Forum der Letteren. Jaargang 1987
(1987)– [tijdschrift] Forum der Letteren– Auteursrechtelijk beschermdOver ER P. Swiggers en K. van den EyndeAan het Nederlandse woordje er werd reeds een hele literatuur gewijdGa naar eind1. Het is de verdienste van de ANS een belangrijke bijdrage tot de ‘systematisering’ van er te biedenGa naar eind2. De vraag is of men verder kan gaan dan deze beschrijving. We menen van wel en stellen in het volgende een typologie van de soorten er voorGa naar eind3.
A. Eerst bespreken we de verbaal-gebonden types van er. ‘Verbaal-gebonden’ duidt hier aan dat een element optreedt ofwel als een valentie-term van het werkwoord, of als een correlaat van een bepaalde valentie-formulering. Onder een | |
[pagina 130]
| |
valentie-formulering dient men te verstaan een bepaalde lineaire structuur, waarin een term van de valentie op een specifieke wijze behandeld wordt (bijv. door specifieke functie-toekenning, of door deletie). A. 1. Een speciaal type van formulering is dit van de onbepaaldheidsdiathese: een formulering die ‘proces-focaal’ kan genoemd worden, en waarbij de subjectsterm ofwel niet uitgedrukt wordt, ofwel onbepaald wordt gelatenGa naar eind4. Deze formulering wordt in het Nederlands gerealiseerd door een er-constructieGa naar eind5: Er wordt gedanst Bij transitieve werkwoorden moet noodzakelijk de bepaalde object-term verdwijnen; onbepaalde objecten kunnen behouden worden in zinnen met ‘voorbereidende aanloop’: *Er ziet een man een hond Je weet hoe dat gaat: er neemt iemand een dagje vrijaf, en alles loopt in het honderdGa naar eind6 Dit er is preverbaalGa naar eind7, behalve natuurlijk in zinnen met inversie-structuur (bijv. vraagzinnen, uitroepzinnen, zinnen die beginnen met een bijwoord of een bijwoordelijke uitdrukking,...) of met gemarkeerde intonatieGa naar eind8. A.2. Een tweede type van verbaal-gebonden er is postverbaal. In eerste instantie beantwoordt dit er aan de functie van ‘lijdend voorwerp’. Het past dan positioneel in een paradigma van me/mij, je/jou, 'm/hem, ons, jullie, ze/hen, dit, dat, het. Semantisch beantwoordt dit er echter aan een partitieve aanduiding; vergelijk: Ik zie mensen - Ik zie er Ik heb al zout genomen - Ik heb er al genomen Het lijkt ons dan ook juist om dit er te definiëren als een ‘partitief er’ (cf. ANS, pp. 393-395), dat absoluut kan worden gebruikt - althans door nederlandssprekenden in VlaanderenGa naar eind9 -, of kan gevolgd worden door een onbepaalde (...enige/enkele/sommige) of bepaalde (één, twee, drie, vier...) kwantificerende uitdrukking, en/of door ‘kwalificerende’ termen (determinatieve relatiefzin/adjectief). Schematisch:Voorbeelden: We nemen er dagelijks Dit verbaal-gebonden er komt ook in subjectspositie voor, eveneens met partitieve aanduiding, en met dezelfde uitbreidingsmogelijkheden als het lijdend voor- | |
[pagina 131]
| |
werp er; hier heeft men in assertieve zinnen steeds een discontinu syntagme er ... erGa naar eind10. Er komen er nog (twee) Bij inversie (bijv. in vraagzinnen) zou men normaal tweemaal er na het werkwoord krijgen; hier geldt echter een regel van algemene aard dat geen twee consecutieve er's kunnen voorkomenGa naar eind11. Er blijft één er staan voor beide functies: Komen er nog?/Zijn er nog zulke?
B. Een tweede hoofdtype van er is voorzetselgebonden: eraan, ervan, ermee, ernaast. Deze combinatie, die niet met alle voorzetsels voorkomt (*ervolgens, *erkrachtens, *ergedurende, ...) is een substituut voor de niet-grammaticale constructie ‘voorzetsel + het’: *Ik denk aan het → Ik denk eraan. Aan dit er kan men de feature [NIET INDIVIDUALISEREND] toekennen.
C. Het laatste type er is noch werkwoordsgebonden, noch voorzetselgebonden: men kan het ‘niet-termgebonden er’ noemen, als men onder term een bepaald syntagme of onderdeel van een syntagme verstaat. Dit er past in het paradigma van hier, daar, ergens, nergens, ... en hun lexicale vervangingsmogelijkheden. We blijven er een ganse maand Dit er, dat we het locatief er of plaats-er noemen (ANS, p. 392: ‘lokaal er’), is in tegenstelling met het type B niet gebonden aan een voorzetsel. Men kan dit er ook niet reduceren tot het eerste type: het locatief er kan onmogelijk in zinsinitiale positie voorkomen (dit in tegenstelling met de elementen hier, daar, ergens, ...): *Er blijven we een ganse maand Structureel bekeken zou dit locatief er kunnen voorkomen in (nucleaire) zinnen waarin reeds andere types van er voorkomen: ook hier speelt echter een saturatieregel (i.v.m. identieke clitica) voor niet-consecutieve elementen. Het locatief er wordt dan vervangen door hier/daar ...Ga naar eind12: een bewijs dat de incompatibiliteit niet structureel (paradigmatisch) is. We geven slechts één voorbeeld, met betrekking tot de combinatie er (type A.1) + er (type C): Er wordt gedanst |
|