| |
| |
| |
C. Bijdragen / Articles
Aubry, Martine
147. Le Centre d'Histoire de la Région du Nord et de l'Europe du Nord-Ouest. 1990, XV, pp. 98-110 - Avec ill. et tabl./ Met afb. en tab.
Ce centre est né en 1974 à la Faculté des Lettres de l'Université d'État de Lille de la fusion de deux centres existants. Les trois piliers de ce centre, dont l'article évoque les activités, sont la bibliothèque, le centre de documentation et le centre de recherche. (Résumé par M. Nuyttens)
●
In 1974 werd dit centrum opgericht aan de Faculteit der Letteren van de Rijselse Rijksuniversiteit. Het ontstond door de samensmelting van twee bestaande centra. De drie pijlers van dit centrum, waarvan de activiteiten hier worden besproken, zijn: de bibliotheek, het documentatiecentrum en het onderzoekscentrum. (Samenvatting door M. Nuyttens)
Backhouse, Marcel
148. Bijdrage tot de geschiedenis van de Hervorming in het land van het Vrijleen: enkele kanttekeningen bij de preken tijdens de Beroerten van 1566. 1988, XIII, pp. 125-135 - Met tab. en krt. / Avec tabl. et crt.
Het land van het Vrijleen was een klein territorium omringd door Vlaanderen en Artesië. De geschiedenis van de Hervorming in deze streek is nauw verbonden met die van het aangrenzende Westkwartier. Het land van het Vrijleen speelde een belangrijke rol in de verspreiding van het calvinisme. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
Le pays de l'Alleu était un petit territoire entouré par la Flandre et l'Artois. Dans cette région, l'histoire de la Réforme est étroitement liée à celle du West-quartier limitrophe. Le pays de l'Alleu joua un rôle important dans la diffusion du calvinisme. (Traducteur du résumé: W. Devos)
Backhouse, Marcel
149. Korte peiling naar de sociale stratificatie van de toehoorders der hagepreken in het Westkwartier in 1566. 1994, XIX, pp. 155-168 - Met tab. en afb./ Avec tabl. et ill.
Op basis van het beroep, de geconfisqueerde goederen en de opgelegde geldboetes peilt de auteur naar de sociale status van de toehoorders van de hagepreken in het Westkwartier in 1566. Alle groepen waren vertegenwoordigd, maar twee categorieën domineerden duidelijk: de textielarbeiders en de ambachtslui. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
A partir de leur métier, des biens confisqués et des amendes infligées, l'auteur tente d'établir le statut social des auditeurs de prêches de haies dans le West-quartier en 1566. Tous les groupes sociaux y étaient représentés, mais deux catégories dominaient nettement: les travailleurs du textile et les artisans. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Baetens, R.
150. Het Nederlands in een spanningsveld. Nieuwe inzichten omtrent het taalgebruik te Duinkerke tijdens het Ancien Régime. 1990, XV,
| |
| |
pp. 111-127 - Met tab. /Avec tabl.
De evolutie van het taalgebruik in Duinkerke tijdens het Ancien Régime werd al vaker bestudeerd. Op basis van een studie van de Duinkerkse schepenregisters wordt het bestaande beeld genuanceerd. Vooral de periode 1585-1669 krijgt in deze bijdrage de aandacht. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Ce n'est pas la première fois qu'on étudie l'usage des langues à Dunkerque au cours de l'Ancien Régime. Toutefois, une étude des registres échevinaux dunkerquois permet de nuancer l'idée qu'on s'en faisait. C'est surtout la période 1585-1669 qui retient l'attention de l'auteur. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Baudelle, Guy
151. La place de Villeneuve d'Ascq dans l'agglomération lilloise et la région du Nord. 1986, XI, pp. 59-69 - Avec ill. / Met afb.
Dans les années soixante, le gouvernement français décida la création de quelque neuf villes nouvelles. Depuis, Villeneuve d'Ascq, aux portes de Lille, est devenue une ville de plus de 70.000 habitants, un centre intellectuel et culturel qui héberge et emploie essentiellement une population jeune à haut niveau de formation. Et pourtant le rayonnement de Villeneuve d'Ascq est assez réduit. Le rôle économique joué par la ville se limite aux activités économiques locales. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
In de jaren zestig besliste de Franse regering een negental nieuwe steden te bouwen. Inmiddels is Villeneuve d'Ascq, vlakbij Rijsel, uitgegroeid tot een stad met meer dan 70.000 inwoners. Deze stad heeft zich ontwikkeld tot een intellectueel en cultureel centrum waar vooral een jonge en hooggeschoolde bevolking leeft en werkt. Toch is de uitstraling van Villeneuve d'Ascq vrij klein. De economische rol die de stad speelt, blijft beperkt tot de lokale economische activiteiten. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Berings, Geert
152. Vijf cisterciënzerinnenabdijen in Frans-Vlaanderen. Stichting en vroegste geschiedenis. 1994, XIX, pp. 75-89 - Met afb. / Avec ill.
In deze bijdrage onderzoekt de auteur de vroegste geschiedenis van vijf cisterciënzerinnenabdijen: Blendecques, Woestine, Beaupré, Ravensberg en Bonham. Naar deze abdijen blijkt nog geen wetenschappelijk onderzoek te zijn gedaan. Opvallend is de dominante positie van de plaatselijke grootgrondbezitters, die deze stichtingen een rol lieten spelen in hun patrimoniale politiek. De bisschoppen en de Vlaamse graven daarentegen speelden geen rol van betekenis. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Dans cet article, l'auteur étudie les débuts historiques de cinq abbayes cisterciennes: Blendecques, Woestine, Beaupré, Ravensberg et Bonham. A ce jour, ces abbayes n'avaient fait l'objet d'aucune recherche historique. Ce qui frappe, c'est la position dominante des grands propriétaires terriens locaux, qui assignèrent à ces abbayes un rôle dans leur politique patrimoniale. Par contre ni les évêques ni les comtes de Flandre n'intervinrent de façon significative. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Berteloot, Amand
153. De Middelnederlandse legende van Sint-Godelieve. Een tekstkritische studie van een heiligenleven op de taalgrens. 1988, XIII, pp. 79-88 - Met facs. / Avec facs.
| |
| |
In dit artikel wordt een tekstkritische bespreking geven van de verschillende verhalen over het leven van Sint-Godelieve. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
Cet article se livre à une critique de texte des différents récits de la vie de sainte Godelieve. (Résumé par J. Fermaut)
Bethouart, Bruno
154. Le M.R.P. dans le Nord-Pas-de-Calais. 1987, XII, pp. 152-168 - Avec ill. / Met afb.
Au lendemain de la Libération, le M.R.P. (Mouvement Républicain Populaire) enregistra un éclatant succès électoral. Mais le parti ne tarda pas à s'émietter pour s'assoupir dès 1967. Le principal meneur du M.R.P. dans le Nord-Pas-de-Calais était Maurice Schumann.
●
De christen-democratische partij M.R.P. (Mouvement Républicain Populaire) boekte na de bevrijding een groot electoraal succes. Dat succes brokkelde echter snel af en vanaf 1967 is de partij ingedommeld. De belangrijke voorman van de M.R.P. in het Noorden-Nauw-van-Kales is Maurice Schumann.
Blanckaert, Serge
155. La construction navale dunkerquoise en question. 1986, XI, pp. 31-45 - Avec ill. / Met afb.
L'auteur évoque l'histoire de la construction navale à Dunkerque, menacée de fermeture. Il cherche les causes de cette profonde crise. A son avis, Dunkerque et toute la région ont tout intérêt au maintien de la construction navale, même si les chantiers ne sont plus le moteur de l'économie locale. (Résumé par D. Verbeke)
●
De auteur schetst de geschiedenis van de scheepsbouw in Duinkerke, die nu door sluiting wordt bedreigd. Hij gaat na wat de oorzaken zijn van deze diepe crisis. Duinkerke en heel de regio hebben er volgens hem alle belang bij dat de scheepsbouw behouden blijft, ook al is de werf niet langer de motor van de lokale economie. (Samenvatting door D. Verbeke)
Blanckaert, Serge
156. Quelle place pour le 3e port français (Dunkerque) dans l'Europe?. 1994, XIX, pp. 33-47 - Avec ill. et crt. / Met afb. en krt.
Dunkerque est officiellement le troisième port de France. L'auteur étudie l'évolution des activités de ce port et surtout l'impact de la concurrence des ports belges d'Anvers, Gand et Zeebrugge. Il en conclut que c'est en fait Anvers qui est devenu le troisième port de France; mais Dunkerque travaille d'arrache-pied à reconquérir cette position. (Traducteur du résumé: J. Feys)
●
Officieel is Duinkerke de derde Franse haven. De auteur gaat na hoe de activiteiten in deze haven evolueren en voornamelijk ook wat de gevolgen zijn van de concurrentie van de Belgische havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge. De schrijver concludeert dat eigenlijk Antwerpen de derde haven van Frankrijk is geworden; Duinkerke werkt er echter hard aan om die positie te heroveren. (Vertaling van de samenvatting door J. Feys)
Bossu, Jozef
157. Petrus Plancius, predikant en geograaf. 1991, XVI, pp. 107-124 - Met prt., krt. en afb./ Avec portr., crt. et ill.
| |
| |
Petrus Plancius (Pieter Platevoet), geboren in 1552 in Dranouter (B), was niet alleen een belangrijk cartograaf, maar ook een van de belangrijkste hervormde predikanten. Mede door zijn toedoen kreeg op de Synode van Dordrecht (1618-1619) het strenge calvinisme de bovenhand. In deze bijdrage wordt zijn werk als predikant en als cartograaf besproken. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Petrus Plancius (Pieter Platevoet), né en 1552 à Dranouter (B), n'était pas seulement un éminent cartographe, mais aussi un des principaux prédicateurs réformés. C'est en particulier grâce à lui que le calvinisme pur et dur l'emporta au synode de Dordrecht (1618-1619). L'article évoque aussi bien son activité de prédicateur que celle de cartographe. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Bossuyt, Ignace
158. De gebroeders Regnart uit Dowaai, een familie van componisten uit de tweede helft van de 16de eeuw. 1986, XI, pp. 124-139 - Met facs. en prt. / Avec facs. et portr.
De gebroeders Regnart waren afkomstig uit Dowaai en leefden in de tweede helft van de 16e eeuw. Jacob Regnart behoorde tot de belangrijkste kring van laatrenaissancistische polyfonisten die tijdens de tweede helft van de 16de eeuw de Nederlandse traditie aan de Habsburgse hoven in Duitssprekende landen een late bloei bezorgden. Zijn broer François speelde een niet te verwaarlozen rol bij het in stand houden van deze traditie in de Nederlanden zelf. (Vertaling van de samenvatting door P. Lecompte)
●
Les frères Regnart étaient originaires de Douai et vivaient dans la seconde moitié du XVIe siècle. Jacob Regnart appartenait au principal cercle de polyphonistes de la fin de la Renaissance, responsables au cours de la seconde moitié du XVIe siècle d'une tardive floraison de la tradition néerlandaise dans les cours habsbourgeoises des pays de langue germanique. Son frère François joua un rôle non négligeable dans le maintien de cette tradition dans les Pays-Bas mêmes. (Traducteur du résumé: P. Lecompte)
Bossuyt, Ignace
159. De kathedraal van Kamerijk als musikaal centrum tijdens de Renaissance. 1988, XIII, pp. 49-63 - Met afb., krt. en facs. / Avec ill., crt. et facs.
Vanaf het begin van de 15de eeuw werd Kamerijk een van de muzikale knooppunten van waaruit zich over heel West-Europa een nieuwe kunst verspreidde. De kathedraal speelde daarbij een belangrijke rol. Hier werd de grondslag gelegd voor de Nederlandse polyfonie. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
Dès le début du XVe siècle, Cambrai devint un des centres musicaux qui propagèrent un art nouveau à travers toute l'Europe. La cathédrale joua un rôle de premier plan dans cette diffusion: on y jeta les bases de la polyphonie néerlandaise. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Bossuyt, Ignace
160. De componist Franciscus Galletius en de Contrareformatie te Dowaai op het einde van de zestiende eeuw. 1991, XVI, pp. 145-160 - Met facs. / Avec facs.
De musicus Franciscus Galletius (François Gallet) werd omstreeks 1555 geboren in Bergen (Henegouwen). Hij is een stads- en tijdgenoot van Orlandus Lassus. Galletius, die verbonden was aan de collegiale Sint- Amatuskerk in Dowaai, genoot
| |
| |
alleen lokale bekendheid. Zijn activiteiten als musicus worden besproken in het kader van de Contrareformatie. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Le musicien Franciscus Galletius (François Gallet) naquit vers 1555 à Mons (Hainaut). C'est un compatriote et un contemporain de Roland de Lassus. Galletius, qui était lié à la Collégiale Saint-Amand de Douai, ne jouissait que d'une renommée locale. L'auteur présente ses activités musicales dans le cadre de la Contre-Réforme. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Bossuyt, Ignace, Schreurs, Eugeen, Bouckaert, Bruno
161. Het muziekleven in Kamerijk, Dowaai en Rijsel tijdens het Ancien Régime. 1995, XX, pp. 91-116 - Met afb. en facs./ Avec ill. et facs.
Uit dit artikel blijkt dat Noord-Frankrijk vooral tijdens de Renaissance van cruciaal belang is geweest voor de verspreiding van de Vlaamse polyfonie. Guillaume Dufay, die zeer nauwe banden onderhield met Kamerijk, mag worden beschouwd als de hoofdfiguur van de eerste generatie Vlaamse polyfonisten. Uit het artikel komt ook naar voren dat er nog talloze archieven wachten op verder onderzoek. Die studie moet vooral toegespitst worden op de handschriften en op de sociale en religieuze context waarin de musici werkzaam zijn geweest. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'article fait apparaître que le Nord de la France, surtout pendant la Renaissance, a été d'une importance capitale pour la diffusion de la polyphonie. Guillaume Dufay, qui entretenait des liens très étroits avec Cambrai, peut être considéré comme la figure de proue de la première génération de polyphonistes flamands. Il ressort de l'article qu'une foule d'archives attendent toujours un complément d'étude qu'il conviendrait d'axer surtout sur les manuscrits et le contexte religieux et social dans lequel oeuvraient les musiciens. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Bostoen, Karel
162. Guillaume de Poetou, dichter en koopman uit Béthune. Zijn leven en betekenis. 1992, XVII, pp. 207-217 - Met facs./Avec facs.
De renaissancedichter Guillaume de Poetou is omstreeks 1528 geboren in Béthune. Hij was graanhandelaar, maar zijn betekenis ligt in zijn rol als propagandist van de Pléiadepoëzie in de Nederlanden. Van hem zijn vier boeken bekend, allemaal uitgegeven in Antwerpen. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Le poète de la Renaissance Guillaume de Poetou est né vers 1528 à Béthune. Il était marchand de grain. Son importance réside surtout dans son rôle de propagandiste de la poésie de la Pléiade aux Pays-Bas. On connaît quatre ouvrages de sa main, tous édités à Anvers. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Boury, Filip
163. De IJzer, van heldere stroom tot open riool. 1990, XV, pp. 11-28 - Met krt. en afb. / Avec crt. et ill.
De IJzer speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de Westhoek. Op het ogenblik is de rivier het symbool van de zorg voor het leefmilieu. De stroom is vooral aan Vlaamse kant ernstig vervuild. De belangrijkste vervuilers zijn de huishoudens, de ondernemingen en de landbouw. Samenwerking tussen de Vlaamse en Franse overheid is van het grootste belang om de vervuiling van de IJzer terug te dringen. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
| |
| |
L'Yser joue un rôle important dans l'histoire du Westhoek. Pour l'heure, ce petit fleuve est le symbole de la sollicitude pour l'environnement. Il est sérieusement pollué, surtout côté flamand. Les principaux pollueurs sont les ménages, les entreprises et l'agriculture. Une collaboration entre les autorités flamandes et françaises est capitale pour faire reculer la pollution de l'Yser. (Traducteur du résumé: W. Devos)
Boury, Filip
164. Ecologie, een grensoverschrijdende zorg?. 1992, XVII, pp. 130-150 - Met afb. /Avec ill.
Milieuvervuiling stopt niet aan de grens. Deze bijdrage richt zich op de Frans-Belgische grenszone met aan Vlaamse zijde de arrondissementen Ieper, Kortrijk en Veurne, en aan Franse zijde Duinkerke en Rijsel. De auteur geeft een overzicht van de problemen en maakt melding van de initiatieven die al zijn genomen. Hij formuleert ook enkele mogelijke oplossingen. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
La pollution ne s'arrête pas à la frontière. L'article s'intéresse à la zone frontalière avec, côté flamand, les arrondissements d'Ypres, Courtrai et Furnes et, côté français, ceux de Dunkerque et de Lille. L'auteur esquisse un aperçu des problèmes et mentionne les initiatives qui ont déjà été prises. Il suggère aussi quelques solutions possibles. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Brachin, Pierre
165. Un pionnier: Louis de Backer (1814-1896). 1988, XIII, pp. 65-77 - Avec portr./Met prt.
Louis de Backer fut cofondateur et premier président du Comité Flamand de France. Il publia sur la Flandre française, la Flandre belge, les Pays-Bas, les langues germaniques et l'indo-européen. Il fut un ardent partisan de l'utilisation du terme ‘néerlandais’ pour désigner la langue culturelle commune à la Flandre et aux Pays-Bas. (Résumé par. O. Vandeputte)
●
Louis de Backer was medeoprichter en eerste vice-voorzitter van het Comité Flamand de France. Hij publiceerde over Frans-Vlaanderen, Vlaanderen, de Nederlanden, het Germaans en het Indo-europees. Hij pleitte voor het gebruik van de term ‘néerlandais’ ter aanduiding van de gemeenschappelijke cultuurtaal van Vlaanderen en Nederland. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Brejon de Lavergnée, A.
166. Le musée de Lille à l'aube du XXIe siècle. Le pari de la rénovation. 1994, XIX, pp. 140-154 - Avec ill. / Met afb.
Le Musée des Beaux-Arts de Lille, l'un des principaux musées de France, fait actuellement l'objet d'une très profonde rénovation. Les architectes parisiens Jean-Marc Ibos et Mytro Vitart ont été chargés de rétablir le musée dans son état original du XIXe siècle, de l'adapter et de l'agrandir. Ces travaux ont pour objectif de faire du musée de Lille un musée-pilote pour la région, susceptible de soutenir la comparaison avec les nombreux musées nationaux et étrangers. Cet article évoque cette profonde rénovation. (Résumé par O. Vandeputte)
●
Het Museum voor Schone Kunsten in Rijsel, een van de belangrijkste musea van Frankrijk, ondergaat op dit ogenblik een zeer grondige renovatie. De Parijse architecten Jean-Marc Ibos en Mytro Vitart hebben de opdracht gekregen het museum in zijn oorspronkelijke negentiende eeuwse staat te herstellen, aan te passen en uit te breiden. Deze werkzaamheden hebben tot doel van het Rijselse museum een museum
| |
| |
te maken dat toonaangevend is voor de regio en de vergelijking kan doorstaan met vele musea in binnen- en buitenland. In dit artikel wordt een beeld gegeven van de ingrijpende renovatie. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Breuillard-Pollet, Michèle, Cliquennois, Martine
167. La région Nord-Pas-de-Calais une collectivité territoriale avant la lettre. 1987, XII, pp. 81-96 - Avec tabl. et facs. / Met tab. en facs.
Cet article esquisse l'histoire de la décentralisation en France et plus précisément dans la région Nord-Pas-de-Calais. (Résumé par D. Verbeke)
●
In dit artikel wordt in het kort de geschiedenis geschetst van de decentralisatie in Frankrijk met name in de regio Noorden-Nauw-van-Kales. (Samenvatting door D. Verbeke)
Callens, Jean
168. La situation des éditeurs et des libraires dans le nord de la France. 1993, XVIII, pp. 11-32 - Avec ill., portr. et tabl./ Met afb., prt. en tab.
Après une courte introduction générale consacrée au livre et à la lecture en France, l'auteur présente l'une après l'autre les principales maisons d'édition et librairies du Nord de la France. L'article propose une foule d'informations concrètes. L'auteur signale également dix oeuvres majeures parues en 1992 chez des éditeurs du Nord de la France. (Résumé par J. Callens-Michiels)
●
Na een korte algemene inleiding over het boek en de leescultuur in Frankrijk behandelt de auteur een voor een de belangrijkste uitgeverijen en boekhandels in Noord-Frankrijk. Het artikel bevat zeer veel concrete informatie. De auteur signaleert eveneens tien belangrijke boeken die in 1992 bij Noordfranse uitgeverijen zijn verschenen. (Samenvatting door J. Callens-Michiels)
Clauzel, Denis
169. Lille - 1373: ‘Les libertés en question’. 1987, XII, pp. 113-128 - Avec ill., crt. et facs. / Met afb., krt. en facs.
L'article nous présente une nouvelle recherche sur les libertés communales de Lille. On a trouvé d'utiles données sur ce sujet dans un remarquable compte rendu de voyage conservé dans les comptes de la ville de l'an 1373. Il s'agit de la mission de l'envoyé de la ville Jehan le Carlier à la cour papale d'Avignon. (Résumé par M. Nuyttens)
●
Deze bijdrage geeft inzicht in een vernieuwd onderzoek in te stellen naar de gemeentelijke vrijheden in Rijsel. Nuttige gegevens over dit onderwerp werden gevonden in een merkwaardig reisverslag dat voorkomt in de stadsrekeningen van het jaar 1373. Het gaat om een verslag van de zending van de stadsbode Jehan le Carlier naar het pauselijke hof in Avignon. (Samenvatting door M. Nuyttens)
Clauzel, Denis
170. Les maladies dans le Nord de la France au XIVe siècle. 1989, XIV, pp. 208-224 - Avec facs., ill. et portr. / Met facs., afb. en prt.
L'histoire s'est largement intéressée aux épidémies de peste qui accablaient la population du Moyen Age. Le présent article étudie les autres maladies qui sévissaient
| |
| |
à l'époque et l'état sanitaire général. Il aborde également la façon dont les gens du bas Moyen Age faisaient face à ces fléaux. (Résumé par O. Vandeputte)
●
In de geschiedschrijving wordt nogal wat aandacht besteed aan de pestepidemieën die de middeleeuwse bevolking hebben geteisterd. In dit artikel wordt onderzocht welke andere ziekten er voorkwamen en hoe de algemene gezondheidstoestand was in die periode. Ook de aanpak van deze kwalen door de laat-middeleeuwers komt ter sprake. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Cornelus, Firmin
171. Intercommunale samenwerking over de grenzen heen. 1995, XX, pp. 133-160 - Met krt. en afb./ Avec crt. et ill.
In een inleidend hoofdstuk wordt beschreven hoe de intercommunale samenwerking in België en Frankrijk is gegroeid. In een tweede hoofdstuk worden de activiteiten besproken van de Grensoverschrijdende Permanente Konferentie van Intercommunales (GKPI). Daarna komt vooral het Europese Interreg-programma ter sprake en wordt de invloed hiervan op de intercommunale samenwerking besproken. De auteur gaat ook na wat er in de eerste periode (1991-1992) in het kader van Interreg werd gerealiseerd. Ten slotte formuleert hij tien conclusies. (Samenvatting door F. Maertens en vertaald door J. Fermaut)
●
Un chapitre d'introduction expose comment la collaboration intercommunale s'est développée en Belgique et en France. Un second chapitre décrit le fonctionnement de la Conférence Permanente Intercommunale Transfrontalière (COPIT). Puis l'article s'intéresse aux programmes Interreg européens et à leur impact sur la collaboration intercommunale. L'auteur étudie aussi les réalisations effectuées au cours de la première période (1991-1992) dans le cadre d'Interreg. Il en vient enfin à dix conclusions. (Résumé rédigé par F. Maertens et traduit par J. Fermaut)
Coutant, Yves
172. Molens erven en restaureren in Frans-Vlaanderen. 1990, XV, pp. 201-217 - Met afb. /Avec ill.
Deze bijdrage besteedt voornamelijk aandacht aan de restauratie van molens. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt tussen de manier van werken in Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen.
●
Cet article s'intéresse essentiellement à la restauration de moulins, en comparant la façon de procéder dans le Nord de la France et en Flandre-Occidentale.
Curveiller, Stéphane
173. La femme à Dunkerque à la fin du Moyen Age. 1987, XII, pp. 218-231 - Avec tabl. et reprod. / Met tab. en reprod.
A partir de treize comptabilités de baillis qui couvrent la période 1358-1407, l'auteur brosse un tableau de la position de la femme dans la société dunkerquoise. Certes l'homme jouissait alors d'un statut supérieur, mais la femme n'en prenait pas moins une part active à la vie économique. (Résumé par W. Duthoy)
●
Aan de hand van dertien boekhoudingen van baljuws die de periode 1358-1407 bestrijken, geeft de auteur een beeld van de positie van de vrouw in de Duinkerkse maatschappij. Ook al was de positie van de man toen superieur, de vrouw nam wel heel actief aan het economisch leven deel. (Samenvatting door W. Duthoy)
| |
| |
Curveiller, Élisabeth, Curveiller, Stéphane
174. L'activité commerciale du port de Calais de 1558 à 1789. 1990, XV, pp. 186-200- Avec facs. et tabl. / Met facs. en krt.
Cet article évoque l'histoire du port de Calais au cours de la période 1558-1789. La prospérité y alternait avec le déclin. Son site privilégié dotait Calais de nombreux atouts: elle était à la fois proche de l'Angleterre, de la plaine flamande et du grenier à blé artésien. Mais elle avait aussi de sérieux handicaps, comme la mauvaise qualité des voies d'accès, l'insuffisance de l'infrastructure portuaire et la mauvaise gestion municipale; sans compter les aléas de la conjoncture qui nuisaient également à sa prospérité. Deux activités, la course et la fraude, ont joué un rôle dans ses entreprises commerciales. (Traducteur du résumé: M. Nuyttens)
●
In deze bijdrage wordt de geschiedenis geschetst van de haven van Kales (Calais) in de periode 1558 tot 1789. Het is een verhaal van afwisselende periodes van bloei en verval. Door zijn bevoorrechte ligging beschikte de haven over heel wat troeven: ze lag dicht bij Engeland, bij de Vlaamse vlakte en de Artesische graanschuur. Maar er waren ook belangrijke hinderpalen, zoals o.a. de slechte verbindingswegen, de ontoereikendheid van de haveninfrastructuur en het slechte beheer door het stadsbestuur; ook conjuncturele problemen belemmerden de bloei van de haven. Twee activiteiten hebben bij de handelsactiviteiten een rol gespeeld: de kaapvaart en de smokkel. (Vertaling van de samenvatting door M. Nuyttens)
Decuypere, Dirk
175. De betekenis van de Frans-Belgische grens in het dagelijks leven van de grensbewoners tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1944). 1989, XIV, pp. 121-153 - Met afb., facs. en tab. / Avec ill., facs. et tabl.
Uit deze detailstudie blijkt dat de oorlog vooral de broodwinning van de grensarbeiders in het gedrang heeft gebracht. Door de aanwezigheid van de grens kende de zwarte markt een ongekende bloei, waardoor de nood van een deel van de bevolking enigszins werd gelenigd. Het verzet werkte steeds meer grensoverschrijdend. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
Cette monographie montre que la guerre a surtout été fatale au travail des frontaliers. Du fait de la frontière, le marché noir y connut un essor inouï, qui adoucit quelque peu le dénuement d'une partie de la population. La Résistance ne cessait d'étendre ses activités par-delà la frontière. (Traducteur du résumé: W. Devos)
Delattre, André
176. L'agriculture dans les Pays-Bas Français. 1992, XVII, pp. 198-206 - Avec crt./Met krt.
Esquisse des caractéristiques de l'agriculture du Nord de la France, menacée dans les années soixante par une parcellisation excessive, la fréquence des remembrements, les problèmes d'adduction d'eau et la fuite des gens vers l'industrie. Une nouvelle orientation, une meilleure formation, de larges remembrements, de grands travaux de maîtrise des eaux et de drainage ont donné de nouvelles impulsions à l'agriculture du Nord de la France. Néanmoins les fermiers craignent la concurrence de leurs homologues belges lors de l'unification du marché européen. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
In deze bijdrage worden de kenmerken geschetst van de landbouw in Noord-Frankrijk. Die kwam in de jaren zestig in de verdrukking door de grote versnippering, de vele ruilverkavelingen, de problemen met de watertoevoer en de vlucht van de mensen naar de industrie. Door een nieuwe oriëntatie, betere vorming, grote ruilverkave- | |
| |
lingen en water- en drainagewerken heeft de landbouw in het noorden een nieuwe impuls gekregen. Wel vrezen de boeren de concurrentie van de Belgische landbouwers na de eenwording van de Europese markt. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Delmaire, Danielle
177. La pratique de l'antisémitisme par les journalistes de ‘La Croix du Nord’, pendant l'affaire Dreyfus. 1986, XI, pp. 214-227 - Avec portr., facs. et tabl. / Met prt., facs. en tab.
Au XIXe siècle, ‘La Croix du Nord’ publia des articles antisémites, surtout de la main de prêtres-journalistes. Ils reprochaient aux Juifs d'être des ennemis de l'Église catholique. Le présent article étudie cette attitude antisémite à l'époque de l'affaire Dreyfus. (Résumé par O. Vandeputte)
●
In de 19de eeuw verschenen in ‘La Croix du Nord’ antisemitische artikelen, vooral van de hand van priester-journalisten. Zij verweten de joden vijanden te zijn van de katholieke kerk. In dit artikel wordt deze antisemitische houding bestudeerd ten tijde van de zaak Dreyfus. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Delsalle, Paul
178. Une ville textile sous les vergers Tourcoing aux XVI-XVIIIe siècles. 1991, XVI, pp. 125-144 - Avec crt., tabl. et ill. / Met krt., tab. en afb.
Dans cet article l'auteur se demande si ce n'est qu'à partir du XIXe siècle qu'on peut parler de villes industrielles au plein sens du terme. C'est ainsi qu'il est de tradition de décrire Tourcoing comme une ville textile qui doit son essor à la Révolution industrielle du XIXe siècle. En réalité Tourcoing fut un véritable centre textile dès le XVIe siècle. (Résumé par M. Nuyttens)
●
In deze bijdrage komt de vraag aan de orde of men pas vanaf de 19de eeuw kan spreken over industriesteden in de volle betekenis van het woord. Zo wordt ook Torkonje (Tourcoing) traditioneel beschreven als een textielstad, die zijn bloei te danken heeft aan de 19de-eeuwse Industriële Revolutie. In werkelijkheid was Torkonje (Tourcoing) echter al vanaf de 16de eeuw een echt textielcentrum. (Samenvatting door M. Nuyttens)
Derville, Alain
179. La maîtrise des eaux dans les Pays-Bas français avant Louis XIV. 1988, XIII, pp. 105-124 - Avec crt. /Met krt.
Bien des gens au cours de l'histoire se sont préoccupés de la maîtrise des cours d'eau dans les Pays-Bas français. Le présent article traite de trois aspects de ce problème: la construction de moulins, la conquête de terres arables et l'aménagement des voies d'eau. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
De beheersing van de waterlopen in de Franse Nederlanden heeft in de loop van de geschiedenis heel wat mensen bezig gehouden. In dit artikel worden hiervan drie aspecten behandeld: het bouwen van molens, het veroveren van akkerland en het aanpassen van de waterwegen. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
Descamps, Pierre
180. Flandres mythiques et eschatologie ou de la Littérature à la Science: l'oeuvre de Jean Sadyn. 1989, XIV, pp.98-106 - Avec portr. / Met prt.
| |
| |
Présentation de l'oeuvre de l'écrivain du Nord de la France Jean Sadyn. Son oeuvre principale, ‘La nuit des mutants’, évoque une affaire de sédatifs, les mutations et le cancer. Le fantasme ne naît pas chez Sadyn d'une imagination débridée mais s'enracine dans sa vision de la réalité. (Résumé par J. Fermaut - Traduction du résumé: O. Vandeputte)
●
In dit artikel wordt het werk besproken van de Noordfranse auteur Jean Sadyn. Zijn belangrijkste werk is ‘La nuit des mutants’, waarin hij schrijft over een zaak betreffende kalmerende middelen, mutaties en kanker. Het fantasme bij Sadyn komt niet voort uit zijn ongebreidelde verbeelding, maar wortelt in een visie op de realiteit. (Samenvatting door J. Fermaut en vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
Desmet-Goethals, M.-J.
181. Levinus Crucius en de reformatie. 1989, XIV, pp. 11-23 - Met facs. en krt./Avec facs. et crt.
Levinus Crucius (Lieven van de Cruyce of Vercruysen) was in de eerste helft van de 16de eeuw leraar in Nieuwkerke en Belle (Bailleul) en parochiepriester in Boeschepe. Zijn werken illustreren welke geschriften van grote geleerden uit zijn tijd doordrongen tot het niveau van de regionale scholen en welke problemen daar aan de orde waren. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
Levinus Crucius (Lieven van de Cruyce ou Vercruysen) fut pendant la première moitié du XVIe siècle professeur à Neuve-Église et Bailleul et curé de Boeschèpe. Ses oeuvres nous renseignent sur la pénétration des écrits des savants de son temps au niveau des écoles régionales et sur les problèmes qu'on y agitait. (Traduction du résumé: W. Devos)
Dewailly, Jean-Michel
182. Origine et débuts de Merlimont-Plage (1901-1940). 1988, XIII, pp. 196-212 - Avec crt. et tabl. / Met krt. en tab.
Merlimont est actuellement l'une des principales stations balnéaires de la Côte d'Opale. Cet article décrit comment cette petite commune un jour menacée de disparition a pu en arriver là. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
Merlimont is op dit ogenblik een van de belangrijkste badsteden van de Opaalkust. In deze bijdrage wordt beschreven hoe deze kleine wegkwijnende gemeente zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld tot een belangrijke badplaats. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Dhérent, Catherine
183. Les carreaux de faïence du Nord de la France (1700-1850). 1989, XIV, pp. 191-207 - Avec reprod. et ill. / Met reprod. en afb.
Lille était un important centre de production de carreaux de faïence. Son premier atelier ouvrit en 1696. Incapables de tenir tête à la mécanisation et à l'industrialisation, la plupart des ateliers disparurent au XIXe siècle. Il ne reste aujourd'hui qu'une seule entreprise en activité dans tout le Nord de la France. (Résumé par O. Vandeputte)
●
Rijsel was een belangrijk produktiecentrum van faïencetegels. In 1696 werd het eerste atelier geopend. In de 19de eeuw verdwenen de meeste ateliers weer omdat ze niet opgewassen waren tegen de mechanisatie en de industrialisatie. Er is nu nog één bedrijf actief in heel Noord-Frankrijk. (Samenvatting door O. Vandeputte)
| |
| |
Dievoet, G. van
184. De ‘Somme rural’ van Jehan Boutillier en het Vlaamse recht. 1987, XII, pp. 97-112 - Met afb., krt. en facs. / Avec ill., crt. et facs.
Aan het eind van de 12de eeuw verscheen er in West-Europa een aantal rechtsboeken over gewoonterecht. Ze behandelen het recht van een stad, van een baljuwschap, een kasselrij of een groter gewest. Verschillende van deze rechtsboeken uit Vlaanderen en het Doornikse zijn bewaard gebleven. Een daarvan, de ‘Somme rural’ van Jehan Boutillier, wordt hier besproken.
●
En Europe occidentale, la fin du XIIe siècle vit la parution d'un certain nombre d'ouvrages juridiques consacrés au droit coutumier. Ils traitent du droit d'une ville, d'un bailliage, d'une châtellenie ou d'une circonscription plus vaste. On a conservé plusieurs de ces ouvrages juridiques de Flandre ou du Tournaisis. L'auteur évoque ici l'un d'entre eux, la ‘Somme rural’ de Jehan Boutillier.
Dorat, A., Bourgain, J., Wallart, F.
185. La recherche dans le Nord-Pas-de-Calais. Histoire et perspectives. 1986, XI, pp. 175-190 - Avec portr., tabl., crt. et ill / Met prt., tab., krt. en afb.
L'article s'ouvre sur un panorama historique de la recherche scientifique dans le Nord de la France. Actuellement, elle est surtout pratiquée dans les universités et les grandes écoles. Depuis 1982, le rôle des autorités a profondément changé. Plus de la moitié du budget vient maintenant du Conseil Régional. Il convient de stimuler la modernisation des industries par une intensification de la collaboration entre les entreprises et les centres de recherche. (Résumé par W. Trommelmans)
●
In deze bijdrage wordt eerst een historisch overzicht gegeven van het wetenschappelijk onderzoek in Noord-Frankrijk. Het huidig onderzoek vindt vooral plaats op universiteiten en hogescholen. Sinds 1982 is ook de rol van de overheid drastisch gewijzigd. Meer dan de helft van het budget komt nu van de Conseil Regional. De modernisering van het bedrijfsleven moet gestimuleerd worden door de samenwerking tussen de bedrijven en de onderzoekscentra verder uit te bouwen. (Samenvatting door W. Trommelmans)
Drewe, P.
186. Op weg naar een grensoverschrijdende kennisinfrastructuur in Zeeland, Vlaanderen (en wellicht ook Nord-Pas-de-Calais). 1993, XVIII, pp. 33-45 - Met krt. /Avec crt.
Het begrip kennisinfrastructuur slaat op het geheel van instellingen voor wetenschappelijk onderzoek, opleidingsinstituten, onderzoek en ontwikkeling in privé- en openbare sector. In het Scheldebekken is een Internationale Schelde Faculteit opgezet, een grensoverschrijdend samenwerkingsverband tussen kenniscentra in Zeeland en Vlaanderen. De auteur gaat na wat dit precies betekent en hoe dit verder kan worden ontwikkeld. Hij pleit ook sterk voor uitbreiding in Noord-Frankrijk. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Le concept d'infrastructure du savoir désigne l'ensemble des institutions de recherche scientifique, d'instituts de formation de recherche et de développement des secteurs privés et publics. Le bassin de l'Escaut a créé une Faculté scaldéenne internationale (Internationale Schelde Faculteit), structure de collaboration transfrontalière qui regroupe des centres du savoir de Zélande et de Flandre belge. L'auteur étudie la portée exacte de cette initiative et les possibilités de la développer. Il plaide chaudement une extension au Nord de la France. (Traduction du résumé: J. Fermaut)
| |
| |
Drewe, Paul, Hébrard, Joël
187. Le Nord de la France, région frontalière européenne: un laboratoire de l'intégration européenne. 1995, XX, pp. 161-180 - Avec tabl. /Met tab.
Cet article propose un diagnostic succinct de la situation de la région frontalière du Nord de la France dans le contexte de l'Euro-région, mais il esquisse aussi des perspectives de développement futur. Le diagnostic s'en tient au profil socio-économique du Nord-Pas-de-Calais, aux liens organisationnels transfrontaliers et aux grands projets. Les perspectives concernent le caractère institutionnel et le développement socio-économique. L'auteur français regarde depuis la région vers l'extérieur, l'auteur néerlandais en direction inverse. L'ensemble se propose de contribuer à la discussion sur l'avenir de la grande Euro-région. (Résumé par P. Drewe)
●
Dit artikel bevat een beknopte diagnose van de situatie van de Noordfranse grensregio in Euregio-verband, maar schetst ook perspectieven voor de toekomstige ontwikkeling. De diagnose beperkt zich tot het sociaal-economisch profiel van Nord-Pas-de-Calais, grensoverschrijdende organisatorische verbindingen en grote projecten. De perspectieven hebben betrekking op het institutionele kader en de sociaal-economische ontwikkeling. Het artikel is een Frans-Nederlandse coproduktie. De Franse auteur kijkt van binnen de regio naar buiten, de Nederlandse auteur kijkt in omgekeerde richting. Het geheel is bedoeld als een bijdrage tot de discussie over de toekomst van de grote Euregio. (Samenvatting door P. Drewe)
Duchene, M.
188. Espace Naturel Régional. 1991, XVI, pp. 51-61 - Avec ill./ Met afb.
L'Espace Naturel Régional a une quadruple vocation: constituer un réseau d'espaces naturels protégés, apprendre aux enfants à protéger la nature, cultiver des plantes et élever des espèces animales régionales et gérer un domaine naturel de 140.000 hectares. L'organisation a été créée en 1978 par la région Nord-Pas-de-Calais. (Traducteur du résumé: H. Vanacker)
●
De organisatie Espace Naturel Régional, waarvan de activiteiten hier worden toegelicht, heeft vier taken: een netwerk stichten van beschermde natuurgebieden, de kinderen leren de natuur te beschermen, regionale planten- en diersoorten kweken, en een natuurdomein beheren van 140.000 ha. De organisatie werd in 1978 gesticht door de regio Noorden-Nauw-van-Kales (Nord-Pas-de-Calais). (Vertaling van de samenvatting door H. Vanacker)
Duthoy, Jean-Jacques
189. Michel Lequeux, architecte lillois du XVIIIe siècle. 1988, XIII, pp. 137-152 - Avec portr. et ill. / Met afb. en prt.
Michel Lequeux est l'un des principaux architectes lillois du XVIIIe siècle. Au cours de sa courte carrière, il est parvenu à élaborer un style très original. Il se vit confier de nombreuses commandes. L'article évoque la carrière et l'oeuvre de cet architecte. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
Michel Lequeux is een van de belangrijkste 18de-eeuwse Rijselse architecten. Hij is er in zijn korte carrière in geslaagd een zeer originele stijl te ontwikkelen. Hij kreeg een groot aantal opdrachten. In dit artikel worden de loopbaan en het werk van deze architect besproken. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
| |
| |
Duthoy, Jean-Jacques
190. Deux siècles d'architecture civile à Saint-Omer. 1989, XIV, pp.154-180 - Avec ill./Met afb.
Cet article donne un aperçu de l'architecture civile à Saint-Omer aux XVIIe et XVIIIe siècles. En 1600, la ville présentait encore un caractère nettement flamand qui se maintint même après l'annexion à la France en 1677. Des édifices militaires et de prestige forcèrent toutefois l'introduction du classicisme français, si bien qu'au XVIIIe siècle, Saint-Omer ne tarda pas à perdre son caractère flamand. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de burgerlijke bouwkunst van Sint-Omaars in de 17de en 18de eeuw. In 1600 had de stad nog een zeer Vlaams karakter en dat bleef behouden ook na de inlijving bij Frankrijk in 1677. De klassieke Franse stijl drong echter toch binnen via de militaire en prestigieuze gebouwen. In de 18de eeuw verloor Sint-Omaars al snel zijn Vlaamse karakter. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
Engelaere, Olivier
191. Le Mouvement flamand en France de la libération à la mort de Jean-Marie Gantois. 1945-1968. 1991, XVI, pp. 83-105 - Avec portr. et facs. /Met prt. en facs.
Survol de l'histoire du Mouvement flamand en France depuis la dissolution du Vlaamse Verbond van Frankrijk, consécutive au procès de 1946, jusqu'à la mort en 1968 de l'ancien dirigeant de cette organisation, Jean-Marie Gantois. (Traducteur du résumé: M. Nuyttens)
●
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de Vlaamse Beweging in Frankrijk vanaf de ontbinding van het Vlaamse Verbond van Frankrijk, die volgde op het proces in 1946 tot aan de dood van de gewezen voorman van deze organisatie, Jean-Marie Gantois, in 1968. (Vertaling van de samenvatting door M. Nuyttens)
Engelaere, Olivier
192. Le mouvement picard en France du début des années 1970 à la fin des années 1980. 1994, XIX, pp. 90-115 - Avec facs. / Met facs.
On oublie souvent que le picard est l'un des éléments déterminants de l'identité de la région Nord-Pas-de-Calais. Tant géographiquement que par le nombre de picardophones, la région se confond en grande partie avec l'aire linguistique picarde. Aussi a-t-elle donné naissance à un mouvement politique et (surtout) culturel en faveur du picard. Cet article décrit en détail l'histoire de ce mouvement. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
Vaak wordt over het hoofd gezien dat het Picardisch een van de elementen is waardoor de identiteit van de regio Noorden-Nauw-van-Kales wordt bepaald. De regio komt zowel door zijn oppervlakte als door het aantal Picardisch sprekenden voor het grootste deel met het Picardische taalgebied overeen. Er is in deze regio dan ook een politieke en (voornamelijk) culturele beweging voor het Picardisch ontstaan. In dit artikel wordt in detail de geschiedenis van deze beweging beschreven. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
| |
| |
Etten, Jan van
193. Eurotunnel: nieuw leven voor Noord-Frankrijk. 1992, XVII, pp. 11-24 - Met afb. / Avec ill.
Voor de gemiddelde Fransman is Noord-Frankrijk weinig aanlokkelijk. Dat komt niet alleen door het klimaat, maar ook door de minder gunstige economische situatie van de streek. In deze bijdrage wordt aangetoond dat er o.a. door de komst van de Tunnel en de TGV verandering komt in deze toestand.
●
Le Nord de la France n'attire guère le Français moyen. Cela ne s'explique pas seulement par le climat, mais aussi par la situation économique moins favorable de la région. Cet article montre que, du fait notamment de la mise en service d'Eurotunnel et de TGV, cette situation est en train de changer.
Fabre, Claude
194. L'Orchestre National de Lille. 1989, XIV, pp. 107-120 - Avec portr. et ill. / Met prt. en afb.
L'Orchestre National de Lille a été officiellement fondé le 1er janvier 1976, mais il a en fait une longue préhistoire. Il est dirigé depuis le début par Jean-Claude Casadesus. Cet article évoque l'histoire de cet orchestre et évalue son importance pour le Nord de la France. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
Het Orchestre National de Lille werd officieel opgericht op 1 januari 1976, maar het heeft eigenlijk een lange voorgeschiedenis. Vanaf de start staat het orkest onder de leiding van Jean-Claude Casadesus. In deze bijdrage wordt de geschiedenis van dit orkest geschetst en wordt de betekenis o.a. voor Noord-Frankrijk aangegeven. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Fabre, Claude
195. Les secrets de l'Atelier Lyrique. 1992, XVII, pp. 46-59 - Avec portr. et ill./Met prt. en afb.
L'Atelier Lyrique de Tourcoing est une structure mise en place par les municipalités de Lille, Roubaix et Tourcoing afin de résoudre les problèmes de l'art lyrique. En dépit des ambiguïtés des objectifs originels, le directeur, Jean-Claude Magloire, a su en faire un projet culturel ambitieux. L'article donne un aperçu des activités de cette organisation depuis sa création en 1980. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
Het Atelier Lyrique de Tourcoing is een structuur die door de socialistische gemeentebesturen van Rijsel, Robeke (Roubaix) en Torkonje (Tourcoing) was opgezet om de problemen van de lyrische kunst op te lossen. Ondanks de dubbelzinnigheden die in de oorspronkelijke doelstellingen voorkwamen, bouwde de directeur, Jean-Claude Magloire het Atelier Lyrique uit tot een belangrijk cultureel project. In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de activiteiten van deze organisatie sinds de oprichting in 1980. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Fabre, Claude
196. Une grande idée commune: l'histoire du Festival de Lille. 1993, XVIII, pp. 114-137 - Avec portr./ Met prt.
Le Festival de Lille existe depuis 1972. Cet article en évoque l'histoire. Il propose en même temps un survol des principales représentations musicales, chorégraphiques et théâtrales et des expositions amenées à Lille dans le cadre de ce Festival. (Traducteur du résumé: J. Feys)
●
| |
| |
Het Festival van Rijsel bestaat sinds 1972. In dit artikel wordt de geschiedenis van dit Festival beschreven. Het biedt bovendien een overzicht van de belangrijkste muziek-, dans-, en theatervoorstellingen en tentoonstellingen die in het kader van dit Festival naar Rijsel werden gehaald. (Vertaling van de samenvatting door J. Feys)
Felin, Jérôme
197. Les musées du Nord-Pas-de-Calais: un foyer culturel au coeur de l'Europe. 1993, XVIII, pp.47-61 - Avec ill. et tabl./ Met afb. en tab.
Le Nord de la France compte 32 musées administrés par les autorités. En 1975, les conservateurs de ces musées ont décidé de se regrouper en une association. L'article présente le fonctionnement et les activités de cette association. L'auteur fournit également beaucoup d'informations pratiques sur ces 32 musées. (Traduction du résumé: D. van Assche)
●
Noord-Frankrijk telt 32 musea die bestuurd worden door de overheid. In 1975 besloten de conservatoren van deze musea zich te groeperen in een vereniging. In dit artikel worden de werkwijze van deze vereniging en de activiteiten besproken. De auteur geeft ook veel praktische informatie over deze 32 musea. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Avec reprod./Met reprod.:
Seghers & Quellinus, cartouche avec Pietà et guirlande de fleurs; J.-B. Carpeaux, ‘La Négresse’ (étude/studie); Jean-Émile Laboureur, ‘Le tir forain’; Pablo Picasso, ‘Homme nu assis’.
Foussard, Dominique
198. Trois interventions des ingénieurs militaires italiens au service de l'Espagne dans les anciens Pays-Bas méridionaux: Cambrai, Gravelines, Anvers. 1991, XVI, pp. 161-175 - Avec facs./ Met facs.
Afin d'illustrer les activités des ingénieurs italiens au service de Charles Quint et de Philippe II, l'auteur présente l'architecture militaire de trois villes flamandes: Cambrai, Gravelines et Anvers. Cette architecture militaire dépasse la simple fonctionnalité. Elle reflète aussi la culture de la Renaissance. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
Om een beeld te geven van de activiteiten van de Italiaanse genie in dienst van Karel V en Filips II wordt de militaire architectuur besproken in drie Vlaamse steden: Kamerijk, Grevelingen en Antwerpen. Deze militaire architectuur overstijgt het louter functionele. Ze weerspiegelt ook de renaissancecultuur. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
Garcette, Pierre
199. Houillères du Nord-Pas-de-Calais. 1990, XV, pp. 62-81 - Avec ill. / Met afb.
Fin 1991, on fermait la dernière mine du Nord-Pas-de-Calais. Dans cet article, l'auteur évoque l'histoire de ce bassin minier et évalue son importance pour la région. Il présente également les problèmes entraînés par cette fermeture. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
Eind 1991 werd de laatste kolenmijn in het Noorden-Nauw-van-Kales gesloten. In deze bijdrage schetst de auteur eerst de geschiedenis van dit steenkoolbekken en de betekenis ervan voor de streek. Hij bespreekt ook de problemen die de sluiting met zich meebrengt. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
| |
| |
Geest, Joost de
200. De Moderne Kunst in Noord-Frankrijk sedert 1945. 1990, XV, pp. 41-61 - Met afb. en reprod. / Avec ill. et reprod.
Deze bijdrage biedt een overzicht van de belangrijkste stromingen en feiten in het kunstleven van Noord-Frankrijk na de Tweede Wereldoorlog. De auteur heeft daarbij vooral oog voor recente initiatieven. Hij komt tot het besluit dat als het imago van deze streek in positieve zin is geëvolueerd, dit zeker ook te danken is aan een groot aantal interessante culturele initiatieven die er werden genomen. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
L'article offre un panorama des courants principaux et des événements saillants de la vie artistique du Nord de la France après la Seconde Guerre mondiale. L'auteur s'intéresse surtout aux initiatives récentes. Il en conclut que si l'image de la région a connu une évolution positive, cette amélioration s'explique sans aucun doute également par la quantité d'initiatives culturelles intéressantes qu'on y a prises. (Résumé par J. Fermaut)
Geest, Joost de
201. De Stichting Anne & Albert Prouvost - Septentrion in Marcq-en-Baroeul. 1992, XVII, pp. 151-166 - Met afb., prt. en tab./ Avec ill., portr. et tabl.
In deze bijdrage wordt de geschiedenis geschetst van het ontstaan van de Fondation Prouvost in Marcq-en-Baroeul. Deze privé-kunstorganisatie bestaat officieel vanaf 1974, maar er gaat een lange geschiedenis aan vooraf. Er wordt ook een overzicht gegeven van de lange reeks initiatieven die deze stichting Septentrion - Fondation Annie & Albert Prouvost heeft genomen. De opbloei van het culturele leven in Noord-Frankrijk is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het beleid van de overheid, maar uit deze bijdrage blijkt dat het privé-initiatief hierin ook een belangrijk aandeel heeft gehad. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'article évoque la genèse de la Fondation Prouvost de Marcq-en-Baroeul. Cette organisation artistique privée existe officiellement depuis 1974, mais elle possède une longue préhistoire. L'auteur donne également un survol de la longue série d'initiatives prises par cette Fondation Anne & Albert Prouvost-Septentrion de Marcq-en-Baroeul. La floraison de la vie culturelle du Nord de la France est en grande partie imputable à la politique des autorités, mais cet article montre que l'initiative privée y a également eu une part importante. (Traducteur du résumé: J. Fermaut) Met reprod./Avec reprod.: E. Dodeigne, beeldengroep / groupe de statues; Jules Paressant, ‘De Gijzelaars / Les otages’.
Geest, Joost de
202. Het Matissemuseum in Le Cateau-Cambrésis. 1993, XVIII, pp. 63-80 - Met afb. /Avec ill.
Henri Matisse werd in 1869 geboren in Le Cateau-Cambrésis. In 1951 vatten enkele inwoners van deze Noordfranse stad het plan op om een museum aan deze inmiddels beroemd geworden kunstenaar te wijden. Zij kregen daarbij de steun van Matisse zelf. In deze bijdrage wordt de ontstaansgeschiedenis van het Matissemuseum geschetst. De auteur beoordeelt ook de collectie, die naast belangrijk werk van Matisse zelf, eveneens schenkingen bevat van andere Noordfranse kunstenaars als Auguste Herbin, Marcel Gromaire en Geneviève Claisse. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
Henri Matisse naquit au Cateau-Cambrésis en 1869. En 1951, quelques habitants de cette ville du Nord de la France projettent de consacrer un musée à cet artiste devenu célèbre. Matisse lui-même les y aide. L'article évoque la genèse du Musée Matisse.
| |
| |
L'auteur évalue également la collection, qui à côté d'oeuvres de Matisse, comporte aussi des dons d'autres artistes du Nord de la France comme Auguste Herbin, Marcel Gromaire et Geneviève Claisse. (Résumé par J. Fermaut)
Met reprod./Avec reprod.:
H. Matisse, ‘Zelfportret / Autoportrait’ (1918); ‘Zelfportret / Autoportrait’ (1900); ‘Vrouwenhoofd (Mevrouw Paley) / Tête de femme (Mme Paley)’; ‘Arabische vrouw / Femme arabe’, ‘Raam in Tahiti / Fenêtre à Tahiti’, ‘Rug IV / Dos IV’; Auguste Herbin, ‘Landschap te Hardicourt / Paysage à Hardicourt’.
Géhu, J.-M.
203. Une station internationale de recherche fondamentale et appliquée en écologie végétale dans le paysage de la Flandre française intérieure: le centre Régional de Phytosociologie-Conservatoire Botanique National de Bailleul. 1993, XVIII, pp. 81-96 - Avec ill. et portr./ Met afb. en prt.
La phytosociologie étudie la cohabitation des plantes dans une région donnée. On a fondé en 1970 à Bailleul une station phytosociologique internationale. Ce centre est unique en Europe. Son fondateur en explique les activités. (Résumé par O. Vandeputte)
●
De fytosociologie bestudeert de wijze waarop planten samen in een bepaalde streek voorkomen. In 1970 werd in Belle (Bailleul) een internationaal fytosociologisch station opgericht. Dit centrum is uniek in Europa. De stichter licht in dit artikel de activiteiten van dit centrum toe. (Samenvatting O. Vandeputte)
Goyens, Michèle, Hoecke, Willy van
204. Vlaamse immigranten in het 13de-eeuwse Atrecht: de getuigenis van de ‘Prise de Neuville’. 1988, XIII, pp. 11-26 - Met facs. en krt. / Avec facs. et crt.
In Parijs wordt een handschrift bewaard waarin een verhaal staat over een groep in Atrecht ingeweken Vlaamse wevers die zich klaarmaken om het kasteel van Neuville te bestormen. De tekst is een waardevolle getuigenis over de integratieproblemen van Vlaamse immigranten in de economische groeipool die Atrecht in de vroege 13de eeuw was. (Samenvatting door M. Goyens en W. van Hoecke)
●
On conserve à Paris un manuscrit relatant l'histoire d'un groupe de tisserands flamands immigrés à Arras qui s'apprêtent à prendre d'assaut le château de Neuville. Le texte est un témoignage de valeur sur les problèmes d'intégration d'immigrants flamands dans le pôle de croissance économique qu'était Arras à l'aube du XIIIe siècle. (Résumé par M. Goyens et W. van Hoecke)
Halink, Ruud
205. Nederlands leren: hoe jonger hoe beter. 1991, XVI, pp. 35-50 - Met afb. en facs./ Avec ill. et facs.
Vanaf 1985 startte de lagere school Louis Pasteur in Zuid-Wervik (Wervicq-Sud) met lessen Nederlands. In deze bijdrage wordt, na een korte terugblik op de (onderwijs)geschiedenis van de beide Wervikken, het kader toegelicht waarin deze cursus Nederlands is ontstaan en hoe de onderwijsaanpak is geëvolueerd sinds de start. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'école primaire Louis Pasteur de Wervicq-Sud lança en 1985 des cours de néerlandais. Après un court survol de l'histoire (de l'enseignement) des deux
| |
| |
Wervicq, l'article évoque le cadre de la création de ces cours et l'évolution de la pédagogie depuis les débuts. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Hanscotte-Proust, Christine
206. Le monastère trappiste du Mont-des-Cats. 1995, XX, pp. 203-213 - Avec ill. /Met afb.
In dit artikel wordt de geschiedenis beschreven van deze trappistenabdij, die in 1826 op de Catsberg werd gesticht. De Catsberg is een belangrijke plaats voor de spiritualiteit van de cisterciënzers in Frans-Vlaanderen. (Vertaling van de samenvatting door H. Vanacker)
●
L'article évoque l'histoire de la trappe fondée en 1826 au Mont-des-Cats. Le Montdes-Cats est un haut lieu de la spiritualité cistercienne en Flandre française. (Traducteur du résumé: H. Vanacker)
Hemel, Hedwig van, Halink, Ruud
207. Belle: hartje van onderwijs Nederlands in Frans-Vlaanderen. 1992, XVII, pp. 60-74.
De Frans-Vlaamse stad Belle (Bailleul) geeft aan het onderwijs van het Nederlands in haar beleid hoge prioriteit. In alle sectoren van het onderwijs vinden we het Nederlands terug. In dit artikel wordt een schets gegeven van dat onderwijs in de diverse sectoren, nadat eerst in vogelvlucht de geschiedenis van het Nederlands in deze stad is weergegeven. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
La ville de Bailleul (Flandre française) fait du néerlandais une des toutes premières priorités de sa gestion. Le néerlandais figure à tous les niveaux de l'enseignement. Après un survol de l'histoire du néerlandais dans cette ville, l'article brosse un tableau de l'enseignement du néerlandais dans les divers secteurs. (Traduction du résumé: J. Fermaut)
Herdt, René De
208. Industriële musea in Noord- Frankrijk in breder perspectief. 1994, XIX, pp. 11-32 - Met krt. en afb./ Avec crt. et ill.
Noord-Frankrijk heeft verschillende industriële musea. In deze bijdrage wordt hiervan een overzicht gegeven en worden de belangrijkste besproken. De twee meest in het oog springende musea zijn het mijnmuseum in Lewarde en het Écomusée van Fourmies-Trélon. Er wordt ook aandacht besteed aan enkele Westvlaamse industriële musea. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
Le Nord de la France possède divers musées industriels. L'article en donne un aperçu et présente les plus importants. Les plus remarquables sont le musée de la mine de Lewarde et l'Écomusée de Fourmies-Trélon. L'auteur s'intéresse également à quelques musées industriels de Flandre-Occidentale. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Hocquet, Jacqueline
209. Les salles de cinéma dans le Nord de la France. 1986, XI, pp. 105-123 - Avec ill., tabl. et crt. / Met afb., tab. en krt.
La présente étude est consacrée aux plus de sept cents salles de cinéma des départements du Nord et du Pas-de-Calais. Dans les deux départements, les cinémas connaissent la même évolution: expansion, récession et stagnation. (Résumé par O. Vandeputte)
| |
| |
Deze studie heeft betrekking op meer dan zevenhonderd bioscoopzalen in het noorderdepartement en het Nauw-van-Kales (Pas-de-Calais). In beide departementen maken de bioscopen dezelfde evolutie door: expansie, recessie en stagnatie. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Hotte, Jean-Louis, Piédanna, Vincent
210. Restructurations et déséquilibres du marché de l'emploi dans le Nord-Pas-de-Calais. 1992, XVII, pp. 25-36 - Avec tabl. et crt. / Met krt. en tab.
La région du Nord-Pas-de-Calais lutte toujours contre le plus haut taux de chômage de toute la France. L'article évoque les facteurs responsables de cet état de fait. Les auteurs soulignent le rôle de l'enseignement. Les jeunes de la région sont toujours insuffisamment scolarisés, ce qui complique leur adaptation aux nouveaux secteurs économiques. (Résumé par D. Verbeke)
●
De regio Noorden-Nauw-van-Kales heeft nog altijd te kampen met een van de hoogste werkloosheidscijfers van heel Frankrijk. In dit artikel worden de factoren besproken die hierbij een rol spelen. De auteurs beklemtonen de rol van het onderwijs. Jongeren in deze streek zijn nog altijd onvoldoende geschoold, waardoor zij moeilijkheden krijgen om zich aan te passen aan de nieuwe economische sectoren. (Samenvatting door D. Verbeke)
Laleman, Marie Christine
211. Een kijk op stadsarcheologie. Enkele aspecten van actueel stadsonderzoek. 1988, XIII, pp. 153-168 - Met krt. en afb./ Avec crt. et ill.
In dit artikel worden enkele aspecten van actueel stadsonderzoek besproken. Met deze bijdrage wil de auteur de stad als archief van haar eigen geschiedenis herwaarderen. Zij doet dit o.a. aan de hand van projecten uit Noord-Frankrijk, waar Dowaai sinds 1976 een modelfunctie vervult.
●
L'article évoque quelques aspects de l'archéologie urbaine actuelle. L'auteur se propose de revaloriser la ville en tant que dépôt d'archives de sa propre histoire. Il s'inspire pour ce faire de projets réalisés dans le Nord de la France, où Douai remplit depuis 1976 un rôle de modèle.
Laleman, Marie Christine
212. Villard de Honnecourt. Een reizend bouwvakker uit de dertiende eeuw. 1991, XVI, pp. 63-82 - Met facs./Avec facs.
Een middeleeuwse bouwwerf was een tijdelijke vereniging waaraan een bouwvakker zich voor de duur van het project, voor een beperkte periode of voor een specifieke opdracht verbond. Zo'n reizende bouwvakker was Villard de Honnecourt uit Kamerijk (Cambrai). In de Parijse Bibliothèque Nationale wordt een album van zijn hand bewaard met drieëndertig perkamenten bladen met tekeningen. Dit unieke document is niet alleen belangrijk voor het leren kennen van Villard de Honnecourt zelf, maar het leert ons ook veel over de bouwactiviteiten uit vroegere tijden.
●
Le chantier médiéval était une association provisoire à laquelle un constructeur se liait pour la durée du projet, pour une période réduite ou pour une tâche spécifique. Le Cambraisien Villard de Honnecourt était l'un de ces constructeurs itinérants. La Bibliothèque nationale de Paris conserve un album de sa main aux trente-trois pages de parchemin couvertes de dessins. Ce document unique n'est pas seulement intéressant pour faire connaissance avec Villard de Honnecourt lui-même, il nous apprend également une foule de choses sur les activités de construction aux temps passés.
| |
| |
Lancelin, Michel
213. Les Hollandais de Saint-Omer et la formation de la société populaire des Sans-Culottes Hollandais. 1989, XIV, pp. 53-81 - Avec ill. et crt. / Met afb. en krt.
Lors de l'éclatement de la Révolution française, Saint-Omer était une ville assez importante. Bon nombre de Néerlandais en habitaient les faubourgs, prenant une part active à la vie de la cité mais se distinguant pourtant des Français par leur langue, leurs coutumes et leur costume. Le 1er juillet 1792 vit la création à Saint-Omer de la ‘Société Populaire, dite des Sans-Culottes Hollandais’. L'article évoque l'histoire de cette organisation. (Résumé par O. Vandeputte)
●
Bij het uitbreken van de Franse Revolutie was Sint-Omaars een redelijk belangrijke stad. Buiten de stad woonden heel wat Hollanders, die wel aan het stadsleven deelnamen maar zich toch van de Fransen onderscheidden door hun taal, gebruiken en klederdracht. Op 1 juli 1792 werd in Sint-Omaars de ‘Société Populaire, dite des Sans-Culottes Hollandais’ opgericht. In dit artikel wordt de geschiedenis van deze organisatie geschetst. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Lancelin, Michel
214. La naissance de la Société Populaire Montagnarde à Saint-Omer. 1992, XVII, pp. 107-129 - Avec facs., ill. et portr./ Met facs., afb. en prt.
La Société Populaire Montagnarde de Saint-Omer fut fondée en août 1793. Cette association révolutionnaire devint un appareil tout puissant qui décernait les certificats de civisme. Elle veillait au respect de la loi sur les prix et salaires maximums et était chargée de la chasse aux accapareurs. Seul le populaire maire de Saint-Omer, Delattre, pouvait tenir tête à la puissante Société. (Traducteur du résumé: M. Nuyttens)
●
In augustus 1793 werd in Sint-Omaars de Société Populaire Montagnarde opgericht. Deze revolutionaire vereniging werd een almachtig apparaat, dat de certificaten van burgertrouw afleverde. Zij waakte over de handhaving van de wet op de maximumprijzen en de lonen, en was belast met de jacht op de hamsteraars. Alleen de populaire burgemeester van Sint-Omaars, Delattre, kon de macht van de Société het hoofd bieden. (Vertaling van de samenvatting door M. Nuyttens)
Avec reprod./Met reprod.: P.P. Rubens, ‘La Descente de croix’.
Lannette, Claude
215. La politique des archives dans le Nord et le Pas-de-Calais. 1995, XX, pp. 117-131.
Les archives du Nord et du Pas-de-Calais comptent parmi les plus importantes de France. Elles relèvent de l'autorité du Conseil général. Les archives du Nord disposent de 60 km de rayons, celles du Pas-de-Calais de 40. Ces archives conservent le patrimoine scripturaire et iconographique de douze siècles. Par le biais de la recherche, du prêt à des organisations nationales et étrangères et de l'organisation d'expositions nationales et internationales, elles entendent contribuer à leur revalorisation scientifique et culturelle. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
De archieven van de Nord en de Pas-de-Calais behoren tot de belangrijkste van Frankrijk. Ze staan onder het gezag van de Conseil général. De archieven van de Nord beschikken over 60 km rekken, die van de Pas-de-Calais over 40 km. Deze archieven bewaren twaalf eeuwen patrimonium in schrift en beeld. Door onderzoek, door uitlenen aan binnenlandse en buitenlandse organisaties en door het organiseren
| |
| |
van nationale en internationale tentoonstellingen willen zij bijdragen tot de wetenschappelijke en culturele opwaardering ervan. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
Laurent, Annie
216. Présidentielles et législatives 1988 dans le Nord-Pas-de-Calais. 1989, XIV, pp. 24-36 - Avec tabl. / Met tab.
Au printemps 1988, avaient lieu des élections tant présidentielles que législatives. L'article résume les caractéristiques de ces élections. Le nombre des abstentions croît sans cesse. Le Parti communiste se remet nettement dans les législatives de ses lourdes pertes aux présidentielles. Le Parti Socialiste atteint les objectifs qu'il s'était fixés. La Droite sort affaiblie de ces élections et pour le Front National elles sont un carnage. Tous les partis, excepté le Front National, sont sauvés par leurs ténors. Il est évident que l'électeur a voté pour des personnalités connues. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
In het voorjaar van 1988 hadden in Frankrijk zowel presidents- als parlementsverkiezingen plaats. In deze bijdrage worden de kenmerken van deze verkiezingen samengevat. Het aantal onthoudingen stijgt voortdurend. De Communistische Partij herstelt zich in de parlementsverkiezingen duidelijk van het zware verlies tijdens de presidentsverkiezingen. De Socialistische Partij realiseert zijn vooropgestelde doelen. Rechts komt verzwakt uit deze verkiezingen en voor het Front National betekenen ze een afslachting. Voor alle partijen, met uitzondering van het FN, geldt dat ze gered zijn door de kopstukken van de partij. Het is duidelijk dat de kiezer voor bekenden heeft gestemd. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Laurent, Annie
217. Les municipales 89 dans le Nord-Pas-de-Calais. La relève socialiste. 1990, XV, pp. 29-40 - Avec tabl./Met tab.
En 1989, un an après les présidentielles, les Français étaient une nouvelle fois appelés aux urnes, cette fois pour les municipales. L'article analyse les résultats de ce scrutin. (Résumé par M. Nuyttens)
●
Een jaar na de presidentsverkiezingen moesten de Fransen in 1989 opnieuw naar de stembus, ditmaal voor gemeenteraadsverkiezingen. In deze bijdrage worden de uitslagen van deze verkiezingen geanalyseerd. (Samenvatting door M. Nuyttens)
Laurent, Annie
218. Une élection, deux dimanches, trois circonscriptions: disparités locales d'un scrutin national. 1994, XIX, pp. 59-74 - Avec tabl./Met tab.
Les résultats des législatives françaises de 1993 avaient été assez exactement prévus par les instituts de sondage. Cet article montre toutefois qu'aux niveaux départemental et local ces prévisions s'écartaient assez nettement du résultat final. A partir d'un sondage réalisé par elle auprès de 1075 électeurs, l'auteur dégage les considérations qui ont motivé les électeurs de trois circonscriptions du Nord de la France. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
De uitslag van de Franse parlementsverkiezingen in 1993 werd door de opiniepeilers vrij nauwkeurig voorspeld. In deze bijdrage wordt echter aangetoond dat deze voorspellingen op departementaal en lokaal niveau sterk afweken van het uiteindelijke resultaat. Aan de hand van een opiniepeiling die de auteur heeft uitgevoerd bij 1075 kiezers, toont ze aan welke overwegingen bij de kiezers van drie Noordfranse kiesdistricten een rol hebben gespeeld. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
| |
| |
Libeer, J.
219. De naaste buur is een oude vriend. 1992, XVII, pp. 97-105.
Op 1 januari 1993 vervagen de Europese binnengrenzen. In deze bijdrage wordt onderzocht hoe ondernemers in Zuid West-Vlaanderen hierop reageren. Samenwerking tussen Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen is een onontkoombaar economisch proces. De ambitie ervan wordt gedragen door economische kracht en door een gemeenschappelijke cultuur-historische voedingsbodem. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Le 1er janvier 1993, les frontières intérieures de l'Europe s'effacent. Cet article étudie les réactions des entrepreneurs de la Sud-West-Flandre à cet événement. La collaboration entre le Nord de la France et la Flandre-Occidentale est un processus inéluctable. Le dynamisme économique et le substrat culturel et historique commun sous-tendent l'ambition de le mettre en oeuvre. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Logie, Frank
220. Grens en sociale relaties: huwelijkskringen als voorbeeld van de sociale invloed van staatsgrenzen. 1986, XI, pp. 47-58 - Met krt. en tab. / Avec crt. et tabl.
Uit de analyse van de huwelijksregisters van Halewijn en Zuid-Wervik concludeert de auteur dat er in de 19de eeuw zeer intense relaties waren tussen Frankrijk en België. Recente gegevens bewijzen echter dat de bewoners van de grensgemeenschap Menen-Halewijn nu nog nauwelijks contact hebben. Vooral de grens als linguïstisch fenomeen remt de sociale relaties. (Samenvatting door P. Lecompte)
●
De l'analyse des registres matrimoniaux d'Halluin et Wervicq-Sud l'auteur conclut qu'il existait au XIXe siècle de très intenses relations entre la France et la Belgique. Pourtant des données récentes prouvent que les habitants de la communauté frontalière Menin-Halluin n'ont plus guère de contacts. C'est surtout l'aspect linguistique de la frontière qui freine les relations sociales. (Résumé par P. Lecompte)
Loréal, Annick, Staeyen, Jef van
221. Lille entre ville industrielle française et métropole européenne diversifiée. 1995, XX, pp. 75-90 -avec ill. /Met afb.
Avec la venue du tunnel sous la Manche, du TGV et d'Euralille, Lille semble se moderniser à pas de géant. Cet article étudie le degré de modernité réel de ces évolutions et leurs relations avec la reconversion économique engagée antérieurement. Les changements les plus importants concernent la nouvelle accessibilité. Le tunnel sous la Manche et le TGV font de Lille un carrefour européen. (Résumé par J. van Staeyen)
●
Met de komst van de Kanaaltunnel, de HST en Euralille lijkt Rijsel zich met rasse schreden te moderniseren. In dit artikel wordt onderzocht of deze ontwikkelingen wel zo vernieuwend zijn en hoe ze zich verhouden tot de veel eerder gestarte economische omschakeling. De belangrijkste veranderingen hebben te maken met de nieuwe bereikbaarheid. De Kanaaltunnel en de HST maken van Rijsel een Europees knooppunt. (Samenvatting door J. van Staeyen)
Loyer, François
222. Lille 1900: Art Nouveau et classes moyennes. 1987, XII, pp. 49-66 - Avec ill. / Met afb.
| |
| |
Entre 1900 et 1930, l'Art Nouveau s'est implanté en force à Lille. Les architectes trouvaient surtout leur inspiration à Bruxelles. Selon l'auteur, c'était davantage qu'un phénomène de mode passager: il s'agissait d'une expression de l'identité culturelle de la classe moyenne. (Résumé par W. Duthoy)
●
Tussen 1900 en 1930 heeft de Art Nouveau ruime toepassing gevonden in Rijsel. De architecten vonden hun inspiratie vooral in Brussel. Volgens de auteur was het meer dan een tijdelijk modeverschijnsel: het was een uiting van de culturele identiteit van de middenklasse. (Samenvatting door W. Duthoy)
Maner, Martine Le
223. Les incunables de la Bibliothèque Municipale de Saint-Omer. 1988, XIII, pp. 213-223 - Avec facs. / Met facs.
La bibliothèque municipale de Saint-Omer naquit en 1794 des confiscations de biens du clergé. Elle possède un grand nombre d'importants incunables dont l'article nous donne un aperçu. (Résumé par M. Nuyttens)
●
De stadsbibliotheek van Sint-Omaars (Saint-Omer) ontstond in 1794 uit de geconfisceerde goederen van de clerus. Deze bibliotheek bezit een groot aantal belangrijke wiegedrukken. In dit artikel wordt hiervan een overzicht gegeven. (Samenvatting door M. Nuyttens)
Martels, Z.R.W.M. von
224. Het leven van Ogier van Boesbeke (Augerius Busbequius; 1520/1-1591), keizerlijk gezant aan het hof van Süleyman de Grote. 1993, XVIII, pp. 203-217 - Met prt., facs. en krt./ Avec portr., facs. et crt.
Ogier van Boesbeke werd in 1520 of 1521 in Komen geboren. Zijn vader had bezittingen in het nabij gelegen Boesbeke. Ogier van Boesbeke was van 1554 tot 1562 gezant voor Keizer Ferdinand I van Oostenrijk aan het hof van Sultan Süleyman de Grote. Vooral uit deze periode dateren een aantal van de ontdekkingen en geschriften van deze humanist. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Ogier de Bousbecque naquit en 1520 ou 1521 à Comines. Son père possédait des biens dans le village voisin de Bousbecque. Ogier de Bousbecque fut de 1554 à 1562 ambassadeur de l'empereur Ferdinand 1er d'Autriche à la cour du sultan Soliman le Magnifique. C'est surtout de cette période que datent un certain nombre de découvertes et d'écrits de cet humaniste. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Mons, D., Joseph-François, D.
225. Rénovations urbaines à Lille-Roubaix-Tourcoing. Les errements de la ville et la culture urbaine. 1991, XVI, pp. 22-34 - Avec ill./Met afb.
Article très critique sur l'urbanisation des villes de Lille, Roubaix et Tourcoing. Les interventions hasardeuses, l'incohérence du paysage urbain, le labyrinthe des directives et des subventions justifient les critiques aux yeux des auteurs. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
Een zeer kritische bijdrage over urbanisatie in de steden Rijsel, Robeke (Roubaix) en Torkonje (Tourcoing). De lukrake ingrepen, de onsamenhangende stadsbeelden, de doolhof van verwijzingen en subsidies rechtvaardigen volgens de auteurs deze kritiek. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
| |
| |
Nuyttens, Michiel
226. De Franse Nederlanden in Nederlandstalige periodieken (tot 1918) (Deel 1). 1986, XI, pp. 155-174
De belangstelling van Nederlandstalige tijdschriften voor de Franse Nederlanden biedt ons de mogelijkheid de intensiteit te meten van de contacten die er sinds de definitieve aanhechting van de Franse Nederlanden bij Frankrijk bestonden tussen dit gebied en Vlaanderen en Nederland. Uit dit artikel blijkt dat er nogal wat belangstelling was, maar dat de interesse in de jeugdbladen te wensen over liet. (Vertaling van de samenvatting door P. Lecompte)
●
L'intérêt des revues de langue néerlandaise pour les Pays-Bas français nous permettent d'évaluer l'intensité des contacts de cette région avec la Flandre belge et les Pays-Bas, depuis son annexion définitive. L'article fait apparaître que l'intérêt ne manquait pas, mais qu'il laisse à désirer dans les publications pour jeunes. (Traduction du résumé: P. Lecompte)
Nuyttens, Michiel
227. De Franse Nederlanden in de Nederlandstalige periodieken (tot 1918) (Deel II). 1987, XII, pp. 201-217
In het tweede deel van deze bijdrage (eerste deel zie nr. 226) stelt de auteur een groeiende belangstelling vast voor de Franse Nederlanden in Nederlandstalige periodieken. Vooral onder invloed van het Algemeen Nederlands Verbond neemt deze interesse tot 1918 sterk toe. Tijdens de Eerste Wereldoorlog namen bepaalde tijdschriften radicale irredentistische standpunten in. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
Dans la deuxième partie de son article (pour la première partie voir le numéro 226), l'auteur note un intérêt croissant pour les Pays-Bas français dans les périodiques de langue néerlandaise. C'est surtout sous l'influence de l'Algemeen Nederlands Verbond que cet intérêt croît fortement jusqu'en 1918. Au cours de la Première Guerre mondiale, certaines revues prenaient des positions radicalement irrédentistes. (Traducteur du résumé: W. Devos)
Nuyttens, Michiel
228. Het Archief van de Franse Nederlanden te Kortrijk. 1988, XIII, pp. 186-195 - Met afb., prt. en facs. / Avec ill., portr. et facs.
De katholieke universiteit Leuven afdeling Kortrijk kwam in 1969 in het bezit van de omvangrijke en interessante bibliotheek van J.M. Gantois. Het was de bedoeling dit fonds uit te bouwen tot een wetenschappelijke bibliotheek over de Franse Nederlanden. In korte tijd werd een vrij groot archiefbestand bij elkaar gebracht. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'annexe coutraisienne de l'université catholique de Louvain acquit en 1969 la vaste et intéressante bibliothèque de J.M. Gantois. L'objectif était de faire de ce fonds une bibliothèque scientifique consacrée aux Pays-Bas français. En peu de temps, on y rassembla une grande masse d'archives. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Nuyttens, Michiel
229. Uit de briefwisseling Looten-Lemire. 1989, XIV, pp. 181-190
De briefwisseling tussen Camille Looten (1855-1941), voorzitter van het Comité Flamand de France, en de latere ere-voorzitter van het Vlaams Verbond van Frankrijk en priester-volksvertegenwoordiger Jules Lemire (1853-1928) bestaat uit bijna 300
| |
| |
brieven en wordt bewaard in Parijs. In dit artikel worden enkel die brieven besproken die verband houden met de regionalistische beweging in de Franse Nederlanden. (Samenvatting door W. Devos)
●
La correspondance entre Camille Looten (1855-1941), président du Comité Flamand de France et le futur président d'honneur du Vlaams Verbond van Frankrijk et prêtre-député Jules Lemire (1853-1928) comporte quelque 300 lettres conservées à Paris. Cet article présente seulement les lettres qui ont un rapport avec le mouvement régionaliste des Pays-Bas français. (Résumé par W. Devos)
Nuyttens, Michiel
230. Jozef Goossenaerts (1882-1963) en de Franse Nederlanden. 1991, XVI, pp. 11-21 - Met prt./Avec portr.
Jozef Goossenaerts is vooral bekend als organisator van de Vlaamse Wetenschappelijke Congressen en als stichter van de Vereeniging voor Wetenschap en het daaraan verbonden tijdschrift ‘Wetenschap in Vlaanderen’, later ‘Wetenschappelijke Tijdingen’. In deze bijdrage worden de contacten besproken die Goossenaerts had met de Franse Nederlanden, o.a. met het Vlaams Verbond van Frankrijk en J.M. Gantois. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Jozef Gossenaerts est surtout connu comme organisateur des Congrès Scientifiques Flamands et comme fondateur de l'Association pour la Science et de son journal ‘Wetenschap in Vlaanderen’ (Science en Flandre) devenu plus tard ‘Wetenschappelijke Tijdingen’ (Nouvelles scientifiques). L'article évoque les contacts de Gossenaerts avec les Pays-Bas français, notamment avec le Vlaams Verbond van Frankrijk et J.M. Gantois. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Nuyttens, Michiel
231. De tempeliers in de Franse Nederlanden. 1994, XIX, pp. 49-58 - Met afb./ Avec ill.
De orde van de tempeliers was een geestelijke ridderorde, een combinatie van een religieuze en een militaire orde, die haar oorsprong vond in Palestina tussen de eerste en tweede kruistocht. Ze werd geïnstitutionaliseerd op het Concilie van Troyes (1128) door toedoen van Bernard van Clairvaux. Vanaf het begin was de inbreng van de Franse Nederlanden in deze orde aanzienlijk. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'ordre des Templiers était un ordre spirituel de chevaliers, un mixte d'ordre religieux et d'ordre militaire qui apparut en Palestine entre la première et la deuxième croisade. Il fut institutionnalisé au concile de Troyes (1128) sur intervention de Bernard de Clairvaux. L'apport des Pays-Bas français à l'ordre fut d'emblée considérable. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Oddone, Patrick
232. Dunkerque: instruments et acteurs de la planification urbaine (1960-1985). 1988, XIII, pp. 27-48 - Avec ill. / Met afb.
Le présent article brosse l'histoire du développement urbain de Dunkerque de 1960 à 1985. L'expansion industrielle des années soixante n'a certainement pas amélioré les conditions de vie à Dunkerque. Des directives et options récentes se proposent précisément d'humaniser le paysage architectural urbain. (Résumé par D. Verbeke)
●
In deze bijdrage wordt de geschiedenis geschetst van de stedelijke ontwikkeling van Duinkerke van 1960 tot 1985. De industriële expansie in de jaren zestig heeft de
| |
| |
leefomstandigheden in Duinkerke zeker niet bevorderd. Recente beleidsopties hebben juist tot doel het architecturale landschap van de stad humaner te maken. (Samenvatting door D. Verbeke)
Oger-Leurent, Anita
233. Les retables de Flandre française des XVIIe et XVIIIe siècles. 1995, XX, pp. 215-239 - Avec crt. et ill. / Met krt. en afb.
Dans l'arrondissement de Dunkerque, on trouve quelque 150 retables dans une cinquantaine d'églises. L'intérêt pour ce patrimoine s'est fortement accru depuis les années quatre-vingt. L'article évoque d'abord le développement de cet intérêt. Puis il expose ce qu'est exactement un retable et les principaux problèmes que posent la conservation et la restauration de ces pièces d'autel.
(Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
In het arrondissement Duinkerke vindt men ongeveer 150 retabels in een vijftigtal kerken. De belangstelling voor dit kunstpatrimonium groeide sterk vanaf de jaren tachtig. In deze bijdrage. wordt eerst de ontwikkeling van die belangstelling geschetst. Daarna wordt uiteengezet wat precies een retabel is en wat de belangrijkste problemen zijn bij de bescherming en restauratie van deze altaarstukken. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
Oursel, Hervé
234. Charles Gaudelet peintre verrier lillois du XIXe siècle. 1990, XV, pp. 128-150.
Dans la production artistique du XIXe siècle, la peinture sur verre occupe une place importante. La demande était importante: on construisait beaucoup de nouvelles églises et dans les églises existantes beaucoup de vitraux devaient être remplacés. Partout en France apparurent des ateliers, ainsi celui de Charles Gaudelet à Lille. Certes, il n'était pas le premier maître-verrier de Lille, mais il atteignit un très haut niveau de perfection technique. (Résumé par O. Vandeputte)
●
In de kunstproduktie van de 19de eeuw neemt de glasschilderkunst een belangrijke plaats in. De vraag was groot: er werden veel nieuwe kerken gebouwd en in de bestaande kerken dienden heel wat glasramen te worden vervangen. Overal in Frankrijk verschenen ateliers, zoals dat van Charles Gaudelet in Rijsel. Hij was wel niet de eerste glazenier in Rijsel, maar hij bereikte een zeer hoge graad van technische perfectie. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Avec reprod./Met reprod.:
Projet de vitrail avec les litanies de la Vierge; Projet de vitrail pour Saint-André à Lille; Projet de vitrail avec un ostensoir; Projet de vitrail pour l'église de Vieux-Berquin; Projet de vitrail pour l'église de Wattignies; ‘Le mariage de la Vierge’ (Projet de vitrail pour l'église de Carvin).
Oustric, Georges
235. Boulogne-sur-Mer au XIXe siècle: une croissance portuaire (1815-1914). 1988, XIII, pp. 169-185 - Avec crt. et tabl. / Met krt. en tab.
Le port de Boulogne connut dès 1815 un puissant essor. A compter de 1877, il devint le plus grand port de pêche français. Par la suite, il devint également très important pour le transport trans-Manche de passagers. (Traduction du résumé: W. Trommelmans)
●
De haven van Bonen (Boulogne) kende vanaf 1815 een sterke ontwikkeling. Vanaf 1877 ontwikkelde Bonen zich tot de grootste vissershaven van Frankrijk. Later werd
| |
| |
deze haven ook zeer belangrijk voor het vervoer van passagiers over het Kanaal. (Samenvatting door W. Trommelmans)
Oustric, Georges
236. La prostitution à Boulogne-sur-Mer au XIXe siècle. 1994, XIX, pp. 169-181 - Avec crt. et tabl./ Met krt. en tab.
La prostitution est un phénomène social considéré comme nécessaire mais aussi comme dangereux. Dans cet article, l'auteur étudie l'évolution de la prostitution dans la ville balnéaire de Boulogne-sur-Mer. Il recherche comment on organisait la surveillance policière et le contrôle sanitaire, et montre comment, à partir de la localisation des quartiers chauds, on peut apprécier les tentatives d'endiguer la prostitution. Enfin il brosse un tableau de la prostituée elle-même. (Traducteur du résumé: H. Vanacker)
●
Prostitutie is een sociaal verschijnsel dat als noodzakelijk maar ook als gevaarlijk wordt gezien. In deze bijdrage onderzoekt de auteur hoe de prostitutie evolueert in de badstad Boulogne-sur-Mer. Hij gaat na hoe het politietoezicht en de hygiënische controle worden georganiseerd en toont aan hoe aan de hand van de ligging van de prostitutiewijken kan worden nagegaan welke inspanningen er werden gedaan om de prostitutie in te dammen. Ten slotte schetst hij ook een beeld van de prostituée zelf. (Vertaling van de samenvatting door H. Vanacker)
Pelt, Lucy van
237. L'expressionnisme dans les Pays-Bas français. 1993, XVIII, pp. 169-181.
Cet article présente l'oeuvre de plasticiens du Nord de la France directement liés à l'expressionnisme. Il évoque notamment des oeuvres de Marcel Gromaire, Édouard Pignon, Paul-Ghislain Desmons, Jean Roulland, Arthur van Hecke et Eugène Leroy. L'auteur en arrive à la conclusion que l'impressionnisme dans le Nord de la France n'est pas un courant cohérent. (Résumé par D. van Assche)
Avec reprod. /Met reprod.:
Marcel Gromaire, ‘Nu à la fenêtre’; Édouard Pignon; Paul-Ghislain Desmons; Jean Roulland, ‘La Galérienne’; Arthur van Hecke; Eugène Leroy.
●
In deze bijdrage wordt het werk voorgesteld van beeldende kunstenaars uit Noord-Frankrijk die directe bindingen hebben met het expressionisme. Er wordt o.a. werk besproken van Marcel Gromaire, Édouard Pignon, Paul- Ghislain Desmons, Jean Roulland, Arthur van Hecke en Eugène Leroy. De auteur komt tot de conclusie dat het expressionisme in Noord-Frankrijk geen samenhangende beweging is. (Samenvatting door D. van Assche)
Perre, Rudolf van de
238. Frans-Vlaanderen in het werk van André Demedts. 1987, XII, pp. 33-48 - Met prt. / Avec portr.
Frans-Vlaanderen is in drie opzichten aanwezig in het werk van de auteur André Demedts: sociaal, historisch en nationaal. Dat het sociale element overweegt, heeft te maken met het sociale engagement dat het werk van Demedts van meet af aan heeft gekenmerkt. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
La Flandre française apparaît sous trois points de vue dans l'oeuvre de l'écrivain André Demedts: social, historique et national. La prépondérance de l'aspect social tient à l'engagement social qui a d'emblée caractérisé l'oeuvre de Demedts. (Traducteur du résumé: W. Devos)
| |
| |
Persyn, Francis
239. Het Nederlands in het lager en middelbaar onderwijs in Frans-Vlaanderen - Le néerlandais dans l'enseignement primaire et secondaire en Flandre française. 1995, XX, pp. 12-41 - Met tab. /Avec tabl.
De auteur, inspecteur voor het onderwijs van het Nederlands in Frankrijk, schetst eerst de historische ontwikkeling van het onderwijs van het Nederlands vanaf de ministeriële circulaire van 10 april 1970 tot het begin van het schooljaar 1994. Daarna wordt in detail en met veel concrete gegevens de huidige situatie besproken. De auteur duidt daarbij duidelijk aan wat de problemen zijn. Ten slotte evalueert hij de situatie en geeft ook enkele toekomstperspectieven van het onderwijs Nederlands in de lagere en middelbare onderwijs in Frankrijk. (Uit het Frans vertaald door J. Deloof)
●
L'auteur, inspecteur de l'enseignement secondaire du néerlandais en France, évoque d'abord l'évolution de l'enseignement du néerlandais depuis la circulaire ministérielle du 10 avril 1970 jusqu'au début de l'année scolaire 1994. Puis, avec force détails et données concrètes, il aborde la situation actuelle, en indiquant très clairement les problèmes qui se posent. Il évalue enfin la situation et esquisse quelques perspectives d'avenir pour l'enseignement du néerlandais en France dans les enseignements primaire et secondaire. (Traduit du français par J. Deloof)
Peteghem, P. van
240. Grensregelingen tussen de Nederlanden en Frankrijk in rechtshistorisch perspectief. 1991, XVI, p. 177-187.
In deze bijdrage wordt een beeld gegeven van het ontstaan van het grensgebied dat het staatsgebied van het Koninkrijk der Nederlanden van dat van het koninkrijk Frankrijk scheidde, vanaf de eerste historische bronnen die hierover te vinden zijn tot het grensverdrag van Kortrijk (1820). De rechtshistorische invalshoek is belangrijk omdat op die manier heel precies de wijzigingen in het maatschappijbeeld gevolgd kunnen worden. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'article évoque l'apparition de la région frontalière qui séparait le Royaume des Pays-Bas du Royaume de France, à partir des premières sources historiques disponibles jusqu'au traité frontalier de Courtrai (1820). Le point de vue historico-juridique est fécond car il permet de suivre de façon très précise les changements de l'idée qu'on se faisait de la société. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Pfister-Langanay, C.
241. L'orfèvrerie dunkerquoise (XVIIe-XIXe siècle). 1991, XVI, pp. 203-224 - Avec ill. / Met afb.
A compter du XVIIe siècle, Dunkerque possède une importante fabrication d'argenterie qui occupe plusieurs ateliers. La production d'objets religieux connut son apogée sous le régime de Louis XIV. En 1792, la guilde des argentiers fut dissoute. De 1798 à 1862, il y avait encore vingt-quatre argentiers en activité à Dunkerque, mais l'âge d'or était passé. (Traducteur du résumé: D. van Assche)
●
Vanaf de 17de eeuw is er een belangrijke produktie van zilversmeedwerk in Duinkerke en waren er verschillende ateliers werkzaam. De produktie van religieuze voorwerpen kende haar hoogtepunt tijdens het regime van Lodewijk XIV. In 1792 werd het gilde der zilversmeden opgeheven. Vanaf 1798 tot 1862 waren nog vierentwintig zilversmeden in Duinkerke werkzaam, maar toch was de bloeitijd voorbij. (Vertaling van de samenvatting door D. van Assche)
| |
| |
Pierrard, Pierre
242. Maurice Schumann député du Nord et le M.R.P.. 1986, XI, pp. 89-103 - Avec ill. / Met afb.
La carrière politique de Maurice Schumann est intimement liée à l'histoire du parti chrétien-démocrate français MRP (Mouvement Républicain Populaire). Il fut représentant de la France aux Nations unies, secrétaire d'État aux Affaires Etrangères et ministre de l'Aménagement du territoire. Le MRP ne cessant de glisser vers la droite, Maurice Schumann adhère au Centre Démocratique de Lecanuet. (Résumé par O. Vandeputte)
●
De politieke carrière van Maurice Schumann is onverbrekelijk verbonden met de geschiedenis van de Franse christen-democratische partij Mouvement Républicain Populaire (MRP). Hij was vertegenwoordiger voor Frankrijk bij de VN, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken en minister voor Ruimtelijke Ordening. Als het M.R.P. steeds meer naar rechts afglijdt, stapt Maurice Schumann over naar het Centre Démocratique van Lecanuet. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Renard, Paul
243. Jacques Duquesne romancier: un réalisme sage. 1995, XX, pp. 43-53 - Avec portr./Met prt.
Jacques Duquesne était déjà un journaliste connu quand il fit ses débuts de romancier en 1977. A ce jour, il a publié huit romans. L'article offre un panorama de son oeuvre et de ses principales caractéristiques. On peut situer l'oeuvre de Duquesne dans la tradition du réalisme et du naturalisme. Les personnages apparaissent dans plusieurs romans, la plupart du temps situés dans le Nord de la France, terre d'origine de l'auteur. (Traducteur du résumé: O. Vandeputte)
●
Jacques Duquesne was al een bekend journalist toen hij in 1977 als romanschrijver debuteerde. Hij publiceerde totnogtoe acht romans. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van zijn werk en worden ook de belangrijkste kenmerken ervan besproken. Het werk van Duquesne kan men plaatsen in de traditie van het realisme en het naturalisme. De personages komen in verschillende romans voor; meestal speelt het verhaal zich af in Noord-Frankrijk, het land van oorsprong van de auteur. (Vertaling van de samenvatting door O. Vandeputte)
Ridder-Symoens, Hilde de
244. De universiteiten van Dowaai en Rijsel, centra van cultuur in de Franse Nederlanden. 1986, XI, pp. 11-30 - Met afb., facs. en prt. / Avec ill., facs. et portr.
De omstreeks 1560 gestichte universiteit van Dowaai is lange tijd het intellectueel centrum geweest van de Franse Nederlanden. In 1793 wordt zij op last van de Conventie gesloten. In 1896 krijgt Rijsel zijn universiteit en langzamerhand neemt deze stad de rol van intellectueel centrum van Dowaai over. De auteur schetst ook de actuele situatie van het universitair onderwijs in Rijsel. (Samenvatting door W. Devos)
●
Fondée vers 1560, l'université de Douai fut longtemps le centre intellectuel des Pays-Bas français. La Convention ordonne sa fermeture en 1793. Lille obtient son université en 1896 et cette ville reprend peu à peu à Douai le rôle de centre intellectuel. L'auteur évoque la situation actuelle de l'enseignement universitaire à Lille. (Résumé par W. Devos)
| |
| |
Rimanque, Karel
245. Het regionalisme in Frankrijk en in België. 1990, XV, pp. 82-97.
Uit de vergelijking van het regionalisme in België en Frankrijk blijkt dat de hervorming in België onomkeerbaar is, terwijl dat in Frankrijk lang niet zo zeker is. Daar blijft het regionalisme geënt op een unitair en centralistisch staatsverband. Samenwerking tussen Vlaanderen en het gewest Noorden-Nauw-van-Kales is slechts in beperkte mate mogelijk. Maar regelmatige contacten van dit Franse gewest met de Vlaamse Regering en met overheden van de grensprovincie West-Vlaanderen kunnen dezelfde resultaten hebben als een formele overeenkomst. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
La comparaison du régionalisme en Belgique et en France montre que la réforme est irréversible en Belgique, ce qui est loin d'être aussi sûr en France. Le régionalisme y reste tributaire d'un étatisme unitaire et centraliste. Les possibilités de collaboration entre la Flandre belge et la région Nord-Pas-de-Calais sont fort limitées. Mais des contacts réguliers de cette région française avec le Gouvernement Flamand et les autorités de la région limitrophe de Flandre-Occidentale peuvent avoir les mêmes résultats que des accords formels. (Résumé par J. Fermaut)
Ruyver, B. de
246. Tien jaar Kappabende. Een verhaal over de onmacht van de moderne democratische rechtsstaat. 1995, XX, pp. 54-74 - Met tab. /Avec tabl.
Vanaf het midden van de jaren tachtig werd Zuid West-Vlaanderen in toenemende mate geconfronteerd met het verschijnsel van de grensoverschrijdende criminaliteit. In dit artikel worden de oorzaken hiervan aangeduid en de verschillende types van grenscriminaliteit onderzocht. Verder peilt de auteur naar de reactie van de Zuid West-Vlaamse bevolking en geeft hij ook een overzicht van wat de politie doet. Hij constateert dat er behoefte is aan een betere samenwerking inzake strafzaken tussen België en Noord-Frankrijk. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
A partir du milieu des années quatre-vingt, le sud-ouest de la Flandre s'est trouvé de plus en plus confronté au phénomène de la criminalité transfrontalière. Le présent article en énumère les causes et étudie les différents types de délinquance transfrontalière. L'auteur évalue également les réactions de la population du sud-ouest de la Flandre et donne un aperçu des actions de la police. Il en conclut à la nécessité d'une meilleure collaboration en matière pénale entre la Belgique et le Nord de la France. (Traducteur du résumé: Jacques Fermaut)
Ryckeboer, H., Maeckelberghe, F.
247. Dialect en standaardtaal aan weerszijden van de rijksgrens in de Westhoek. 1987, XII, pp. 129-151 - Met tab. /Avec tabl.
De auteurs van dit artikel gaan na wat de functie is van de standaardtaal en het dialect aan weerszijden van de rijksgrens. Zij komen tot de conclusie dat die functie sterk verschillend is. Ze stellen ook vast dat de sociale druk op de kleine groep Vlaamssprekenden zo groot is geworden, dat men rekening moet houden met het verdwijnen van het Vlaamse dialect. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
Les auteurs de cet article étudient la fonction de la langue standard et du dialecte de part et d'autre de la frontière étatique. Ils en viennent à la conclusion que ces fonctions diffèrent fortement. Ils constatent aussi que la pression sociale sur le petit groupe de flamandophones est devenue si forte qu'il convient de prendre en compte la disparition du dialecte flamand. (Traducteur du résumé: W. Devos)
| |
| |
Ryckeboer, Hugo
248. Willem Pée en Frans-Vlaanderen. 1989, XIV, pp. 37-52 - Met afb., facs., krt. en prt. / Avec ill., facs., crt. et portr.
De wetenschappelijke studie van het Nederlandse dialect in het arrondissement Duinkerke is onlosmakelijk verbonden met de naam Willem Pée (1903-1986). Deze Gentse hoogleraar organiseerde twee belangrijke onderzoeksprojecten in Frans-Vlaanderen. Hij registreerde er heel wat gesprekken en zette een ‘Woordenboek van de Vlaamse Dialecten’ op, waarin de dialectwoordenschat in Frans-Vlaanderen van grote betekenis was. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'étude scientifique du dialecte néerlandais de l'arrondissement de Dunkerque est indissolublement lié au nom de Willem Pée (1903-1986). Ce professeur d'université gantois organisa deux grands projets de recherche en Flandre française. Il enregistra une foule de conversations et rédigea un ‘Dictionnaire des dialectes flamands’, où le vocabulaire dialectal de Flandre française occupait une place importante. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Sanders, Geert
249. De Westvlaamse havens en de komst van de Kanaaltunnel. 1993, XVIII, pp. 139-156 - Met tab./Avec tabl.
In dit artikel wordt gepeild naar de mogelijke economische invloed van de Kanaaltunnel op West-Vlaanderen. Specifieke aandacht gaat hierbij uit naar de Westvlaamse kusthavens Oostende en Zeebrugge. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Cet article essaie d'évaluer l'impact du Tunnel sous la Manche sur la Flandre-Occidentale. Il s'intéresse tout particulièrement à cet égard aux ports de Flandre-Occidentale d'Ostende et de Zeebrugge. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Scottez-De Wambrechies, Annie
250. Une richesse méconnue du Musée des Beaux-Arts de Lille. La peinture française au XIXe siècle. 1992, XVII, pp. 75-96.
Le Musée des Beaux-Arts de Lille possède une collection particulièrement riche de peinture française du XIXe siècle qui offre un panorama complet de cette période. Le présent article donne une description détaillée de cette collection. (Résumé par O. Vandeputte)
●
Het Museum voor Schone Kunsten in Rijsel heeft een bijzonder rijke collectie negentiende-eeuwse Franse schilderkunst. Deze collectie geeft een volledig overzicht van de negentiende-eeuwse schilderkunst in Frankrijk. In deze bijdrage wordt een gedetailleerd beeld gegeven van deze verzameling. (Samenvatting door O. Vandeputte)
Avec reprod./Met reprod.: Th. Géricault, ‘Étude pour la course des chevaux libres’; E. Delacroix, ‘Médée’; Th. Chassériau, ‘Marchand arabe présentant une jument sur le marché’; Th. Rousseau, ‘La Seine à Villeneuve Saint-Georges’; J.-C. Cazin, ‘Tobie et l'ange’; J.F. Millet, ‘La Becquée’; Carolus-Duran, ‘Le Baiser’; H. Gervex, ‘Quai de la Villette à Paris’; A. Duval, ‘Femme de Saint-Jean de Luz’; A. Cabanel, ‘Nymphe enlevée par un faune’.
Sicking, Louis
251. De admiraliteit van Vlaanderen tussen 1537 en 1560. Een institutionele verkenning. 1995, XX, pp. 240-255 - Met afb. en tab. / Avec ill. et tabl.
| |
| |
Om greep te krijgen op het zeewezen voerden de Habsburgers een centralisatiepolitiek. Deze kreeg zijn beslag in de ordonnanties op de admiraliteit van 1488 en 1540. Zij hadden de instelling van een permanente marine-organisatie tot doel, bestaande uit één admiraal-generaal, een aantal plaatsvervangers en admiraliteitsraden. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de activiteiten van de admiraliteit in Duinkerke waren, hoe die was georganiseerd en wat de positie was ten opzichte van de admiraliteit in Zeeland. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Afin d'avoir prise sur les affaires maritimes, les Habsbourg menèrent une politique centralisatrice, définie dans les ordonnances sur l'amirauté de 1488 et 1540. Celles-ci visaient à l'instauration d'une organisation permanente de la marine, comprenant un amiral-général, un certain nombre de lieutenants et de conseils d'amirauté. L'article étudie la nature des activités de l'amirauté de Dunkerque, son organisation et sa position vis-à-vis de l'amirauté de Zélande. (Traducteur du résumé: Jacques Fermaut)
Simons, Walter
252. Jan van Waasten en de Gregoriaanse hervorming. 1986, XI, pp. 191-213 - Met krt., facs. en afb. / Avec crt., facs. et ill.
Paus Gregorius VII (1073-1085) voerde een groot aantal hervormingen door binnen de katholieke kerk. De verspreiding van deze ideeën in de Franse Nederlanden was voor een belangrijk deel het werk van de bisschop van Terwaan, Jan van Waasten. De auteur beschrijft het levensverhaal van Van Waasten en zijn rol in deze Gregoriaanse hervorming. (Vertaling van de samenvatting door P. Lecompte)
●
Le pape Grégoire VII (1073-1085) procéda à un grand nombre de réformes au sein de l'Église catholique. La diffusion de ses idées au sein des Pays-Bas français fut essentiellement l'oeuvre de l'évêque de Thérouanne, Jan van Waasten. L'auteur évoque la vie de Van Waasten et son rôle dans cette réforme grégorienne. (Traduction du résumé: Paul Lecompte)
Simons, Walter
253. Begijnen en begarden in het middeleeuwse Dowaai. 1992, XVII, pp. 180-197 - Met krt. en afb. / Avec crt. et ill.
In Dowaai kwamen in een tijdspanne van iets meer van een eeuw (van ca. 1245-1355) twee begijnhoven en vijftien begijnenconventen tot stand. In deze bijdrage wordt de geschiedenis beschreven van deze ongewone rijkdom aan instellingen. De auteur geeft eveneens uitleg over de organisatie en het bestuur, en over het dagelijks leven; hij schetst ook de latere ontwikkelingen van deze instellingen in het 15e eeuwse Dowaai. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
En un espace d'un peu plus d'un siècle (d'environ 1245 à 1355), Douai vit naître deux béguinages et quinze monastères de bégards. L'article évoque l'historique de cette inhabituelle richesse en institutions. L'auteur nous informe également sur l'organisation, l'administration et la vie quotidienne; il esquisse également l'évolution ultérieure de ces institutions dans le Douai du XVe siècle. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Soetaert, Paul
254. ‘Tot secours van den armen’. De Bergen van Barmhartigheid in de Franse Nederlanden (1624-1790). 1986, XI, pp. 71-88 - Met afb., facs. en prt. / Avec ill., facs. et portr.
Wenzel Cobergher heeft in de Franse Nederlanden een reeks Bergen van Barmhartigheid gebouwd. Het was zijn bedoeling door deze openbare pandhuizen de particu- | |
| |
liere pandlening onder controle te krijgen. Behalve aan de ontstaansgeschiedenis van deze Bergen van Barmhartigheid schenkt de auteur ook aandacht aan de gebouwen en aan de activiteiten van deze instellingen. (Samenvatting door P. Lecompte)
●
Venceslas Cobergher a construit une série de Monts de Piété dans les Pays-Bas français. Son objectif était de contrôler, par le biais de ces institutions officielles de prêt sur gage, le prêt sur gage privé. L'auteur ne s'intéresse pas seulement à la genèse de ces Monts de Piété mais aussi aux édifices et aux activités de ces institutions. (Résumé par P. Lecompte)
Theys, Juliaan
255. De evolutie van de grensarbeid tussen West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk in de 20ste eeuw. 1988, XIII, pp. 89-104 - Met krt. en tab. / Avec crt. et tabl.
In deze bijdrage wordt de geschiedenis geschetst van de grensarbeid, die vooral bepaald werd door armoede en een tekort aan werkgelegenheid in Vlaanderen. De factoren die het ontstaan en het verloop van deze grensarbeid verklaren, komen ter sprake. Ten slotte worden ook de kenmerken besproken van de huidige grensarbeid. (Vertaling van de samenvatting door W. Devos)
●
Cet article évoque l'histoire du travail frontalier, dû surtout à la misère et au chômage qui sévissaient en Flandre belge, sans omettre les différents facteurs qui expliquent son apparition et son évolution. Il en termine en présentant les caractéristiques du travail frontalier actuel. (Traducteur du résumé: W. Devos)
Theys, Juliaan
256. Grensoverschrijdende samenwerking en de positie van Rijsel en Kortrijk, twee aantrekkingspolen in een economisch ontgrensd gebied. 1991, XVI, pp. 188-202.
De auteur geeft eerst aan hoe in het verleden pogingen werden ondernomen om de ontgrenzing op economisch gebied te bevorderen. Daarna wordt meer specifiek de positie van de steden Rijsel en Kortrijk besproken. De auteur stelt vast dat Rijsel zijn plaats in de eigen regio heeft versterkt, maar dat het aan commerciële aantrekkingskracht heeft ingeboet tegenover het Kortrijkse. Voor de toekomst ziet hij hierin weinig verandering komen. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
L'auteur commence par évoquer les tentatives passées de promouvoir l'effacement des frontières sur le plan économique. Puis il aborde les situations plus spécifiques des villes de Lille et de Courtrai. L'auteur constate que Lille a consolidé sa position dans sa propre région mais qu'elle a perdu de son attractivité commerciale par rapport au Courtraisis. Il ne voit guère les choses changer à l'avenir. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Thumerelle, Pierre-Jean
257. La fécondité dans le Nord-Pas-de-Calais: des familles nombreuses d'hier aux petites familles de demain. 1987, XII, pp. 11-31
La fécondité de la région Nord-Pas-de-Calais a largement dépassé près de deux siècles durant la moyenne nationale française. Mais depuis 1983, on note une baisse frappante de la natalité. Cet article montre que ce glissement démographique constitue une nouvelle donnée importante pour cette région. (Résumé par D. Verbeke)
●
| |
| |
De kinderrijkdom van de regio Noorden-Nauw-van-Kales heeft bijna twee eeuwen lang het nationaal gemiddelde van Frankrijk ruim overtroffen. Maar sinds 1983 is er een opvallende daling van het geboortecijfer. In dit artikel wordt aangetoond dat de demografische verschuiving voor deze streek een belangrijk nieuw gegeven is. (Samenvatting door D. Verbeke)
Vanbelle, Bert
258. Het transportcentrum LAR te Menen-Kortrijk. 1990, XV, pp. 151-169 - Met krt. en tab. / Avec crt. et tabl.
Naast de autoweg E17, vlakbij de Franse grens ligt het transportcentrum LAR. Het bevat een containerterminal, transport- en expeditiebedrijven en een douanekantoor. In deze bijdrage worden de voorgeschiedenis en de activiteiten van dit centrum geschetst. Voor Menen en Kortrijk, maar ook voor de hele regio Zuid West-Vlaanderen - die zeer export gericht is - is dit transportcentrum van grote betekenis. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
Le centre de transport LAR se situe le long de l'autoroute E17, tout près de la frontière française. Il comporte un terminal à conteneurs, des entreprises de transport et d'expédition et un bureau de douane. L'article évoque la préhistoire et les activités de ce centre qui est d'une grande importance non seulement pour Menin et Courtrai mais aussi pour toute la région de Sud-West-Flandre, très tournée vers l'exportation. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Vandenbroeke, Chris
259. Migraties tussen Vlaanderen en Noord-Frankrijk in de negentiende en twintigste eeuw. 1993, XVIII, pp. 157-168 - Met krt. en tab. /Avec crt. et tabl.
Het onderzoek naar de migraties tussen Vlaanderen en Noord-Frankrijk gebeurde tot nog toe zelden grensoverschrijdend. Al te zeer werd de regionale eigenheid benadrukt. Onderzoeksteams van de verschillende universiteiten aan beide zijden van de grens kwamen zelden of nooit tot samenwerking. Daardoor is volgens de auteur een echt grondige behandeling van het onderwerp nog niet mogelijk. In deze bijdrage schetst hij in grote lijnen het verloop van deze migraties. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
L'étude des migrations entre Flandre belge et Nord de la France n'était que rarement transfrontalière jusqu'à maintenant. On n'avait que trop tendance à souligner la spécificité régionale. Les équipes de chercheurs de part et d'autre de la frontière n'en arrivaient que rarement voire jamais à collaborer. Cela explique selon l'auteur qu'une étude vraiment fouillée du sujet ne soit pas encore possible. Dans cet article, il esquisse les grandes lignes de l'évolution de ces migrations. (Traducteur du résumé: J. Fermaut)
Vandenbussche, Robert
260. Régionalisme, tourisme et Nord-Pas-de-Calais entre les deux guerres. 1987, XII, pp. 185-200 - Avec facs. et portr. / Met facs. en prt.
Na de Eerste Wereldoorlog kende het regionalisme in Noord-Frankrijk een sterke opbloei. De auteur gaat na in hoeverre het toerisme hiervan een belangrijk aspect vormde. Interessant zijn de verschillende initiatieven die werden genomen om de contacten tussen België en Noord-Frankrijk te bevorderen. (Samenvatting door M. Nuyttens)
●
| |
| |
Après la Première Guerre mondiale, le régionalisme connut un puissant renouveau dans le Nord de la France. L'auteur étudie dans quelle mesure le tourisme constituait un aspect important du phénomène. Intéressantes, les diverses initiatives destinées à promouvoir les contacts entre la Belgique et le Nord de la France. (Résumé par M. Nuyttens)
Vandewalle, Erik, Hendryckx, Michiel
261. Frans-Vlaamse ruïnes - Ruïnes de Flandre française. 1995, XX, pp. 256- 275 - Met afb. /Avec ill.
Deze fotoreportage van Michiel Hendryckx over ruïnes in Frans-Vlaanderen wordt voorafgegaan door een inleidende tekst van Erik Vandewalle. Daarin worden de verschillende gefotografeerde ruïnes kort voorgesteld (Vertaling door J. Fermaut)
●
Reportage-photo de Michiel Hendryckx sur des ruines de Flandre française, précédé d'une introduction par Erik Vandewalle qui présente brièvement les ruines photographiées. (Traduction: Jacques Fermaut)
Vandewalle, Paul
262. De demografische evolutie in de Kasselrij Sint-Winoksbergen, 17e - 18e eeuw. 1989, XIV, pp. 82-97 - Met tab./Avec tabl.
In dit artikel wordt commentaar gegeven bij demografisch cijfermateriaal uit de 17de en 18de eeuw uit de Kasselrij Sint-Winoksbergen. Het geboorte-, huwelijks- en sterftecijfer wordt onderzocht en de ontwikkelingen gevolgd. Ook de mobiliteit van de bevolking is onderwerp van onderzoek. De auteur stelt zich eveneens de vraag wat de wisselwerking was tussen deze demografische fenomenen en de ontwikkeling van de bevolking. (Samenvatting door W. Devos)
●
Cet article commente les données démographiques disponibles pour la châtellenie de Bergues au cours des XVIIe et XVIIIe siècles. Il étudie le nombre des naissances, des mariages et des décès et en suit les évolutions. Il s'intéresse également à la mobilité de la population et se demande enfin quelle était l'interaction entre ces phénomènes démographiques et l'évolution de la population. (Résumé par W. Devos)
Vanhove, N.
263. West-Vlaanderen als toeristische en economische aantrekkingspool voor Frans-Vlamingen. 1987, XII, pp. 169-184 - Met tab. en krt. / Avec tabl. et crt.
De auteur komt tot het besluit dat de tijd rijp is om nieuwe initiatieven tot samenwerking te ontwikkelen. Het centrale bestuursniveau mag daarbij niet als bevoogdende instantie optreden. (Samenvatting door W. Devos)
●
Étudiant l'attractivité touristique et économique de la Flandre-Occidentale pour les Flamands de France, l'auteur en vient à la conclusion que l'époque est mûre pour lancer de nouvelles initiatives de collaboration. Le niveau administratif central ne peut y jouer le rôle d'une instance de tutelle. (Résumé par W. Devos)
Vanneste, Bernard
264. Augustin Laurent. 1986, XI, pp. 140-154 - Avec facs. et portr./Met facs. en prt.
Homme politique socialiste, Augustin Laurent a marqué deux générations durant de son sceau la politique locale, régionale et nationale. Au cours de la Seconde Guerre
| |
| |
mondiale, il organisa la résistance socialiste dans le Nord. après la guerre, il devint sous de Gaulle ministre des PTT. De 1955 à 1973, il fut maire de Lille. (Résumé par W. Duthoy)
●
Augustin Laurent drukte als socialistisch politicus twee generaties lang zijn stempel op de lokale, regionale en landelijke politiek. Tijdens de Tweede Wereldoorlog organiseerde hij het socialistische verzet in het Noorden. Na de oorlog werd hij onder De Gaulle minister van PTT. Van 1955 tot 1973 was hij burgemeester van Rijsel. Samenvatting door W. Duthoy)
Verbeke, Dirk
265. Nieuwpoort: Twintig jaar Frans-Vlaamse Veertiendaagse. 1995, XX, pp. 181- 202 - Met afb./ Avec ill.
In april 1994 werd in Nieuwpoort voor de twintigste keer de Frans-Vlaamse Veertiendaagse gehouden. Dit artikel schetst de geschiedenis hiervan en evalueert ook dit opbouwwerk. De auteur noemt de Frans-Vlaamse Veertiendaagse ‘een voorbeeld van duurzame, concrete cultuurpolitiek voor Frans-Vlaanderen’. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
En avril 1994, Nieuport organisait pour la vingtième fois la Quinzaine de la Flandre française. L'article en esquisse l'histoire et évalue l'impact de cette oeuvre constructive. L'auteur qualifie la Quinzaine de la Flandre française d' ‘exemple de politique culturelle durable et concrète en faveur de la Flandre française’. (Résumé par J. Fermaut)
Vermeulen, Paul
266. Een visionair plan voor Rijsel. 1992, XVII, pp. 37-45 - Met afb./Avec ill.
Rondom het nieuwe TGV-station in Rijsel is een hele nieuwe wijk in aanbouw met voornamelijk kantoren en hotels, maar ook met woningen. Na een internationale prijsvraag werd het plan van de Nederlandse architect Rem Koolhaas bekroond. In dit artikel wordt dit ontwerp besproken. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
Autour de la nouvelle gare TGV de Lille, on construit un tout nouveau quartier qui comporte surtout des bureaux et des hôtels, mais également des logements. Au terme d'un concours international, c'est le plan de l'architecte néerlandais Rem Koolhaas qui a été retenu. Cet article présente ce projet. (Résumé par J. Fermaut)
Vos, Luc de, Schrijvers, Peter
267. Dominique Vandamme. Militair enfant terrible van de Franse Revolutie. 1993, XVIII, pp. 183-202 - Met prt. en afb. /Avec portr. et ill.
Dominique Vandamme werd in 1770 in Kassel geboren. In de loop van zijn turbulente carrière wist hij het te schoppen van gewoon soldaat tot luitenant-generaal in het leger van Napoleon. In vele van de Napoleontische veldslagen speelt hij een grote rol. Zijn militair genie werd door niemand betwist, maar door zijn wispelturige karakter had hij ook in eigen kamp erg veel vijanden, onder wie de jongste broer van Napoleon, Jérôme.
●
Dominique Vandamme naquit en 1770 à Cassel. Au cours de sa turbulente carrière, de simple soldat qu'il était, il parvint au grade de lieutenant-général de l'armée de Napoléon. Il joue un grand rôle dans beaucoup de batailles napoléoniennes. Personne ne conteste son génie militaire, mais son caractère versatile lui valut, même dans son propre camp, une foule d'ennemis, notamment Jérôme, le frère cadet de Napoléon.
| |
| |
Wagnon, Claude
268. Régionalisation et régionalisme dans le Nord-Pas-de-Calais. 1992, XVII, pp. 167-179.
Dans cet article l'auteur montre que le développement de la région Nord-Pas-de-Calais est un bel exemple de la relation entre une régionalisation mise en oeuvre par l'autorité centrale et le régionalisme. L'enjeu effectif est la possibilité pour une population de s'ouvrir un espace propre, dont les frontières ont été déterminées à l'origine par l'administration. (Traducteur du résumé: H. Vanacker)
●
In deze bijdrage toont de auteur aan dat de ontwikkeling van de regio Noorden-Nauw-van-Kales een mooi voorbeeld is van de verhouding tussen regionalisatie (uitgevoerd door de centrale overheid) en regionalisme. De eigenlijke inzet is het vermogen van de bevolking om zich een eigen ruimte te verschaffen, waarvan de grenzen oorspronkelijk werden bepaald door de administratie. (Vertaling van de samenvatting door de H. Vanacker)
Wiele, Johan van de
269. Het optreden van inquisiteur Pieter Titelmans en zijn inquisitierechtbank in het Westkwartier en Waals-Vlaanderen tussen 1545 en 1566. 1987, XII, pp. 67-80 - Met afb. en krt. / Avec ill. et crt.
Pieter Titelmans staat bekend als een van de meest gehate en fanatieke inquisiteurs in de Nederlanden. Door zijn fanatieke optreden werden 127 personen voor terechtstelling aan de wereldlijke overheden overgeleverd. In dit artikel worden de levensloop en de carrière van Titelmans geschetst. (Samenvatting door J. Fermaut)
●
Pieter Titelmans est connu comme l'un des inquisiteurs les plus haïs et les plus fanatiques des Pays-Bas. Son action fanatique livra 127 personnes aux autorités séculières pour exécution. Cet article évoque la vie et la carrière de Titelmans. (Résumé par J. Fermaut)
Withoeck, A.
270. Proeve tot typologie van de Belgische leden van het Comité Flamand de France, 1853-1914. 1994, XIX, pp. 116-139 - Met tab. / Avec tabl.
Het Comité Flamand de France werd in 1853 opgericht. Vanaf de aanvang waren verschillende Belgen bij deze vereniging aangesloten. Het doel van dit artikel is een sociologische doorsnede te geven van deze Belgische leden vanaf het begin tot aan de Eerste Wereldoorlog. In het artikel wordt onderzocht wie deze Belgische leden zijn, wat hun sociale herkomst is, hun politieke overtuiging, en hun motivatie om lid te worden van deze Frans-Vlaamse vereniging.
●
Le Comité Flamand de France a été fondé en 1853. D'emblée, divers Belges adhérèrent à cette association. Le but de cet article est d'établir une coupe sociologique de ces adhérents belges depuis les débuts jusqu'à la Première Guerre mondiale. L'article étudie l'identité de ces Belges, leur origine sociale, leur convictions politiques et la motivation de leur adhésion à cette organisation de Flandre française.
Woerkum, Camiel C.M. van
271. Frans-Vlaanderen in ‘Wat? De Eeuwigheid’ van M. Yourcenar. 1993, XVIII, pp. 97-113 - Met prt. en afb./ Avec portr. et ill.
‘Wat? De Eeuwigheid’ is het derde deel van de autobiografie van M. Yourcenar. De auteur van het artikel peilt naar de rol die Frans-Vlaanderen in dit boek speelt.
| |
| |
Ogenschijnlijk is die erg beperkt, maar in de passages die Frans-Vlaanderen tot onderwerp hebben, wordt de wereldvisie van Yourcenar zo belangrijk dat Frans-Vlaanderen toch een essentiële betekenis in het boek krijgt.
●
‘Quoi? L'Éternité’ est la troisième partie de l'autobiographie de M. Yourcenar. L'auteur de l'article évalue le rôle qu'y joue la Flandre française. Ce rôle semble à première vue fort réduit, mais dans les passages qui traitent de la Flandre française, la vision mondiale de Yourcenar prend une telle ampleur que la Flandre française en reçoit quand même une grande importance dans cet ouvrage.
Wyffels, Carlos
272. Hanzen in westelijk Vlaanderen. 1990, XV, pp. 170-185 - Met facs. en tab. / Avec facs. et tabl.
In westelijk Vlaanderen bestonden twee hanzen: de interstedelijke ‘Vlaamse hanze van Londen’ en de stedelijke hanze van Sint-Omaars. Beide dateren uit de 13de eeuw. In deze bijdrage worden de voorgeschiedenis en de activiteiten van deze hanzen bestudeerd. (Vertaling van de samenvatting door J. Fermaut)
●
En Flandre occidentale, il existait deux hanses: la ‘Hanse flamande de Londres’ interurbaine et la hanse urbaine de Saint-Omer, toutes deux nées au XIIIe siècle. Cet article étudie la préhistoire et les activités de ces deux hanses. (Traducteur du résumé: J. Fermaut) |
|