Voorwoord
Op het 16de huishoudelijk congres van het in 1920 opgerichte Oosters Genootschap in Nederland, dat van 24-26 september 1959 te Leiden werd gehouden, werd dit maal een centraal onderwerp aan de orde gesteld nl. ‘De Roman’. Hierbij werd niet gedacht aan de roman zoals die zich heden ten dage in verschillende oosterse landen onder westeuropese invloed ontwikkelt, maar aan dat proza van eigen bodem, dat in de verschillende cultuurgebieden qua karakter het meest lijkt overeen te komen met al wat men in de westerse literaturen met een vage, zelden nauwkeurig gedefinieerde term, roman pleegt te noemen. Het was dus de bedoeling na te gaan of het romanbegrip van de algemene literatuurwetenschap die zich tot nu toe vrijwel uitsluitend op enkele westeuropese literaturen baseert, waarlijk een algemeen literair begrip vertegenwoordigt en zo ja, welke inhoud aan dit begrip kan worden toegekend.
In verband met deze ongetwijfeld ambitieuze, of misschien moet men beter zeggen: hachelijke probleemstelling werden behalve enkele specialisten op verschillende gebieden van het Nabije en Verre Oosten ook twee beoefenaars van de algemene literatuurwetenschap uitgenodigd om voordrachten te houden.
Deze voordrachten vindt de lezer hier bijeen. De uitgave van dit nummer dat de omvang van een normale aflevering aanzienlijk overschrijdt, is mogelijk gemaakt door een legaat aan het Oosters Genootschap van mevr. M. Vogel-Strumphler, weduwe van prof. dr. J.Ph. Vogel, een van de oprichters van dit genootschap. Het bestuur hiervan in de eerste plaats, maar ook de redactie van Forum der Letteren vermeldt dit hier met grote erkentelijkheid.
Het Bestuur van het Oosters Genootschap in Nederland
Redactie ‘Forum der Letteren’