|
| |
| |
| |
De sporen van Rubens in Noord-Frankrijk
Dirk van Assche
In het najaar van 2000 werden er in Noord-Frankrijk twee belangrijke tentoonstellingen over de 17e eeuw gehouden. De eerste had plaats in Rijsel en bood een portret van de stad tussen 1600, datum van de blijde intrede van Albrecht en Isabella en 1715, het jaar waarin Lodewijk XIV stierf. Deze groots opgezette, multidisciplinaire expositie vond plaats in het Musée des beauxarts en in het hospice Comtesse.
In het eerste museum kwamen naast schilderkunst, ook zilversmeedkunst, munten, medailles en boekdrukkunst aan bod. Bij de maquette van Rijsel, gemaakt in opdracht van Vauban, werden ook documenten getoond over militaire architectuur. Naast de bekende werken van Rubens besteedde men ook bijzondere aandacht aan Arnould de Vuez (Sint-Omaars, 1644 - Rijsel, 1720). De catalogus bevat bijna veertig werken van deze belangrijke 17e-eeuwse Noord-Franse schilder. Het Museum van Rijsel wil trouwens in de nabije toekomst een overzichtstentoonstelling aan zijn werk wijden. In het hospice Comtesse, waar in de kapel ook een belangrijke werk van Vuez hangt, werden verschillende documenten getoond over religieuze en wereldlijke bouwkunst. Verder kon men er naast tapisserie, ook voorwerpen uit het dagelijkse leven bekijken.
Het was de bedoeling, aan de hand van documenten en kunstvoorwerpen,
| |
Traces de Rubens dans le nord de la France
Dirk van Assche
Dans le nord de la France, à l'automne 2000, on a consacré deux importantes expositions au XVIIe siècle. La première, à Lille, présentait un portrait de la ville entre 1600, date de la joyeuse entrée d'Albert et Isabelle, et 1715, année de la mort de Louis XIX. Cette exposition de conception grandiose et multidisciplinaire eut lieu au musée des Beaux-Arts et à l'hospice Comtesse.
Le premier musée, outre de la peinture, proposait aussi de l'argenterie, des monnaies, des médailles et des livres d'art. La maquette de Lille, réalisée sur commande de Vauban, s'accompagnait de documents sur l'architecture militaire. A côté des oeuvres célèbres de Rubens, on s'intéressait aussi tout particulièrement à Arnould de Vuez (Saint-Omer, 1644 - Lille, 1720). Le catalogue rassemble près de quarante oeuvres de cet important peintre nordiste du XVIIe siècle. Le musée de Lille veut d'ailleurs consacrer sous peu une rétrospective à son oeuvre. A l'hospice Comtesse, dont la chapelle s'orne également d'une oeuvre de Vuez, on exposait divers documents sur l'architecture religieuse et civile. On pouvait de surcroît y contempler, outre des tapisseries, des objets de la vie quotidienne. L'objectif était de donner, à partir de documents et d'objets d'art, une image aussi fidèle que possible de la riche vie artistique de Lille au XVIIe siècle. En tout cas, on a prouvé que cette période fut réellement un siècle d'or pour Lille. On est toutefois frappé que ce soit précisément au cours de ce siècle que
| |
| |
| |
[Nederlands]
een zo getrouw mogelijk beeld te geven van het rijke kunstleven in het 17e-eeuwse Rijsel. In elk geval wordt aangetoond dat deze periode voor Rijsel echt een gouden eeuw was. Toch valt het op dat uitgerekend in die eeuw de stad getroffen werd door verschillende zware crisissen, waaronder twee pestepidemieën, aanvallen van het Franse leger in 1641 en 1645 en het belangrijkste volksoproer dat Rijsel ooit heeft gekend (1650). Ondanks al deze tegenslagen kon de stad zich veroorloven bestellingen te plaatsen bij P.P. Rubens, de belangrijkste schilder van dat ogenblik. In de expositie zijn ook een schat aan voorwerpen te zien die in deze periode in Rijsel zijn vervaardigd.
De catalogus is een lijvig boek dat naast een beschrijving van de 355 tentoongestelde
Abraham van Diepenbeeck, detail uit een calvarie, de goede moordenaar, s.d., olie op hout, 45 × 32,8 cm, Cambridge, Fitzwilliam Museum.
Abraham van Diepenbeeck, ‘Calvaire’ (détail), s.d., huile sur bois, 45 × 32,8 cm, Cambridge, Fitzwilliam Museum.
| |
[Frans]
la ville fut victime de diverses crises graves, dont deux épidémies de peste, des attaques françaises en 1641 et 1645 et le plus important soulèvement populaire que Lille ait jamais connu (1650). En dépit de ces vicissitudes, la ville pouvait se permettre de passer commande à P.P. Rubens, le peintre le plus important du moment. L'exposition présente aussi un trésor d'objets réalisés à Lille au cours de cette période.
Le catalogue est un fort volume qui, outre une description des 335 objets exposés, comporte aussi quelque neuf articles. Les auteurs y décrivent notamment comment Lille, de ville flamande qu'elle était, est devenue une ville française.
L'amateur de peinture baroque pouvait également, au même moment, trou-
| |
| |
| |
[Nederlands]
voorwerpen, ook een negental artikelen bevat. Daarin beschrijven de auteurs o.a. hoe Rijsel geëvolueerd is van een Vlaamse naar een Franse stad.
De liefhebber van barokschilderkunst kon op hetzelfde ogenblik ook zijn gading vinden in het Musée des beaux-arts van Valencijn (Valenciennes) waar de tentoonstelling ‘Dans la lumière de Rubens’ liep. In deze expositie, die in het voorjaar van 2000 gedeeltelijk ook in 's-Hertogenbosch te zien was, werden schilderijen, tekeningen en gravures bijeengebracht van Rubens, Van Dyck en Jordaens, dé Antwerpse barokmeesters en van Theodoor van Thulden, Abraham van Diepenbeeck en Thomas Willeboirts Bosschaert. Deze drie Noord-Brabantse kunstenaars werkten ook in Antwerpen en bepaalden mee de ontwikkeling en de uitstraling van de Vlaamse barok, maar ze zijn nooit uit de schaduw van hun meesters getreden.
Het museum van Valencijn (Valenciennes) heeft in zijn vaste collectie verschillende belangrijke werken van Vlaamse meesters uit de barok, waaronder verschillende schilderijen van Rubens. Deze tentoonstelling was hier dus zeer goed op haar plaats. De uitgebreid geïllustreerde catalogus bevat enkele bijdragen over Rubens en zijn tijd en ook artikelen over Van Diepenbeeck, Van Thulden en Bosschaert. Ze zijn geschreven door Franse en Nederlandse deskundigen. Zo krijgen deze interessante kunstenaars opnieuw de aandacht waar ze terecht aanspraak op mogen maken.
| |
[Frans]
ver son bonheur au musée des Beaux-Arts de Valenciennes, qui présentait ‘Dans la lumière de Rubens’. Cette exposition, également visible en partie au printemps de 2000 à Bois-le-Duc, proposait des peintures, une collection de dessins et de gravures de Rubens, Van Dyck et Jordaens, les maîtres anversois par excellence du baroque, et de Theodoor van Thulden, Abraham van Diepenbeeck et Thomas Willeboirts Bosschaert. Ces trois artistes du nord de la France ont également travaillé à Anvers et contribué à déterminer l'évolution et le rayonnement du baroque flamand, mais ils n'ont jamais réussi à sortir de l'ombre de leurs maîtres.
Le musée de Valenciennes possède dans sa collection permanente plusieurs oeuvres importantes des maîtres flamands du baroque, dont diverses toiles de Rubens. Cette exposition était donc tout à fait à sa place. L'imposant catalogue illustré comporte quelques articles sur Rubens et son temps ainsi que des articles sur Van Diepenbeeck, Van Thulden et Bosschaert, rédigés par des spécialistes français et néerlandais. Ainsi ces artistes intéressants bénéficientils à nouveau de l'intérêt qu'ils méritent.
| |
| |
| |
[Nederlands]
Bibliografie
Lille au XVIIe siècle des Pays-Bas espagnols au Roi-Soleil, Éditions de la Réunion des musées nationaux, Parijs, 2000, 376 p.
Dans la lumière de Rubens. Peintres baroques des Pays-Bas du Sud, Musée des beaux-arts, Valenciennes, 2000, 128 p.
| |
[Frans]
Bibliographie
Lille au XVIIe siècle des Pays-Bas espagnols au Roi-Soleil, Éditions de la Réunion des musées nationaux, Paris, 2000, 376 p.
Dans la lumière de Rubens. Peintre baroques des Pays-Bas du Sud, Musée des beaux-arts, Valenciennes, 2000, 128 p.
(Traduit du néerlandais par Jacques Fermaut)
|
|
Auteursrechtelijk beschermd