talen van deze Belg, die stukken diepgravender is dan hij zich voordoet en in de loop der jaren ook nog eens een forse evolutie heeft doorgemaakt. In zo'n geval kun je als vertaler maar beter beslagen ten ijs komen en je vooraf verdiepen in het literaire programma van de schrijver. Alleen is Toussaint er de man niet naar om het zijn vertalers zo gemakkelijk te maken. De nouveau roman was theoretisch onderbouwd door wijlen Alain Robbe-Grillet, maar de jonge generatie Minuit-auteurs heeft nooit voldragen theorieën op papier gezet. ‘Ik stel vragen en vind al schrijvend antwoorden,’ zegt de auteur. Die antwoorden zitten goed verstopt in de tekst, zodat ze pas bij een tweede of derde lezing boven water komen. Nu is literair vertalen een bijzonder intensieve vorm van close reading, maar hier wordt het uiterste gevergd van de vertaalster, die heel goed tussen de regels moet kunnen lezen. Letterlijk, want zelfs de witregels spelen een belangrijke rol. De schrijver is visueel ingesteld, speelt met kleur en licht en vindt schrijven zoals een schilder schildert het hoogste wat een auteur kan bereiken.
In al zijn boeken zit een reflectie op de literatuur. In de eerste pagina's van Naakt stuurt hij een topmodel poedelnaakt de catwalk op in een creatie van honing, met een zwerm bijen achter zich aan. Hoe frivool die passage ook mag lijken, voor Toussaint is het een mooie gelegenheid om zijn poëtica te ontvouwen. Uit de onverwachte ontknoping van het defilé blijkt ‘dat het in het dualisme dat inherent is aan het scheppingsproces - wat is controleerbaar, wat ongrijpbaar - eveneens mogelijk is invloed uit te oefenen op het ongrijpbare, en dat er in het scheppen van kunst ruimte is om het toeval, het onbedoelde, het onbewuste, het noodlottige en het niet-voor-spelbare toe te laten’. Zodra die theoretische fundamenten zijn gelegd, kan het verhaal beginnen. En niet toevallig stapelen de toevalligheden zich daarin op.
In de vier delen van de cyclus stuurt Toussaint zijn personages steeds naar dezelfde locaties - Japan, Elba en Parijs - en laat hen daar min of meer dezelfde dingen doen. Een aantal scènes wordt als het ware verdubbeld. Zelfs van Marie lijken er meerdere exemplaren te bestaan, want ‘is elke ware liefde [...] niet altijd, onvermijdelijk, een herbeleven, omdat de liefde maar één doel heeft en als enig streven te volharden in haar bestaan?’ Het is per definitie meer van hetzelfde en dat geldt ook voor het scheppen van een kunstwerk of het schrijven van een roman.
Geen groter liefhebber van oxymorons dan Toussaint. De verteller en zijn Marie zijn uit elkaar, maar nog steeds samen. Hun geschiedenis, die in Liefde bedrijven begon met een einde, eindigt in Naakt met een nieuw begin. De hele cyclus is opgetrokken uit schijnbaar achteloos in de tekst gemoffelde tegenstellingen. De vertaalster moet licht en donker, tijd en ruimte, dag en nacht, beeld en werkelijkheid, eros en thanatos, stilstand en beweging voortdurend met elkaar zien te verzoenen, op woord-, zins- en tekstniveau. Vuur en water zijn ook ruim voorhanden. Voor dat laatste zorgt de ‘oceanische gesteldheid’ van Marie, die tranen met tuiten huilt, net als de regen die in de hele reeks bij bakken uit de hemel valt, want alles stroomt en niets is blijvend, wist Heraclitus al. Klap op de vuurpijl is de aankondiging van de zwangerschap van Marie, een Annunciatie die nota bene op een begraafplaats plaatsvindt.
Het spel met extremen is doorgetrokken tot in de stijl, die afwisselend sober en exuberant, ironisch en aangrijpend, banaal en metafysisch is. De auteur wordt niet voor niets een barokke minimalist genoemd. Hoe vertaal je een levensgroot oxymoron? Door een geometrische nauw-