In dezelfde tijd, dat de wetenschap de oude boeken als nutteloze ballast over boord gooit, komen er mensen, die oude boeken gaan verzamelen, niet alleen als bronnen van kennis, maar ook om andere redenen: als historische objecten, als getuigen van vroeger eeuwen, als voorwerpen van schoonheid en curiositeit. Met enige overdrijving zou men het zó kunnen zeggen: vóór de omslag naar de nieuwe tijd waren alle boeken even oud, men maakte geen onderscheid tussen oud en nieuw; nu beginnen er ‘oude’ boeken te komen. Boekenverzamelaars zijn er altijd geweest, in de oudheid zogoed als in de middeleeuwen en vooral in de Renaissance. Terwijl echter in de voorafgaande periode (zelfs bij mannen als Grolier en zijn vrienden) het accent valt op de ‘nuttige’ boeken, komt er nu een nieuw type verzamelaar, dat zich toelegt op het verwerven van wat men later zo tekenend zal noemen: ‘livres rares et curieux’.
De wetenschap van het boek is geboren uit de verliefde aandacht van de verzamelaar, voor wie het boek meer betekent dan enkel een middel om van de inhoud kennis te nemen; zoals hij zich interesseert voor het levensverhaal van een overleden vriend, wil hij meer weten van zijn boeken dan de simpele titelbeschrijving hem bieden kan.
Uit: H. de la Fontaine Verwey. De Wereld van het Boek. 1954.