Forum der Letteren. Jaargang 1971
(1971)– [tijdschrift] Forum der Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
J.C. en C.D.Joseph Conrad - of J.C. in maar al te bekende initialen - en Claude Debussy - of C.D. in het monogram op de kaften van zijn composities - zijn tijdgenoten geweest. Zij hebben de meest vruchtbare perioden van hun levens doorgebracht in Engeland en Frankrijk, door de ‘Entente cordiale’ aan elkaar verbonden in Stefan Zweigs ‘Welt von Gestern’. In Gide en Valéry hebben zij bovendien gemeenschappelijke vrienden gehad,Ga naar eind1 van wie zij over elkaar gehoord moeten hebben. Zij kenden dan ook elkaars werk. Zo las Debussy verrukt The Secret Agent in vertaling in ‘Le Temps’ in 1911 en zo blijkt uit een brief van Conrad aan Garnett uit 1912 dat de eerste Debussy's muziek kende.Ga naar eind2 Van één pianostuk van Debussy staat zelfs vast dat de Conrads het goed kenden. In een aan hun opgedragen roman van Hugh Walpole The Cathedral (1922) staan nl. enige maten muziek afgedrukt uit de beroemde prélude ‘La cathédrale engloutie’.Ga naar eind3 Walpole vond het niet nodig de componist en de (onder-) titel van het stuk te noemen, zó zeer moet vooral Jessie althans met de eerste bundel Préludes, waarin het stuk voorkomt, vertrouwd zijn geweest. In die befaamde voorspelen nu vindt men ook voorliefdes voor bepaalde thema's uitgeleefd, welke Conrad aan Debussy verbonden moeten hebben in een geestverwantschap, die hij met niemand van zijn grote tijdgenoten zo diep kan hebben gedeeld. Die thema's, acht in getal, en in de eerste serie Preludes reeds volledig aan te treffen, zijn kort opgesomd: de zee; zeilschepen; eilanden; Engelse literatuur; Franse poëzie; Iberische beschaving; negers en ‘het Oosten’ - ‘under western eyes’ mag men er wel aan toevoegen. Dat Jean Mariels ‘poête de la mer’ of Gérard Jean - Aubry's ‘Sea Dreamer’Ga naar eind4 en de schepper van ‘La Mer’, in 1908 onder zijn eigen leiding in Londen met groot succes opgevoerdGa naar eind5 - wat Conrad uit de dagbladen kan hebben geweten - in liefde voor de zee voor elkaar niet onder deden, behoeft geen bewijs. Hun namen zullen altijd aan het oerelement verbonden blijven, terecht of minder terecht. Behalve in ‘La Mer’ klinkt de zee ook door in ‘La cathédrale engloutie’ en in ‘Voiles’ uit het eerste cahier Préludes, evenals in het derde deel van het orkeststuk Nocturnes, getiteld ‘Sirenes’. Over de antieke sirenen heeft ook Conrad geschreven in dat gedeelte van The Minor of the Sea, waarin hij lyrisch wordt over de door hem meest bewonderde zee, de Middellandse.Ga naar eind6 Dat was ook de zee, die hij en Debussy het eerst gezien hebben en wel aan de Côte d'Azur: de eerste in Marseille,Ga naar eind7 de ander in Cannes.Ga naar eind8 Het is de zee, die om de Tremolino en om Debussy's ‘L'Isle Joyeuse’ deint. | |
[pagina 48]
| |
Debussy heeft in 1889 op een vraag in een gezelschapsquestionnaire wat hij had willen zijn zo niet zich zelf, geantwoord: zeeman.Ga naar eind9 Conrad wás dat in die jaren zelfs, waarbij, zoals bekend is, zijn voorliefde naar zeilschepen uitging. Debussy's ‘Voiles’ verraadt een zelfde voorkeur evenals het pianostuk ‘En bateau’ uit de Petite Suite voor vier handen, welke boot evenmin door stoom gedreven lijkt. Van de ‘floating territory’ van zeilschepen naar het vaster territoir van eilanden is slechts één roeislag. De grote meerderheid van Conrads werken speelt zich op eilanden af. Zelfs in het zo continentale boek Under Western Eyes komt nog het ‘Ile de Rousseau’ in Genève voor. En in Nostromo vormen de eilandjes voor de kust van vastelands Costaguana een intrigerend en integrerend deel van de roman. ‘Les collines d'Anacapri’, uit de eerste serie Préludes alweer, brengt lezer of luisteraar op Capri, waar Conrad ook geweest is.Ga naar eind10 De oorspronkelijke titel van het eerste deel van ‘La Mer’ luidde ‘Mer Belle aux Hes Sanguinaires’ - de titel van een kort verhaal van Camille Mauclair en de Franse naam voor Corsica en Sardinië.Ga naar eind11 En als pianisten bij Debussy kwamen voorspelen vroeg hij hun of zij ook zijn ‘L'Isle Joyeuse’ ten gehore konden brengen.Ga naar eind12 Op de Britse eilanden werd ook de Engelse literatuur geboren, die Debussy geëerd heeft met de préludes ‘La Danse de Puck’ en ‘Hommage à S. Pickwick Esq. P.P.M.P.C.’, respectievelijk uit de eerste en tweede verzameling voorspelen. Conrad kan er bijzonder door getroffen zijn geweest omdat hij Shakespeare en Dickens al vroeg had leren kennen.Ga naar eind13 Van de orkestmuziek voor King Lear zal hij waarschijnlijk geen weet hebben gehad. Maar de piano-suite Children's Corner, waarin vijf van de zes stukken Engelse titels dragen, zal hij even waarschijnlijk wel gekend hebben. Met de liederen voor zang en piano onder titels als ‘Green’ en ‘Spleen’ uit Verlaine's Aquarelles kunnen zij de francofiele tot Brit genaturaliseerde Pool bijzonder hebben aangesproken, vooral indien hij geweten heeft, wat niet onmogelijk lijkt, dat Debussy pianolessen heeft gehad van Verlaine's schoonmoeder Madame Mauté de Fleurville.Ga naar eind14 Zij is weer een leerlinge geweest van Conrads landgenoot Chopin, voor wie Debussy zo'n grote bewondering heeft gehad dat hij Chopins werken opnieuw uitgaf.Ga naar eind15 Hiermee is in twee volzinnen om twee brandpunten heen een ellips van ‘Wahiverwandtschaften’ ontsloten en gesloten, die Conrad zich vagelijk bewust kan zijn geweest. Of hij achter de prélude ‘Ce qu'a vu le vent d'ouest’, ook alweer in het eerste deel der Préludes, Shelley's ‘Ode to the West Wind’ heeft gehoordGa naar eind16 mag betwijfeld worden. Het stormachtige stuk zal hem echter zeker herinnerd hebben aan wat een andere Engelse schrijver schreef over de Westenwind in The Mirror of the Sea. Bij de oversteek van de Engelse naar de Franse literatuur kan in het voorbijvaren worden gesignaleerd hoe Conrad en Debussy beide merk- | |
[pagina 49]
| |
waardigerwijs geïnspireerd zijn geweest door Villiers de l'Isle Adams Axel.Ga naar eind17 Met The Mirror of the Sea, een titel die misschien teruggaat op Baudelaire's versregel ‘La mer est ton miroir’ uit het gedicht ‘L'homme et la mer’ in Les Fleurs du Mal komt men haast spelevarenderwijs op het vijfde thema hiervoor aangeroerd. De titel van de derde prélude uit de eerste serie Préludes ‘Le vent dans la plaine’ kan Conrad namelijk herinnerd hebben aan de eerste van Verlaine's Ariettes oublises ‘C'est l'extase langoureuse’. Daarboven staan immers de aan Favary ontleende, hiervoor geciteerde woorden, al strookt de tweede daarbij behorende strofe ‘Suspend son haleine’ verder niet met de sfeer van het winddoorwaaide stuk. De titel van de volgende prélude uit hetzelfde eerste deel ‘Les sons et les parfums tournent dans l'air du soir’ zal Conrad vertrouwd zijn voorgekomen. Zij klonk en geurde hem immers tegemoet uit het gedicht ‘Harmonie du soir’ door Debussy ook op muziek voor zang en piano gezet in de bundel Cinq poêmes de Baudelaire. Een andere Baudelairiaanse strofe kwam als motto boven het eerste deel van The Shadow Line te staan en wel: ‘- D'autres fois, calme plat, grand miroir/De mon désespoir’. Deze woorden zijn uitgerekend ontleend aan het gedicht: ‘La musique’! En als Conrad zo ver de geschiedenis der Franse poëzie kon binnendwalen om in de The Mirror of the Sea een beroemde beginregel van een sonnet van Joachim du Bellay in vertaling op te nemen,Ga naar eind18 dan kan hem in Debussy opgevallen zijn dat die met zijn Trois ballades de François Villon voor zang en piano nog dieper dat dichterrijk verleden ingezworven is, als Conrad tenminste die muziek gehoord of daarvan gehoord heeft. Het zesde thema: de Iberische beschaving wordt in Préludes I vertegenwoordigd door ‘La sérénade interrompue’, zulks naar het oordeel van niemand minder dan de Falla.Ga naar eind19 In het stuk komt in het midden dan ook een motief voor dat al eerder gebruikt is in het orkestwerk Iberia. In Préludes II is ‘La puerta del vino’ geïnspireerd op de beroemde Wijnpoort van het Alhambra in Granada, dat wordt geëvoceerd in de tweede der Estampes voor piano: ‘La soirée dans Grenade’.Ga naar eind20 Conrad zag van Spanje alleen wat kust en Debussy bracht er slechts enkele uren door en wel in San Sebastian, waar hij een stierengevecht bijwoonde.Ga naar eind20 Maar in Romance en vooral in het meesterwerk Nostromo straalt de Iberische cultuur, zoals Conrad die tijdens zijn reizen in de Caraïbische wereld en de Golf van Mexico in haar uitstralingen had leren kennen, even fascinerend door als zij in haar Moors-Spaanse expressie doorschittert in Debussy's hiervoor genoemde werken, waaraan de Falla nog de liederen voor zang en piano ‘Fantoches’ en ‘Mandoline’, het pianostuk ‘Masques’ en het tweede deel van het strijkkwartet zou willen toevoegen.Ga naar eind21 De overgang van Moors getinte muziek naar de muziek geassocieerd met negers moet Debussy, die zo sterk beinvloed is geweest door wat toen | |
[pagina 50]
| |
nog exotische muzieken werden gevonden, niet moeilijk zijn gevallen. Men vindt in het eerste cahier Préludes als laatste stuk de compositie ‘Minstrels’, geinspireerd op negers, die in een Engelse badplaats hun amusementsmuziek brachten.Ga naar eind22 ‘Général Lavine eccentric’ uit de tweede serie Préludes zit vol jazzeffecten en Golliwog, met wiens cakewalk de pianosuite Children's Corner sluit is een negerpop, wiens beeltenis op de voorkaft van de bundel prijkte van de oorspronkelijke editie. Golliwog vooral nu kan de schrijver van The Nigger of Narcissus door contrastwerking de schok der herkenning hebben gebracht. De afstand tussen Spanje en het Verre Oosten beslaat in Debussy's eerste twaalftal Préludes niet meer dan één bladzijde. Aan ‘La sérénade interrompue’ gaat immers ‘La fille aux cheveux de lin’ vooraf, terwijl ‘La cathédrale engloutie’ er dadelijk op volgt. Jessie Conrad zal wel geweten hebben hoe in beide stukken de vijftonige, zogenaamde Chinese toonladder is gebruikt, respectievelijk op de vijf zwarte toetsen van de piano en in de maten voornamelijk gevuld met de tonen b, cis, fis, en gis. ‘Pagodes’, de eerste der Estampes, kan hem herinnerd hebben aan de grote pagode, die hij in 1888 in Bangkok heeft gezienGa naar eind23 en die gememoreerd is in Falk en The Shadow Line - indien hij het stuk althans ooit gehoord of de titel daarvan gekend heeft. Het zelfde voorbehoud geldt voor de tweede serie Images voor piano, waarin in ‘Cloches á travers les feuilles’ weer de Chinese toonladder gebruikt wordt, in ‘Et la lune descend sur le temple qui fut’ de Javaanse aequigrade, vijftrappige slendro-toonschaal dicht benaderd isGa naar eind24 en waarin ‘Poissons d'or’ geinspireerd is op een Japans goudlak.Ga naar eind25 De hele bundel bracht iets uit de cultuur van het Verre en het Zuidoost-Aziatische Oosten onder westerse ogen en oren, voorzover die daarvoor open stonden. Dit nu was bij Conrad in hoge mate het geval en ook indien hij dus alleen de muziek uit Debussy's eerste bundel Préludes zou hebben gekend, zou hij daarin het hiervoor doorgespeelde octaaf van hele en halve thema's hebben gehoord, waarin de ‘musicien français’ hem nader stond dan enig ander componist van zijn peil en tijd. ‘music ... is the art of arts’ Conrads vrije versie - als men dat zo zien mag - van het ‘De la musique avant toute chose’ van Verlaine, die als Versoy vermomd in The Arrow of Gold voorkomt,Ga naar eind26 verbindt hem ook met Debussy in een liefde voor de muziek, die in het bijzonder tot uiting komt in hun beider passie voor de piano. Zover ging immers die hartstocht ook bij Conrad dat hij het instrument niet alleen door de titelheid van II Conde in Sorrento, maar ook door Miss Vanlo uit Falk in Bangkok laat bespelen. Ja, hij geeft het meubel zelfs een plaats in zijn in de vorige eeuw op Indonesische eilanden als Java, Sumatra en een der Pulau Tudjuh spelende werken. Het vervoer nu van een piano dáárheen moet wel bijzonder moeilijk en duur zijn ge- | |
[pagina 51]
| |
weest. Toch vindt men het klavier in Surabaja in het damesorkest, dat optreedt in Schombergs hotel in Victroy. Meer transportmoeilijkheden moeten zijn overwonnen om zo'n kast in van Wyks huis in Batu Baru ter Sumatra's Oostkust in The End of the Tether neergezet te krijgen. Maar wel haast onuitvoerbaar is het dan ook uitvoerig beschreven vervoer van de piano geweest, waaruit de heldin in Freya of the Seven Isles muziek van Wagner op laat klinken.Ga naar eind27 En in zijn Author's Note voor Victory, waarin zovele Indonesische eilanden worden genoemd dat in de uitgave in Dent's Collected Edition een overzichtskaartje van de Archipel opgenomen is, gaat Conrad tenslotte zover in zijn bezetenheid voor het instrument dat hij schrijft: ‘Were the trump of the Last Judgment to sound suddenly on a working day the musician at his piano would go on with the performance of Beethoven's Sonata ...’.Ga naar eind28 Het zou met dezelfde humor ook door en voor Debussy gezegd kunnen zijn, de laatste componist, die voor de piano zoveel en zo geniaal schreef. Debussy kan uit de lectuur van The Secret Agent geweten hebben dat Conrad Alfred Russel Wallace's The Malay Archipelago kende,Ga naar eind29 het meest glinsterende boek dat ooit over de natuur in Indonesië geschreven is, maar bovendien ook nog wetenswaardigheden bracht over de cultuur op Java. Conrad kan op zijn beurt misschien geweten hebben dat Debussy op de grote wereldtentoonstelling, in 1988 in Parijs gehouden, Javaanse muziek gehoord en Javaanse danseressen gezien heeft en door de gamelan-muziek beïnvloed is.Ga naar eind30 Dit laatste is in die mate het geval geweest dat enige jaren geleden niemand minder dan Claude Lévi-Strauss kon zeggen: ‘... if Debussy had not derived animmense pleasure from listening to Indonesian music, we would not have Debussy.Ga naar eind31 Met evenveel recht kan men dan stellen dat zo Conrad niet onder de ‘lasting fascination’Ga naar eind32 van de Indonesische Archipel zou hebben geleefd er geen Conrad zou zijn geweest.Ga naar eind33 Het is mede de invloed van Indonesië op hun oeuvre uitgegaan, die mij in zo persoonlijke bewondering en vertrouwdheid aan hen gebonden heeft dat men mij wel wil vergeven boven dit essay alleen hun initialen te hebben gezet.
Djakarta, mei 1970 G.J. Resink Voor dit artikel zijn Conrad's werken geraadpleegd en aangehaald uit Dent's Collected Edison. |
|