Commentaar
Studie van taalfunctiestoornissen te Leiden zonder taalfunctie-deskundigen
‘If aphasia is a language disturbance, as the term itself suggests, then any description and classification of aphasic syndromes must begin with the question of what aspects of language are impaired in the various species of such a disorder. This problem ... cannot be solved without the participation of professional linguists familiar with the patterning and functioning of language’. Deze woorden schreef Roman Jakobson twaalf jaar geleden in zijn studie Aphasia as a linguistic problem (Fundamentals of Language, 1956, p. 55-82). Hij formuleerde daarmee een inzicht dat toen reeds gedeeld werd door bekende onderzoekers als de Rus Luria, de Amerikaan Goldstein en de Fransman Ombredane. Hij kon toen ook verwijzen naar de bespreking van afasie-vraagstukken die door de Nederlandse vereniging voor fonetische wetenschappen al in 1941 was georganiseerd en waaraan naast de psychiaters Grewel en Schenk ook de linguïst Van Ginneken had deelgenomen. Bovendien kon Jakobson in 1956 voorbeelden noemen van vruchtbare samenwerking tussen psychiaters en linguïsten in verschillende landen gedurende een periode van omstreeks twintig jaar (Fundamentals of Language p. 57).
Dit alles belet niet, dat Acta et Agenda, het officiële informatieblad van de Leidse Universiteit, op 31 okt. jl. mededeling doet van de vorming van een werkgroep in het Academisch Ziekenhuis ‘ter bestudering van taalfunctiestoornissen, zoals onder andere afasie’, waarin wel een oogarts, een keel-, neus-, oor-arts, een neuropsychiater, een logopediste en het hoofd van de afdeling logopedie-foneatrie deel uitmaken, maar geen linguïst of taalpsycholoog. Men kan het toejuichen dat ook te Leiden het inzicht is gerijpt dat de studie van afasie-verschijnselen een multi-disciplinaire aanpak vereist. Het is echter verbazingwekkend, dat men daarbij niet op de voor de hand liggende en in de vakliteratuur sinds jaren als juist erkende gedachte is gekomen om voor een onderzoek van taalfunctiestoornissen tevens een beroep te doen op hen, wier wetenschappelijk onderzoek nu juist gericht is op het leren kennen van de functies van menselijke taal. Wij hadden gehoopt dat het langzamerhand niet meer nodig zou zijn Jakobson's uitspraak te herhalen dat: