Forum. Jaargang 3

[p. 887]

De blijde Liefde

Gerezen uit het nederruischen van uw kleeren,
deint van uw hals tot naakten voet een wachtend licht;
en uit de duizeling van weiflen en begeeren,
lacht vriendschap van het lichaam op ons aangezicht.

Wij hebben onzen wellust in den geest aanvaard,
en vreezen 't einde niet van 't redeloos verdooven; want als verzadiging de brandende oogen klaart,
zullen wij 't vleesch nog om dien nieuwen vrede loven.

Het lichaam als de geest is baan van vele tochten:
aan ieder woord, in stilte of wilden roes gezeid,
aan elk gebaar, ontluikt een wonder dat wij zochten,
op elk verlangen opent zich de oneindigheid.

En als gij gaat ben ik van zeekre rust vervuld,
omdat gij niet terugneemt wat gij hebt gegeven,
omdat wij zegevieren over zonde en schuld,
en daar ik nog uw borst voel in mijn handen beven.

R. Herreman