De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 2001
(2001)– [tijdschrift] Franse Nederlanden, De / Les Pays-Bas Français– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 160]
| |
Maxence van der Meersch en ‘le Nord’
| |
Maxence van der Meersch et le Nord
| |
[pagina 161]
| |
[Nederlands]was hij ongetwijfeld. Een biografie, van de hand van zijn achternicht Térèse Bonte, die over enkele maanden verschijnt, zal ons er alles over vertellen. Geboren in Roubaix in 1907 uit een welgestelde familie en zelf advocaat, huwde hij, tegen de wil van zijn familie in, een volksmeisje, wees en arbeidster. Van 1936 tot 1947 woonde hij in Wasquehal waar hij zich om de straatkinderen bekommerde. Later zou hij in zijn huis een verzetsstrijder onderbrengen, en een homoseksueel die op de dool was geraakt (dit laatste avontuur vertelt hij in Masque de chair dat slechts na zijn dood zal verschijnen, in 1955: de uitgevers waren te bevreesd voor een schandaal). In Roubaix zette hij een ‘Huis voor bejaarden’ op. Overbodig op te merken dat al zijn werken handelen over de sociale problematiek van ‘le Nord’ in de eerste helft van de 20ste eeuw. Deze reputatie van ‘nordist’ heeft hem veel kwaad berokkend:Ga naar eindnoot4 hij raakte miskend en vergeten.Ga naar eindnoot5 Zelfs de loftuitingen die we vermeldden over Corps et Ames getuigen ervan: ze loven de genereuze inspiratie, maar daar blijft het bij. Geen enkele moderne criticus heeft oog voor de verteltrant en de
Maxence Van der Meersch in zijn woning in Wasquehal Foto D.R.
Maxence Van der Meersch dans sa résidence à Wasquehal Photo D.R. | |
[Frans]Mais ces succès mêmes valurent à leur auteur l'image d'un régionaliste (nordiste, par-dessus le marché) et d'un populiste. Homme du Nord, il le fut sans conteste. Une biographie, de la main de sa petite cousine Térèse Bonte et qui paraîtra dans le courant de l'année, nous en donnera tous les détails. Né à Roubaix en 1907 d'une famille aisée, avocat lui-même, il épousa, malgré l'hostilité de sa famille, une fille du peuple, orpheline et ouvrière. De 1936 à 1947, il vécut à Wasquehal: il s'y occupa des enfants qui traînaient dans la rue. Plus tard, il cacherait dans sa maison un résistant et abriterait un homosexuel en déroute (aventure qu'il raconte dans Masque de chair, qui ne parut à titre posthume qu'en 1955, les éditeurs craignant le scandale). A Roubaix, il créa une Maison des Vieillards. Et, faut-il le dire, tous ses romans portent en effet sur la société du Nord dans la première moitié du XXe siècle. Cette réputation d'écrivain nordiste lui a fait grand tort.Ga naar eindnoot5 Elle a permis de l'oublier et de le méconnaître.Ga naar eindnoot6 Même les appréciations élogieuses que nous avons citées sur Corps et Ames en font foi: elles ne font état que de la géné- | |
[pagina 162]
| |
[Nederlands]compositievaardigheid van de romancier die hem toch verwant maakt met Émile Zola. Sommigen betreuren openlijk de zwakte van zijn stijl. Maurice Bruézière, een literair-historicus, vermeldt Van der Meersch in een reeks schrijvers ‘van minder literaire betekenis, zonder dat ze daarom te verwaarlozen zijn’. Hij ziet in hem ‘een soort christelijke populist die een vurig pleidooi houdt voor de stakende arbeiders (Quand les sirènes se taisent, 1933) en van de jongelui die zich inzetten voor de arbeidersklasse (Pêcheurs d'hommes, 1940).’Ga naar eindnoot6 Tegenwoordig lijkt men het werk van Van der Meersch dus alleen maar te waarderen om zijn documentaire waarde. En documentaire waarde heeft het. Waar kan men inderdaad iets leerrijkers lezen over het harde leven en de strijd van de arbeidersklasse tussen de twee wereldoorlogen dan in Invasion 14 (1935) en L'Empreinte du dieu? Wie heeft zich openlijker verzet tegen de woekerpraktijken van sommige dokters? Waar leest men een aangrijpender beschrijving van de textielindustrie in ‘le Nord’ met zijn ‘grote bazen’, die het volk uitzuigen, en zijn conflicten tussen Vlaamse en Franse arbeidersfamilies dan in Rue des longues haies? De ambitie van Van der Meersch was trouwens niet op de eerste plaats literair. In een interview uit 1934 - hij was toen 27 - stelt hij reeds: ‘Als mijn boeken mogen blijven, zoals men zegt, dat het dan zij als documentaires, als retrospectieve werken waarin men de uitdrukking van een periode en een milieu zoekt.’Ga naar eindnoot7 Deze artistieke keuze gaf al vlug aanleiding tot termen als ‘paternalisme’, ‘syndicalisme’ en ‘christelijk gemoraliseer’. De ver- | |
[Frans]rosité de l'inspiration. Aucun critique moderne ne salue l'art de la narration ou de la composition de ce romancier qui, par bien des aspects, rappelle pourtant Émile Zola. Certains déplorent ouvertement la faiblesse du style. Ainsi, un historien de la littérature comme Maurice Bruézière le mentionne parmi une série d'écrivains ‘de moindre envergure littéraire, sans être pourtant négligeables’. Il voit en lui ‘une sorte de populiste chrétien, plaidant avec chaleur la cause des travailleurs en grève (Quand les sirènes se taisent, 1933) et des jeunes gens qui se dévouent à la cause ouvrière (Pêcheurs d'hommes, 1940).’Ga naar eindnoot7 De nos jours, l'oeuvre de Maxence Van der Meersch semble donc appréciée pour ses seules qualités documentaires. Et on n'a pas tout à fait tort. En effet, que peut-on lire de plus instructif sur la difficile vie sociale et les batailles ouvrières dans l'entre-deux-guerres que les romans Invasion 14 (1935) et L'Empreinte du dieu? Qui s'est révolté plus que lui contre les pratiques sordides de certains médecins? Où peut-on lire une évocation plus poignante de l'industrie textile du Nord avec ses grands patrons suçant le sang du peuple et ses conflits entre travailleurs flamands et français, que dans ‘Rue des longues haies’? L'ambition de Maxence n'était d'ailleurs pas d'abord littéraire. Dans une interview de 1934 - il avait 27 ans! -, il avoue déjà: ‘Si mes livres doivent demeurer, comme on dit, que ce soit comme des documentaires, des rétrospectives où l'on ira chercher des modes d'expression d'une époque ou d'un milieu’.Ga naar eindnoot8 Ce choix artistique, on l'a vite éreinté comme du ‘paternalisme’, | |
[pagina 163]
| |
[Nederlands]klaring van de jonge romancier leek een excuus voor de etiketten die men op zijn werk plakte: zij hebben in ieder geval verhinderd dat men zijn werk met vernieuwde aandacht zou gaan lezen. Toch zou men in een roman als Invasion 14 ongetwijfeld een moderne schriftuur ontdekken, die naadloos aansluit bij de werkelijkheid. Bovendien zou de artistieke keuze van Van der Meersch wel eens een symptoom geweest kunnen zijn van de vermoeidheid die de roman van de late jaren dertig kenmerkte. Romanciers als H. de Montherlant, A. Malraux en J. Green keerden hem de rug toe. De vreselijke werkelijkheid van die decennia lijkt de schrijvers georiënteerd te hebben naar een literatuur die de lezer directer aansprak. Zou de originaliteit van Van der Meersch niet hierin liggen dat hij geëngageerde romans schreef lang voor Sartre en Camus de ‘littérature engagée’ uitvonden? We hopen dat de Akten van het colloquium, aangekondigd voor september 2001, ook dit aspect zullen belichten. | |
[Frans]de l' ‘ouvriérisme’ et du ‘moralisme chrétien’. Cet aveu du jeune romancier semble malheureusement justifier les étiquettes que l'on a collées sur son oeuvre: ces choix et aveu ont de toute façon empêché une relecture attentive de cette oeuvre. Pourtant, dans un roman comme Invasion 14, on découvrirait sans doute une écriture moderne, en prise directe sur la réalité. Il se pourrait, par ailleurs, que le choix artistique de Van der Meersch ait été un symptôme de la fatigue qui affectait le genre romanesque dès la fin des années trente. Montherlant, Malraux, Julien Green ne s'en détournentils pas? La réalité terrible de ces décennies marquées par deux guerres semble avoir dirigé les écrivains vers une littérature plus apte à mobiliser les gens. L'originalité de Van der Meersch ne serait-elle pas d'avoir imaginé des romans engagés, annonçant ‘la littérature engagée’ d'un Sartre et d'un Camus? Nous espérons que les Actes du colloque, à paraître en septembre 2001, nous éclaireront aussi sur ce point. |
|