Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 27
(2020)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
Anne Lopes Michielsen
| |
Wind meeVoor aspirant- of beginnend boekvertalers zijn er tegenwoordig diverse opleidingsmogelijkheden, waaronder de masters Literair Vertalen en Professioneel Vertalen aan de Universiteit Utrecht, de Master in het vertalen aan de ku Leuven (ook met twee trajecten: literair en algemeen vertalen) en de deeltijdopleiding aan de Vertalersvakschool in Amsterdam en Antwerpen. Aan de universiteiten van onder meer Amsterdam, Antwerpen, Gent, Leiden en Nijmegen kun je een master Vertalen volgen of wordt binnen andere (taal)opleidingen aandacht besteed aan vertalen. Daarnaast bieden de Hogeschool Zuyd in Maastricht, de itv Hogeschool in Utrecht en ook de loi (deeltijd)opleidingen aan tot vertaler.Ga naar eindnoot1 De eerste drie genoemde instituten reikten jarenlang, samen met het Nederlands Letterenfonds en de Orde van den Prince afdeling Middelheim, Talentbeurzen uit aan excellente vertaalstudenten. Ervaren collega's begeleidden hen bij het maken van hun (vaak eerste) vertaling. Een mooie extra kans voor nieuwe vertalers, maar helaas zijn die beurzen in 2017 voor het laatst uitgereikt. Dan heb je nog het Expertisecentrum Literair Vertalen (elv), een partnerschap van de Taalunie, de ku Leuven en Universiteit Utrecht, in samenwerking met Literatuur Vlaanderen en het Nederlands Letterenfonds, dat vertalers in alle fasen van hun loopbaan ondersteuning biedt. Denk hierbij aan (online) cursussen literair vertalen, (zelf)studiemateriaal op een online Kennisbank en verschillende evenementen. Allemaal zeer nuttige hulpmiddelen voor aspirant- of beginnend vertalers in (en in dit geval ook uit) het Nederlands. In 2017 werden de voorwaarden voor toelating tot het Vertalersbestand voor het eerst verruimd zodat ook beginnend vertalers met een diploma van de eerste drie hierboven genoemde vertaalopleidingen een eigen profiel konden aanmaken.Ga naar eindnoot2 Daarnaast biedt het elv van oudsher individuele begeleiding aan in de vorm van mentoraten voor vertalers die al een vertaalopdracht met modelcontract hebben, en sinds 2018 kunnen vertalers die nog niet zover zijn een aanvraag indienen voor een ontwikkelingsbeurs om onder begeleiding van een ervaren vertaler aan een zelfgekozen project te werken om dat vervolgens onder de aandacht te brengen bij een potentiële opdrachtgever.Ga naar eindnoot3 Een aantal jaar geleden werd Vertaalkriebels gevormd, een initiatief dat voortkwam uit het enthousiasme en de betrokkenheid van zeven alumni van de transnationale onderzoeksmaster Literair Vertalen in Utrecht en Antwerpen. Zij voelden behoefte aan samenwerking, aan een uitlaatklep voor hun passie voor vertalen in de vorm van vertaalexperimenten, verhalen en voordrachten. In 2016 is Vertaalkriebels overgegaan in | |
[pagina 14]
| |
de Vereniging van Nieuwe Vertalers (vvnv).Ga naar eindnoot4 De vvnv biedt leden een digitale en fysieke ontmoetingsplek, een mogelijkheid om nog beter met elkaar samen te werken en een programma van activiteiten en lezingen. In samenwerking met onder andere de master Literair Vertalen, het elv, de Vertalersvakschool en de alumnivereniging van de Vertalersvakschool worden jaarlijks verschillende studiedagen en symposia georganiseerd met lezingen rond thema's als ‘De jonge vertaler als literair agent’ en ‘Samen sta je sterk’. Het initiatief vindt sinds 2014 ook weerklank bij de Vertalersgeluktournee, die nieuwe vertalers in samenwerking met de vvnv uitnodigt om in boekhandels door het hele land het podium te delen met de vertalers die zijn genomineerd voor de Europese Literatuurprijs. Tussen de lezingen van de genomineerde vertalers door verzorgen beginnend vertalers elk jaar entr'actes. Het is een mooie gelegenheid om collega's én lezers te leren kennen en meteen een kans om wat podiumervaring op te doen. Deze entr'actes hebben zoveel succes dat de vvnv verschillende malen is gevraagd om bij andere gelegenheden vergelijkbare presentaties te verzorgen. Ook bij andere (vertaal)evenementen komt steeds meer ruimte voor beginnend vertalers, als doelgroep en als sprekers. Tijdens de Literaire Vertaaldagen bijvoorbeeld is er de laatste jaren meer aandacht voor deze groep: niet alleen in het programma, maar de vvnv neemt sinds een paar jaar ook zitting in het organisatiecomité. Jonge vertalers zijn al veel langer (vanaf 2008) vast te gast op het podium van het Crossing Border Festival, dat jonge auteurs verslag uit laat brengen van het festival in columns (The Chronicles Live) die door opkomende vertalers worden vertaald. En vanaf 2017 stelt het tweejarige talentontwikkelingsprogramma Connecting Emerging Literary Artists (cela) jonge makers (auteurs, vertalers en literaire programmamakers) én kleinere talen centraal waardoor beginnend vertalers de mogelijkheid krijgen hun Europese netwerk uit te breiden en zich op een podium te presenteren. En zo zijn er nog andere festivals en evenementen waar steeds meer nieuwe vertalers te zien zijn, in het publiek en in het programma. Ook vakverenigingen bewegen mee met deze ontwikkelingen: sinds 2020 kunnen studenten (gratis!) lid worden van de Auteursbond.Ga naar eindnoot5 Op deze manier probeert de Auteursbond studenten van vertaalopleidingen kennis te laten maken met de beroepsvereniging en - praktijk. Beginnend vertalers hadden daarvoor al de mogelijkheid om zich tegen gereduceerd tarief als ‘aspirant-lid’ aan te melden bij twee secties: Literair vertalers en Boekvertalers. Verschillende literaire tijdschriften, zoals Terras, De Revisor en PLUK, de oogst van nieuwe vertalers, geven beginnend vertalers ruimte voor een eerste of nieuwe publicatie. PLUK werd zelfs speciaal voor dat doel opgericht. En ook het tijdschrift dat u nu in handen heeft, bood en biedt menig vertaler een eerste podium, zowel online op Webfilter als in de papieren editie. De drempel ligt bij (literaire) tijdschriften wellicht lager, omdat het gaat om publicaties van een beperkte omvang. In het kader van de deskundigheidsbevordering van literair vertalers begon het Nederlands Letterenfonds in 2013 zelfs een speciale regeling om beginnend vertalers de gelegenheid te bieden om werk te publiceren in Nederlandse literaire tijdschriften. Helaas is dat programma in 2017 beëindigd omdat opdrachtgevers er te weinig gebruik van maakten. Ik kan niet anders dan concluderen dat er in de vertaalwereld vertrouwen lijkt te bestaan in (het belang van) nieuwe vertalers. Ook het belang van het stimuleren van een nieuwe aanwas van vertalers uit verschillende talen wordt gelukkig | |
[pagina 15]
| |
steeds vaker aangekaart. Maar dit is slechts één kant van de medaille. Het is voor een beginner namelijk nog steeds niet makkelijk om aan opdrachten te komen. In het beleidsplan van het Nederlands Letterenfonds staat het mooi verwoord: ‘Het moet gezegd worden: het vergt tegenwoordig meer moed om te kiezen voor het schrijverschap. Dat geldt eveneens voor het beroep van literair vertalers.’Ga naar eindnoot6 | |
Wind tegenNieuwe ontwikkelingen bieden nieuwe kansen en de nieuwe vertalers van nu mogen van geluk spreken dat er steeds meer initiatieven zijn om hen te ondersteunen en verder op weg helpen. Op het eerste gezicht klinkt het allemaal rooskleurig en enerzijds is het dat ook. Anderzijds wil het niet per se zeggen dat het vandaag de dag voor nieuwe vertalers veel makkelijker is om aan opdrachten te komen; vaak staan ze een hele tijd in de startblokken voor ze echt kunnen beginnen. Eerst vol energie en hoopvolle moed, klaar voor hun eerste boekvertaling, maar na een tijdje zie je het enthousiasme teruglopen. Er mogen dan heel wat mogelijkheden zijn bij tijdschriften en festivals, als het om boekvertalingen gaat - en daar moet een beginnend vertaler toch aan zien te komen als hij of zij als vertaler de kost wil verdienen - levert het aanschrijven van uitgeverijen afwijzing na afwijzing op, als er überhaupt al gereageerd wordt. Er komt met andere woorden geen brood op de plank, laat staan beleg. Een lange adem hebben is een noodzakelijke eigenschap voor de beginnend vertaler. Veel nieuwe vertalers, de meesten misschien wel, zien zich genoodzaakt er iets anders bij te doen. Het vertalen wordt een tweede baan, moet naast het andere werk worden gedaan. De zweetbandjes worden verruild voor andere werkkleren, de sportschoenen waarmee ze de vertaalwereld zo gretig in wilden sprinten, verdwijnen steeds verder naar achteren in de kast. Dat geldt voor beginners en alumni van vertaalopleidingen, maar ook ervaren vertalers zien zich soms genoodzaakt een carrièreswitch te maken. Want er is niet altijd genoeg werk, er valt te weinig te verdienen. Met zowel de honorering als de waardering voor vertalers en het vertaalvak is het gewoonweg schandalig gesteld. Of je het glas nu ziet als halfvol of als halfleeg, veel noch snelle ontwikkelingen zijn er op dat vlak niet en de inhoud van het spreekwoordelijke glas kan de dorst niet lessen. Sinds 2008 is het gangbare tarief, het minimum en daarmee helaas en vreemd genoeg ook vaak het maximum in het modelcontract, na veel inspanningen met een magere €0,007 gestegen. Een verhoging van nog geen hele cent in twaalf jaar. Laat dit even tot u doordringen. Toen ik het nazocht, sprongen mijn ogen bijna uit hun kassen van ongeloof. Daarbij komt dat je bij een eerste boekvertaling nog geen beroep kunt doen op de zo broodnodige projectsubsidies van de letterenfondsen.Ga naar eindnoot7 Ervan uitgaande dat je überhaupt opdrachten krijgt natuurlijk. Zonder die projectsubsidies verdien je onder het minimumloon, het kan haast niet anders. Of je moet een continue toestroom van opdrachten en een enorme vertaalsnelheid hebben plus veel geluk met hogere tarieven, bestsellers met ruime royalty's en een fikse ‘backlist’ die jaarlijks wat leenvergoeding en reprorechten oplevert. En dan is het nog maar de vraag of de kwaliteit van de vertalingen kan worden gewaarborgd. Het modelcontractGa naar eindnoot8 geeft vertalers een basis - er is nog genoeg waarover kan worden onderhandeld met de opdrachtgever - maar het lijkt erop dat uitgevers beginners vaak proberen af te schepen met nog schralere contracten, met bijvoorbeeld een lager woordtarief, een addendum, geen of aangepaste royalty's - of je krijgt zelfs helemaal geen con- | |
[pagina 16]
| |
tract en moet het doen met een e-mail of een mondelinge afspraak. ‘Zo kun je eerst wat ervaring opdoen’ of ‘het is een investering in jezelf’. De mentoraten van het elv zijn, evenals de vroegere talentbeurzen, een wapen in de strijd om toch een modelcontract af te dwingen: ze kunnen namelijk alleen worden ingezet wanneer er een modelcontract is afgesloten; aan de uitgever worden ze gepresenteerd als kwaliteitsgarantie, want de mentor die ervan bekostigd wordt kijkt mee naar de vertaling. Eerlijk is eerlijk: op dit moment zou ik, zes jaar na het afronden van mijn studie, niet van mijn vertaalwerk kunnen leven. Bij lange na niet zelfs. Ik heb altijd iets naast het vertalen willen doen - dat was voor ik aan de opleiding begon al mijn intentie - maar ook als dat niet mijn eigen voorkeur was geweest, zou ik het noodgedwongen moeten doen. En ik ben echt niet de enige. Overigens geldt dit niet exclusief voor beginnend vertalers: ook ervaren collega's hebben soms moeite met het verwerven van opdrachten, ook voor hen zijn de inkomsten laag, maar voor beginnend vertalers doet deze realiteit zich nog veel harder voelen. Helaas is het een structureel probleem en niet alleen van deze tijd. En ik hou mijn hart vast voor de gevolgen van de coronacrisis - ik schrijf dit vanuit mijn Noord-Brabantse huiskamerkantoortuin in thuiswerkweek negen - want we moeten nog maar zien welke kant het straks op gaat. Het feit dat een boek een vertaling is komt bovendien vaker niet dan wel ter sprake - alsof een vertaling iets vies is - ik vind het juist des te interessanter. Laat staan dat de vertaler wordt genoemd. Op het omslag is de kans vrijwel nihil, al helemaal als je net om de hoek komt kijken, en zelfs om een plekje op het titelblad moet je soms nog strijden. Het is mij zelfs overkomen dat mijn naam na de proeven van het titelblad was verwijderd, zonder overleg, en toen lag opeens de eer- | |
[pagina 17]
| |
ste druk bij mij op de mat. Te laat. Soms hoor je het absurde excuus dat er ‘niet genoeg ruimte is’, ook bij recensies. Geen ruimte voor gemiddeld vier tot zeven woorden? Of op zijn allerkortst: vert. Voornaam Achternaam, dat zou niet passen? Niet eens ter welverdiende eer en glorie van de vertaler, maar om de bewustwording van het leespubliek en alle betrokkenen. Niet eens voor het individu, hoewel daar ook niks mis mee is, maar om de zichtbaarheid van het vak, van het werk. Een vertaling komt niet uit de lucht vallen, waarom zouden we dan doen alsof? Gelukkig zijn er ook uitgeverijen en recensenten die de naam wel altijd noemen, ook die van beginnend vertalers, en steevast op het omslag zetten. Neem bijvoorbeeld uitgeverij Vleugels; en naar aanleiding van de State of Translation-lezing 2020 die afgelopen maart werd gegeven door Martin de Haan heeft ook uitgeverij Lebowksi die intentie uitgesproken.Ga naar eindnoot9 Hopelijk volgen er nog veel meer. De boekopdrachten en (financiële) waardering mogen dan schaars zijn, voor een bloeiende vertaalcultuur is nieuwe aanwas wel degelijk nodig als je op den duur genoeg goede vertalers wilt houden. De beroepsgroep is namelijk ernstig aan het vergrijzen. Om in de toekomst nog steeds genoeg goede vertalers te hebben, moet de toestroom op gang blijven en moeten beginners ervaring kunnen opdoen. Volgens het tweede vertaalpleidooi VerTALEN voor de toekomst zien we het aantal taalstudenten echter jaarlijks afnemen.Ga naar eindnoot10 En aan de eerdergenoemde opleidingen kleeft ook een maar: deze beslaan slechts een beperkt aantal talen. Ik heb daarnaast zelf aan den lijve ondervonden dat sommige taalopleidingen verdwijnen uit het Nederlands onderwijslandschap, met taalverschraling als gevolg: nog voor ik goed en wel was afgestudeerd verdween de laatste universitaire opleiding Portugese Taal en Cultuur in Nederland,Ga naar eindnoot11 terwijl je voorheen op vier verschillende universiteiten Portugees kon studeren. Aan het aantal sprekers van het Portugees - ruim 250 miljoen en de teller tikt vooralsnog gewoon door - zal het verdwijnen van de opleidingen niet liggen. Is het vak nog wel aantrekkelijk genoeg, zelfs als we het glas zien als halfvol? Ik vraag het me soms af. Sterker nog, ik maak me zorgen. En dat aan het begin van mijn loopbaan, want ik heb hopelijk nog heel wat jaren te gaan. Zijn er straks nog wel genoeg vertalers? En dan met name uit de ‘kleinere’ talen (lees: talen waaruit minder wordt vertaald). Het lijkt een vicieuze cirkel: er is nauwelijks aandacht voor het werk van de vertaler, weinig waardering, maatschappelijk maar vooral financieel. Studentenaantallen lopen terug en geef ze eens ongelijk met deze vooruitzichten. En dan hebben we het nog niet eens over zaken als ontlezing of verengelsing gehad, moet je nagaan... | |
Als we de balans opmakenEr zijn veel positieve ontwikkelingen en kansen voor nieuwe vertalers, maar de crux van het verhaal blijft dat een beginnend vertaler vooral zelf heel hard aan de bak moet zonder dat succes gegarandeerd is. Je kunt in de startblokken blijven staan tot je een ons weegt, maar met een diploma in de hand en een afwachtende houding kom je geen millimeter vooruit. Een van de meest voorkomende antwoorden op de vraag hoe een vertaler aan zijn/haar eerste opdracht is gekomen is nog steeds ‘via via’. Je wordt gevraagd door een bekende, een oud-docent, collega-vertaler, je naam wordt doorgegeven door een werkrelatie. Maar je zult er als nieuwe vertaler zélf voor moeten zorgen dat mensen je kennen, dat ze aan jou denken voor een bepaalde opdracht. Je krijgt non-stop te horen dat vertalers blijven vertalen uit | |
[pagina 18]
| |
liefde voor hun vak, maar het vraagt enorme volharding, bijna eindeloos geduld en veel ondernemerschap. Daar zie ik geen verandering in komen, en liefde kan niet altijd onvoorwaardelijk zijn. Zonder de positieve ontwikkelingen die ik in de eerste helft van dit artikel noem, zou het vertaallandschap er veel kaler uitzien. Zonder het modelcontract, de lichte stijging van het minimumtarief en de iets verbeterde zichtbaarheid van de (beginnend) vertaler al helemaal. Maar de strijd is nog lang niet gestreden en het is dan ook hoogstnoodzakelijk dat deze ontwikkelingen worden voortgezet, dat vertalers samen op de bres staan, dat ervaren vertalers hun nieuwe collega's op weg helpen, dat beginners zich niet laten afschepen met slechtere non-contracten die de markt scheeftrekken voor hun collega-vertalers en dat uitgevers hen die betere contracten gunnen. Gelukkig zijn vertalers doorzetters pur sang. Er ontspruiten steeds nieuwe initiatieven, er zijn ideeën te over en er wordt hard gewerkt aan zichtbaarheid, betere honorering en verbinding. Er zijn collectieven en bonden. Opleidingen en nascholing. Projectsubsidies, mentoraten en beurzen. Vertaalprofielen en naamsvermeldingscommissies. Evenementen, lezingen en prijzen. Dus laten we dat volhouden. Laten we onze voet op het gaspedaal houden. Het is namelijk in het belang van een bloeiend boekwezen, en dus ook van uitgevers, om beginnend vertalers een loopbaan te laten ontplooien en voor het vak te behouden. |
|