Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 27
(2020)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
[Nummer 2] | |
[pagina 3]
| |
Emilia Menkveld, Heleen Oomen en Eva Wissenburg
| |
[pagina 4]
| |
vertalers te stigmatiseren? Speelt vooringenomenheid een rol? Ook blijft onduidelijk welke groep ‘beginnend vertalers’ er precies beoordeeld is: gaat het om beginners in het vak, om studenten, om jonge mensen, en hoe jong dan?Ga naar eindnoot3 Wie de respondenten precies waren blijft al evenzeer vaag: waren zij allemaal zelf ook vertalers, en zo ja, ging het dan om literair, zakelijk, juridisch, technisch vertalers, of om al deze groepen?Ga naar eindnoot4 Twee van ons ontvingen de enquête in onze mailbox omdat we destijds vertaalcolleges aan de Universiteit Utrecht gaven - en dus als ‘opleiders’ konden worden geclassificeerd - maar wij zouden onszelf evengoed omschrijven als ‘beginnend’ of ‘jong’ vertaler. Moesten we dus onszelf gaan beoordelen? Onze oud-studiegenoten, nu beginnend vertalers? Onze studenten? Die groepen lijken nauwelijks met elkaar te vergelijken en zijn ook ieder voor zich heel divers. Zo worden lang niet alle vertaal-studenten uiteindelijk vertaler en hebben sommigen niet eens die ambitie. Anderzijds zijn er genoeg beginnend vertalers en zelfs studenten die al met beide benen in het veld staan, al werkzaam zijn als vertaler of dat zelfs al jarenlang waren voor ze aan hun formele opleiding begonnen. De enquête liet ons achter met een onbevredigd gevoel.Ga naar eindnoot5 Ten eerste zouden wij graag willen weten wie nu precies die ‘jonge vertalers’ zijn. Die groep zou je volgens ons duidelijk moeten onderscheiden van ‘beginnend vertalers’ of ‘nieuwe vertalers’, aangezien vertalen bij uitstek een vak is waarmee ook nog op latere leeftijd wordt aangevangen. Lang niet alle ‘beginnend’ of ‘nieuwe’ vertalers zijn dus ‘jong’, en de oudere nieuwe vertalers - zij-instromers dus - zullen het probleem van vergrijzing in de vertaalwereld niet oplossen. Wie zijn nu de jonge vertalers, de mensen die de bloeiende vertaalcultuur straks in stand zouden moeten houden als de rest met pensioen gaat?Ga naar eindnoot6 Waar komen ze vandaan? Hoe zien hun arbeidskansen en - omstandigheden eruit? Hoe oud, of jong, zijn jonge vertalers eigenlijk? Om hoeveel mensen gaat het? Ten tweede denken wij dat het werk van jonge vertalers een genuanceerd en eerlijk oordeel verdient, dat verder gaat dan een onderbuikgevoel over de kwaliteit van hun Nederlands. | |
Jonge vertalers: een inventarisatieWe besloten zelf een inventarisatie te maken van jonge literair vertalers in Nederland en Vlaanderen. In eerste instantie hebben we ons daarbij beperkt tot vertalers van wie ten minste één boekpublicatie te vinden is in de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek, in de genres literaire fictie, serieuze non-fictie en/of kinder- en jeugd-literatuur.Ga naar eindnoot7 We zochten naar jonge literair vertalers op alumnilijsten van de masters Vertalen en Literair Vertalen in Utrecht, het postgraduaat Literair Vertalen in Antwerpen en de Vertalersvakscholen in Amsterdam en Antwerpen. We lichtten de vertalersbestanden van literaire tijdschriften door, waaronder het speciaal voor beginnend vertalers opgerichte tijdschrift PLUK, evenals websites van talentontwikkelingsplatforms als cela, Crossing Border Projects en Crossing Border Live en De Vertalersfabriek. Daarnaast namen we de lijsten met toekenningen van projectwerkbeurzen, stimuleringsbeurzen, mentoraten en talentbeurzen door in de jaarverslagen van het Nederlands Letterenfonds en het Vlaams Fonds voor de Letteren van de afgelopen zeven jaar. Tot slot zochten we in de nominaties van prijzen en stipendia voor beginnend vertalers en namen we het ledenbestand van de vvnv en het Vertalersbestand van het elv door. Geboortedata van literair vertalers - zeker van de jongere generaties - zijn op internet vaak relatief gemakkelijk te achterhalen: ofwel via Facebook of LinkedIn,Ga naar eindnoot8 ofwel in de tal- | |
[pagina 5]
| |
loze biografietjes van vertalers die op websites van festivals en tijdschriften te vinden zijn. Jonger dan 25 jaar (peildatum 31 december 2019) bleek vrijwel niemand met een literaire boekpublicatie op zijn naam, al staan er op onze lijst wel mensen die in vorige jaren rond of (vlak) voor hun vijfentwintigste hun eerste boekvertaling hebben afgeleverd. Wij vonden één beginnend vertaler met als geboortejaar 1995 en geen vertalers met een later geboortejaar. We vonden 18 vertalers jonger dan 30 en nog eens 18 vertalers tussen de 30 en de 35 jaar oud; in totaal dus 36 vertalers jonger dan 35. De leeftijdscategorie daar weer boven (35-40 jaar) hebben we niet precies in kaart gebracht, maar lijkt goed voor een net iets grotere groep vertalers. Onder de door ons gevonden boekvertalers jonger dan 35, zijn naast Engels (18 vertalers), ook Frans (7 vertalers), Duits (3 vertalers), Spaans (2 vertalers) en Italiaans (2 vertalers) als brontaal vertegenwoordigd; en daarnaast ook nog Portugees, Zweeds, Noors, Oekraïens, Japans en Chinees met elk één vertaler. De grootste groep van deze jonge vertalers is afkomstig van een van de masteropleidingen Vertalen aan de Universiteit Utrecht (21 vertalers), en dan met name de tweejarige researchmaster Literair Vertalen (15 vertalers). Dat juist deze masteropleiding in 2018 is opgeheven, mag gezien de rijke oogst aan jonge literair vertalers onbegrijpelijk heten.Ga naar eindnoot9 Een kleine, maar mogelijk groeiende groep jonge vertalers is afgestudeerd aan de Vertalersvakschool (3 op ons lijstje)Ga naar eindnoot10 of is afkomstig van de master Redacteur/Editor aan de UvA (2 alumni). Twee vertalers rondden zowel een master Vertalen in Utrecht af als de Vertalersvakschool. Talenopleidingen aan de universiteiten van Leiden, Nijmegen, Amsterdam en Antwerpen leverden eveneens enkele jonge literair vertalers af. Ongetwijfeld is onze lijst incompleet: waarschijnlijk zijn er ook vertalers die níét van een van de vertaalopleidingen komen die wij hebben nagelopen, níét aangesloten zijn bij de vvnv en nog nooit hebben meegedaan aan een van de genoemde festivals of evenementen, maar via heel andere wegen het vak in zijn gerold. Mogelijk hebben we jonge Vlaamse vertalers met onze zoekmethodes minder goed in beeld kunnen brengen (we vonden er slechts twee jonger dan 35). Anderzijds staan er op onze lijst ook vertalers met maar één boekvertaling op hun naam van wie niet te achterhalen is of zij nog steeds als vertaler werkzaam zijn, of dat ze het veld alweer uit zijn gerold. Van een aantal mensen weten we zelfs dat zij inmiddels alweer gestopt zijn als vertaler. Een hoogstwaarschijnlijk grote groep jonge vertalers is in ons onderzoek vooralsnog buiten beeld gebleven, namelijk degenen die nog geen boekopdracht in de wacht hebben gesleept, maar bijvoorbeeld al wel in tijdschriften hebben gepubliceerd of momenteel bezig zijn met hun eerste boekvertaling. Het zou interessant zijn om ook dit - mogelijk veel grotere en jongere - reservoir vertalers in kaart te brengen. Voorlopig roeien we met de riemen die we hebben: onze lijst geeft op zijn minst een indruk van aantallen, leeftijden en achtergronden van jonge boekvertalers, en ook al is het dan een momentopname, we kunnen in ieder geval concluderen dat de aanwas de afgelopen jaren niet reusachtig is geweest. | |
Jonge vertalers in beeldGewapend met ons lijstje jonge vertalers vroegen we auteurs - vertalers, neerlandici en vertaalwetenschappers van diverse leeftijden - om een bijdrage over deze vertalers en hun werk. We vroegen hen in te gaan op ofwel de kwaliteit van de vertalingen - en dan met name het verwijt van slecht Nederlands - ofwel de arbeidskansen van jonge vertalers. Daaruit kwamen de zeer | |
[pagina 6]
| |
gevarieerde bijdragen in dit nummer voort. Elies Smeyers, Carlijn Brouwer en Daniël Rovers kozen vertalingen van jonge vertalers uit en namen die onder de loep, wat ons een steekproef van de kwaliteit van het werk van jonge vertalers opleverde. Van slecht Nederlands of gemakzucht lijkt in deze steekproef in elk geval geen sprake - integendeel. Niek Miedema reflecteert op zijn ervaringen als vertaaldocent en vraagt zich af of jongere vertalers teksten van leeftijdgenoten beter aankunnen dan oudere collega's. Koen Boelens boog zich over de vraag ‘Hoe wordt iemand literair vertaler?’, zette een enquête uit onder jonge vertalers en geeft naar aanleiding daarvan tips voor wie een diploma op zak heeft en aan de slag wil. De stap van een afgeronde vertaalopleiding naar een eerste boekopdracht - en vervolgens naar een gestage stroom boekopdrachten - blijkt een lastige, zo lezen we ook in de bijdrage van Anne Lopes Michielsen. Jonge vertalers hebben de afgelopen jaren meer mogelijkheden gekregen om zich te presenteren, maar moeten over een wel heel lange adem beschikken als ze substantiële opdrachten in de wacht willen slepen. Telkens weer blijkt uit de stukken dat er heel wat mogelijkheden zijn voor jonge vertalers, maar dat er nog veel meer ruimte kan en moet komen. Vertalen is iets wat je met tijd en ervaring leert, schrijft Niek Miedema. Die tijd moet er dan wel zijn, en dat vereist boekopdrachten met goede voorwaarden. Blijven die uit, dan voorzien wij dat veel jonge vertalers - en zij vormen toch al een beperkte groep - vroegtijdig zullen uitstromen en er over tien, twintig jaar te weinig vertalers zijn om onze bloeiende vertaalcultuur in stand te houden. Wat zeker níét helpt is jonge vertalers stigmatiseren als een grijze massa die niet eens fatsoenlijk Nederlands beheerst. Beter is het om te kijken naar wat individuele jonge vertalers laten zien - en dat is, zo | |
[pagina 7]
| |
blijkt wel uit deze bijdragen, doorzettingsvermogen, ondernemerschap, solidariteit en minstens een aantal heel mooie vertalingen. |
|