Forum der Letteren. Jaargang 1987
(1987)– [tijdschrift] Forum der Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er zijn minder vrouwen dan feministes
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
immers, een achtervoegsel is een ‘toevoeging’, oftewel ‘(u)itgaand van een bepaald woord, dat men dan het grondwoord kan noemen, vormt men nieuwe woorden door er gebonden morfemen aan toe te voegen’ (ANS, p. 25). Wat ik wel wil is (1) relateren aan twee andere citaten: (2) ‘Door substantivering van onverbogen adjectieven kunnen in bepaalde gevallen concrete en abstracte substantieven worden gevormd. We merken hierbij op dat het echter vaak niet uit te maken is of een adjectief als basis voor een substantivische afleiding heeft gediend, dan wel of een substantief het uitgangspunt is voor een adjectief. Substantieven van het bedoelde type zijn: Over deze gevallen van ‘klasseverhuizing’ (ANS, p. 22) wordt verder opgemerkt, dat: (3) ‘Beide woorden vertonen de eigen grammaticale kenmerken van de woordsoort waar ze respectievelijk toe behoren. Het substantief kan bijv. een meervoudsuitgang (een vierkant/twee vierkanten) en een verkleinwoordvorm (een vierkantje) krijgen, het adjectief kan verbogen worden (een vierkante doos).’ (ANS, p. 25) Op grond van deze drie citaten zou men de volgende conclusie kunnen trekken: omdat klasseverhuizing-gevallen van het type ‘A wordt N’ (= 2) zich syntactisch en morfologisch als andere nomina gedragen (= 3), verwacht men dat die voorbeelden die mannelijke personen aanduiden vrouwelijke -e- aanhechting kunnen ondergaan (= 1). Opmerkelijk is nu echter dat juist dit type afleiding in het Nederlands uitgesloten lijkt. Vergelijk bijvoorbeeld:
Sommige van de suffixen in de linker twee kolommen laten wel -e-aanhechting toe in geval van ‘normale nominalisering’, maar wanneer het woord als een klasseverhuizing-vorm kan worden opgevat vindt géén -e-aanhechting plaats: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toch voldoen de feiten in (4) in principe aan alle criteria van vrouwelijke -e- aanhechting (vergelijk o.m. de vormen in (5)): de basis is een ‘mannelijke persoonsnaam’ (=1); de basis is een ‘vreemd woord’ (=2), wat in het Nederlands zoveel betekent als een uitheemsGa naar eind1 (d.w.z. klemtoondragend) suffix bevattend; en de basis is geleed. Hoewel deze laatste context niet in de ANS wordt genoemd, lijkt dit wel een formele eis voor -e-aanhechting te zijn. Beschouw bijvoorbeeld niet-bestaande taalfeiten als *tolke, *klante, *schlemiele, *heraute, *gerante, etc. (De enige uitzondering op geleedheid is bestaand gaste.) Het is waarschijnlijk ook dit criterium dat feiten van het type in (6a) uitsluit, en de nomina van het type (6b) als formeel geleed karakteriseert:
De enige werkelijke uitzonderingen op het verbod op -e-aanhechting in de klasseverhuizing-feiten als gegeven onder (4) mij bekend (tegenover vele regelmatige voorbeelden) zijn de favoriete, de protestante, en de religieuze. Als we het feitenmateriaal uitbreiden naar ‘leenwoorden’ (ANS, p. 64) gevormd met stammen oorspronkelijk uit het Grieks of Latijn overgenomen, zoals - goog, -loog, -soof, -craat, -naut, etc., dan zien we ook hier -e-aanhechting: (7) pedagoge, fonologe, biologe, filosofe, antroposofe, aristocrate, kosmonaute, aquanaute, fotografe, lexicografe, etc. Wederom echter geldt voor die leenwoorden, die als gevallen van klasseverhuizing geïnterpreteerd kunnen worden, dat -e-aanhechting niet toegestaan lijkt te zijn:
De enige mij bekende uitzondering binnen deze klasse is nymfomane, waar, nota bene, het suffix om semantische redenen een overbodige indruk maakt. Toeval allemaal? Ik weet het niet. Maar dat zowel het basiswoord als de klasseverhuizing-variant ‘de eigen grammaticale kenmerken van de woordsoort waar ze ... toe behoren’ bezitten is in ieder geval te ruim gesteld. |
|