In de noten die Otten achterin het boek heeft toegevoegd geeft hij de noodzakelijke verklaringen, die dus eigenlijk een eerste vertaling vormen: ‘vuur van Slag’ is ‘Zwaard’, ‘bomen van 't vuur van Slag’ is dan ‘Krijgers’, ‘de sneeuwjacht van Kreet’ is ‘Oorlog’. Ottens zeer creatieve weergaven van deze kenningen stellen de lezer voor raadsels, en dwingen hem daardoor om zich vragen te stellen over het wezen van de dingen, over denotatie en connotatie; na enige tijd kan hij ook zelf proberen omschrijvingen te ontcijferen en hertalen. Ook hier is Ottens moed terug te vinden in zijn ferme toelichtingen die wetenschappelijke problematisering meestal vermijden ten gunste van leesbaarheid (juist de langere noten zijn soms wat parmantig), waarbij de lezer zeker niet tot het eind bij de hand wordt genomen. Daarnaast blijft die lezer zich verbazen over dit wonderlijk gestileerde taalgebruik, zoals de vertaler hem dat voorschotelt: ‘we moeten gedurfde daden volbrengen / als de vissen van de dalen genade wordt getoond’ (= in de zomer).
Het vierde deel van Edda, ‘De lijst van versvormen’ (‘Háttatal’) is een leçon par l'exemple: een lofdicht van Snorri zelf waarin hij 102 verschillende versvormen gebruikt, met een eigen commentaar erop. Dat commentaar is alleen zinvol voor wie de IJslandse tekst leest en begrijpt, en Otten vertaalt terecht alleen het gedicht zelf voor het eerst in het Nederlands, virtuoos als steeds, en geeft in de noten enige toelichting gebaseerd op Snorri's eigen commentaar.
Moed, om ook moeilijker toegankelijke teksten te vertalen, om consequent vast te houden aan eigen vertaalkeuzes, om knopen door te hakken, steeds met het oog op de lezer die geen expert is, en creativiteit die zich onder meer uit in virtuoze variatie en fraaie vondsten, alles gebaseerd op kennis en vertaalervaring van tientallen jaren. Een vertaling die wil onderwijzen door een gedegen inleiding, verklarende noten, een bibliografie en een index, maar tegelijkertijd ook los daarvan een ontdekkingsreis door oude poëzie en poëzietheorie is: hiervoor kent de jury de Filterprijs 2012 toe aan Marcel Otten. De jury voegt hier nog aan toe dat van Otten vorig jaar nog twee vertalingen uit het IJslands verschenen, waaronder de eerste vertaling van Gerpla (De gelukkige krijgers), in 1952 gepubliceerd door de latere Nobelprijswinnaar Halldór Laxness, een werk dat geheel in het Oudijslands is geschreven.
De jury nomineerde vier andere vertalingen, die zij hier graag nogmaals met ere wil vermelden, uitvoeriger bijdragen over deze vertalingen zijn te lezen in Filter 19: 1.
Jorge Luis Borges, Alle gedichten. Vertaald door Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer. Redactie W. Hansen (De Bezige Bij, 2011). De jury heeft grote bewondering voor de vormvaste weergave van dit tot nu toe in het Nederlands vrijwel onontgonnen maar essentiële deel van Borges' oeuvre: vanuit hun grote vertrouwdheid met Borges' taal en stijl creëren de vindingrijke vertalers een serie schitterende gedichten die tevens een completer beeld geeft van het werk van Borges.
Desiderius Erasmus, Spreekwoorden. Adagia. Vertaald door Jeanine De Landtsheer.