De ‘initiaaldeviezen’ van drukkers en uitgevers
Van verschillende zijden bereikten mij aanvullingen op de lijst die men heeft kunnen vinden in Folium I p. 171/2. Allereerst dank ik de heer A.C. Nielson te Rotterdam een belangrijke inlichting: de drukker C.F. Roos te Amsterdam had reeds in 1749 een dergelijk devies, als anagram de voorletters weergevend.
Dan mocht ik van de heer G. de Jong te Groningen liefst 41 aanvullingen naast verschillende verbeteringen ontvangen; van andere zijden een twintigtal. Hierbij waren verscheidene dubbele opgaven. Tenslotte heeft ook mijn eigen speuren nog enig succes gehad. Ik kan hieronder nu een aanvullende lijst van 58 zinspreuken geven. Daarvan zijn er drie enigszins afwijkende (Roos, Spruyt, Vander Haeghen), terwijl één wel uitsluitend in een privédruk zal voorkomen (Luns). Het aantal Latijnse spreuken moet met 16 worden vermeerderd en wordt nu 47, het aantal Friese komt van 1 op 5 (waarvan 2 bij één uitgever). Het aantal drukkers dat de eerste letter van de plaatsnaam in de spreuk betrekt, blijkt veel groter, nl. 17 i.p.v. 4.
Tot mijn spijt laat de plaatsruimte, waarover ik in dit tijdschrift kan beschikken, niet toe in bijzonderheden te treden als jaar van ontstaan, naam van de ontwerper, vertaling van de zinspreuk. Voor een gedeelte kan men deze vinden in het Nieuwsblad van de Boekhandel van omstreeks 1940, zoals de heer G. de Jong mededeelt.
K. SNEYDERS DE VOGEL Jr.