>
Isabella
Breng me terstond een van mijn beste telgangersGa naar voetnoot15, een paard dat mij is geschonken door Ridder Mandrikart.Ga naar voetnoot16
Ferdinand
| |
[pagina 14]
| |
<Het lijkt wel alsof ze in de war is door ridderromans te lezen, want die veroorzaken vandaag de dag veel nieuwe gekkigheid.Ga naar voetnoot17 Welnu, ik zal met veel plezier dit spelletje meespelen.> Hup, breng hier mijn ros, mijn sabel, schild en speer, want daarmee ga ik die beruchte reus te lijf die onlangs tot tweemaal toe SacripantGa naar voetnoot18 uit zijn zadel stootte. Kom, breng mijn helm met groene wuivende veren, want sinds mijn vroegere liefde als rook is verdwenen, bestraalt een nieuwe hoop weer mijn ziel.
Isabella
O Ridder, wie u ook bent, hou eens mijn stijgbeugel vast.
Ferdinand
U kan er helemaal op rekenen dat ik uw dienaar ben. Want u, u bent de ziel waardoor mijn lichaam in leven is.
Isabella
Wat nu, snoodaard, bijt je in mijn voeten?
Ferdinand
Hoezo, waarom noemt u, Prinses, uw arrestant ‘snoodaard’, terwijl hij uit pure toewijding uw voeten blijft kussen?
Isabella
Weet u wel, Ridder, dat ik DoraliceGa naar voetnoot19 ben?
Ferdinand
Uw grote schoonheid doet me dat inzien, maar sta toe dat ik uw Mandrikart ben.
Isabella
Welaan, ik accepteer dit, hoewel Mandrikart vroeger in wijsheid een feniks was, terwijl u de grootste gek van heel Europa bent.
Ferdinand
Ik geef toe, ik ben knettergek, maar als u in mijn hoofd kon kijken zou u beseffen dat ik Mandrikart in wijsheid overtref.
Isabella
Vooruit, mijn schildknaap, ga vragen of RogierGa naar voetnoot20 hier is geweest.
Ferdinand
Hij zei dat hij er zo meteen aankomt met zijn schip dat door een zware storm hier op de kust aangespoeld, maar hij zit nu even bij de haard zijn schoenen te drogen.
Isabella
Hoe heet u?
Ferdinand
Mijn naam? Ik meen dat het Karel is.
Isabella
| |
[pagina 15]
| |
Bent u dan geen neef van jonker AmadisGa naar voetnoot21?
Ferdinand
Zijn neef? Jazeker, 't is nog geen maand geleden dat we samen op kabeljauwenjacht waren.
Isabella
En kent u ook Roeland?
Ferdinand
Zeer goed, voor zover ik weet. Is dat niet de man die zo graag pompoenen eet?
Isabella
't Is een prima vent.
Ferdinand
Zei ik dan dat u liegt?
Isabella
<Nee, nee, die is niet gek, of ik moet me erg vergissen. Stilletjes: en zelf gekker zijn dan ik hem meende te zijn. Op wie anders heeft Cupido, helaas, zoveel invloed?>
Ferdinand
<Het lijkt wel of ze eraan begint te twijfelen dat ik gek ben. Stilletjes: daarom kan ik me best blijven voordoen als gek.> Vooruit, ik wil op jacht, laat men mijn paard zadelen. Waar blijven de jachthonden? Laat men hen aanstonds opstellen! Hier met de valken, de windhonden en de fretten!
Isabella
Waar blijven de geweren, de jachthoorns en de netten?
Ferdinand
Waar blijven de jagers? Vooruit, ze moeten aan de slag. Maar breng niet de valken, want ik ga zelf vliegen. Ja, zo hoog dat ik eigenhandig de sterren en planten zal vangen om die als wildbraad te verorberen.
Isabella
Kom op, geef me garen om netten te knopen, want daar in de verte zie ik een papegaai komen. | |
Derde scène
Joris-Vaer, Isabella, Ferdinand
Joris-Vaer
Ik heb voor u, mevrouw, een nieuwe jurk laten maken die u even moet passen. Daarom, stopt u deze conversatie en gaat u met mij naar binnen. En u, meneer Karel, moet mij maar de schuld geven als ik u verdere omgang met haar belet, want gekken mogen hier geen nieuwe gekjes maken.
Ferdinand
Hoe komt die bokkenbaardGa naar voetnoot22 van jou toch aan die wijsheid?
Isabella
Verdorie, wat heb je boven je mond toch een flinke kokkerd staan! | |
[pagina 16]
| |
Joris-Vaer
Net zoals u zegt, ik mag die verstandige praat graag horen. Maar u zal binnenkort wel merken dat uw conversatie moeiteloos onmogelijk wordt gemaakt door dat hok daar.
Isabella
Laat me niet lachen, want ik ben tot alles in staat, ik kan immers van mijn mantel een broek maken, ja, zelfs van mijn hart een rugzakje, als ik wil.
Joris-Vaer
Kom, kom, genoeg gepraat. Kom mee en kop dicht.
Isabella
Adieu, mijn dierbare zot!
Ferdinand
O goddelijke zottin, duizendmaal adieu!
Joris-Vaer
Vooruit, naar binnen!
Beiden af
| |
Vierde scèneGa naar voetnoot23
Ferdinand alleen
Hou vol, rustig aan mijn gedachten, zodat de wind jullie niet verwaait. Jullie moeten het verstand tot richtsnoer nemen om in het juiste spoor te geraken. Voortgestuwd door primaire driften hollen jullie nu waar de willekeur je heen leidt. Maar helaas, het verstand betreurt het gevaar waarin jullie je hebben begeven door jullie op hol geslagen lichtzinnigheid. Nee, nee, keer liever op jullie schreden terug, want het verlies van het verstand berooft de ziel van haar goede reputatie en luister. Voorts, door een gekkin te beminnen wordt alle liefdesplezier vernietigd. Weg met jou, Cupido, wiens juk mij hindert! Weg met jou, dwaze en krankzinnige voorkeur! Want het is zinloos om je verstand en denkvermogen kwijt te raken omwille van iemand zonder hersens en denkvermogen. | |
Vijfde scène
Valerius, Ferdinand
Valerius
Ik besef, Ferdinand, dat je mijn domheid eerder zult vervloeken dan dat je me zal bedanken omdat ik je kom bezoeken. Want, vriend, ik kom hier niet voor jou, maar omdat ikzelf door merkwaardige sores zowel mijn leven als mijn vrijheid heb verloren.
Ferdinand
Ach vriend Valerius, wat hoor ik? Heeft iemand me betrapt? Weet iemand wie ik ben en kan ik me in dit huis niet blijven verschuilen?
Valerius
Vriend, tot nu toe is je schuilplaats niet ontdekt en je hoeft niet bang te zijn dat die achterhaald wordt, zolang je de gestichtskleding draagt. Maar Ferdinand, ach ik ben zelf niet goed wijs en omdat ik mijn krankzinnigheid niet meer kan verbergen, zouden we beter van kleding kunnen ruilen.
Ferdinand
Ferdinand, vertel me: wat brengt je zo van je stuk? Och, je verschiet van kleur, wat is het dat je verstand doet aftakelen? Hoe komt het dat je in dezelfde toestand als ik bent terechtgekomen? | |
[pagina 17]
| |
Valerius
Heeft men hier gisteren bij valavond niet een gekkin opgenomen, van een schoonheid die haast niet is te toetsen aan die van de zon, de hemel en planeten, ja, van het Eeuwige?
Ferdinand
Hoezo, is zij soms van jou, die prachtige gekkin?
Valerius
Ze in niet zozeer van mij als dat ik mij als van haar beschouw.
Ferdinand
Kom, ga mee met mij in huis om even rustig te zitten en mij, als je zin hebt, te vertellen wat er gepasseerd is.
Valerius
Och gut!
Ferdinand
Waarom dit zuchten?
Valerius
Vriend, ik zucht terecht, want ik verlies mijn kop tegelijk met mijn hart.
Af
| |
[pagina 18]
| |
Derde bedrijf, eerste scèneGa naar voetnoot24
Ferdinand alleen
Is het noodlot het nog niet zat om mij in mijn rampzalige situatie met de dag steeds ongenadiger kwellen? In plaats van dat ik in dit tehuis ontsnap aan mijn aanstaande doodstraf, bezorgt het noodlot mij een hoop dodelijke ellende. Want net alsof mijn ziel door de ene bestorming na de andere geen ellende genoeg te verduren kreeg, wordt mijn beste vriend me nog een keertje tot een dubbele straf. Valerius, die evengoed weet van mijn gevoelens als van wat in zijn eigen hart omgaat, komt mijn beproeving nog vergroten in plaats van te helpen. Want we zijn samen door mijn gekkin in dezelfde toestand gebracht en hij verzekert me dat zijn ziel is overweldigd door hetzelfde liefdesvuur. Hij getuigt dat hij duizend doden sterft als zij zijn vuur niet blust, want de hete liefde heeft nauwelijks verstand of beraad nodig. Daarom probeert hij haar uit het Lazarushuis weg te halen, omdat ze zogenaamd een nichtje is voor wie hij moet zorgen. O liefde, hoe gevaarlijk is het leven niet voor degene die geketend onder uw juk komt, hij gaat ten onder en verkommert! Of men mij nu verstandig of gek noemt, laat men mij toch maar - ondanks alle smart en pijn - bij mijn gekkin blijven, anders word ik helemaal knetter. | |
Tweede scène
Anna, Ferdinand
Anna
<Wat? Zal ik hier over mezelf niets te horen krijgen? Hier, bedoel ik, waar ik voor het eerst in de war ben geraakt. Maar nee, ik vergis me wellicht, want mijn geheugen kan er vandoor zijn samen met mijn verstand. Toen hij mijn hart uitrukte, heeft de al te wrede Cupido mogelijk in één klap ook mijn hersens vernield. Ja, ondanks dat hij gek en dwaas heet, vind ik mijn eigen verliefdheid tien keer gekker. Een gek, helaas, heeft mijn gezonde verstand zozeer op hol doen slaan dat het nu reeds gekker is dan zijn voorwerp van liefde. Zodoende werd ik de kameleon van een gek, want ik heb heel snel zijn kleur aangenomen,>
Ferdinand
<Voor zover ik begrijp wat ze denkt, stilletjes: zal ik wel een beetje voorzichtig met haar moeten omspringen. Het beste kan ik proberen haar die dwaze verliefdheid uit het hoofd te praten door mijn eigen gekkenpraat. Daarom zal ik me als nog gekker voordoen dan voorheen.>
Anna
<Zal dan een gek, helaas, over mij triomferen? En moet ik....>
Ferdinand
Heb je niet wellicht terloops gevoeld, geproefd, bespeurd, geroken of gezien een olifant die ik zojuist ben kwijtgespeeld, van kop tot kont bekleed met groen fluweel en met keurige laarzen aan zijn poten?
Anna
En heeft u zelf mij hier niet eerder gezien, in mijn eentje, wanhopig van verdriet en bedroefd door mijn smart? | |
[pagina 19]
| |
Ferdinand
O zuster, wie nu moet lijden, zal zich ooit verblijden.
Anna
<O woorden, waren jullie voorspellingen, dan zouden jullie van mij de gelukkigste vrouw ter wereld maken.>
Ferdinand
O pastinaken! O gele en rode wortelen! Als jullie konden rennen met jullie gespleten hoeven, wat zouden jullie dan draven onder tromgeroffel!
Anna
<Ach, hoe snel vervalt hij weer in zijn zottenpraat!>
Ferdinand
Als je me kan terugbezorgen wat ik ben kwijtgeraakt, zal ik je vier belletjesGa naar voetnoot25 schenken als vindersloon.
Anna
Ik zou gelukkig zijn als ik u het verstand dat u bent kwijtgeraakt, kon teruggeven.
Ferdinand
Mocht je het hebben gevonden, dan krijg je een fooitje, of anders zweer ik je, kreng, dat ik om je vroegere misstappen naar je met modder zal gooien, al ben je nog zo mooi.
Anna
Vertel eens, uw vriendinnetje, is die zo mooi als ik?
Ferdinand
Zeker, want iedereen die haar ziet, staat meteen in lichterlaaie, aangezien zij van sneeuw en peper is geformeerd. Aan haar ben ik geklonken met niet los te maken ketenen, want zij wordt verteerd door hetzelfde vuur waarvan ik blaak.
Anna
Alleen door haar, helaas, bent u uw verstand kwijt.
Ferdinand
Haar vurige blikken blakeren iedereen zo zwart als een moor en haar lieve lach is zo aantrekkelijk dat een watersnipGa naar voetnoot26 wel in haar mondje zou vliegen.
Anna
Och, in plaats van dat zijn gekkenpraat mijn verliefdheid in haar tegendeel verkeert, doet ze die nog toenemen. O, wat zou hij niet sprankelen als zijn hersens maar weer op orde waren!
Ferdinand
Het lijkt alsof je zelf aan het filosoferen bent geslagen; doe daar dus mijn drijfveren bij. Weet dan dat Amor (een vreemd soort knaap) de baas is van de ziel zoals de ziel de baas is van het lichaam naar gelang het temperament.Ga naar voetnoot27 Daaruit leid ik af dat Cupido vaak wonderlijk te keer kan gaan in het lichaam naar gelang ieders temperament.
Anna
Hou op, genoeg hierover! Maar vertel me: waar is het haarlint met zijn hoopgevende kleurGa naar voetnoot28 gebleven dat ik u schonk? | |
[pagina 20]
| |
Ferdinand
Dat is verdwenen, want omdat ik wat liefde en hoop betreft niet helemaal gek ben, zo heb ik meteen die troefkaart opgegeven en handig verwijderd toen ik een betere kaart in handen kreeg en het spelletje de goede kant op ging.
Anna
Wat kreeg u toen?
Ferdinand
Ik kreeg een hartenkoningin waarmee zelfs de koningin van Frankrijk binnen het uur in een hoop provincies zou winnen. Maar door een merkwaardig toeval, heeft een medespeler (mijn vijand, ofschoon hij mijn beste vriend is) vanwege een vervloekte laatste kaart mijn hele hand verpest, terwijl ik al zeker was van te gaan winnen. Daardoor verdween ten gevolge van ruzie onze vriendschap en twee vrienden door dik en dun werden elkaars vijand, want vriendschap verdraagt zich niet met de liefde en het spel. In het spel en in de liefde is voor vriendschap geen plaats.
Anna
Al mijn hoop is dus weg?
Ferdinand
De mijne eveneens.
Anna
Wilt u een ander?
Ferdinand
Hoezo? Om te geven of te lenen?
Anna
Om te geven, als u wil.
Ferdinand
Waar is het haarlint dan?
Anna
Hier op mijn hoofd.
Ferdinand
Zo hoog?
Anna
Waarom, bent u soms blind?
Ferdinand
Nou, maak het maar eens los.
Anna
U moet het eigenhandig losmaken.
Ferdinand
Sta dan eventjes stil, ik zal de knoop wel vinden.
Hij maakt het haarlint los
Anna Maak los, het is voor u. <O jee, als ik durfde, zou ik hem om de hals vallen en tegen me aan drukken. Waarom doe ik het niet? Geen mens is hier in de buurt. Een gek zoals hij, wat kan het voor kwaad?>
Zij omhelst hem
Ferdinand
Hallo, wat doe je nou met mij? Rustig aan, kalm toch, wil je soms iets van me pikken?
Anna
<Helaas, hij staat niet toe dat ik hem in de armen sluit. O doldwaze verliefdheid, wat doe je me toch hopen!> | |
Derde scène | |
[pagina 21]
| |
Isabella in gestichtskleding,Ga naar voetnoot29 Anna, Ferdinand
Isabella
Die knuffel ziet er heel lekker uit, nee, nee, ga er vooral mee door, want jullie hebben allebei de passende lengte. Ik voor mij hoop dat jullie al knuffelend nog tal van gelukkige jaren mogen kennen. Maar waarom, verrader? Hoe het ook zij, ben jij niet mijn Mandrikart die zijn hart had geschonken aan Doralice? Helaas, ik heb er spijt van dat ik ooit heb gedacht dat ik van jouw liefde iets goeds kon verwachten. En jij, in het geheim getrouwde Deense sletGa naar voetnoot30, hoe haal je het in je dolle kop om gek te worden met de gekken, mocht je bij je volle verstand zijn? Donder op, want iedereen zal je uitlachen met je japon waarvan de sleep de vloer de neus snuit.
Anna
Stil, Aagje,Ga naar voetnoot31 niet zo hard, schreeuw niet zo.
Isabella
Nee klessebes, weg! Ik kan je kop niet verdragen, omdat je probeert het erfgoed van de wettige erfgenaam in te pikken.
Anna
Ik kan er maar beter vandoor gaan, eer dat er nog iemand mij uitmaakt voor gek.
Af
| |
Vierde scène
Ferdinand, Isabella
Ferdinand
<Welke volgende teef gaat zich met mijn zaken bemoeien? O jaloezie, jij de liefde aanwakkert, waarom noemt men jou Cupido's zoon, terwijl ik eerder vind dat je zijn vader bent, want men kan dagelijks uit je daden afleiden dat hij uitsluitend door jou is ontstaan. Je hebt, schone, mij precies op tijd verlost van deze vreselijke vrouw. Maar waarom kijkt ze zo treurig. Waarom is deze schoonheid, die mijn ziel heeft geraakt met haar blikken, zo buiten zichzelf?> Ach, waarom zegt u niets? Wat gaat er in u om?
Isabella
Het spijt me dat ik die edele dame zo stevig heb toegesproken, Ten eerste, omdat ik vrees dat je mij zult verdenken van jaloers te zijn op haar en ten tweede, omdat ik jullie plezier heb bedorven en jullie door mijn komst uit elkaar heb gehaald.
Ferdinand
O Aagje, als het al zo is dat ik van haar hou, zweer ik u dat de bliksem me waarlijk als buskruit mag doen ontploffen als ik niet nog steeds dezelfde Mandrikart ben die uitsluitend zijn Doralice bemint. Maar aangezien zij (zoals bekend) nog gekker is dan wij, hebben we voor de grap meteen wat met haar gestoeid. En mocht het iets anders zijn, dan mag uw wraaklust mij voortaan afmaken, gebakken of gebraden.
Isabella
| |
[pagina 22]
| |
<O smiecht, je doet weer of je gek bent!> Nee, nee, was je gekookt, dan zou ik van je houden. Want als ik je dan niet lekker vond, kon ik er gelijk paté van maken. Vanaf het moment dat ik hier in huis kwam, ben ik dol op jou geworden en als je me niet had laten twijfelen aan je gevoelens, was je - ondanks RodomondGa naar voetnoot32 - nog steeds mijn Mandrikart.
Ferdinand
<O Cupido, zorg er toch voor dat deze vrouw haar verstand terugkrijgt, want van degene die het had, heb je het afgepakt!>
Isabella
<O Amor, als je machtiger bent dan Apollo, zorg dan terstond ervoor dat deze man niet langer krankzinnig is!>
Ferdinand
<O Amor, blaas dit prachtige beeld een ziel in, zodat ik haar mijn verdriet kan ontsluieren!>
Isabella
<O Amor, dit wonder komt uitsluitend jou toe, onthul aan hem mijn passie en steek hem eveneens in brand!>
Ferdinand
<Goeie hemel, beweeg deze vrouw toch tot wederliefde!>
Isabella
<Ik durf hem nog niet alles laten merken wat in me omgaat, eer ik zeker weet dat ik hem kan vertrouwen.>
Ferdinand
<Ik kan haar niet laten merken dat ik normaal ben, eer ik weet wat er met haar precies aan de hand is.>
Isabella
<Terwijl ik mezelf als gek voordoe, zal ik hem mijn gevoelens kenbaar maken om te zien of zijn verliefdheid zinnig is.>
Ferdinand
<Als krankzinnige zal ik haar vertellen van mijn ellende. Als ze op die manier mijn liefde te weten komt, zal ze beseffen dat ik niet gek ben, mits ze zelf niet gek is.>
Isabella
Zeg, mooie jongen, weet je wel wat de liefde is?
Ferdinand
Voor zover ik weet, is de liefde een deugniet die nu al lang is opgeknoopt en als een bokking hangt te drogen, of anders is ze een passie die voortkomt uit het zien en die vurig naar het bezit verlangt van hetgeen de ziel bemint.
Isabella
<Dank u wel, grote Cupido, want dit begin is uitstekend!<
Ferdinand
Er zijn twee soorten Cupido's heb ik vaak gelezen, daarom vind ik dat de schoonheid ook tweesoortig moet zijn, namelijk: die van het lichaam en die van de geest. Daarvan is de laatste u ontzegd, niet om uw schitterende lichaam alle glans te ontnemen, maar om mijn ziel te beroven van alle genoegens.
Isabella
<Hoe kan het dat hij een dergelijke kijk heeft op de zaak, terwijl ik in mijn dwaasheid meen dat hij niet over zijn verstand beschikt?>
Ferdinand
Maar u, die zoveel wil weten over Cupido, heeft u wel een idee van zijn effecten?
Isabella
| |
[pagina 23]
| |
Zijn dwaze bevliegingen ken ik en ik besef wat die smiecht bij een degelijk persoon kan aanrichten, want vanaf het moment dat ik u zag, heb ik zijn macht zozeer gevoeld dat ik vrees er nooit meer onderuit te komen.
Ferdinand
Houdt u dan van mij, mijn geliefde?
Isabella
<Wat nu, hij heeft mijn verliefdheid in de gaten? Hij is beslist niet gek!>
Ferdinand
<Ze is waarachtig bij haar volle verstand!>
Isabella
Begrijpt u wat ik zeg? O koning van Westfalen, ik hou van u als van krabben en garnalen!
Ferdinand
En u, hoogedelachtbare prinses van Mongolië, ik ben dol op u als op een pas gezouten schol!
Isabella
<Hij volgt mij na in mijn taalgebruik, wie noemt dit nog krankzinnigheid?>
Ferdinand
<Als zij gek is, ben ik zelf stapelgek.>
Isabella
U zou mij zeker meer waarderen, indien u op de hoogte zou zijn van mijn afkomst en aanzienlijke familie.
Ferdinand
U moet ook weten dat ik, ondanks deze gestichtskleding waarop het noodlot mij onlangs heeft getrakteerd, een edelman ben die zo welgesteld is dat hij zich makkelijk een hond en een kat kan permitteren.
Isabella
Een schurk heeft mij geschaakt uit mijn geboortestreek en belandde met mij hier in Amsterdam, maar hij heeft me opgelicht en meteen ook alles wat ik bij me had, geroofd behalve mijn hart. Toen ik mijn rampspoed hier op straat zat te betreuren en de mensen toevallig mijn klachten hoorden, hebben ze mij als gekkin naar deze gesloten inrichting gebracht en ter beschikking van het gerecht gesteld.
Ferdinand
En ik heb de pech dat ik een zeker heerschap aan mijn degen heb geregen, waarop ik ben gevlucht en me schuil houd in dit tehuis opdat ik mijn achtervolgers niet in handen val. Nu speel ik hier de zot, want daarmee bescherm ik mijn hals tegen de bijl van de beul. Want liever krijg ik klappen van Joris-Vaer dan van een ambtenaar die voor scherprechter speelt en die mij zonder een moment te aarzelen de kop afslaat.
Isabella
Meent u dat?
Ferdinand
Jazeker, en u, bent u bij uw volle verstand?
Isabella
Zonder meer.
Ferdinand
Is dat heus, mijn zonnetje? En wil je dat dan gebruiken door wat compassie te tonen voor mijn ellende? Zie hoe uitsluitend de liefde mijn hart en ziel regeert, want in de mening dat je je verstand kwijt was, kon ik niet anders dan van je houden ondanks dat je krankzinnig was. Overweeg of ik niet in de war ben door toedoen van Cupido, aangezien ik je in deze toestand mijn geheim heb verklapt.
Isabella
Als tegenprestatie voor je eerlijkheid kan ik je vertellen dat ik degene ben die ik zojuist heb geschetst en niet degene die je dacht te zijn. Ik heet Isabel en ben van adel, telg van een oude en alom bekende Gelderse familie van stand met veel vertakkingen in adellijke | |
[pagina 24]
| |
kringen. Verder ben ik zeer gelukkig dat je van me hield toen ik zogenaamd gek was. Insgelijks hoop ik jou na deze verklaring te tonen (omdat je mij het geheim van je leven hebt ontsluierd) hoe dat mijn liefdevolle hart eerder jou toebehoort dan mij. Ja, dat ik totterdood steeds jou zal toebehoren.
Afb. 1. Ferdinand geknield, erkent Isabella als zijn godin. Lithografie van Nicolaas Wijnberg voor het Rotterdams Toneel, met tekstbijdrage van Rob Nieuwenhuys.
Ferdinand
Grote genade! Welk een geluk valt mij te beurt. Schone, van blijdschap val ik voor jou op de knieën, want je erken je voor altijd als mijn godin!
Isabella
Sta op, die eer ben ik niet waardig. [afbeelding 1] | |
Vijfde scène
Joris-Vaer, Isabella, Ferdinand
Joris-Vaer
Jullie weeral bij elkaar! Verduveld, waar moet dit heen! Ik zweer dat ik jullie de nek zal breken! Vort, zeg ik jullie, naar binnen! Ziezo, hoe voelt dat?
Ferdinand
Jij ouwe schurk, met je kattebakkes! Jij, afgeleefde lomperik met je rimpelkop! Kan je het soms niet verdragen dat mensen het goed met elkaar kunnen vinden?
Joris-Vaer
Kop dicht, zeg ik, maar loop braaf naar binnen of anders zweer ik dat er geen luis nog op je kop of huid in leven blijft, want die zal ik met deze stok verpletteren. Hé, Marten, Claesje hé, waar blijven jullie nou allebei?
Isabella
Wat hebben we een pech dat hij ons net zag. | |
Zesde scène
Marten, Claesje, Joris-Vaer, Ferdinand, Isabella
Marten
Wat is hier nu weer aan het handje? Is er eentje vermoord?
Joris-Vaer
Om dit paartje voortaan uit elkaar te halen, moet je de voeten van dit heerschap aan de ketting leggen en die dame de handen binden.
Isabella
Wie niets heeft misdaan, waarvoor moet die dan gestraft worden?
Ferdinand
Bind ook mijn handen evenals mijn voeten, maar laat mijn zusje lopen, want haar treft geen schuld.
Joris-Vaer
Ik zweer je dat je eerste verzoek met spoed zal worden ingewilligd als je nog meer van die praatjes hebt. Vooruit jongens, neem haar mee en let er vooral op dat jullie hen gescheiden houden. Dus, hou hem extra goed in de gaten.
Ferdinand
| |
[pagina 25]
| |
O antiek ontwerp van meneertje Methusalem! Ik verzeker je dat ik je voor straf zal stoven in gloeiend pek, mocht het Fatum mij toestaan in mijn koninkrijk terug te keren.
Afb. 2. Joris-Vaer beveelt de geketende Isabella weg te voeren. Lithografie van Nicolaas Wijnberg voor het Rotterdams Toneel, met tekstbijdrage van Rob Nieuwenhuys.
Claesje
Wel zotje, ken je dan de huisregel niet? Hoezo heb je hier ooit vrouwen bij mannen gezien?
Joris-Vaer
Kom op, breng hem weg zonder gedoe!
Ferdinand
Waar gaat dit heen? Of was je van plan in de kroeg twee pintjes te laten tappen?
Claesje
Kom mannetje, vooruit mars!
Isabella
Breng je me dan ook weg?
Joris-Vaer
Weg met allebei, maar hou ze gescheiden.
Alle vier af
| |
Zevende scène
Joris-Vaer alleen
Het verbaast me helemaal niet dat deze gekkin die gek op haar verliefd doet worden, want zij zou een oud en verstandig man praktisch alleen met haar ogen verleiden. Ik weet het niet, die gekkin brengt mij ook van de wijs, mijn hersens malen alsof er een molentje in mijn kop zat. Nou Cupido, wat betekent dit? Ben je soms ook gek en speel je soms bij de andere goden de rol van een betrouwbare god? Helaas, wie kan nog op zijn hoge jaren vertrouwen, want jij, boefje, spaart jong noch oud. En of iemand nou een grijze of blonde kop heeft, altijd speelt de hartstocht in een mens de rol van huwelijksmakelaar. |
|