|
| |
| |
| |
Kroniek
Chronique
| |
| |
De smaak van een negentiende-eeuwse burger-mecenas De collectie Joffroy in Duinkerke
Joost de Geest
De musea van Duinkerke hebben een bewogen geschiedenis achter de rug met de verwoesting van heel wat stukken tijdens WO II als triest hoogtepunt. De verzamelingen zijn ook van heel diverse aard; etnografisch, technisch, industrieel en artistiek, wat op den duur heeft geleid tot het ontstaan van verschillende musea.
De parel daarvan, tenminste voor de kunstliefhebber, staat momenteel te kijk in het Museum voor Schone Kunsten. Het gaat, verbazend genoeg, om een belangrijke Antwerpse privé-verzameling die op het einde van de 19de eeuw aan Duinkerke geschonken werd. Alexis Joffroy, de milde mecenas, had een reden om zijn in Antwerpen en Parijs aangekochte collectie aan Duinkerke te geven. Het was zijn geboortestad. Hij bracht er weliswaar niet veel tijd door: in 1824, toen hij vier was, verhuisde zijn familie naar Antwerpen. Zijn vader, een zeeman, overleed in 1838 tijdens een reis naar Argentinië. Het ondernemerschap zat Alexis in het bloed en in 1847 richtte hij al een eerste eigen zaak op (verf en gordijnen). Hij werd daarna nog distributeur en later aandeelhouder van Liebig. Zo werkte hij een paar jaar in Parijs, tot hij het zakendoen opgaf. De laatste vijftien jaar van zijn leven bracht hij als rentenier in Antwerpen door.
Hij kocht voornamelijk schilderijen van de 17de tot de 19de eeuw, wat toen
| |
Le goût d'un bourgeois et généreux mécène du xixe siècle La collection Joffroy à Dunkerque
Joost de Geest
Les musées de Dunkerque ont derrière eux une histoire mouvementée dont la destruction de bien des pièces au cours de la Seconde Guerre mondiale constitue le bien triste apogée. Les collections sont également de genres très différents: ethnographique, technique, industriel et artistique, ce qui a généré au fil du temps des musées divers.
Le fleuron, du moins pour l'amateur d'art, en est exposé pour l'instant au Musée des Beaux-Arts. Il s'agit, aussi curieux que cela puisse paraître, d'une collection privée anversoise donnée à Dunkerque à la fin du XIXe siècle! Alexis Joffroy, le généreux mécène, avait une bonne raison de leguer à Dunkerque sa collection achetée à Anvers et à Paris. Dunkerque était sa ville natale. Certes il n'y vécut guère, sa famille s'étant fixée à Anvers en 1824, quand il avait quatre ans. Son marin de père mourut en 1838 au cours d'un voyage en Argentine. Alexis a l'esprit d'entreprise dans le sang et dès 1847 il crée sa première affaire (peinture et rideaux). Puis il devient encore distributeur et plus tard actionnaire de Liebig. C'est ainsi qu'il travaille quelques années à Paris avant de renoncer aux affaires. Il passe les quinze dernières années de sa vie à Anvers, comme rentier.
Il achetait essentiellement des tableaux du XVIIe au XIXe siècle, chose nor-
| |
| |
| |
[Nederlands]
normaal was. Hij kocht ze blijkbaar niet zozeer om speculatieve redenen maar veeleer gewoon ter verfraaiing van zijn interieur (dus geen te grote formaten). Hij ging uit van wat men hem aanbood (met soms al te flatterende toeschrijvingen als Rembrandt, Van Goyen, Veronese voor halve croûtes) maar kocht ook werk van tijdgenoten. Zijn verzameling weerspiegelt op dit gebied de smaak van de burgerij en heeft zo een grote voorbeeldwaarde, want er zijn weinig 19de-eeuwse collecties integraal bewaard. Tijdens WO II verdween helaas een vierde van zijn verzameling.
Zijn begrijpelijke belangstelling voor grote namen had ook positieve gevolgen. Zo kon hij een belangrijk werk van de Napolitaanse barokschilder Luca Giordano aankopen, De heilige Magdalena verzaakt aan de vanitas van de wereld. De heilige zit nogal suggestief gedecolleteerd voor een
Luca Giordana, ‘De heilige Madeleine verzaakt aan de vanitas van de wereld’, ca. 1696, olie op doek, 125,5 × 107 cm.
Luca Giordano, ‘Sainte Madeleine renonçant aux vanités du monde’, ca. 1696, huile sur toile, 125,5 × 107 cm.
| |
[Frans]
male à l'époque. Il ne s'agissait pas pour lui de spéculer mais plutôt tout simplement d'agrémenter son intérieur (en évitant par conséquent les trop grands formats). Il se fiait à ce qu'on lui proposait (avec parfois de trop flatteuses attributions à Rembrandt, Van Goyen, Véronèse pour de demi-croûtes) mais achetait également des oeuvres de contemporains. Sa collection reflète en ce domaine le goût de la bourgeoisie et possède de ce fait une grande valeur exemplaire, car on conserve peu de collections du XIXe siècle suffisamment intégrales. Il est vrai qu'un quart de sa collection a disparu au cours de la Seconde Guerre mondiale.
Son intérêt compréhensible pour les grands noms avait aussi des conséquences positives. C'est ainsi qu'il put acheter une oeuvre importante du peintre baroque napolitain Luca Giordano, Sainte Madeleine renonce aux vanités de ce
| |
| |
| |
[Nederlands]
doodshoofd en kijkt omhoog naar het goddelijke licht. Het is een belangrijk schilderij omdat dit motief navolging kreeg in de Vlaamse en Franse schilderkunst. Het toeval wil dat het Duinkerkse museum een paar jaar voordien een ander werk van Giordano kreeg, als deel van de schenking van een lokale bankdirecteur, Benjamin Coffyn, die 80 vooral Vlaamse en Hollandse schilderijen omvatte.
Deze schenkingen versterkten het Vlaamse karakter van de museumverzameling, dat al vanaf het begin bestond. Het museum ontstond immers naar aanleiding van de inbeslagname van kerkelijke goederen tijdens de revolutionaire periode. Zo kwamen heel wat schilderijen uit de Sint-Winoksabdij daar terecht (maar gedeeltelijk gingen deze ook naar Sint-Winoksbergen zelf en Valenciennes).
Joffroy kocht ook hedendaags werk. Hij scheen een voorkeur te hebben voor Vlaamse kunstenaars die het in Parijs gemaakt hadden. De bekendste is uiteraard Alfred Stevens, die daar perfect in de mondaine en intellectuele wereld geïntegreerd was. Hij kreeg zelfs een zeer vererende opdracht voor de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1900. Het werk van A. Stevens, ‘Op het strand van Sainte-Adresse’ verenigt twee motieven van de kunstenaar: een elegant geklede vrouw (zijn specialiteit) en een strandgezicht. Stevens was geen impressionist al heeft hij de jonge impressionisten gesteund; maar in sommige werken, vooral in zijn zeegezichten, gaat hij soms enigszins die richting op. Joffroy kocht ook een werk van de broer van Alfred, Joseph, bekend om zijn sociaal realisme (tot in de schildering van miserabele honden toe). De
| |
[Frans]
monde. Assez suggestivement décolletée, la sainte, campée devant une tête de mort, lève les yeux vers la lumière divine. Le tableau est important parce que ce motif a été repris par la peinture flamande et française. Le hasard a voulu que le musée de Dunkerque ait hérité quelques années plus tôt d'une autre oeuvre de Giordano, laquelle faisait partie de la donation d'un directeur de banque local du nom de Benjamin Coffyn, donation surtout constituée de 80 toiles flamandes et hollandaises.
Ces donations renforcèrent le caractère flamand des collections du musée, affirmé d'emblée. En effet, le musée est né de la saisie des biens ecclésiastiques au cours de la période révolutionnaire. C'est ainsi que nombre de tableaux de l'abbaye de Bergues y ont abouti (une partie échéant à Bergues même et à Valenciennes).
Joffroy achetait également des oeuvres contemporaines. Il semble avoir eu une prédilection pour les artistes flamands en vogue à Paris. Le plus connu est bien sûr Alfred Stevens, peintre parfaitement intégré à la société mondaine et intellectuelle parisienne. Il reçut même une très honorable commande de l'Exposition universelle de Paris (1900). L'oeuvre d'A. Stevens ‘Sur la plage à Sainte-Adresse’ rassemble deux motifs du peintre: une femme élégamment vêtue (sa spécialité) et une vue de la plage. Stevens n'était pas impressionniste bien qu'il ait soutenu les jeunes impressionnistes; mais dans certaines oeuvres, surtout dans ses marines, il lui arrive de s'engager dans cette voie. Joffroy acheta également une oeuvre d'un frère d'Alfred, Joseph, connu pour son réalisme social (allant jusqu'à la peinture de misérables chiens). L'antique tradition du réa-
| |
| |
| |
[Nederlands]
aloude traditie van het Vlaamse realisme leeft verder in het werk van Florent Willems, die toen een zeer grote reputatie had en onlangs herontdekt werd door de kunstmarkt. Zijn historische reconstructies, die nauwgezet geschilderd werden, maakten furore op de Salons. Even traditioneel gericht is het werk van Jean-François Eliaerts, die na zijn opleiding aan de Antwerpse academie naar Parijs trok en daar bekend werd als schilder van stillevens (fruit en bloemen). Jan Van Huysem was zijn grote voorbeeld. Men kan in het museum van Duinkerke de invloed van de 17de op de 19de eeuw volgen aan de hand van een paar genres.
Daarnaast kocht Joffroy ook contemporaine Fransen als Landelle en Luminais
Alfred Stevens, ‘Op het strand van Sainte-Adresse’, 1884, olie op doek, 81,5 × 60,5 cm.
Alfred Stevens, ‘Sur la plage à Sainte-Adresse’, 1884, huile sur toile, 81,5 × 60,5 cm.
| |
[Frans]
lisme flamand perdure dans l'oeuvre de Florent Willems, qui jouissait alors d'une immense réputation et que le marché de l'art vient de redécouvrir. Ses reconstructions historiques d'une exacte fidélité picturale faisaient fureur aux Salons. D'inspiration tout aussi traditionnelle est l'oeuvre de Jean-François Eliaerts, qui, après sa formation à l'académie d'Anvers, gagna Paris et y devint célèbre comme peintre de natures mortes (fruits et fleurs). Son grand exemple était Jan van Huysem. Au musée de Dunkerque, on peut suivre l'influence du XVIIe sur le XIXe siècle à partir de quelques genres différents.
En outre, Joffroy achetait aussi des Français contemporains comme Landelle et Luminais et des étrangers comme Daniel Hernandez Morilli (un ta-
| |
| |
| |
[Nederlands]
en buitenlanders als Daniël Hernandez Morillo (een exotisch tafereel, ‘slangenbezweerdster’).
Heeft Joffroy er goed aan gedaan zijn collectie aan Duinkerke (en niet aan Antwerpen of Brussel) te schenken? Wellicht. In Duinkerke is hij zo een van de pijlers van het museum voor Schone Kunsten gebleven. In musea als die van Antwerpen of Brussel waar men al zoveel heeft uit die periode en slechts een heel klein deel van het bezit exposeert, was de naam Joffroy waarschijnlijk al in het vergeetboek beland. Hij moet terecht gedacht hebben ‘beter sant in eigen land dan....’
De tentoonstelling ‘La Passion d'un amateur. La collection Alexis Joffroy. De Luca Giordano à Alfred Stevens’ loopt tot 16 juni 2002 in het Museum voor Schone Kunsten te Duinkerke. Catalogus in voorbereiding (uitgeverij Somogy).
| |
[Frans]
bleau exotique, ‘charmeuse de serpents’).
Joffroy a-t-il bien fait de donner sa collection à Dunkerque plutôt qu'à Anvers ou à Bruxelles? Sans doute. Cette donation lui a permis de rester un des piliers du Musée des Beaux-Arts de Dunkerque. Dans des musées comme ceux d'Anvers et de Bruxelles où l'on possède déjà tant d'oeuvres de cette période qu'on ne peut en exposer qu'une petite partie, le nom de Joffroy aurait probablement sombré dans l'oubli. Il doit avec juste raison avoir pensé ‘mieux vaut être prophète dans son pays que...’.
L'exposition ‘La Passion d'un amateur. La collection Alexis Joffroy. De Luca Giordano à Alfred Stevens’ a lieu jusqu'au 16 juin 2002 au Musée des Beaux-Arts de Dunkerque. Le catalogue est en préparation (éditions Somogy).
(Traduit du néerlandais par Jacques Fermaut)
|
|
Auteursrechtelijk beschermd