Folium Librorum Vitae Deditum. Jaargang 5
(1957)– [tijdschrift] Folium– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Acta Sanctorum en de BollandistenIDe Acta Sanctorum is een groots opgezette boekenreeks, die documenten, autobiografieën, authentieke levensbeschrijvingen door tijdgenoten, etc. bevat van belang voor de kennis van de heiligen. Het is ons bekend dat de katholieke kerk op het punt van heiligen niet gemakkelijk is. Het duurt soms jaren, tientallen jaren, eeuwen, alvorens de Paus tot een heiligverklaring overgaat en een speciale rechtbank onderzoekt te voren in een proces de zaak haarfijn. Men kan er over lezen in het eerste deel van het verzamelwerk ‘Met de heiligen het jaar rond’. In het voorwerk o.m. een opstel over de pauselijke uitspraak betreffende de heiligheid (blz. 11-18), Bussum 1948. De stukken die betrekking hebben op zulk een proces worden in druk uitgegeven in de z.g. Acta Sanctorum. Deze Acta zijn niet alleen van belang voor de kennis van de persoon der heiligen, maar ze bevatten ook onschatbaar materiaal voor de geschiedenis in het algemeen, de archeologie, letterkunde etc. De Acta zijn verzameld in chronologische volgorde. Men is met 1 Januari begonnen en is van plan het vol te houden tot 31 December. Dag voor dag worden de heiligen behandeld die op die datum overleden zijn - geboren tot een beter leven. Hoewel deze boekenreeks in de 17e eeuw begonnen is, vorderde men nog slechts tot in de maand November. Verschenen zijn de laatste halve eeuw: Propyleum Novembris (een voorstudie tot de delen van November). Brussel 1902; Herdruk ibid. 1954. November dl. I, II (in 2 banden) III en IV (1-10 November). Propyleum Decembris (Brussel 1940). Zie voor de overige maanden het overzicht in hoofdstuk II no. 3. Deze verzameling van acta en documenten wordt critisch bewerkt door de z.g. Bollandisten, een instituut van geleerden, dat met een flinke bibliotheek te Brussel gevestigd is aan de S. Michiels-boulevard, en zijn naam ontleent aan de stichter van deze wetenschappelijke onderneming Johannes Bollandus. Deze Bollandus was afkomstig van Julémont bij Luik, waar hij 13 Augustus 1596 werd geboren. In het jaar 1612 werd hij lid van de Jezuietenorde. Hij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
overleed na een leven van rusteloze wetenschappelijke activiteit te Antwerpen, de 12 Juni van het jaar 1665. Hij was als man van wetenschap en publicist zeer gezien en stond in betrekking met alle geleerden van zijn tijd. Hij bezat een scherp verstand en een verbazingwekkend geheugen. In 1630 werd hij door de oversten der Orde belast met de uitgave van de Acta S.S. Bollandus publiceerde bovendien ook nog een aantal kleinere werken. Hij was o.a. de medewerker van Philippus Alegambe bij het opstellen van diens Bibliotheca. Hij maakte het plan op voor de Imago primi Saeculi Societatis Jesu, een feestboek bij gelegenheid van het eerste eeuwgetij van de Orde (1540-1640). Papebrochius gaf een korte levensbeschrijving van Bollandus: ‘Tractatus de vita J.B.’ in het le deel der Acta S.S. van Maart. Zijn werken worden opgesomd bij de Backer-Sommervogel I, 1626-75. Papebrochius is de verlatijnste naam van Daniel van Papenbroeck. Deze had met Bollandus en Henschenius tot de eerste groep behoord, die de Acta moest redigeren. Hij overleed te Antwerpen 28 Juni 1714. De Bollandisten zijn dus genoemd naar Bollandus, die zij als hun stichter en leider beschouwden. Maar het allereerste plan om zulk een genootschap op te richten werd al in 1603 ontworpen door de Utrechtenaar Heribertus Rosweyde. Ook hij was begaafd met zin voor onderzoek en wetenschap. Hij schreef een Vitae Patrum (Antwerpen, Platin, 1615). Samen met Ribadeneira gaf hij in het licht Generale Legende der Heylighen... (Antwerpen 1619 etc.). Hij presteerde veel op het gebied der hagiografie en ascese (BS VII, 190 v.). Bollandus nam zijn plan over, werkte het uit en verwezenlijkte het ten slotte. Men wilde dus het leven van alle mannelijke en vrouwelijke heiligen exact en critisch beschrijven naar de meest betrouwbare bronnen. De bronnen moesten nauwkeurig worden onderzocht op hun wetenschappelijke waarde en men wilde ze zelf zo veel mogelijk met eigen ogen zien. Alle Ordesgeneraals te Rome gaven hun aanbevelingen mee voor de kloosters, waarvan zij bibliotheek en archief gingen onderzoeken. In Antwerpen richtte men een museum in voor het steeds groeiende materiaal. Men won en vormde jonge leden van de Orde voor dit werk. De eerste twee foliodelen (maand Januari) verschenen te Antwerpen in het jaar 1642. Tot aan de opheffing van de Jezuietenorde in 1773 waren 50 delen verschenen (reikend tot 7 October). Na velerlei wisselvalligheden, waardoor ook het verzamelde materiaal in de verstrooiïng was geraakt, namen de Jezuieten in 1837 te Brussel het gedeeltelijk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onderbroken werk weer op. De delen, na 1773 verschenen, bezorgd door voormalige Jezuieten, Praemonstratensers (Witheren) van de Abdij Tongerloo en anderen, werden opnieuw bewerkt. De collectie is zoals gezegd nu (1958) gekomen tot 10 November. Er zijn drie uitgaven:
In sommige uitgaven vormt iedere maand een eenheid. De delen werden niet doorlopend genummerd. In 1931 waren de medewerkers: H. Delehaye, P. Peeters, M. Coens, R. Lechat. In 1958 zijn de medewerkers: M. Coens, B. de Gaiffier, P. Grosjean, F. Halkin, P. de Vos en J. van der Straeten. Als aanvulling verschijnen sinds 1882 de Analecta Bollandiana, een periodiek, dat jaarlijks in 4 afleveringen verschijnt. Het bevat voorstudies, aanvullingen op oudere studies, recensies van hagiografische en patristische literatuur. Van deze Analecta Bollandiana gaf Pater B. Kruitwagen OFM een goede karakteristiek in ‘Het Boek’ II (1913) 309-310; de lezer wordt op de hoogte gehouden van alles wat er op het gebied der hagiografie en aanverwante terreinen verschijnt. Die ‘aanverwante terreinen’ strekken zich verbazend ver uit: er wordt gehandeld over vergelijkende godsdienstwetenschap, oud-heidense cultuur en mythologie, sagen, folklore, middeleeuwse legenden en exempelen, liturgie, geschiedenis van steden en kerken, kloosters en kloosterorden, bibliografie, handschriftenbeschrijving en alles wordt met even grote nauwkeurigheid beoefend. Over het werk der Bollandisten bestaan meerdere monografieën, o.a.: Les Bollandistes et l'hagiographie (Paris 1866). H. Delehaye. A travers 3 siècles. L'oeuvre des Bollandistes (Bruxelles 1920). De laatstverschenen monographieën zijn wel het boek van de Bollandist P. Peeters S.J. L'oeuvre des Bollandistes. Het verscheen te Brussel 1942 in Verhandelingen der Kon. Belgische Academie. Dl. XXXIX 4e afl. (Subsidia Hagiographica no. 24). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorts van dezelfde schrijver Figures Bollandiennes Contemporaines (Brussel 1948). Over de censuur welke sommige stukken der Acta S.S. beliepen zie Reusch. Index Romanus II, 226, 268v. In de 17e eeuw lieten de Bollandisten een enkele maal de Acta drukken bij Blaeu in Amsterdam. Ook de Bollandisten werden gedupeerd door de brand, die in 1672 de drukkerij van Blaeu in de as legde. Papebrochius vermeldt deze gebeurtenis in de biografie van Henschenius. (De Backer-Sommerv. (BS) I, 1642). Dr. I.H. van Eeghen schreef hierover een studie in ‘De Gulden Passer’ van 1953. In hetzelfde tijdschrift VI (1928) 211-215 deed F. Peeters S.J. mededelingen over de drukkerij en de boekenwinkel der Bollandisten tijdens de laatste jaren van hun bestaan. In het jaar 1773 werd de Societeit van Jezus opgeheven. Vernietigd is een te sterk woord, want dank zij de condities welke de Paus aan de suppressie had verbonden, bleef de Orde hier of daar altijd voortbestaan. Maar juist is, dat zij in België en Nederland een tijdlang niet meer bestond. Over de zwerftochten der Bollandisten, die nu voortaan ex-Jezuieten heten, en van hun bibliotheek bericht ons Dr. L. Brummel in ‘Het Boek’ XXIV (1936-1937) 193v.: De boeken van Tongerloo in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage, het verslag van een lezing, door hem gehouden te Gent op het Congres voor boek- en bibliotheekwezen. Over de prijs der Acta heeft de bibliofiel R. v. d. Meulen (Leiden 1896) enige merkwaardige bijzonderheden. ‘In de vorige (= 18e) eeuw gold dit werk een goede prijs; na de opheffing der Orde (in 1773) daalde het boek aanmerkelijk in waarde en nog meer bij den treurigen toestand der R.K. Kerk, kort vóór en na de Fransche revolutie; van het pas gedrukte 53e deel werd zelfs een menigte exemplaren als misdruk verkocht en later, tijdens het keizerrijk, zijn vele complete exemplaren onder de wet der licences als ballast meegenomen en, eenmaal uit de haven, in zee geworpen. Na dien tijd is het boek langzamerhand weer in prijs gestegen; in 1824 gold een exemplaar op de veiling van te Water 500 gulden; omstreeks 1840 kostte het 1000 à 1200 gulden; in 1860 2000 gulden. In 1863 heeft men eerst het 53e deel, later het gehele werk met uitstekend gevolg herdrukt en vijf jaren later zelfs in het Fransch vertaald.’ (Hiermede is wel bedoeld de Actes des Saints d'après les Bollandistes etc. J. Carnandet et J. Fèvre, Lyon 1865-1868. Nauwkeurige titelopgave bij BS I, 1650, 22. Deze uitgave heeft echter niets uit te staan met het genootschap | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Bollandisten. Aldus Lexikon f. Theol. u. Kirche). v.d. Meulen vertelt niet waar hij zijn sensationele mededelingen vandaan heeft. Van de andere kant is het nu ook weer geen verhaal om helemaal uit je duim te zuigen. De te Water over wie van der Meulen spreekt was J.W. te Water, wiens bibliotheek in 1823 geveild werd door het antiquariaat S. en J. Luchtmans te Leiden. Om het duidelijk te zeggen, het was de theoloog en historicus Dr. Jona Willem te Water, geboren te Zaandam 28 October 1740, overleden te Leiden 19 October 1822. Men vindt zijn biografie in het Nieuw Nederl. Biogr. Woordenboek, dl. IV kol. 1438, een boek dat intussen al wat oud begint te worden. Het vierde deel is van 1918. De auctie-catalogus wordt bewaard op de bibliotheek van de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels te Amsterdam. Hij is te vinden op blz. 306 van het 4e deel van de gedrukte catalogus (den Haag 1934). In catalogus 202 van Antiquariaat Ludwig Rosenthal te Hilversum zagen we onder no. 7 een collectie Acta Sanctorum, bestaande uit 44 delen. Prijs 5000 gulden. Onder no. 8: Een reeks bestaande uit 70 delen, prijs 7000 gulden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIEr bestaan dus drie uitgaven van de Acta Sanctorum. De oorspronkelijke editie te Antwerpen begonnen; de uitgave van Venetië; de editie van Parijs. Geen van deze 3 edities heeft de delen doorlopend genummerd. Iedere maand vormt een afzonderlijk geheel, dat bestaat uit meerdere delen. De herdrukken hebben zich niet altijd gehouden aan de oorspronkelijke nummering. Als men citeert geeft men aan de maand, het deel van die maand en de uitgave. 1. De oorspronkelijke editie bestaat uit 50 delen, in hoofdzaak te Antwerpen verschenen; één deel werd gedrukt in Tongerloo, 13 delen plus de Auctaria zijn gedrukt te Brussel.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Propylaeum MaiiDit laatste deel van Mei bevat een Conatus chronologico historicus ad Catalogum Romanorum Pontificum. Deze conatus bestaat uit verschillende delen, die bijna alle ook reeds in de andere delen van Mei waren opgenomen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De beide eerste delen van dl. VI en VII vormen tezamen het Martyrologium Usuardi, een werk van J.B. Sollerius. Van de delen over Juni zijn er 3 gedrukt bij Thieullier (Olthoff blz. 100), 2 bij Jacobs (Olthoff blz. 50), 2 bij Robijns (Olthoff blz. 87).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het zevende deel van October was begonnen door de oude Bollandisten. Er bestaan enige exemplaren van de 128 eerste pagina's. Het twaalfde deel is herdrukt in 1884.
Propyleum Novembris: Synaxarium Ecclesiae Constantinopolitanae ed. H. Delehaye, Bruxellis 1902. Idem, herdruk, Bruxellis 1954. Propyleum Decembris: Martyrologium Romanum scholiis historicis instructum, Bruxellis 1940. Ieder deel is voorzien van een register. Bovendien zijn er twee registerdelen. Het eerste heeft betrekking op het eerste halfjaar. Van 1 Januari tot en met eind Juni. Het is opgenomen in het 7e deel van Juni en werd samengesteld door de Bollandist Janninck. Deze registerband heeft twee onderdelen. Het ene noemde Janninck Ephemerides Sanctorum. De namen der heiligen komen er in voor in de volgorde van de kalender. Uit de ‘praetermissi’ werd een keuze gemaakt. Het andere deel is een alfabetisch register. Ghesquière redigeerde de index van de volgende drie maanden, van begin Juli tot eind September. Dit register werd opgenomen in het eerste deel van October. Hij vatte zijn taak iets ruimer op. De schrijver begint met een korte samenvatting te geven van ieder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deel. Daarop volgen dan de Ephemerides met langere uitweidingen. Dan komt de alfabetische index. Ten slotte geeft hij een lijst van voorwoorden, dissertaties en afzonderlijke verhandelingen, die verspreid liggen in alle tot dusver verschenen delen (begin Januari tot eind September inclusive). Hij wijst de biografische notities aan, welke verschenen over de Bollandisten bij hun overlijden en noemt alle andere parerga zoals bisschopslijsten e.d. Deze catalogus wordt gevolgd door een uitgebreide Syllabus (= register) op alle onderwerpen, die in de tot stand gekomen delen behandeld werden.
2. De uitgave van Venetië (BS I, 1642) begon in 1734 en houdt op in het jaar 1770 met het 5e deel van September. De verdeling over dagen en de paginering is dezelfde als in de editie van Antwerpen, behalve voor wat betreft de 4 laatste delen van de maand Mei. Deel IV omvat de dagen 17-20, en enige appendices bij deel VII van de oorspronkelijke editie. Deel V omvat de dagen 21-26 met een opdracht (dedicatio) ontleend aan deel VI. Deel VI omvat de dagen 27-31 met de supplementen van deel VII. Deel VII is een Propyleum. Het is evenals de andere delen gedrukt te Venetië. Op de titelpagina lezen we het adres: Antverpiae 1742 apud Michaelem Knobbarum. Prostant Venetiis apud Sebastianum Coleti et J.B. Albrizzi. We komen dit gemengde drukkersadres Antwerpen-Venetië wel eens meer tegen. Het wekt het vermoeden, dat sommige (of alle?) delen in Antwerpen gedrukt, of liever herdrukt werden en dat zij daarna te koop waren bij Venetiaanse boekverkopers. De schikking van dit deel is gewijzigd volgens de inzichten van Papebrochius en de addenda en paralipomena werden tussen de tekst opgenomen. De Venetiaanse boekverkopers hebben geen enkel nieuw voorwoord of dedicatio toegevoegd aan de oorspronkelijke editie, wel hier of daar een waarschuwing aan de lezer om de nieuwe methode uit te leggen. Men zie b.v. deel IV van Mei, deel I van Juni. In het VIIe deel van Juli worden de Acta van S. Ignatius, de stichter van de Jezuietenorde, voorafgegaan door een brief van Pater Pien aan de Generaal van de Compagnie, de Hoogeerwaarde Pater Retz. De brief bevindt zich niet in de eerste editie. Johannes Pien werd geboren te Gend in 1678. Trad in het noviciaat 30 September 1696. Hij gaf grammatica te Brussel en te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwerpen. In 1713 werd hij opgenomen in het Genootschap der Bollandisten. Hij overleed te Antwerpen 19 Mei 1749 (BS VI, 732). Tegen het midden van de 19e eeuw kondigde de Brusselse uitgever Greuse de voortzetting aan van de editie van Venetië. Hij had herdrukt deel V van September, dat ontbrak aan de meeste collecties. Ook herdrukte hij de delen I-IV van October, die ook zeldzaam geworden waren. De editie van Venetië kan worden gecompleteerd ofwel door deze delen, aangevuld door delen van de oorspronkelijke editie, of door de uitgave van Parijs. We hebben gezien: Thesaurus ecclesiasticae antiquitatis et sacrae ac profanae eruditionis in quo dissertationes, tractatus, diatribae praeliminares aliaque praestantia monumenta a Joanne Bollando caeterisque S.J. Hagiologis Antverpiensibus in omnibus fere Actis Sanctorum voluminibus. Conscripta sparsim occurrunt nunc primum conjunctim edita exhibentur.
We zagen ook Acta Sanctorum Jan. Vol. I-II, dies 31, Venetiis, apud Seb. Coleti etc. als boven, 1734. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. De editie van Parijs (BS I, 1642).In 1863 begon de Parijse uitgever Victor Palmé een herdruk van de Acta Sanctorum. Aan deze uitgave had het genootschap der Bollandisten part noch deel. Palmé vertrouwde de leiding van de onderneming toe aan een priester van het diocees Langres, J. Carnandet. Zijn naam werd hierboven genoemd in verband met een Franse vertaling der Acta, ook buiten de Bollandisten om. Deze Carnandet bracht dit grootse plan tot een goed einde. Deel XI van October is gedateerd 1870. Deel XII van dezelfde maand draagt de datum 1867, dezelfde dus als in de eerste uitgave. Dit is het laatste deel van deze collectie, d.w.z. het 60e. De uitgever voegde er een registerband aan toe, die in 1875 verscheen. De editie van Parijs moet gecompleteerd worden met delen van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oorspronkelijke editie, te weten deel XIII van October en de delen van November. De verdeling van de dagen is in de Parijse editie dezelfde als in de Antwerpse, uitgezonderd de maanden Januari, Mei en Juni. Januari is verdeeld over drie banden. Ze bevatten respectievelijk de dagen 1-11, 12-21 en 22-31 van deze maand. In deel II blz. 776 bevinden zich na de addenda ad dies 12-21 de addenda ad diem 3 Januarii, die in de eerste editie een plaats vonden aan het einde van het eerste deel. Op pagina 773 ontmoeten we de addenda ad diem 13. De maand Juni is ingedeeld als volgt:
Het VIe deel bevat het Martyrologium Usuardi en verschillende teksten getrokken uit de delen VI en VII van de oorspronkelijke editie. t. VII, dies 25-30, gevolgd door dissertaties en teksten genomen uit de delen VI en VII van dezelfde editie. De appendix addendorum in 5 tomos Junii, die zich bevond in dl. VI, blz. 1-274, is verdeeld volgens de dagen aan het eind van elk der delen, en versmolten met de appendices, die er reeds aan waren toegevoegd, en ook met de paralipomena ad t. I, welke zich in de oorspronkelijke editie bevinden in deel II, p. LXXI-LXXXVIII. In het algemeen zijn de drukfouten en andere kleinere vergissingen, gesignaleerd in de appendices addendorum van de oorspronkelijke editie, nu in de tekst verbeterd. De verbeteringen of toevoegsels van meer gewicht werden bewaard voor een appendix en genummerd. Een teken in margine verwijst naar deze addities. Aan alle delen van Januari, Februari, Maart en April zijn toegevoegd de Animadversiones extemporales Danielis Papebrochii nunc primum ex mss. editae. De paginering van de eerste editie was helaas niet in de Parijse overgenomen. Slechts te beginnen met de maand Augustus is men er op teruggekomen. En dan moet nog een uitzondering worden gemaakt voor deel VII van September en deel I van October. In | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deel VII van Juli komt de hierboven genoemde brief van Pater Pien voor, zoals in de editie van Venetië. Het laatste deel, dat de algemene titel draagt Ad Acta Sanctorum supplementum, cura et opera L.M. Rigollot, bestaat uit twee stukken. Het eerste stuk is niets anders dan de serie aanvullingen van P. de Buck en zijn collega's op de delen IV, V en VI van October, gebundeld onder de titel Auctaria Octobris en voorzien van een register. Het tweede stuk wordt gevormd door het algemene register op de Acta Sanctorum, van 1 Januari tot en met deel XII van October. Het wordt voorafgegaan door een voorwoord van P. Victor de Buck. Evenals het register van Ghesquière wordt het algemene register ingeleid door een bibliografische beschrijving van ieder deel der uitgave. De eigenlijk gezegde registers zijn de volgende:
De indices van Rigollot, al kunnen ze niet volmaakt worden genoemd, bewijzen goede diensten, vooral het alfabetisch register. Mochten ze ergens ontbreken, dan kan men zich behelpen met de afzonderlijke indices van elk deel. Het kan zijn nut hebben erop te wijzen, dat zich een lijst van behandelde heiligen bevindt aan het begin van elk deel, terwijl | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de praetermissi (d.w.z. de heiligen die werden overgeslagen) zijn aangetekend in het alfabetisch register achterin. Brunet dl. I, 1076v. vermeldt de Acta Sanctorum onder de naam Bollandus. Hij schat de Antwerpse editie hoger dan de Venetiaanse herdruk, 1734 v. 42 dn. 1 Jan.-15 Sept.: est à très bas prix. Trévoux, Trésor de livres rares dl. I (Berlin 1922) noemt de Venetiaanse editie ‘moins correcte’. Henri Quentin O.S.B, spreekt in het voorbijgaan over de Venetiaanse editie der Acta S.S. in zijn boek J.D. Mansi et les grandes collections conciliaires Paris, Leroux, 1900. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIIHier volgen enige aantekeningen betreffende andere uitgaven der Bollandisten. De Analecta Bollandiana zijn, zoals gezegd, begonnen in het jaar 1882 en lopen nog steeds. Zij bevatten o.m. catalogi van latijnse handschriften berustende op de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag en op een aantal andere bibliotheken (openbare en particuliere) in en buiten Nederland. Verder een aantal catalogi van Griekse manuscripten in bibliotheken te Rome en elders. Er zijn indices verschenen op deze Analecta:
De jaargangen 67 en 68 (1949 en 1950) bevatten de Mélanges Paul Peeters. De Subsidia Hagiographica, een reeks wetenschappelijke catalogen en studies met betrekking tot de hagiografie is in het jaar 1958 aan no. 28. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IVWe gaan nu enige andere uitgaven noemen op hagiografisch gebied, meestal van wetenschappelijke aard, die niet of althans niet rechtstreeks tot stand kwamen door het Genootschap der Bollandisten. 1. Acta Sanctorum Belgii selecta, opgesteld door Jos. Ghesquière. Deze was afkomstig van Kortrijk (27-2-1731), trad in de Jezu- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ietenorde te Mechelen (16-10-1750), trad op als leraar te Brussel en Mechelen. Hij werkte mee aan de voortzetting van de Acta S.S. voor de 4 eerste delen van October:
Zie het Ie dl. van BS, onder Bollandus (1638-1639, Nr. 48-51). Toen de Nederlandse regering de publicatie van deze Acta opdroeg aan de Vlaams-Belgische Provincie der Societeit, werd de Bollandist Jos. Ghesquière in 1771 vrij gemaakt voor deze opdracht. Hij maakte een plan op en gaf na de opheffing van de Jezuietenorde 6 delen uit, (dl. III, IV, V met C. Smet, dl. VI met I. Thijs). BS plaatst dit werk onder de naam Bollandus dl. I, 1372, 16 bij de Acta Sanctorum onder het hoofd ‘Extraits’. Ook Potthast Bibliotheca Historica Medii Aevi, 1e en 2e uitgave (Berlin 1862 en 1896). BS I, 1674 noemt het boek van Ghesquière op blz. LXXVIII ‘nur ein Auszug aus Acta S.S. Boll. 1834 wurde die Fortsetzung beschlossen, aber definitiv seit 1836 aufgegeben.’ Maar de titel van deze uitgave luidt: Acta Sanctorum Belgii selecta, quae turn ex Monumentis sinceris necdum in Bollandiano opere editis, turn ex vastissimo illo opere, servata primigenia scriptorum phrasi, Collegit...Commentariisque ac notis illustravit Josephus Ghesquierus... Bruxellis, typis Mathaei Lemaire, 1783-1787 dl. I-IV. Ibid. typis Viduae Francisci Pion, 1789 dl. V. Tongerloae, typis Abbatiae, 1794, dl. VI (BS III, 1372-1373). Het werk van Ghesquière bevat dus meer dan alleen een uittreksel uit de Acta S.S. Bollandiana. Het is met dl. VI, dat in de Abdij van Tongerloo gedrukt werd en verscheen, vrij zeldzaam geworden.
2. Acta Sanctorum martyrum orientalium et occidentalium. Accedunt acta S. Simeonis Stylitae. Steph. Evodius Assemanus archiep. Apamensis chald. textum recens. Notis vocalibus animavit. lat. vertit illustr. 2 tomi, fol. Romae 1748. Rosenthal-catalogus 187 noemt dit boek zeldzaam en gezocht. Deze Stephanus Evodius Assemani (1709-1782) was titulair aartsbisschop en missionaris van de Propaganda Fide. Custos der | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vaticaanse bibliotheek. Gaf o.m. catalogi van manuscripten uit. Zie Lex. f. Theol. u. Kirche Bd. I.
3. Acta S. Albani Martyris auctore Sigeardoet alia acta ejusdem Albani incerto auctore. In: Henricus Canisius. Thesaurus monumentorum... IV, 157. ed. Basnagiana. Antverpia 1725. S. Albanus (Albinus) M. sterft te Mainz 4e of 5e eeuw. Chevalier Répert. I, 96, 279. Butler. Lives of the Saints dl. VI, London 1937. Sighard of Sigehard. Benedictijner monnik. Hagioloog, 1297. Leefde in S. Albani klooster te Mainz. Chevalier II, 1245. Henricus Canisius. Geleerde op gebied van kerkelijk recht en geschiedenis. Neef van Petrus en Theodoricus Canisius. 1590 Professor in Ingolstadt. Sterft aldaar 1610. Thesaurus monumentorum is een groot historisch werk in 7 dln. (Antwerpen 1725). Zie Lex. f. Theol. u. Kirche.
4. Acta S.S. Martyrum Tarachi, Probi et Andronici. Londini 1870: Hurter Sanctorum Patrum opuscula selecta dl. 13 blz. 260-304. Hugo Hurter S.J., zoon van Friedrich von Hurter, die zich als geleerde buitengewoon verdienstelijk had gemaakt voor de Katholieke Kerk en de wetenschap. Reeds als Protestant had deze Friedrich von Hurter grote invloed op de Romeinse Curie. Zijn zoon Hugo is een van de theologen, die in zijn tijd het meest betekend hebben. Zijn ‘Nomenclator literarius’ wordt nog altijd gebruikt. Hij gaf o.m. uit Sanctorum Patrum opuscula selecta, 54 dln. (1868-1892). Meerdere deeltjes beleefden een herdruk.
5. Acta Martyrum Theodorici Ruinart opera ac studio collecta. Accedunt... Acta S.S. Firmi et Rustici ex optimis Codicibus Veronensibus... Augustae Vindelicorum (Augsburg), J.A. Rieger, 1802 3 dln. 8o Paris 1689, eerste editie. Tweede druk: Amsterdam, ex Off. Wetsteniana, 1713. Een herdruk (herzien) Ratisbonae (Regensburg) J. Manz, 1859 8o. Duitse vertaling in 5 dln. Wenen 1832-1834. Theodoricus Ruinart O.S.B. was een beroemd Vader-kenner, geschiedschrijver van zijn orde en geleerde op het gebied van handschriften en oorkonden. Hij was afkomstig van Reims (1657). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trad 1674 in de Benedictijner Orde. In 1682 is hij medewerker van Mabillon.
6. In het jaar 1888 en v. verscheen te Parijs bij Palmé in 15 dln. 8o Les petits Bollandistes. Dit was de 7e druk. De samensteller van dit verzamelwerk heette Paul Guérin. Het zijn korte biografieën van heiligen uit het Oude en Nieuwe Testament en heeft in zoverre iets te maken met de Bollandisten, dat de Acta Sanctorum ijverig gebruikt werden evenals de hagiografieën van Surius, Ribadeneira en vele anderen. Het is geen wetenschappelijke uitgave, maar voor een groter publiek als leesboek bestemd.
Maastricht, Canisianum. A. de Wilt S.J. 1958 |
|