Forum. Jaargang 4

[p. 939]

De Onverschillige

Hij leefde zonder vlag en zonder leus;
in elke maannacht raakte hij verzworven,
terwijl van vroeger jeugd het amoureus
verlangen lang was uitgestorven.

Hij dacht soms aan de vrouw en aan het kind
waarmee des nachts de droom hem kwam bekoren,
want niet elkeen die vurig heeft bemind
is voor een late zonde gans verloren.

Wanneer hij eenzaam door de bossen dwaalt
in elke zomeravond en hij dan verlegen
loert hoe de naakte maan achter de bomen daalt
kan hij niet dan zijn kuisheid overwegen.

J. Verbruggen