De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 2000
(2000)– [tijdschrift] Franse Nederlanden, De / Les Pays-Bas Français–
Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 110]
| |
Foto's Stephan Vanfleteren.
Photos Stephan Vanfleteren. | |
[pagina 111]
| |
Notities van een grensganger
| |
A la recherche de la frontière
| |
[pagina 112]
| |
[Nederlands]loop van de achttiende eeuw werd deze weg belangrijker dan de oude heerbaan Kortrijk-Rijsel even verderop. Een man zou er bij het bouwen van een herberg aan de grenspost roekeloos - risquons-tout - met geld zijn omgesprongen. Vandaar de naam. Tenzij hij of zijn herberg na het onvermijdelijke faillissement zo genoemd werd door een spottende volksmond. Riscantou - Riscontou - Risquons-Tout. De wijk kreeg een plaats in de geschiedenisboeken met wat ‘het incident van Risquons-Tout’ is gaan heten. In februari 1848 was in Parijs Louis-Philippe ten val gebracht. Op 29 maart van hetzelfde jaar staken een tweeduizend gewapende, 
Rekkem (B).
Rekkem (B). | |
[Frans]Risquons-Tout, qui fait actuellement partie de Mouscron (et donc du Hainaut belge), se trouve sur la route Courtrai - Tourcoing. Au cours du XVIIIe siècle, cette route devint plus importante que l'ancienne voie romaine Courtrai - Lille située un peu plus loin. La légende veut qu'un homme ait pris des risques financiers inconsidérés - risquons-tout - lors de la construction d'une auberge près du poste frontière. D'où le nom. A moins qu'après la faillite inévitable le quidam ou son auberge n'ait été désigné de la sorte par ceux qui s'en faisaient les gorges chaudes. Riscantou - Riscontou - Risquons-Tout. Le quartier est entré dans les livres d'histoire à la suite de ce qu'on a appelé ‘l'incident de Risquons-Tout’. A Paris, la ré- | |
[pagina 113]
| |
[Nederlands]meestal Belgische arbeiders, opgejut in Parijs door revolutionaire socialisten en met medeweten van de Franse autoriteiten, de grens over om ook in België - risquons-tout - de republiek uit te roepen. Na een gevecht van twee uren werden ze door de Belgische infanteristen, in het begin slechts tweehonderd man sterk, teruggedrongen. Ze lieten twaalf doden, 48 gewonden en 583 geweren achter op het slagveld. De ordetroepen hadden slechts één dode en zes gewonden te betreuren. Abbé A.M. Coulon doet het enthousiaste relaas in zijn geschiedenis van Rekkem.Ga naar eind(1.) In zijn Oraison funèbre de Monsieur Martial-Hippolyte Braye, curé de Reckem van 1879 komt Coulon nog eens op de veldslag terug: ‘Entendez-vous le canon qui gronde? Voyez-vous ces foules éperdues fuyant en tous sens. Que vient-il d'arriver? Un ramassis d'individus vient de franchir le territoire de Reckem au Risquons-tout et envahit la Belgique. Une colonne belge, avertie du danger, est accourue pour lui barrer le passage: une bataille s'engage: des morts et des mourants gisent par terre. Qui est- ce celui que je vois s'avancer vers le théâtre du combat? C'est le | |
[Frans]volution de février 1848 avait mis fin au règne de Louis-Philippe. Le 29 mars de la même année, deux mille ouvriers armés - belges pour la plupart - chauffés à blanc à Paris par des socialistes révolutionnaires, franchirent, au su des autorités françaises, la frontière afin de proclamer en Belgique aussi - risquons-tout - la république. Au bout de deux heures de combat ils furent refoulés par quelque deux cents fantassins belges et durent abandonner sur le champ de bataille douze morts, quarante-huit blessés et cinq cent quatre-vingttrois fusils. Du côté des forces de l'ordre, on n'eut qu'un mort et six blessés à déplorer. L'abbé A.M. Coulon fait le récit enthousiaste de l'événement dans son histoire de Rekkem.Ga naar eind(1.) En 1879, dans son Oraison funèbre de Monsieur Martial-Hippolyte Braye, curé de Reckem, Coulon revient encore une fois sur la bataille: ‘Entendez-vous le canon qui gronde? Voyez-vous ces foules éperdues fuyant en tous sens? Que vient-il d'arriver? Un ramassis d'individus vient de franchir le territoire de Reckem au Risquons-tout et envahit la Belgique. Une colonne belge, avertie du danger, est accourue pour lui barrer le passage: une bataille s'engage: des morts et | |
[pagina 114]
| |
[Nederlands]curé de Reckem qui va porter aux malheureux blessés les secours de la religion (...)’ Maar de pastoor wordt tegengehouden door een plichtsgetrouwe soldaat die hem de kans op martelaarschap ontneemt. Het is pastoor De Vos uit Aalbeke die op het slagveld het Heilig Oliesel komt toedienen en de show mag stelen. Pastoor Martial slaagt er als ijverig zielenherder van Rekkem wel in beslag te leggen op een ‘magnifique édition des oeuvres de Voltaire qu'un de ses paroissiens conservait si opiniâtrement dans sa maison.’ De republiek van de geest komt er ook niet in.
Ik kom in Risquons-Tout aan rond de middag. Om de grens te zoeken. Een Belgische frituur schurkt zich tegen een Frans restaurant. Aan de straatnaam rue Zola zie je dat je in een andere wereld terechtkomt, die van de bittere strijd van de ‘geëngageerde intellectueel’. De Belgische kant van de straat pakt uit met de zoetigheid van pralines. Hier zou het dus beginnen, en het zou makkelijk zijn. Ik zou van hieruit de grens volgen tot aan de zee en registreren | |
[Frans]des mourants gisent par terre. Qui est-ce celui que je vois s'avancer vers le théâtre du combat? C'est le curé de Reckem qui va porter aux malheureux blessés les secours de la religion (....).’ Mais un soldat conscient de son devoir l'arrête, lui enlevant ainsi tout espoir de martyre. C'est l'abbé De Vos, curé d'Aalbeke, qui, sur le champ de bataille, vient administrer l'extrême-onction et qui vole la vedette. En revanche, l'abbé Martial, curé zélé de Rekkem, réussit à s'emparer d'une ‘magnifique édition des oeuvres de Voltaire qu'un de ses paroissiens conservait si opiniâtrement dans sa maison.’ La république des Lumières ne franchira donc pas non plus la frontière.
J'arrive au Risquons-Tout vers midi. Objectif: dénicher la frontière. Une friterie belge jouxte insolemment un restaurant français. Le nom de la rue - rue Zola - laisse clairement entendre qu'on bascule dans un autre monde: celui de la lutte acharnée, menée par ‘l'intellectuel engagé’. Le côté belge de la rue exhale la douceur onctueuse des pralines. C'est donc ici qu'allait démarrer l'aventure. Et ce serait fa- | |
[pagina 115]
| |
[Nederlands]wat ik zag. Ik zou ook links en rechts van de grens kijken, de draad van Ariadne laten rusten, maar altijd weerkeren naar de meanderende lijn, de zichtbare en onzichtbare, gescandeerd door grenspalen van naties en tijdperken. Maar in Risquons-Tout zijn geen grenspalen. De grens loopt er eerst langs Franse achtertuintjes en een immens verlaten parkeerterrein bij een even leeg douanekantoor. Verderop fabrieken. Sinds de vastlegging van de taalgrens in 1963 en de overheveling van Komen-Moeskroen naar Henegouwen is deze uithoek van België verfranst. Fabrieken ruilen hier hun voordeur en achterdeur omdat ze dan in een ander gewest liggen en hen dat geen windeieren legt. Even voorbij Risquons-Tout kruist een brug die nog net in België ligt de E17. Beneden zindert het asfalt dat Noord- en Zuid-Europa met elkaar verbindt. In de middenberm voor me een bord met France erop. De immense grenspost van Rekkem achter mij ligt er verlaten bij. Maar vergis u niet: alle onbewaakte grenzen en achtergelaten grensposten doen niet vergeten dat op elk | |
[Frans]cile. A partir d'ici, j'allais suivre la frontière et noter mes observations. Je regarderais aussi de part et d'autre de la frontière, abandonnant un moment le fil d'Ariane, quitte à revenir à chaque fois vers la ligne sinueuse, tantôt visible, tantôt cachée, jalonnée de bornes séparant nations et époques. Mais au Risquons-Tout, les bornes font défaut. La frontière longe d'abord des jardinets français et un immense parking à l'abandon, situé à côté d'un bureau de douane tout aussi vide. Plus loin se profilent des usines. Depuis la fixation de la frontière linguistique en 1963 et le rattachement de Comines-Mouscron à la province de Hainaut, ce coin situé à l'extrémité de la Belgique a été francisé. Les usines intervertissent leurs portes d'entrée et de sortie, changeant ipso facto de région, ce dont elles ne manquent pas de tirer profit. Un peu au-delà du Risquons-Tout, aux confins du territoire belge, un pont enjambe l'autoroute E17. En contrebas, le bitume reliant le Nord et le Sud de l'Europe réverbère la chaleur. En face de moi, sur le terre-plein, se dresse un panneau portant l'inscription France. Derrière moi s'étend, tel un dé- | |
[pagina 116]
| |
[Nederlands]moment in Europa de schotbalken weer omhoog kunnen, al is het maar om Belgisch voedsel te weigeren, of vijf jonge Nederlanders uit een autootje te doen stappen om ze te fouilleren. | |
Over grenzenElke werkdag rij ik een grens over: ik vertraag, kijk vragend de douanier aan, als die er staat, de nonchalante soldaat met mitrailleur. Maar meestal staat er niemand. Dan geef ik weer gas, word welkom geheten in een ander land. Een land met andere snelheden, ander asfalt en een andere taal. Het duurt maar even. Even verder neem ik de eerste uitrit, rij over een heuvel waar bunkers uit de jaren dertig, uitkijkend over het buurland, het mijne, herinneren aan spanningen tussen Frankrijk en neutraal België. Ik installeer mij op mijn werkplek: voor mij ligt een nauwelijks zichtbare gracht, en daarachter een Frans veld dat zich jaarlijks anders tooit. Nu en dan drentelt een voor de jacht uitgezette fazant voorbij. Een haas gaat met gestrekte oren roerloos zitten. Wist hij maar dat zijn leven veiliger was aan deze | |
[Frans]sert, l'immense poste frontière de Rekkem. Mais ne vous y trompez pas: toutes les frontières non surveillées et tous les postes frontière abandonnés ne doivent pas nous faire oublier qu'en Europe, les barrières peuvent se refermer à tout moment, ne fût-ce que pour interdire l'importation de certains produits alimentaires belges ou pour obliger cinq jeunes Néerlandais à sortir de leur petite voiture afin de les fouiller. | |
A propos de frontièresChaque jour ouvrable, je franchis une frontière: je ralentis, j'interroge du regard le douanier, s'il est là, ou le militaire nonchalant, armé d'un fusil mitrailleur. Mais le plus souvent, il n'y a personne. Puis, j'accélère et me vois souhaiter la bienvenue dans un autre pays. Un pays qui impose d'autres limitations de vitesse, où le bitume change d'aspect et où l'on parle une autre langue. Cela ne dure qu'un instant. Un peu plus loin, à la première sortie, je quitte l'autoroute, franchis une butte où des blockhaus, construits dans les années '30 et faisant face au pays limitrophe, le | |
[pagina 117]
| |
[Nederlands]kant als van daar de jagers komen. Maar het behoort tot zijn wezen te leven in een wereld zonder grenzen. Hij heeft geen zintuig voor meetkundige lijnen. Het kan zijn dood zijn.
Grenzen zijn ficties. Maar wie ze legt, bakent hoe dan ook af, en mettertijd ontwikkelt zich een realiteit, een wereld van verschil.
Neem de taalgrens. Hij werd politiek bedongen, is het resultaat van vele goede en slechte compromissen, koopjes. Hij ligt er kunstmatig bij. Maar hij draagt bij tot een zekere stabiliteit.
Grenzen beperken en werpen ons op onszelf terug. Ze sluiten uit maar nodigen ook uit tot een aandachtige blik op het andere, tot passage en dialoog.
Grenzen leggen een zuiverheid aan die niet bestaat: het ambivalente, het gemengde wordt middendoor gesneden: wit | |
[Frans]mien, rappellent les tensions existant alors entre la France et la Belgique neutre. Je m'installe à mon bureau: en face de moi se trouve, à peine visible, un fossé au-delà duquel s'étend un champ français qui chaque année change de physionomie. De temps en temps, un faisan, lâché pour la chasse, traîne devant ma fenêtre. Un lièvre se dresse, les oreilles tendues, et se tient immobile. Ah! s'il savait que sa vie sera davantage en sécurité de ce côté-ci si les chasseurs viennent d'en face. Mais vivre dans un monde sans frontières est un élément essentiel de sa condition. Il n'a pas le sens des lignes géométriques. Ce qui un jour ou l'autre pourra lui être fatal.
Les frontières sont des fictions. Toutefois, celui qui les fixe délimite, inévitablement. Au fil du temps se développent une réalité, un monde marqués par l'altérité.
Prenons, par exemple, la frontière linguistique. Elle fait l'objet de négociations politiques et résulte d'une multitude de compromis et de marchés, tantôt bons, tantôt mauvais. | |
[pagina 118]
| |
[Nederlands]hier, zwart daar; deze taal hier, de andere daar. Grenzen worden frontlijnen.
De meetkundige Euclides definieert een lijn als ‘lengte zonder breedte’, en was meetkunde niet eerst landmeetkunde? Maar aan een grens heeft alles breedte, dikte. De dingen veranderen nooit aan de grens zelf: er is een corridor, een schemerzone waarin van alles gedijt. Zoals er tussen hond en wolf een onbestemde tijdsspanne ligt.
Een grens oversteken is ballast achterlaten, om een ander te worden of minstens de illusie te koesteren dat men in 
Neuville-en-Ferrain (F): de oude heerbaan Kortrijk-Rijsel even voorbij de Dronckaert.
Neuville-en-Ferrain (F): l'ancienne chaussée Courtrai-Lille un peu au dessus du Dronckaert. | |
[Frans]Il n'empêche: bien qu'artificielle, elle contribue à une certaine stabilité.
Les frontières limitent et nous renvoient à nous-mêmes. Elles excluent mais, dans le même temps, elles invitent à la prise en compte de ce qui est autre, au passage, au dialogue.
Les frontières génèrent une pureté qui en réalité n'existe pas: l'ambivalent, le composé est coupé en deux: ici le blanc, là le noir; de ce côté-ci telle langue, de ce côté-là telle autre. Les frontières se transforment en lignes de front. | |
[pagina 119]
| |
[Nederlands]een ander land minder bezwaard zal zijn. Ooit kon men een grens oversteken en asiel krijgen. Het Grieks heeft hetzelfde woord voor vreemdeling en gast. In dit deel van de wereld zijn die tijden voorbij. Er zijn geen grenzen meer, zo wordt gezegd, maar voor velen is een ijzeren gordijn neergelaten.
Omnis determinatio est negatio schreef Spinoza in een brief: elke bepaling is een ontkenning. God ontkent zichzelf in zijn oneindigheid door zich in de eindige wereld uit te drukken, als het ware te ‘vertonen’. De wereld is dan God op een andere wijze, ‘niet voorzover deze oneindig is’. Is het met het trekken, het ‘bepalen’ van grenzen anders? | |
Ontmantelde vestingWaar Moeskroen overgaat in Rekkem, mondt de taalgrens uit in de staatsgrens. Maar geen haan die er hier naar kraait. De grens tussen Rekkem en Halluin en Neuville-en-Fer- | |
[Frans]Euclide, le géomètre, définit la ligne comme ‘longueur sans largeur’. D'ailleurs, la géométrie ne fut-elle pas à l'origine l'art de mesurer la terre? Mais, à la frontière, tout a une largeur, une épaisseur. Les choses ne changent jamais à la frontière même: il y a un corridor, une zone d'ombre où prospèrent toutes sortes de choses. Tout comme entre chien et loup s'insère un laps de temps indéterminé.
Franchir une frontière, c'est se délester pour devenir quelqu'un d'autre ou, au moins, pour caresser l'illusion qu'on sera moins encombré dans un autre pays. Il fut un temps où l'on pouvait franchir une frontière et obtenir le droit d'asile. En grec, le même mot désigne à la fois l'étranger et l'invité. Dans cette partie du monde, ces temps sont révolus. Il n'y a plus de frontières, prétend-on, mais un rideau de fer a été baissé au nez de beaucoup de gens. Omnis determinatio est negatio, écrivait Spinoza dans une lettre: toute détermination, toute définition est une négation. Dieu se nie lui-même dans son infinité en s'exprimant | |
[pagina 120]
| |
[Nederlands]rain is in elk geval oud. De feodale heerlijkheden hebben ze in de eerste helft van de elfde eeuw al vastgelegd. Diezelfde grens scheidde ook de kasselrijen van Kortrijk en Rijsel. De parochiegrens heeft zich erop geënt. Na het Ancien Régime is alles gebleven zoals het was. Alleen werd de parochie gemeente. De grens is hier zichtbaar als een meestal droge gracht. Maar al snel doemt voor de grensganger Menen op, en wordt de geschiedenis van de lijn ontegenzeggelijk warriger. Menen werd tussen 1579 en 1830 tweeëntwintig keer belegerd. Veroverd, verwoest, heropgebouwd, heroverd. Waarschijnlijk hebben weinig steden zo in de grote spanningsvelden  | |
[Frans]dans le monde fini, en s'y ‘montrant’ en quelque sorte. Le monde est alors Dieu sous une autre forme, ‘non en tant qu'il est infini’. En va-t-il autrement lorsqu'il s'agit de fixer, de ‘définir’ des frontières?
Une fortification démantelée Là où Mouscron débouche sur Rekkem, la frontière linguistique se mue en frontière d'État. Sans que personne fasse mine de s'en apercevoir. La frontière entre Rekkem d'un côté, et Halluin et Neuville-en-Ferrain de l'autre, est en tout cas ancienne. Les seigneuries féodales l'ont fixée dès la première moitié du onzième | |
[pagina 121]
| |
[Nederlands]gelegen van de geschiedenis als deze ontmantelde provinciestad. Een greep uit het aanbod: Menen werd Spaans bezit in 1659, Frans in 1668. Vauban maakte er tussen 1679 en 1689 zijn modelvesting van aan Frankrijks noordgrens. Menen werd Oostenrijks in 1713, dan weer Frans met de Revolutie, Nederlands na Waterloo (1815), en uiteindelijk Belgisch. De grens heeft hier altijd geschoven. Met de veranderende bedding mee van de Leie en de versterkingen, die uiteindelijk verdwenen. Nog in 1779 werd hier een grenscorrectie doorgevoerd waarbij Louis XVI 180 ha afstond aan Maria Theresia. Een Frans-Oostenrijkse grenspaal in een Rekkemse tuin, met Franse lelies aan de ene en dubbele adelaar aan de andere kant, is er een reliek van. Tussen 1817 en 1830 bouwden de Nederlanders kazematten, bomvrije, gewelfde ruimtes die deel uitmaakten van de stadsversterkingen, die nu tegen de Fransen waren gericht. Ze gebruikten daarvoor de oude kazematten van Vauban. Vanaf 1873 werden ze verhuurd als opslagplaatsen voor | |
[Frans]siècle. Cette même frontière séparait également les châtellenies de Courtrai et de Lille. La frontière paroissiale s'y est greffée à son tour. Après l'abolition de l'Ancien Régime tout est resté en l'état, à une exception près: la paroisse s'est transformée en commune. Ici, la frontière est visible, le plus souvent sous la forme d'un fossé à sec. Mais bientôt surgit devant les yeux du visiteur de la frontière la ville de Menin. Du coup, l'histoire de la ligne de démarcation s'embrouille, incontestablement. Entre 1579 et 1830 Menin fut assiégée à vingt-deux reprises. Conquise, dévastée, reconstruite, reconquise. Peu de villes se seront autant trouvées dans les champs de tension de l'histoire que cette ville de province démantelée. Quelques exemples. Menin tomba aux mains des Espagnols en 1659, puis passa sous domination française en 1668. Entre 1679 et 1689 Vauban en fit une place forte modèle située à la frontière septentrionale de la France. Menin devint autrichienne en 1713, de nouveau française lors de la Révolution, hollandaise après Waterloo (1815) et, enfin, belge. Ici, le tracé de la frontière s'est constamment modifié, pa- | |
[pagina 122]
| |
[Nederlands]petroleum. In de Eerste Wereldoorlog kwamen Duitse soldaten er bekomen van het front (was onder hen ook een jonge Oostenrijkse korporaal?). Het Duitse leger organiseerde intussen grootse parades zonder publiek op de grote markt in Menen, dat net achter de frontlijn lag, geometrische bewegingen die soms voor de Kaiser zelf werden opgevoerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zochten de Menenaars een toevlucht in de kazematten. Nu kan je er mediteren als cultuurtoerist over de tijd die alles ontmantelt, vestingen en legers incluis. In de Barakken, een stadswijk pal op de grens die in de tweede helft van de negentiende eeuw als een paddestoel uit de grond schoot, om de vele grensarbeiders te huisvesten die vanuit België naar Frankrijk pendelden, kom je binnen in het ene land om via de achterdeur in het andere buiten te komen. Deze wijk was het paradijs van de smokkelaars. Uit de picareske verhalen die de Robin Hood-smokkelaar (‘blauwer’) tegen de sheriff of Nottingham-douanier uitspelen, kies ik er een. In 1933 ontdekten douaniers hier een wel zeer ingenieuze smokkelaarsroute: een ondergrondse | |
[Frans]rallèlement au lit changeant de la Lys, épousant la configuration des remparts qui finirent par disparaître. En 1779 encore, il fut procédé à une correction de frontière, opération aux termes de laquelle Louis XVI céda 180 hectares à Marie-Thérèse. Une borne franco-autrichienne conservée dans un jardin à Rekkem, une face décorée de fleurs de lis françaises, l'autre de l'aigle bicéphale, fait figure de relique. Entre 1817 et 1830, les Néerlandais construisirent des casemates, abris voûtés protégés contre les bombes, partie intégrante des fortifications érigées cette fois-ci contre les Français. Ils utilisèrent à cet effet les anciennes casemates de Vauban. A partir de 1873, ces mêmes casemates furent louées, servant dorénavant d'entrepôts de pétrole. Au cours de la Première Guerre mondiale, les soldats allemands, de retour du front, venaient s'y remettre de la fureur des combats (n'y avait-il pas parmi eux un jeune caporal autrichien?). Entre-temps, sur la grand-place de Menin, située juste derrière les lignes du front, l'armée allemande organisait, sans que le public y assistât, d'impressionnantes parades militaires, vastes mouvements géométriques exécutés parfois en | |
[pagina 123]
| |
[Nederlands]treinverbinding in een riool op enkele passen van het douanekantoor. Een speciaal gebouwd wagentje kon drie balen tabak van 40 kilo vervoeren. Hoe lang het systeem gewerkt heeft en hoe groot de omzet was, is nooit bekend geworden. | |
Langs het jaagpadVanaf Menen tot Armentières is de Leie sinds het verdrag van Utrecht in 1713 de grens tussen België en Frankrijk. Lodewijk XIV liet met spijt in het hart Veurne, Ieper, Menen en Doornik aan de Oostenrijkers over. Langs de Leie werden Wervik en Komen middendoor 
Menen (B) - Halewijn (F): de Barakken.
Menen (B) - Halluin (F): les ‘Barakken’. | |
[Frans]présence du Kaiser. Durant la Deuxième Guerre mondiale, les habitants de Menin cherchaient refuge dans les casemates. A présent, le touriste épris de culture peut y méditer sur le temps qui démantèle tout, y compris remparts et armées. Dans les Barakken - quartier situé juste sur la frontière et dont le développement fulgurant, au cours de la seconde moitié du XIXe siècle, avait été dicté par la nécessité de loger les nombreux frontaliers faisant la navette entre la Belgique et la France - on entre dans un pays pour se retrouver, via une porte de sortie, dans un autre. Ce quartier était le paradis des contrebandiers. Parmi les histoires pica- | |
[pagina 124]
| |
[Nederlands]gesneden: Wervicq-Sud en Comines-France zijn sindsdien door een brug met hun Belgische naamgenoten verbonden. Langs het jaagpad gaat de tocht nu daarheen. Maar even buiten de stad wordt de argeloze fietser omgeleid omdat de grens en de Leieoever bezet zijn door een bedrijf dat autowrakken tot schroot vermaalt. In een dag en nacht durend apocalyptisch lawaai worden bergen roestend staal door kraanarmen in binnenschepen en spoorwagons gedumpt. Aan de overkant staan oude fabrieksschoorstenen en lege loodsen. Landen verbannen hun morsigheid nu eenmaal naar grenzen: op de rooilijn in Halluin staan de fabrieken in het gelid, Gravelines heeft de grootste kerncentrale in Europa, verbrandingsovens roken tegen elkaar op. Toch zond dit ingeslapen rivierland ooit zijn zonen uit: de polyglotte humanist en gezant aan het hof van de sultan Ogier van Boesbeke bracht de kalmoes en sering mee uit Turkije. Ik zie de kerktoren van Bousbecque liggen, maar geraak er niet bij, ook niet als ik later die dag langs het | |
[Frans]resques opposant le contrebandier (Robin Hood) au douanier (shérif de Nottingham), j'en retiens une. En 1933, les douaniers découvrirent ici un sentier de contrebandiers des plus ingénieux: une liaison ferroviaire souterraine aménagée dans un égout à quelques pas du bureau de douane. Un wagonnet spécialement conçu pour l'opération pouvait transporter trois balles de tabac de 40 kilos chacune. On n'a jamais su combien de temps le système a fonctionné et quelle quantité a ainsi été transportée. | |
Sur le chemin de halageDepuis le traité d'Utrecht de 1713, la Lys fait fonction de frontière belgo-française entre Menin et Armentières. La mort dans l'âme, Louis XIV abandonna Furnes, Ypres, Menin et Tournai aux Autrichiens. Le long de la Lys, Wervik et Comines furent coupées en deux: depuis lors, un pont relie Wervicq-Sud et Comines-France à leurs homonymes belges. Je me dirige vers ces localités par le chemin de halage. Ayant à peine quitté Menin, le cycliste non averti est dévié | |
[pagina 125]
| |
[Nederlands]Franse jaagpad naar Menen terug fiets: een oude Leiearm verspert alsnog de weg naar het hart van Ogier dat in de dorpskerk bewaard wordt. En in Wervik getuigt de monumentale Sint-Medardus van een groot verleden toen draperieën, de panni di Vervi in heel Europa geëxporteerd werden (1350-1430). Binnenin vind je grafreliëfs met tijdens de Beeldenstorm van 1566 netjes afgehakte hoofden. Het was een repetitie voor een grotere storm die 350 jaar later over deze grensstreek zou razen. Achterin het koor hebben twee vrome en rijke dames, Maria en Clotildis Vandermersch, een glasraam gefinancierd in memoriam eorum 
Wervik (B) - Wervicq-Sud (F): De Leie.
Wervik (B) - Wervick-Sud (F): La Lys. | |
[Frans]parce qu'une entreprise où l'on met des voitures à la casse bloque l'accès à la frontière et à la rive de la Lys. Jour et nuit, dans un bruit apocalyptique, des amas d'acier rouillé sont happés par des grues et chargés sur des péniches ou des wagons. En face se dressent de vieilles cheminées d'usine et des entrepôts vides. Il est de notoriété publique que les pays se délestent de leurs déchets aux frontières: à Halluin, les usines s'alignent le long de la frontière, Gravelines possède la centrale nucléaire la plus puissante d'Europe, les incinérateurs crachent leurs fumées à qui mieux mieux. Pourtant, il fut un temps où ce pays de rivières assoupi envoyait ses fils aux quatre coins | |
[pagina 126]
| |
[Nederlands]qui pro patria occubuere in spem resurrectionis: je ziet er Jezus op een Golgotha vol bekranste kruisen, brandende huizen en lijken. Ik steek de brug over naar Wervicq-Sud. In het Château blanc op de heuvel die de Leievallei domineert, hadden de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog een Feldlazarett ingericht, dat het kerkhof dat hier wat verder ligt, van doden voorzag. Het kasteel staat er nog, te midden van een park waar een landbouwmuseum is gevestigd. Tussen de bomen en struiken ontdek ik een Duits gedenkteken dat herinnert aan de gevallen kameraden die, sneuvelend in de heilige Kampf en begraven in vreemde oorden toch, zo heet het troostend, in het Vaderland liggen. Een reliëf op het cilindervormige gedenkteken toont een piëta: een gekwetste soldaat die door een Madonna-verpleegster wordt verzorgd. In Mein Kampf schreef Hitler dat hij in de nacht van 13 en 14 oktober 1918 op deze heuvel door gasbommen werd verblind. Met verschroeide ogen werd hij afgevoerd naar een hospitaal in Pommeren waar hij, nog halfblind en gefrustreerd, het einde van de oorlog zou meemaken. Alles | |
[Frans]du monde: Ogier de Bousbecque, humaniste polyglotte et ambassadeur à la cour du sultan, rapporta de Turquie l'acore et le lilas. J'aperçois au loin la tour de l'église de Bousbecque mais je ne réussis pas à la rejoindre. Je n'y parviens pas non plus lorsqu'en fin de journée je rentre à Menin à bicyclette, empruntant le chemin de halage, côté français: un ancien bras de la Lys me barre la route qui me mènerait vers le coeur d'Ogier conservé dans l'église du village. A Wervik, l'église monumentale Saint-Médard témoigne d'un passé glorieux du temps où les draperies, les panni di Vervi étaient exportées dans toute l'Europe (1350-1430). A l'intérieur, on trouve des reliefs dont les têtes furent coupées de main experte lors de la fureur iconoclaste de 1566. Ce fut une répétition générale précédant la tempête autrement violente qui, 350 ans plus tard, allait faire rage sur cette région frontalière. Au fond, dans le choeur, deux dames pieuses et fortunées, Maria et Clotildis Vandermersch, ont financé un vitrail in memoriam eorum qui pro patria occubuere in spem resurrrectionis: on y voit Jésus | |
[pagina 127]
| |
[Nederlands]was tevergeefs geweest en de rancuneuze korporaal besloot politicus te worden. In Komen-Comines, Henegouwse enclave sinds 1963, waar Hitler vroeger kwam om uit te rusten (daarvan zijn we zeker: hij vermeldt het stadje in Mein Kampf) - zijn we weer geruisloos over de taalgrens gegaan. De brug tussen Frankrijk en België lijkt drukker bewandeld dan in Wervik. Het is middag en veel schoolgaande jeugd trekt langs Le café des deux Nations Frankrijk in: men stapt hier naar een ander land, maar niet naar een andere taal. Aan het stadhuis in Comines-France hangen de Franse en Belgische vlag uit. 
Romarin (F).
Romarin (F). | |
[Frans]sur un Golgotha parsemé de croix fleuries, de maisons en feu et de cadavres. Je traverse le pont en direction de Wervicq-Sud. Au Château blanc, en haut de la colline qui domine la vallée de la Lys, les Allemands avaient installé, au cours de la Première Guerre mondiale, un Feldlazarett (hôpital de campagne) qui pourvoyait de morts le cimetière avoisinant. Le château est toujours là, au milieu d'un parc où a été aménagé un musée agricole. A travers les arbres et arbustes, je découvre un mémorial allemand élevé à la mémoire des camarades qui, morts au cours du heilige Kampf (combat sacré) et ensevelis en terre étrangère, reposent quand même dans la Pa- | |
[pagina 128]
| |
[Nederlands]Wat zag ik nog? Ik liet Armentières links liggen en reed bij Nieppe enkele kilometers pal op de grens, om dan via Belle de grenspost van Abele op te zoeken. Het zou niet de laatste zijn. Lege grensposten stralen een doffe melancholie uit, achtergelaten als ze lijken door een terugtrekkend leger.
‘...mais que voudrais-je revoir? Peut-être les jacinthes du Mont Noir...’ Je kan de Frans-Belgische grens niet langsreizen zonder in de schaduw te gaan staan van een heel oud kind dat op de hellingen van de Zwarte Berg in het begin van de eeuw zichzelf werd, Marguerite Cleenewerck de Crayencour, ‘het meisje van 't kasteel’. In Sint-Janskappel is een klein museum gewijd aan de Académicienne die hier in 1980 als een beroemdheid terugkwam. Haar eerste bewuste herinneringen zijn die van planten en dieren, schrijft ze in Quoi? L'Éternité. En aan Matthieu Galey bekende ze dat haar sterkste herinneringen ‘sont ceux du Mont Noir, parce que j'ai appris là à aimer tout ce | |
[Frans]trie, comme on dit en guise de consolation. Le monument cylindrique est orné d'un relief représentant une pietà: un soldat blessé, soigné par une infirmière-madone. Dans Mein Kampf Hitler notait que, dans la nuit du 13 au 14 octobre 1918, il fut, sur cette colline, aveuglé par des bombes à gaz. Les yeux brûlés, il fut évacué vers un hôpital de Poméranie où, frustré et frappé de cécité partielle, il devait séjourner jusqu'à la fin des hostilités. Ensuite, convaincu qu'il s'était dépensé en pure perte, le caporal rancunier décida de se lancer dans la politique. A Komen-Comines (enclave hennuyère depuis 1963), où Hitler vint se reposer (nous en avons la certitude: il mentionne explicitement le nom de la petite ville dans Mein Kampf), nous avons de nouveau franchi - quasi imperceptiblement - la frontière linguistique. Le pont séparant la France de la Belgique semble plus animé qu'à Wervik; Il est midi et beaucoup de scolaires entrent en France via le Le café des deux Nations: on entre ici dans un autre pays, non dans une autre langue. L'hôtel de ville de Comines-France arbore les drapeaux belge et français. | |
[pagina 129]
| |
[Nederlands]que j'aime encore: l'herbe et les fleurs sauvages mêlées à l'herbe.’ Er is een foto van het meisje van 't kasteel bewaard, een verwilderd kind met lang neerdansend haar, een volle, bijna sceptische mond en open ogen die dwars door je heen kijken: een vertroebelend vampje met in gebed gevouwen handen op het huisaltaar van het kasteel. De foto is dan ook genomen door ‘un parent un peu bohème qui aimait les petites filles’ (Quoi? L'Éternité, p. 207). Het blijft een van de weinige foto's waarop Marguerite dat moment van gratie kent dat iedereen minstens één keer in zijn of haar leven gegund is. 
Tussen de Rode en de Zwarte Berg (B).
Entre le Mont Rouge et le Mont Noir (B). | |
[Frans]Ce que j'ai vu encore? J'ai laissé Armentières à ma gauche et dans les parages de Nieppe, j'ai pendant quelques kilomètres côtoyé la frontière. Puis, via Bailleul, je me suis rendu au poste frontière d'Abeele. Ce ne serait pas le dernier. Tels des sites abandonnés par une armée en déroute, les postes frontières déserts exhalent une profonde mélancolie.
‘...mais que voudrais-je revoir? Peut-être les jacinthes du Mont-Noir...’ Impossible de longer la frontière franco-belge sans vous trouver à l'ombre d'une très vieille enfant qui, au début du siècle, sur les versants du Mont-Noir, forgea son identité: | |
[pagina 130]
| |
[Nederlands]Het kasteel en de donkere sparren die de naam aan de heuvel gaven, zijn in de Eerste Wereldoorlog kapotgeschoten. In 1912 had haar vader het domein openbaar laten verkopen. De affiche van de verkoop met een indrukwekkende beschrijving van het domein hangt in het museumpje. Op de Mont-Noir kan je nu door het park wandelen, tussen andere bomen. Je ziet de wijdse vlakte in de verte zinderen. Het kasteel is vervangen door een landhuis waar schrijvers van over heel Europa een bed en een bord krijgen om er ongestoord te werken aan hun oeuvre. Ik heb er op warme zomerdagen als het park volstroomt dichters horen voorlezen uit hun werk in het Nederlands, Frans en Italiaans. Dat siert dit domein. Maar misschien zou Yourcenar zelf meer gezien hebben in de clowns en muzikanten die er die zondagen kinderen in de ban hielden. | |
BeeldenstormIn de kerk van Boeschepe werd op 6 maart 1906 de negen- | |
[Frans]Marguerite Cleenewerck de Crayencour, ‘la petite fille du château’. A Saint-Jans-Cappel, un petit musée est consacré à l'Académicienne, laquelle, devenue célèbre, revint ici en 1980. Ses premiers souvenirs, écrit-elle dans Quoi? L'Éternité, concernent les plantes et les bêtes. Et à Matthieu Galey elle confiait que ses souvenirs les plus forts ‘sont ceux du Mont-Noir, parce que j'ai appris là à aimer tout ce que j'aime encore: l'herbe et les fleurs sauvages mêlées à l'herbe.’ Une photo nous montre la petite fille du château: une enfant un peu sauvage aux cheveux longs qui lui tombent sur les épaules, la bouche esquissant une moue presque sceptique, les yeux grands ouverts qui vous transpercent de bout en bout: une petite vamp troublante, les mains jointes en signe de prière s'appuyant sur l'autel de la chapelle du château. La photo a été prise par ‘un parent un peu bohème qui aimait les petites filles’ (Quoi? L'Éternité, p. 207). Il s'agit d'une des rares photos où Marguerite connaît ce fameux moment de grâce que chacun se voit accorder au moins une fois dans sa vie. | |
[pagina 131]
| |
[Nederlands]twintigjarige Géry Ghysel gedood par une balle homicide. Zijn graf op het kerkhof neemt de martelaar op in een groots en enigszins gelogen verband: chassant comme le divin maître les voleurs du temple. Met rieken en hooivorken verdedigden gelovige dorpelingen die dag de kerk tegen de gendarmes die op last van de Franse overheid de kerk te paard binnenreden om de inventaris op te maken van de kerkbezittingen. Twee vrouwen in de kerk doen me het verhaal, en tonen de plek waar Ghysel viel. We zoeken tevergeefs naar kogelgaten in de houten lambrizering. Bij het buitengaan vraag ik hen of ze ook Nederlands verstaan. ‘Nateurlik dat wylder vlams klappen.’ 
Zwarte Berg (F).
Le Mont Noir (F). | |
[Frans]Le château et les sapins sombres lesquels donnèrent son nom à la colline furent ravagés au cours de la Première Guerre mondiale. En 1912, le père de Marguerite avait fait vendre le domaine aux enchères. L'affiche de la vente, donnant une impressionnante description du domaine, est conservée au petit musée. Au Mont-Noir, on peut à présent se promener dans le parc parmi d'autres arbres. Au loin, on voit la vaste plaine vibrer au soleil. Au château s'est substituée une villa où des écrivains en provenance de toute l'Europe se voient offrir le gîte et le couvert afin de pouvoir y poursuivre - en toute quiétude - leur oeuvre. J'y ai entendu, certains dimanches | |
[pagina 132]
| |
[Nederlands]Ik ruik nog enkele zinnen aan hun taal die in deze afgeschermde omgeving op zichzelf is aangewezen en met hen zal verdwijnen. Het is anno 1999 moeilijk te geloven dat in dit stemmige dorpje in 1562 Guilain Damman de eerste openbare, gewapende preek hield op het kerkhof naast de kerk. Vier jaar voor in Steenvoorde de vlam in de pan sloeg en gefrustreerde proletariërs, op zoek naar brood, werk en een zuiverder God, in het Sint-Laurensklooster de beelden van de sokkels sloegen. De beelden zijn sinds de Contra-reformatie terug. En de tumultueuze geuzen lijken hier weer in de katholieke pas te lopen. Daarom besloot ik naar de trappistenabdij op de Katsberg te rijden om te zien of daar iets overbleef van de drift om zich te ontdoen van materie. Dertig paters zingen er de nonen in een kale, neogotische kerk waar alleen een kruisbeeld en een Madonna met kind de behoefte uitdrukken om een gezicht en een menselijk omhulsel te geven aan het goddelijke. Stemmen verheffen zich in de hoogte die leegte is. | |
[Frans]d'été ensoleillés lorsque le parc est envahi par la foule, des poètes réciter leurs textes en néerlandais, français et italien. C'est tout à l'honneur de ce domaine. Mais Yourcenar eût peut-être préféré les clowns et les musiciens qui ces dimanches-là faisaient la joie des enfants.
La fureur iconoclaste Le 6 mars 1906, dans l'église de Boeschèpe, Géry Ghysel, 29 ans, était assassiné par une balle homicide. Au cimetière, sa tombe replace le martyr dans un contexte grandiose bien qu'un peu inexact: chassant comme le divin maître les voleurs du temple. Ce jour-là, armés de fourches à fumier et à foin, les villageois croyants défendirent l'église contre les gendarmes qui, sur ordre des autorités françaises, y pénétrèrent à cheval afin de dresser l'inventaire des biens. A l'intérieur de l'église, deux femmes me racontent l'événement et me montrent l'endroit où Ghysel fut abattu. Nous cherchons en vain les traces des balles sur les boiseries. En sortant, je leur demande si elles comprennent aussi le néerlandais. | |
[pagina 133]
| |
[Nederlands]Michel de Crayencour kwam hier in de eerste maanden van 1903 geregeld troost zoeken bij de abt. De vijftigjarige gentilhomme die net zijn tweede vrouw bij de geboorte van zijn dochter had verloren, en met het kind uit Brussel naar de Zwarte Berg was teruggekomen, hield van gesprekken met inzet. Ook al bleef hij de illusieloze agnosticus. Toen de monniken in ballingschap gingen onder het anti-clericaal bewind van Combes in het begin van de eeuw, kwam de 
Aan de Zwarte Berg (F).
Près du Mont Noir (F). | |
[Frans]‘Nateurlik dat wylder vlams klappen (bien sûr que nous parlons flamand).’ Je renifle encore quelques phrases de leur langue qui dans cette enclave protégée s'est repliée sur elle-même et qui disparaîtra avec elles. Aujourd'hui, on a peine à croire qu'en 1562, dans ce petit village charmant, Guilain Damman prononça le premier sermon public devant des fidèles en armes rassemblés au cimetière, à côté de l'église. Ceci quatre | |
[pagina 134]
| |
[Nederlands]eeuwige dissident op voor de vervolgden: ‘Vive la liberté’ scandeerde hij bij het afmarcheren van de monniken in burgerkledij richting België. In die tijden kon je nog asiel vinden achter deze grens. Naast de abdij zendt een immense mast signalen uit van een andere transcendentie, televisiesignalen. Het blijft lang wachten op het iconoclasme dat die beelden zal vernietigen. | |
HanengevechtWeer aan de voet van de Katsberg. De abdij heerst boven, en hier beneden, in Godewaersvelde, is de richting ook al Godwaarts. Maar het is kermis. In een achterzaal van het Blauwershof, waar Vlaamse leeuwen je overal tegemoet klauwen, wordt een hanengevecht gehouden. Sinds enkele jaren wordt in dit deel van Frankrijk complexloos gebruik gemaakt van de kwaliteitslabels flamand en Flandre. Her en der worden Vlaamse opschriften in ere hersteld. Het vreemde voor een Vlaming uit België die zich ook Nederlandstalige Belg noemt, ligt juist in dat complexloze: in Vlaanderen wordt een sterk gebruik van het label | |
[Frans]ans avant qu'à Steenvoorde n'éclatât la violence et qu'une horde de prolétaires frustrés, en quête de pain, de travail d'un Dieu moins vénal, ne s'acharnât à déboulonner les statues au couvent Saint-Laurent. Depuis la Contre-Réforme, les statues ont rejoint leurs socles. Et tout semble indiquer ici que les gueux tumultueux sont rentrés au bercail catholique. C'est pourquoi je décidai de mettre le cap sur l'abbaye trappiste du Mont-des-Cats pour voir s'il y restait encore quelques traces de la fureur de se libérer de la matière. Trente pères y psalmodient none dans une église néogothique, nue, où seuls un crucifix et une Madone à l'enfant expriment le besoin de doter le divin d'un visage et d'un corps humains. Des voix s'élèvent dans le vide. Dans les premiers mois de l'année 1903, Michel de Crayencour vint, de temps à autre, chercher ici quelque consolation auprès de l'abbé. Le gentilhomme quinquagénaire qui venait de perdre sa seconde femme à la naissance de sa fille et qui avait ramené celle-ci de Bruxelles au Mont-Noir, ap- | |
[pagina 135]
| |
[Nederlands]‘Vlaams’ al snel verdacht gevonden. De waard van het Blauwershof draagt een paardestaart en een zwart hemd met gouden leeuw, maar hij spreekt alleen Frans. Het eerste wat ik zie in de gelagzaal zijn twee mannen in grijsblauwe kielen die elk een haan stevig en teder op de schoot houden terwijl hun poten omwikkeld worden. Onder de banden priemen ijzeren pinnen van een achttal centimeter. Sporen. Via de koer schuifel ik met de stroom mee naar een schuur met in het midden een kooi op een podium: de ritueel afgebakende ruimte voor de agoon, de kamp. Rond deze arena en dit altaar staan, emotieloos en quasi 
Heuvelland (B.)
Heuvelland (B). | |
[Frans]préciait les conversations substantielles. Même s'il devait rester l'agnostique sans illusions. Lorsque, au début du XXe siècle, sous le gouvernement anticlérical d'Émile Combes, les trappistes s'exilèrent, l'éternel dissident prit fait et cause pour les persécutés: ‘Vive la liberté’ cria-t-il lorsque les moines, en civil, prirent le chemin de la Belgique. En ce temps-là, on pouvait encore trouver asile de l'autre côté de la frontière. A côté de l'abbaye, un immense mât émet des signaux d'une autre transcendance: des signaux de télévision. La fureur iconoclaste qui détruira ces images-là n'éclatera sans doute pas de sitôt. | |
[pagina 136]
| |
[Nederlands]onverschillig, mannen in kielen met petten. Ik mis de notabelen die trots zichzelf te kijk stellen op het schilderij van Emile Claus uit 1882 dat een hanengevecht in Vlaanderen voorstelt. Twee bordjes met de namen van de eigenaars worden vastgehecht aan de omheining. Bukke, De Linde. Ook hier is het Risquons-tout. ‘Vingt Francs Jérôme’, herhaalt een man toonloos enkele malen. Er wordt Frans en Vlaams door elkaar gesproken. De hanen worden uit grote rieten korven of houten kisten gehaald, ze moeten even aan elkaar ruiken en elkaar aanraken. Dan worden ze voorzichtig op hun poten neergezet en wordt het hek snel dicht geschoven. Ze wandelen even op en af. Maar vroeg (meestal) of laat (soms) springen ze vliegend tegen elkaar op. Rond hun kop gaan hun veren rechtstaan in een cirkel, een stralenkrans. Veren vliegen in het rond. Er wordt gepikt en gestoken. Een vreemde opwinding maakt zich meester van de vrouw naast mij. Eros en thanatos. Oorlog is de vader van alle dingen. De ene haan ligt bovenop de andere. Het gevecht ligt stil. Hijgende kroppen. De voorlopige overwinnaar kijkt rond, daagt ons allen | |
[Frans]Combats de coqsJe me retrouve au pied du Mont-des-Cats. Là-haut trône l'abbaye mais déjà en contrebas, à Godewaersvelde, la toponymie (God = Dieu) suggère elle aussi la présence du divin. Mais, pour le moment, c'est la ducasse. Dans une arrièresalle du Blauwershof - où, de tous côtés, des lions de Flandre, toutes griffes dehors, vous foudroient du regard - se déroule un combat de coqs. Depuis quelques années, on propage dans cette partie de la France les labels de qualité flamand et Flandre sans le moindre complexe. Un peu partout, des enseignes flamandes se voient réhabilitées. Ce qui surprend un Flamand de Belgique, qui se nomme également un Belge néerlandophone, c'est précisément cette absence de complexe: en Flandre, une utilisation intense de ce label suscite rapidement des soupçons. Le tenancier du Blauwershof, les cheveux en queue de cheval, porte une chemise noire ornée d'un lion d'or mais il parle seulement français. Ce qui retient d'abord mon attention dans la salle, ce sont deux hommes vêtus d'une blouse gris bleu tenant chacun sur les genoux - avec tendresse et fermeté - un coq dont on enveloppe les | |
[pagina 137]
| |
[Nederlands]uit, houdt de andere er met een spoor onder. Pikt, likt achteloos zijn tegenstander. Krachten worden verzameld. Strategie. Liegen over de eigen reserves. Tot het weer van vooraf aan begint: en voorbestemd krijgen zij weer de stuipen, terwijl bloed op kielen en broeken spat. Net zo traden de prins van Oranje en Monsieur, broer van Louis XIV, in 1677 op 11 april, Palmzondag, bij Kassel in de arena. De jonge Oranje zou, vechtend aan het hoofd van zijn cavalerie, twee kogels incasseren in zijn wapenrusting, en zich terugtrekken. De eer was gered maar Frans-Vlaanderen werd definitief ingelijfd bij Frankrijk. Boven deze arena gaat een lichtje branden. De scheidsrechter geeft de resterende rondes aan. Match zéro? De hanen worden uitgeteld afgevoerd, snel en efficiënt in hun korven gedumpt. Aux suivants! Twee hanen gaan er sidderend bij liggen, weigeren door te vechten. Ook als ze met de snavels bij elkaar worden geduwd - ruiken, raken - reageren ze nauwelijks. Ze worden in schande afgevoerd. ‘Enlever’ zegt de scheidsrechter als een haan met gebroken poot geen kans meer maakt. | |
[Frans]pattes. Sous les bandages percent des ergots de fer longs de quelque huit centimètres. Des éperons. Dans le sillage des spectateurs, je passe de la cour à une grange au milieu de laquelle se détache, sur une estrade, une cage: l'espace rituellement délimité pour l'agoon grec, le combat. Autour de cette arène avec, au centre, l'autel, se tiennent, sans états d'âme, presque indifférents, des hommes en blouse, coiffés d'une casquette. Me manquent cependant les notables, se poussant du col, comme sur le tableau peint par Émile Claus en 1882 et mettant en scène un combat de coqs en Flandre. Deux écriteaux mentionnant les noms des propriétaires sont attachés au grillage. Bukke, De Linde. Ici aussi, le Risquons-tout est à l'honneur. ‘Vingt francs, Jérôme’, répète plusieurs fois un homme, d'une voix sourde. On parle, pêle-mêle, français et flamand. On sort les coqs de grands paniers d'osier ou de cageots en bois. Ils doivent se sentir, se toucher quelques instants. Puis, on les met sur les pattes, avec précaution, et on s'empresse | |
[pagina 138]
| |
[Nederlands]Over het bier daalt intussen als een milde bries een regen van veren neer. Dit was een hanengevecht in Vlaanderen, anno 1999. Alsof enkele kilometers verder autoweg en HST er niet waren. Ik rijd naar de hoogste stad van historisch Vlaanderen. Van Cap Gris Nez tot het Limburgse Lummen kan je op een kaart de rij oeroude zandbanken volgen die tijdens het Mioceen (25 tot 7 miljoen jaar geleden) de zee afzoomden. Toen de zee zich terugtrok naar het noorden, werden de hard geworden zandbanken omhoogstuwd. De Kasselberg is met zijn 176 meter de hoogste bult van de hele rij. Vanop het belvédère op deze Mont de Flandre, vanwaar Foch naar het front in Vlaanderen keek, zie je de Romeinse heerbaan van Boulogne kaarsrecht klieven door de vlakte. In de late Oudheid was deze verkeersas die Boulogne met Tongeren verbond via Kortrijk en Velzeke een verdedigingslijn geworden tegen de binnenvallende Germanen. Het zou niet baten. Zo is heel dit gebied zover het oog reikt in alle richtingen eeuwenlang opgenomen in de grote spanning tussen | |
[Frans]de refermer la clôture. Les coqs font quelques pas. Mais tôt (le plus souvent) ou tard (parfois), ils se heurtent de front en s'envolant. Leurs plumes se dressent autour de la tête, formant un cercle, une auréole. Des plumes tourbillonnent à la ronde. Et les coqs de piquer et de griffer. A côté de moi, une femme semble en proie à une étrange excitation. Éros et Thanatos. La guerre est la mère de toutes choses. Les coqs sont couchés l'un sur l'autre. Le combat s'est arrêté. Des poitrines haletantes. Le vainqueur provisoire regarde autour de lui, nous défie tous, maîtrise l'adversaire d'un coup d'ergot, le pique, le lèche d'un air insolent. On rassemble ses forces. On met en place sa stratégie. On ment sur ses réserves. Jusqu'à ce qu'on reprenne tout à zéro: et, comme prévu, les voilà de nouveau en proie aux convulsions alors que le sang éclabousse blouses et pantalons. De la même façon, le 11 avril 1677, dimanche des Rameaux, le prince d'Orange et Monsieur, frère de Louis XIV, entrèrent en lice, près de Cassel. Le jeune Orange, se battant à la tête de sa cavalerie, verrait deux balles trouer son armure et se retirerait. L'honneur | |
[pagina 139]
| |
[Nederlands]Germaans en Romaans, Noord en Zuid. Galliërs hadden zich hier al verschanst. De Romeinen zouden er hun legerkamp bouwen en de naam ervoor (castra) achterlaten. Hun taal verdween hier, maar de dochtertaal vocht terug: het Frans is in deze noord-westhoek van Frankrijk langs de Kanaal- en Noordzeekust in de laatste duizend jaar honderd kilometer opgeschoven van Etaples in de richting van het noorden. Alleen de staatsgrens hield de 
Oost-Cappel (B-F): grenspaal uit 1819 toen België deel uitmaakte van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden. Aan de ene kant leest men F(rance), aan de andere kant N(ederlanden).
Oost-Cappel (B-F): borne frontière datant de 1819, alors que la Belgique faisait partie du Royaume-Uni des Pays-Bas. On lit d'un côté la F de France, de l'autre la N de Nederlanden (Pays-Bas). | |
[Frans]était sauf mais la Flandre française fut définitivement annexée par la France. Au-dessus de l'arène, un voyant s'allume. L'arbitre annonce combien il reste de rounds. Match zéro? Épuisés, les coqs sont évacués et, d'une main leste et experte, remis en cage. Aux suivants! Deux coqs se couchent, tremblotants, refusent de poursuivre le combat. Même lorsqu'on les force à se toucher du bec - sentir, toucher - ils réagissent à peine. Cou- | |
[pagina 140]
| |
[Nederlands]opmars tegen, en de uitstervende guerrilla van een streektaal. In 1071 eigende Robrecht de Fries zich hier in een veldslag de titel van Graaf van Vlaanderen toe. In 1328 werd hier de opstand van Nikolaas Zannekin bloedig in de kiem gesmoord. En in 1677 vond in de vlakte van de Peene de vernietiging van de Spaans-Hollandse strijdmacht plaats, en werd Frans-Vlaanderen geannexeerd. Bij Hondschote - toen al de schim van het ooit machtige textielcentrum - versloegen de sansculotten in 1793 de Engelsen, Oostenrijkers en Hannoveranen onder leiding van de hertog van York. In hetzelfde jaar werd het Frans bij decreet onderwijstaal in de gehele republiek. De negentienjarige Frederik, prins van Oranje, werd in Hondschote aan de schouder gewond en zou zes jaar later aan de gevolgen ervan in Padua sterven: verbannen uit zijn land, als generaal in Oostenrijkse dienst vechtend tegen de legers van Bonaparte in Noord-Italië. Moeten we dat allemaal betreuren? De geschiedenis is er niet om betreurd te worden, maar gekend. De grenzen in | |
[Frans]verts d'opprobre, ils se font sortir. ‘Enlever’, ordonne l'arbitre, lorsqu'un coq, la patte cassée, voit ses chances réduites à zéro. Entre-temps, telle une brise légère, une pluie de plumes tombe sur la bière. Ainsi se déroula, en l'an de grâce 1999, un combat de coqs en Flandre. Comme si, à quelques kilomètres de là, il n'y avait ni autoroute ni TGV. Je me rends en voiture au point culminant de la Flandre historique. Sur une carte, on peut suivre, de cap Gris-Nez jusqu'à Lummen (Limbourg belge), une rangée de bancs de sable qui au cours du miocène (entre 25 et 7 millions d'années avant notre ère) bordaient la mer. Lorsque la mer se retira vers le nord, les bancs de sable, qui entre-temps s'étaient endurcis, furent soulevés. Le mont Cassel, 176 mètres de haut, est la butte la plus élevée de toute la chaîne. Sur ce Mont de Flandre, du haut du belvédère d'où le maréchal Foch observait le front de Flandre, on voit la voie romaine de Boulogne, droite comme un i, fendre la plaine. Vers la fin de l'Antiquité, cet axe routier qui reliait Boulogne à Tongres via Courtrai et Velzeke était devenu une ligne de | |
[pagina 141]
| |
[Nederlands]dit gebied lijken tot stilstand gekomen. Wellicht kunnen ze hoogstens nog verwasemen. De veldslagen zijn gestreden. Hanengevechten spelen ze ritueel na. | |
Moeren/MoëresAls de grens al ergens onzichtbaar is, dan zeker hier, in de Moeren, dit platgeslagen land met kaarsrechte wegen waar wind, regen en hitte straffeloos zichzelf zijn. 
Alveringem (B).
Alveringem (B). | |
[Frans]défense destinée à stopper l'invasion des Germains. Peine perdue. Toute cette région, de quelque côté que l'on se tourne, aussi loin que peut s'étendre la vue, a été, des siècles durant, au centre des grandes tensions opposant la romanité et le monde germain, divisant le Nord et le Sud. Ici, des Gaulois s'étaient déjà retranchés. Les Romains devaient y installer leur camp et y laisser sa dénomination (castra). Leur langue | |
[pagina 142]
| |
[Nederlands]Een schilder-architect, net terug uit Italië heeft dit land voor ons bedacht. Ik zie hem zo over de moerassige watervlakte turen. Zijn naam is Wenceslas Coebergher. Hij schrijft gedichten, verzamelt munten en heeft ook naam gemaakt als econoom, scheikundige en oudheidkundige. Nu werkt hij in dienst van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Na de barokkoepel van de Onze-Lieve-Vrouwbasiliek in Scherpenheuvel, die hij van over de Alpen meebracht naar het noorden, komt het er nu op aan ingenieur te zijn. Hij laat een dijk aanleggen rond het droog te leggen gebied. Drieëntwintig molens en de schroeven van Archimedes doen het werk: geduldig wordt water opgepompt en geloosd in de Ringsloot, het kanaal dat Coebergher heeft laten graven rond de dijk. Het land verschijnt, de lijnen kunnen erop getrokken worden. Het is het laagstgelegen stuk Vlaanderen, een meter onder de zeespiegel. Coebergher realiseerde de drooglegging in 1627 in ruil voor de helft van het drooggekomen land. Wie nog werk van hem wil zien, moet naar het nabij gelegen Sint-Winoksbergen, waar hij als architect tekende voor de Berg van | |
[Frans]disparut dans ce lieu mais l'idiome auquel elle avait donné naissance reprit le combat. Dans cette extrémité nordouest de la France, le long des côtes de la Manche et de la mer du Nord, la langue française s'est déplacée, au cours de ce dernier millénaire, d'une centaine de kilomètres d'Étaples en direction du nord. Seules la frontière et la guérilla agonisante d'un parler régional stoppèrent l'avancée. C'est ici qu'en 1071, au cours d'une bataille, Robert le Frison s'attribua le titre de comte de Flandre. Ici aussi qu'en 1328 fut noyé dans le sang le soulèvement conduit par Nicolas Zannekin. Par ailleurs, en 1677, dans la plaine de la Peene, la coalition hollando-espagnole fut taillée en pièces et la Flandre française annexée. En 1793, près de Hondschoote - qui, à ce moment-là, n'était plus que l'ombre du florissant centre de textile qu'elle avait été autrefois - les sans-culottes battirent les Anglais, Autrichiens et Hanovriens, coalisés et menés par le duc d'York. La même année, un décret imposa le français comme langue d'enseignement dans toute la République. A Hondschoote, Frédéric, prince d'Orange, âgé de dix-neuf ans, fut blessé à l'épaule. Six ans | |
[pagina 143]
| |
[Nederlands]Barmhartigheid (1637), en de regelgeving bepaalde voor deze openbare pandhuizen ‘tot secours van den armen’ in hun strijd tegen de privé-woekeraars. Een nuttige man, deze Vlaamse uomo universale. Tussen 1646 en 1746 werden de Moeren weer onder water gezet. In 1713 werd de grens vastgelegd: voor het eerst werden de Moeren over twee landen, Frankrijk en de Oostenrijkse Nederlanden, verdeeld. Over het blinkende water werd een denkbeeldige lijn getrokken van de kerktoren van Hondschote naar het Groot Moerhof. Meetkunde was weer eens wat het ooit geweest was in Egypte: landmeetkunde. In 1770 braken de dijken en werd het gebied weer overstroomd. De Moeren zouden de laatste keer blank komen te staan in 1944, onder water gezet door de Duitsers die zich in Duinkerke verschanst hadden. Wie vandaag fietst door de Moeren kan zich nergens verschansen. Ik reed er die hete julidag met de wagen door en probeerde de grens te volgen. In de verte liep de autoweg naar Calais. | |
[Frans]plus tard, il mourrait à Padoue des suites de sa blessure: exilé de son pays, engagé au service des Autrichiens dans la bataille opposant ces derniers à Napoléon en Italie du Nord. Devons-nous regretter tout cela? L'histoire n'a pas à être regrettée, elle ne demande qu'à être connue. Dans cette contrée, les frontières semblent s'être stabilisées. Tout au plus peuvent-elles encore s'évaporer. Les batailles ont pris fin. A présent, seuls les combats de coqs en miment les rites. | |
Moeren/MoëresS'il est un endroit où la frontière est invisible, c'est bien ici, dans les Moëres, pays aplati, aux routes rectilignes, où le vent, la pluie et la chaleur sévissent en toute impunité. Ce pays, nous le devons à un peintre-architecte qui l'a conçu à son retour d'Italie. Je le vois promenant son regard sur la lagune. Il s'appelle Wenceslas Coebergher. Il écrit des poèmes, collectionne des monnaies et s'est acquis une solide réputation en tant qu'économiste, chimiste et spécialiste de l'Antiquité. Actuellement, il travaille au service des archiducs Al- | |
[pagina 144]
| |
[Nederlands]Ernaast trof ik het Groot Moerhof, een monumentale hoeve uit 1762 die nu een restaurant is. De grens loopt er dwars door de gelagzaal. Op 8 november 1996 confronteerden een onderzoeksrechter uit Veurne en Rijsel hier Nelly Vervaque uit Nieuwpoort met de Franse Nicolas Horrent. Beiden werden verdacht van de moord op Vervaque's man, de Diksmuidse pannenkoekenbakker Roland Lefever. Vervaque zou de opdracht gegeven hebben tot de moord, Horrent zou die voor veel geld hebben uitgevoerd, geholpen door Vervaque. De discussie ging over die voorbedachte rade: Vervaque ontkende die, en beweerde in een opwelling van woede gehandeld te hebben, wegens het zoveelste overspel van haar man. 
De Moeren (F).
Les Moëres (F). | |
[Frans]bert et Isabelle. Après avoir construit la coupole baroque de la basilique Notre-Dame à Scherpenheuvel (Montaigu), fruit de son séjour transalpin rapporté dans le Nord, il importe à présent de faire oeuvre d'ingénieur. Il fait entourer d'une digue l'espace à assécher. Vingt-trois moulins munis de vis d'Archimède font le travail: patiemment, ils pompent les eaux, déversées ensuite dans le Ringsloot, le canal que Coebergher a fait creuser autour de la digue. Les terres apparaissent, prêtes à être parcellisées. Nous voici en présence de la partie la plus basse de la Flandre, située à un mètre au-des-sous du niveau de la mer. Coebergher réalisa ses travaux en 1627 en échange de la moi- | |
[pagina 145]
| |
[Nederlands]Horrent was in Frankrijk aangehouden en het verzoek om hem uit te leveren werd afgewezen. Hij stond in Frankrijk terecht, Vervaque in België. Het Moerhof bracht redding. Er werd niets aan het toeval overgelaten bij de confrontatie. Een Veurnse landmeter moest uitsluitsel brengen over de juiste ligging van de grens. De confrontatie was delicaat, want indien Horrent één stap op Belgische bodem zou zetten, zou de Veurnse onderzoeksrechter hem onmiddellijk moeten aanhouden. Ik kon het ‘Deskundig verslag’ van de landmeter inzien.Ga naar eind(2.) Le Moniteur Belge van 1887, ondertekend door koning Leopold II, werd erbij gehaald. De tekst herhaalt de grensafbakening van 1820, en verandert niets aan de formulering in de paragrafen die ons hier aangaan: er blijft sprake van een grens tussen France en Pays-Bas. Het Staatsblad heeft het expliciet over het referentiepunt van de schoorsteen op het Moerhof, en de verlengde lijn die van daaruit naar de kerktoren van Hondschote moet getrokken worden en bevestigt daarmee de grensbepaling van 1713. De landmeter beschikte ook over ruilverkavelingsplannen aan de Franse kant van de grens en kon zo | |
[Frans]tié des terres asséchées. Le visiteur désireux de voir d'autres réalisations de Coebergher doit se rendre à Bergues où l'architecte dressa les plans du Mont-de-Piété et réglementa le fonctionnement de ces établissements de prêt sur gage destinés à venir ‘au secours des pauvres’ dans leur lutte contre les usuriers privés. Décidément, un homme utile, cet ‘uomo universale’ flamand. Entre 1646 et 1746, les Moëres furent à nouveau inondés. La frontière fut fixée en 1713: pour la première fois, deux pays, la France et les Pays-Bas autrichiens, se partagèrent les Moëres. Sur les eaux scintillantes fut tracée une ligne imaginaire reliant la tour de l'église de Hondschoote au Groot Moerhof. La géométrie fut une fois encore ce qu'elle avait été autrefois en Égypte: l'art de mesurer la terre. En 1770, une rupture des digues immergea à nouveau la région. En 1944, les Moëres furent une dernière fois inondés par les Allemands qui s'étaient retranchés à Dunkerque. Celui qui, aujourd'hui, parcourt les Moëres à bicyclette ne peut se retrancher nulle part. Je les traversai en voiture un jour de juillet, par une chaleur torride, m'efforçant de suivre | |
[pagina 146]
| |
[Nederlands]min of meer de grenslijn bepalen. De meetkundige in hem was echter niet helemaal tevreden en om zeker te spelen, ‘werd aan de landsgrens een veiligheidszone van één meter toegevoegd’. Horrent mocht koste wat het kost niet over die grens! En zo geschiedde. Tijdens de confrontatie in een nieuw aangebouwde veranda verliep alles naar wens. Een speciaal op het erf aangevoerd campingtoilet pal op de grens moest eventuele natuurlijke behoeften lenigen. Er wordt niet vermeld of het gebruikt werd. Soms zijn grenzen heel nuttig. Je moet ze aanvaarden om ze te kunnen omspelen, in de luren te leggen. Elk aan een kant van tafel gaan zitten, en overleggen in gewapende vrede. Geschraagd door een lijn die er niet is en toch weer wel, en die veiligheid garandeert. | |
Blijde intredeDe laatste grenspost is die tussen Adinkerke en Bray-Dunes. De obligate afspanning heet hier Au drapeau français; in het oude douanekantoor worden nu Leonidaspralines verkocht. Een gerestaureerde Frans-Nederlandse | |
[Frans]la frontière. Au loin, j'aperçus l'autoroute de Calais et, dans les parages, le Groot Moerhof, une ferme monumentale datant de 1762, transformée en restaurant. La frontière traverse la salle. C'est ici que, le 8 novembre 1996, deux juges d'instruction, l'un de Lille, l'autre de Furnes, confrontèrent Nelly Vervaque, originaire de Nieuport (Belgique), avec le Français Nicolas Horrent. Tous deux étaient suspectés d'avoir assassiné le mari de Vervaque, Roland Lefever, crêpier de son état, établi à Dixmude. Vervaque aurait commandité le meurtre. Horrent l'aurait perpétré moyennant une substantielle rétribution, Vervaque lui ayant par ailleurs prêté main-forte. La discussion portait sur la préméditation. Vervaque la nia, prétendant avoir agi dans un accès de colère provoqué par la découverte de l'énième infidélité de son mari. Horrent avait été arrêté en France, mais la justice française avait refusé de l'extrader. Il devait comparaître en France, Vervaque en Belgique. Le Moerhof permit de sortir de l'impasse. Lors de la confrontation, rien ne fut laissé au hasard. Un géomètre furnois dut fixer la position exacte de la frontière. La confrontation s'avérait des | |
[pagina 147]
| |
[Nederlands]grenspaal uit 1819 heeft er zijn bloemperkje; een treinspoor verliest zich in de verte tussen onkruid, en bewijst dat aan grenzen dingen nog altijd kunnen ophouden. Omdat men niet verder wil of mag. We zijn in een uithoek van het duinenreservaat Westhoek. Een twee kilometer scheiden me van de zee. Ik hoef alleen nog de ‘grenspadwandeling’ af te leggen om deze onderneming te beëindigen. Achter het prikkeldraad ligt een Franse camping die me zal vergezellen tot aan het strand. Voor een keer zijn het de Fransen die de duinen hier schaamteloos hebben vervuild met caravans. De Belgen hebben het gedaan met verkavelingen en rijkelijk laat de ca. 
Duinenreservaat Westhoek in De Panne (B): Romeinse vlakte en in de verte een bouwsel van de Franse camping Le Perroquet.
Réserve naturelle du Westhoek à La Panne (B): plaine romaine et au loin une construction du camping français Le Perroquet. | |
[Frans]plus délicates. Si Horrent mettait un seul pas sur le sol belge, le juge d'instruction furnois serait contraint de l'arrêter séance tenante. J'ai pu consulter le ‘compte rendu d'expertise’ rédigé par le géomètre.Ga naar eind(2.) On s'y référait à un texte publié dans Le Moniteur belge en 1887 et signé par le roi Léopold II. Le texte confirme le tracé de la frontière établi en 1820 et ne change pas un iota à la formulation des paragraphes qui nous concernent ici: il y est toujours question d'une frontière entre la France et les Pays-Bas. Le Moniteur mentionne explicitement le point de référence que constitue la cheminée du Moerhof, de même que la ligne qu'à partir de ce point il faut tracer vers la tour de l'église de Hond- | |
[pagina 148]
| |
[Nederlands]350 overblijvende hectaren beschermd en aan de bouwzucht van de kustmaffia onttrokken. De bewegwijzering en afrastering zijn voorbeeldig. Er is zelfs een poging gedaan om wildernis aan te leggen: ‘nieuwe natuur’ heet dat nu, de laatste loot aan de boom van het geloof in de maakbaarheid. Een bord leert dat konikpaarden, afstammelingen van het uitgestorven wilde paard, en hooglandrunderen met brede horens nu hun hoogsteigen biotoop hebben gekregen. Voor de mens is er ‘geen doorgang’. Hij mag alleen toekijken. De wandelaar loopt zo door een schizofreen gebied: rechts van de grens wordt de natuur zorgvuldig omringd en afgeschermd; links ervan wordt ze onverschillig bezet. Om het geheel symbolisch te maken, wappert boven op het Franse duin bij de receptie van de camping een Europese vlag. Vlak bij het strand vind ik de laatste Frans-Nederlandse grenspaal uit 1819: zwaar gehavend is ze aan de aandacht van de restaurateurs (of het gebrek aan sponsoring) ontsnapt. Maar ongewild wordt ze een symbool. | |
[Frans]schoote, confirmant ainsi la frontière telle qu'elle avait été fixée en 1713. Le géomètre disposait également d'un certain nombre de plans de remembrement intéressant le côté français de la frontière, ce qui lui avait permis de déterminer avec plus ou moins de certitude la ligne de démarcation. Mais, conscient de ses responsabilités de géomètre, notre homme n'était pas tout à fait satisfait et, pour parer à toute éventualité, ‘il fut ajouté à la frontière une zone de sécurité d'un mètre de large’. Il fallait empêcher coûte que coûte que Horrent ne franchît la frontière. Ainsi dit, ainsi fait. Au cours de la confrontation, organisée dans une véranda nouvellement construite, adossée au restaurant, tout se déroula à souhait. Dans la cour, des toilettes de camping avaient été spécialement installées, à même la frontière, pour le cas où... On ne dit pas s'il en fut fait usage. Parfois, les frontières se révèlent d'une grande utilité. On doit les accepter si l'on veut les contourner, les déjouer. Il importe de se mettre à table, chacun d'un côté, et de négocier sur fond de paix armée, s'appuyant sur une ligne tantôt absente, tantôt présente, garante de sécurité. | |
[pagina 149]
| |
[Nederlands]Want op dit strand was op 17 juli 1831 de veertigjarige Leopold van Saksen-Coburg-Gotha in een koets langsgekomen. Een dag vroeger was hij uit Dover vertrokken met bestemming Calais. In Duinkerke was hij de zeventiende juli het strand opgereden tot vlak voor De Panne, waar de weg naar Veurne aftakt. Daar waar nu zijn monument staat, was hij uitgestapt voor zijn Blijde Intrede: Hic Leopoldus primus Belgarum rex XVII die mensis Julii A 1831 terram belgicam ingressus est et solemniter receptus, staat boven het standbeeld van een rigide man (Hier betrad Leopold I, koning der Belgen, op 17 juli 1831 Belgische grond en werd hij plechtig 
De Panne (B): monument voor Leopold I.
La Panne (B): monument à Léopold I. | |
[Frans]Joyeuse entréeLe dernier poste frontière se situe entre Adinkerke et Bray-Dunes. L'inévitable auberge s'appelle ici Au drapeau français. Dans l'ancien bureau de douane se vendent à présent des pralines de la marque Leonidas. Une borne franconéerlandaise restaurée, datant de 1819, trône au milieu d'un petit parterre de fleurs; une voie ferrée disparaît au loin dans les mauvaises herbes et prouve ainsi qu'aux frontières certaines choses peuvent toujours s'arrêter. Parce qu'on ne veut pas ou qu'on ne peut pas continuer. Nous nous trouvons ici à l'extrémité de la réserve naturelle du Westhoek. Environ deux kilomètres me séparent de la | |
[pagina 150]
| |
[Nederlands]ontvangen). De kroon van Griekenland had hij geweigerd. Die van België zou hij aanvaarden. ‘Je ne dis pas que je n'accepterai pas l'offre flatteuse que vous voulez me faire.’ had hij met gevoel voor diplomatie en litotes aan de Belgische afvaardiging gezegd. Ik wandel het immense strand op. Koninklijke grond in het kwadraat, want in de Eerste Wereldoorlog marcheerde de nationale dichter Emile Verhaeren hier gesticulerend met koningin Elisabeth. De Panne was toen met zijn koninklijke villa en zijn lazaret in Hotel Océan het zenuwpunt van wat van la Belgique martyre restte. De koning-ridder tuurde er vanaf een duin over zee of schouwde de troepen op het strand, gevangen tussen de ‘eervolle’ verdediging van zijn land waartoe hij gedwongen werd en zijn onwil om bloed te vergieten. Vandaag 17 juli 1999 schouw ik de late baders die opbreken en naar de camping sjokken. De zon daalt neer over het koninkrijk der Belgen en de Franse Republiek. Wat rest mij nog dan de zee inlopen die alle grenzen uitwist? Beschouw het maar als mijn blijde intrede. | |
[Frans]mer. Il me reste à faire la promenade le long du ‘sentier de la frontière’ pour terminer mes pérégrinations. Derrière les fils de fer barbelés s'étend un camping français que je longerai jusqu'à la plage. Ici, ce sont les Français qui - une fois n'est pas coutume - ont impudemment pollué les dunes en y installant des caravanes. Ne voulant pas être en reste, les Belges les ont polluées à coup de lotissements. Ce n'est qu'in extremis qu'ils ont protégé les quelque 350 hectares restants, les mettant ainsi à l'abri des appétits immobiliers de la mafia côtière. Le balisage et les grillages sont exemplaires. On s'est même efforcé d'aménager des friches: cela s'appelle ‘nouvelle nature’, dernier cri en matière de ‘faisabilité’. Un panneau m'apprend que des poneys Koniks, descendants d'une race de chevaux sauvages à présent disparue, ainsi que des boeufs à larges cornes des Highlands disposent désormais d'un biotope propre. Les humains, eux, se heurtent à un ‘passage interdit’. Ils ne sont autorisés qu'à observer. Le promeneur traverse ainsi une zone schizophrène: à droite de la frontière, la nature se voit soigneusement clôtu- | |
[pagina 151]
| |
[Nederlands]Bibliografische aantekening:De geïnteresseerde lezer vindt in de jaargangen van dit jaarboek verdere informatie over Ogier van Boesbeke (1993, XVIII, pp. 203-217), Zannekin (1978, III, pp. 24-37), de trappistenabdij op de Katsberg (1995, XX, pp. 203-213), Marguerite Yourcenar (1993, XVIII, pp. 97-113), de Bergen van Barmhartigheid van Wenceslas Coebergher (1986, XI, pp. 71-88), de Moeren (1983, VIII, pp. 95-115). Het motto van jozef deleu komt uit Citoyen de la Frontière, Kritak, Leuven, 1988, 30 blz. | |
[Frans]rée et protégée; à gauche, elle est investie dans l'indifférence générale. Au sommet de la dune française, près de la réception du camping français, flotte le drapeau européen: tout un symbole! A proximité immédiate de la plage, je trouve la dernière borne franco-néerlandaise datant de 1819: fortement endommagée, elle a échappé à l'attention des restaurateurs (ou n'a pu compter sur la générosité des sponsors). Mais, malgré elle, elle devient emblématique. Il se trouve en effet que, le 17 juillet 1831, Léopold de Saxe-Cobourg-Gotha, âgé de quarante ans, se déplaçait en calèche sur cette plage. La veille, il était parti de Douvres à destination de Calais. Le dix-neuf juillet, il avait, depuis Dunkerque, longé la plage jusqu'à l'entrée de La Panne, là où la route s'embranche sur celle de Furnes. A l'endroit où se dresse à présent son monument, il était descendu et avait entamé sa Joyeuse Entrée: Hic Leopoldus primus Belgarum rex XVII mensis Julii A 1831 terram belgicam ingressus est et solemniter receptus, lit-on au-dessus de la statue d'un homme à l'allure rigide (Le 17 juillet 1831, Léopold Ier, roi des Belges, foula ici le | |
[pagina 152]
| |
[Frans]sol belge et fut accueilli solennellement). Ayant refusé la couronne de Grèce, il accepterait celle de Belgique. ‘Je ne dis pas que je n'accepterai pas l'offre flatteuse que vous voulez me faire’, avait-il déclaré à la délégation belge, manifestant ainsi son sens de la diplomatie et son goût de la litote. Je me rends sur l'immense plage. C'est une terre à plus d'un titre, lors de la Première Guerre mondiale, le poète national Émile Verhaeren se promenait ici, gesticulant, aux côtés de la reine Élisabeth. Avec sa villa royale et son hôpital de campagne installé à l'Hôtel Océan, La Panne était alors le centre nerveux de ce qui restait de la Belgique martyre. Du haut d'une dune, le roi-chevalier scrutait la mer ou passait en revue ses troupes rassemblées sur la plage, déchiré entre, d'une part, le devoir de défendre ‘honorablement’ son pays et, d'autre part, son refus de verser inutilement le sang de ses soldats. Aujourd'hui, 17 juillet 1999, je passe en revue les derniers baigneurs qui ramassent leurs affaires et regagnent d'un pas indolent leurs campings. Le soleil se couche sur le royaume des Belges et sur la République française. Que me reste-t-il à faire sinon à m'élancer dans la mer, laquelle, comme on sait, efface toutes les frontières? Ce sera, on l'aura compris, ma joyeuse entrée à moi. | |
Notice bibliographique:Le lecteur intéressé trouvera dans les diverses livraisons de ces annales de plus amples informations sur Ogier de Bousbecque (1993, XVIII, pp. 203-217), Zannekin (1978, III, pp. 24-37), l'abbaye trappiste du Mont-des-Cats (1995, XX, pp. 203-213), Marguerite Yourcenar (1993, XVIII, pp. 97-113), les Monts-de-Piété de Wenceslas Coebergher (1986, XI, pp. 71-88), les Moëres (1983, VIII, pp. 95-115). Le texte mis en exergue est extrait de jozef deleu, Citoyen de la Frontière, Kritak, Leuven, 1988. On trouvera la traduction française de ce texte par urbain dewaele, dans Ligne, Frontière, Horizon, Mardaga, Liège, 1993.
(Traduit du néerlandais par Urbain Dewaele) |
|