Het doel, waarmede deze lezing over de ‘De uitvinding van de boekdrukkunst en hare eerste voortbrengselen’ werd samengesteld, is - zooals eigenlijk vanzelf spreekt - meer kennis van, en meer belangstelling in de oudste gedrukte boeken, bijzonderlijk de Nederlandsche, te verspreiden.
Op de eerste plaats wilde ik u daarom laten zien, welk een groot stuk kunst- en cultuurgeschiedenis er in die oude boeken steekt, ook al bekijken wij ze uitsluitend van den druktechnischen kant. Iemand die zich met incunabelen bezighoudt, moet niet, mag niet, ja, ik zou haast zeggen: kàn niet een droge ‘boekenwurm’ worden, die niets anders ziet dan boeken. Zeker, men kan zich eens moe maken over den datum, den drukker, of drukplaats van een incunabel; men kan desnoods drie, vier dagen aan zoo'n détail-kwestie zitten peuteren. Maar wie zijn vak goed verstaat, kijkt in laatste instantie toch over zulke kleinigheden heen, en houdt steeds beide oogen open voor de breede ruimten der wereld-cultuurgeschiedenis, waarvan dat ééne oude boek, ja alle oude boeken te zamen, slechts een klein, een miniem onderdeel vormen.
Waaruit dus volgt, dat het verspreiden van belangstelling in de boekdrukkunst en de oudste gedrukte boeken slechts beoogt, en slechts beoogen kan: een verfrissching en een verruiming van onzen wetenschappelijken blik op het verleden.
Begin van een redevoering door pater B. Kruitwagen gehouden in 1918 voor de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden.