| |
| |
| |
[Nummer 1]
Romeins fresco, 45-100 n.Chr.
| |
| |
| |
Paul Claes
De appel van Sappho
Naar een idee van Marc Kregting
Een asymptoot is een rechte die door een kromme benaderd wordt zonder daar ooit mee samen te vallen. Die limiet lijkt me een mooie metafoor voor het vertalen. Hoe goed een vertaling ook is, het origineel blijft onbereikbaar.
Sappho is de onbereikbare bij uitstek. Haar leven is onbekend, haar werk vrijwel verloren, haar poëzie onvertaalbaar. Onbereikbaarheid is ook het thema van een haar fragmenten. In een bruiloftslied vergelijkt de dichteres een ongenaakbare bruid met een onplukbare appel.
De Laatgriekse filosoof Syrianus citeert het fragment in zijn commentaar op Hermogenes' literaire studie Peri ideoon, 1.1. In tegenwoordige tekstuitgaven staat het bekend als fragment 116 (Diehl) of fragment 105a (Voigt, Campbell):
OION TO ΓΛYKYMAΛON EPEYΘETAI AKPΩI ΕΠ' ΥΣΔΩΙ
AKPON ΕΠ' AKPOTATΩI, ΛΕΛΑΘΟΝΤΟ ΔΕ ΜΑΛΟΔΡΟΠΗΕΣ
OY MAN ΕΚΛΕΛΑΘΟΝΤ' ΑΛΛ' ΟΥΚ ΕΔΥΝΑΝΤ' ΕΠΙΚΕΣΘΑΙ
Deze drie verzen klonken in de tijd van Sappho ongeveer als volgt:
oion to glukumalon ereuthetai akrooi ep'usdooi
akron ep'akrotatooi, lelathonto de malodropèes
ou maan eklelathont', all'ouk edunant' epikesthai.
Zelfs een ongeletterde Griek herkende de cadans van deze verzen: de homerische hexameter. De versmaat bestaat uit zes voeten, die dactylen (lang kort kort) of spondeeën (lang lang) konden zijn. We kunnen de verzen zo scanderen:
- - /- ˘˘/- ˘˘/- ˘˘/- ˘˘/- -
- ˘/- ˘˘/- ˘˘/- ˘˘/- ˘˘/- ˘
- - /- ˘˘/- -/- ˘˘/- ˘˘/- -
Dit ene fragment van Sappho is tot nog toe zeventien keer in het Nederlands vertaald. Elke versie is een greep naar het onbereikbare.
| |
1
De allereerste vertaler is Herman Gorter, de Tachtiger die niet alleen dichter maar ook classicus was. Hij citeert Sappho in een studie die pas na zijn dood verscheen: De groote dichters (Amsterdam: Querido, 1935).
Zooals de zoete appel rood wordt aan het
uiterste takje, hoog aan het hoogste, hem ver-
gaten de appelplukkers - neen, ze vergaten
hem niet, ze konden hem niet bereiken.
Gorter plaatst ten onrechte een punt achter deze uitgewerkte vergelijking naar homerisch model. We kunnen de ontbrekende hoofdzin aanvullen dankzij een opmerking van Himerios (Redevoeringen 9.16), die zegt dat Sappho een bruid met een appel vergeleek. Bijvoorbeeld als: ‘zo is ook de bruid die door vele mannen werd begeerd alvorens de laatste haar kon grijpen’.
| |
| |
Gorters prozaweergave volgt de oorspronkelijke maat min of meer. Zo is ‘neen, ze vergaten hem niet, ze konden hem niet bereiken’ een zuivere hexameter. De stroeve inversie ‘hem vergaten de appelplukkers’ is zo te verklaren. Sappho herhaalt driemaal een vorm van ‘akros’, Gorter vertaalt voor het metrum afwisselend als ‘uiterste’, ‘hoog’ en ‘hoogste’. De vertaler benadert zijn model, maar bereikt het net niet.
| |
2
De tweede vertaler van deze hexameters was evenals Gorter classicus en dichter. P.C. Boutens was als pedofiele graecus geïnteresseerd in de Lesbische dichteres en vertaalde haar werk onder de titel Oden en fragmenten van Sapfo (Maastricht: Stols, 1928).
Appel
Zooals 'n volrijpe appel aan 't uiteind roodt van zijn takje
Hoog in den top van den boom, dien de appelenplukkers vergaten -
Neen, zij vergaten hem niet, zij vermochten hem niet te bereiken...
Boutens geeft het fragment een weinigzeggende titel en geeft met een beletselteken aan dat het onvolledig is. Hij volgt de oorspronkelijke versmaat angstvallig na. Waar Gorter ‘glukumalon’ letterlijk vertaalt als ‘zoete appel’, kiest hij zelf voor ‘volrijpe’ omdat de eind-e voor de volgende klinker wegvalt. De elisies ‘'n’ en ‘'t’ evenals de vreemde vorm ‘appelenplukkers’ staan er alleen maar voor het metrum. Boutens vermijdt een inversie door de relatiefzin ‘dien de appelenplukkers vergaten’, maar het betrekkelijk voornaamwoord lijkt nu te verwijzen naar ‘boom’ in plaats van naar ‘appel’. Deze versie klinkt minder natuurlijk dan die van zijn voorganger.
| |
3
Een derde classicus, maar geen dichter is W.E.J. Kuiper, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, die fragmenten van lyrici vertaalde in Griekse varia (Haarlem: Spaarnestad, 1956).
Zo als een zomerzoet' appel bloost aan den top van zijn takje,
Toplings aan d'uitersten top, vergeten met al door de plukkers-
Och welnee, niet vergeten op 't eind, maar niet te bereiken!
Net zoals Boutens probeert Kuiper het metrum krampachtig na te bootsen. Vandaar de elisies ‘zomerzoet' appel’ en ‘d'uitersten’ evenals de vulsels ‘met al’ en ‘op 't eind’. Eigenlijk past ‘zomerzoet’ niet in de versmaat: het woord is geen dactylus (lang kort kort), maar een creticus (lang kort lang). Het verzinsel ‘Toplings’ naast het dubbele ‘top’ is een poging om het drievoudige ‘akros’ weer te geven.
| |
4
J.D. Meerwaldt publiceerde zijn versie in de studie Vormaspecten ('s-Gravenhage: A.A.M. Stols, 1958). De geleerde classicus, die de Latijnse tekst schreef voor het monument op de Dam in Amsterdam, volgt het homerische metrum van het fragment meticuleus na. De titel ‘De onbereikbare’ geeft de pointe voorbarig weg.
De onbereikbare
Zo als een appel zoet bloos-kleurt aan het eind van zijn takje,
Uiter aan uiterste tak en van plukkeren al er vergeten -
Neen, neen, niet er vergeten, maar hoger hij hing dan zij reikten...
| |
| |
Deze woordkunst klinkt nu ridicuul: ‘blooskleurt’, ‘Uiter’, ‘plukkeren’. Pijnlijke inversies zijn: ‘niet er vergeten’ en ‘hoger hij hing’. Net als Kuiper verdient Meerwaldt een onvoldoende.
| |
5
De classicus annex schaakjournalist Evert Straat won de Martinus Nijhoff Prijs voor zijn vertalingen van Shakespeare en Euripides. Hij vertaalde het Sapphofragment voor het boek van Charles Seltman, Vrouwen in de oudheid (Amsterdam: P.N. van Kampen, 1960).
Net als een appel, een zoete, die bloost aan het eind van een tak,
heel aan het uiterste puntje, door d'appelen plukkers vergeten -
of helemaal niet vergeten: ze konden er enkel niet bij.
Straat gaat voor zuiver dactylische hexameters. Vandaar de bijstelling ‘een appel, een zoete’ en de vreemde vorm ‘appelenplukkers’ (die al bij Boutens stond). Merkwaardigerwijs ontbreekt aan het eind van het eerste en het laatste vers een lettergreep. De vertaler komt met zijn huppelend walsje niet in de nabijheid van de sublieme dichteres.
| |
6
De dichter Bertus Aafjes is de eerste vertaler die kiest voor vrije verzen. We vinden zijn versie in de bundel reisverhalen Capriccio italiano & Goden en eilanden (Amsterdam: Meulenhoff, 1969).
Als een appel die rijpt, aan een twijg,
Aan de uiterste twijg van een boom,
Hij is door de plukkers vergeten -
Neen zij vergaten hem niet,
Zij konden hem niet bereiken...
Dat is een aardige weergave, maar de dichter vergeet zelf drie details: het zoete van de appel, zijn rode kleur en de top van de twijg.
| |
7
Jan Sissau was net als Guido Gezelle een West-Vlaamse priesterleraar. Hij publiceerde een Bloemlezing uit de Griekse lyriek (in: Studiën en Berichten, 1971).
Onbereikbaar
en 't diepst van 't bladerdak
nog 't pluk-gebaar verbeidt,
juist die vergaten - neen
maar raakten er niet bij...
De hexameters zijn jambische drievoeters geworden. Opnieuw geeft de titel de pointe weg. Sissau zondigt door gezelliaanse overdaad: ‘rijp met roze blos’, ‘'t diepst van 't bladerdak’, ‘plukgebaar’, ‘plukkers bij de pluk’, ‘rekten rug en arm’. De woekerende woordenpraal onttrekt Sappho's appel aan het gezicht.
| |
8
H.H. ter Balkt, alias Habakuk de Balker, is onderwijzer en dichter, net als Sappho zelf. In de vroege bundel Ikonen (Amsterdam: De Bezige Bij, 1974) citeert hij haar:
‘... zoals de honingappel’ (Sappho)
zoals de honingappel roodkleurt aan de bovenste tak,
| |
| |
bovenin, aan de bovenste boomtak; de appel plukkers vergaten -
nee, zij vergaten hem niet, zij konden niet bij hem komen’
Het derde vers is een hexameter, de eerste twee verzen hebben een voet te veel. Mooi is de drieslag ‘bovenste’, ‘bovenin’ en ‘bovenste’. Maar wat is een ‘honingappel’? Zoals de meeste van zijn voorgangers verwijst Ter Balkt naar de appel met ‘hem’, wat de vergelijking met een meisje bemoeilijkt.
| |
9
De Vlaamse classicus Marcel Smets vertaalde in het klassieke tijdschrift Kleio (1976, 1) het fragment zo:
zoals een zoete appel rood wordt
boven op het einde van een tak,
de hoogste op de hoogste,
de plukkers hadden hem vergeten
of beter, niet vergeten, ze konden
Een verdienstelijke poging, maar ‘de hoogste op de hoogste’ is onhandig en ‘of beter’ klinkt prozaïsch.
| |
10
Jan Kal is een sonnettenmaniak, die nu en dan klassiek materiaal verwerkt, zo in het gedicht ‘Appels’ uit zijn bekende bundel Fietsen op de Mont Ventoux (Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1979).
Zoals éen zoete appel in het hoogst,
het allerhoogst, bloost in de bladeren,
want hem vergaten plukkers van de oogst,
maar nee, vergeten hebben ze hem niet,
ze konden hem gewoon niet naderen [...]
Metrum en rijm nopen Kal in dit sonnet tot een al te vrije weergave met twee inversies (‘hem vergaten’ en ‘vergeten hebben ze hem niet’) en drie stoplappen (‘in de bladeren’, ‘van de oogst’ en ‘gewoon’). Jammer.
| |
11
De Vlaamse classicus Eddy de Laet vertaalde Griekse lyriek van Archilochus tot Pindarus (Antwerpen/Amsterdam: Standaard Uitgeverij, 1978).
What's in a picture!
Zoals aan de blozende appel die rijpt hoog in de kruin
op de allerhoogste tak, de plukkers voorbij gaan
- nee, ze hebben hem niet vergeten, maar ze konden er niet bij - ...
De Engelse titel ‘What's in a picture!’, een allusie op ‘What's in a name?’, is melig. De vertaler mist het beeld en de pointe door de plukkers aan de appel te laten ‘voorbijgaan’ en door ‘vergeten’ niet te herhalen.
| |
12
In 1985 publiceerden Aart R.P. Wildeboer en Pierre J. Suasso de Lima de Prado een vertaling op basis van verouderde tekstuitgaven: Sappho van Lesbos (Baarn: In den Toren, 1985).
Voor een vergeten meisje
rijpend aan de hoogste tak
niet vergeten door de plukkers
| |
| |
De titel ‘Voor een vergeten meisje’ toont aan dat de vertalers het fragment niet begrijpen: de bruid is helemaal niet vergeten, maar onbereikbaar voor haar onwaardige aanbidders. De rest is al even slordig weergegeven.
| |
13
De populaire dichter Willem Wilmink heeft veel traditioneel materiaal herdicht. Hij kiest voor vrije verzen in Waar het hart vol van is (Weesp: Van Holkema & Warendorf, 1985).
Zoals de appel rood wordt, hoog in de boom,
hoog aan de hoogste tak. Maar de plukkers vergaten,
nee, vergaten hem niet. Hij hing te hoog voor hen.
Wilmink herhaalt één keer te veel ‘hoog’: hoog, hoog, hoogste, hoog. De opsplitsing in drie aparte zinnen maakt de homerische vergelijking kortademig. De punt achter de laatste zin is verwarrend.
| |
14
In 1985 publiceerde ikzelf de Sapphovertaling Liederen van Lesbos (Leuven: Kritak, 1985) waarin dit fragment natuurlijk niet mocht ontbreken. De versie verscheen lichtjes geretoucheerd in De gouden lier (Amsterdam: Athenaeum, 2005).
De bruid
bloost aan het eind van een tak,
hoog in de hoogste twijgen
vergeten door de plukkers,
De titel verduidelijkt voor de lezer dat het om een bruiloftsgedicht gaat. Ik gebruik vrije verzen en verlevendig die met enjambementen. De participiumconstructie ‘vergeten’ vermijdt de verwijzing naar de appel met een mannelijk ‘hem’.
| |
15
De Vlaamse classicus Johan Boonen vertaalt graag ultrakort. In Ter memorie. Oudheid dichten en vertalen (Leuven: Garant, 1997) condenseert hij de twintig woorden van het origineel tot dertien woorden.
de appel - hoog aan de hoogste tak - de plukkers konden er niet bij
Eigenlijk is deze regel een haiku van zeventien lettergrepen, zoals duidelijk wordt wanneer we hem in drie verzen splitsen:
de hoogste tak - de plukkers
Door zijn woeste snoeiwerk verliest Boonen de pointe uit het oog: het niet vergeten.
| |
16
De historica Mieke de Vos bracht een nieuwe volledige vertaling: Sapfo. Gedichten (Amsterdam: Athenaeum, 1999). Die is recent heruitgegeven in de Perpetuareeks.
Zoals de zoete appel rood kleurt aan het eind van een tak,
hoog in de hoogste takken, vergeten door de appelplukkers,
nee, ze vergaten hem niet, ze konden hem niet bereiken...
| |
| |
De eerste twee verzen lijken sterk op mijn eigen versie: ‘bloost’ wordt ‘rood kleurt’, ‘twijgen’ worden ‘takken’. Het derde vers doorbreekt het parallellisme met een onhandige anakoloet: in plaats van ‘nee, niet vergeten’ staat er nu ‘nee, ze vergaten hem niet’.
| |
17
De Vlaamse priesterdichter Anton van Wilderode vertaalde voor zijn plezier een aantal fragmenten, die na zijn dood zijn verzameld in Sappho (Leuven: p, 2002).
Zoals een suikerappeltje roodt op het uiterste takje
hoog op het allerhoogste, - ach, door de plukkers vergeten;
vergeten, welnee, - maar voor hun greep onbereikbaar!
De eerste twee verzen zijn hexameters, het derde vers niet. De verkleinwoordjes ‘suikerappeltje’ en ‘takje’ steken af tegen de plechtstatige pointe: ‘voor hun greep onbereikbaar’.
| |
Coda
Op elk van deze zeventien versies valt wel wat af te dingen. Ook in mijn eigen versie ontdekte ik onlangs een fout. Zoals de meeste vertalers geef ik ‘glukumalon’ weer als ‘zoete appel’. Die letterlijke weergave is botanisch fout, zoals het Greek-English Lexicon (1996) van Liddell & Scott leert. Sappho doelde met ‘glukumalon’ op een ‘melimèlon’, een zomerappel of sint-jansappel: een vroege appel die in de zomer al zoet en rijp is.
Zelfs de classicus-dichter J.H. Leopold, die in zijn gedicht ‘Oinou hena stalagmon’ zinspeelt op dit fragment, maakte van ‘Sappho's laatste appel’ een herfstappel. Ten onrechte, want de dichteres wilde de bruid natuurlijk niet voorstellen als een oude vrijster, maar als een rijp meisje. Van alle vertalers schijnt alleen de geleerde Kuiper dat met zijn ‘zomerzoet' appel’ begrepen te hebben.
Het spijt me nu ook dat ikzelf Sappho's homerische vergelijking niet in klassieke hexameters heb vertaald. Daarom stel ik u een nieuwe metrische vertaling voor: een ultieme poging om Sappho's asymptoot te bereiken.
De bruid
Zoals de zomerappel hoog op een tak hangt te blozen,
hoog op de hoogste top door de appelplukkers vergeten,
nee, niet vergeten, maar onmogelijk om te bereiken...
|
|