Kort signalement
In de reeks ‘Literatuur in veelvoud’ van uitgeverij Garant verscheen vorig jaar de bundel Sleutelwerken - Een letterkundig alfabet, onder redactie van Sophie Levie en Will van Peer (1993, 205 p., prijs ƒ36,90; ISBN 90 5350 083 9). In 26 korte bijdragen (de meeste van de hand van medewerkers van de Utrechtse letterenfaculteit) worden evenzoveel canonieke werken uit de wereldliteratuur beknopt besproken; ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een, eveneens beknopte, bibliografie voor verdere studie.
Uit het voorwoord van de samenstellers blijkt dat met de uitgave enerzijds wordt beoogd inzicht te verschaffen in de 26 geselecteerde werken, die tezamen zowat de gehele geschiedenis van de literatuur bestrijken, en dat men anderzijds een staalkaart heeft willen bieden van diverse methodes waarmee literaire teksten kunnen worden besproken. De teksten worden gepresenteerd in alfabetische volgorde (in dit geval van Antigone tot Zen and the Art of Motorcycle Maintenance), en dat is tevens de enige vorm van systematiek waar naar gestreefd is. De samenstellers signaleren evenwel zelf al twee opvallende punten: bijna de helft van de besproken werken stamt uit de 20e eeuw; en veel teksten vallen tussen twee genres in, of bieden een mengvorm. De lezer wordt uitgenodigd zelf andere verbanden en patronen te ontdekken, opdat hij/zij meer inzicht krijgt in het functioneren van literatuur - en er wellicht zelfs toe wordt aangezet de behandelde werken zelf te gaan (her)lezen.
WP
Onder redactie van W.P. Gerritsen en A.G. van Melle verscheen bij Sun in Nijmegen (1993, 447 p., prijs ƒ 49,50; ISBN 90 6168 382 3) Van Aiol tot de Zwaanridder, een alfabetisch overzicht van ‘personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst.’ Eerder verschenen in deze aantrekkelijk uitgevoerde reeks lexicons over de oudheid, de bijbel en heiligenlevens. Dit deel wordt ingeleid door Gerritsen. Hij geeft een overzicht van de middeleeuwse verhaalkunst - de orale traditie en schriftelijke literatuur - en beschrijft de opzet van het boek: ‘Elk personage wordt eerst gesitueerd in de verhaalcontext waarin het voor de eerste maal in de overlevering opduikt. Vervolgens komen de latere middeleeuwse bewerkingen ter sprake, waarbij een indruk wordt gegeven van de stand van het wetenschappelijk onderzoek dat aan deze verhaalstof is gewijd. Als het betrokken personage ook een rol heeft gespeeld in namiddeleeuwse kunstuitingen, wordt dit Nachleben aan het slot van het artikel beschreven.’
Zo begint het lemma over Tristan en Isolde met het ‘verhaal’ en historisch bij de mogelijk Ierse oorsprong en eindigt het bij Truffauts film over een liefdesobsessie, La femme d'à côté. Daartussen vindt men veel informatie o.m. over het succes van de Tristan en prose, over het wetenschappelijk onderzoek van de Tristanstof en traditie, over de iconografische getuigenissen en over het literaire Nachleben. Bij dit lemma staat een prachtige Tristanillustratie van Aubrey Beardsley. De samenstellers hebben zich beperkt tot West-Europa, met name de Lage Landen, en genrematig tot vooral epos en roman.
JvL