Forum. Jaargang 3(1934)– [tijdschrift] Forum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 888] [p. 888] Vaarwel aan de Poëzie Reeds luister ik naar 't groeien van een klaarder zang dan uit mijn zwaar gebaarde verzen is te hooren; mij ruischen woorden aan die door het donker gloren en die ik met gesloten oog en lippen vang; zij leeren achter 't licht de liefde van het licht, tot in den kern der smarten nog de vreugde schouwen; zij leeren als in 't leven in den dood betrouwen en de eeuwigheid ontraadslen op zijn aangezicht. Ik voel hoe 't oude lied die stille glorie derft, en nu 'k van allen spijt en hunkren ben ontheven, zal ik mijn nieuw geluk geen ijdle namen geven opdat zijn preveling niet aan mijn lippen sterft. Ik ben als een ontwaakt uit diepe duisternis die al zijn droomen groet als scheidende gezellen, en in zijn hart een woordeloos gedicht voelt wellen, waarvan de stilte zelf de stem en luister is. R. Herreman Vorige Volgende