Maria Vlaar
Zalm in krant
Op Smulweb, een van de sites voor receptverslaafden, vond ik een recept voor zalm in krant. Koop op de markt een flinke zalm. Bestrooi de zalm van binnen en van buiten met zout en peper, wrijf hem in met olijfolie, en vul hem met 2 flinke handen verse peterselie, venkel, basilicum. Vouw de krant open en leg de zalm in het midden. Strooi er 2 citroenen in dunne plakjes, een gesnipperd lenteuitje, twee eetlepels venkelzaad en nog eens 2 handenvol kruiden over. Leg ook wat van de kruiden onder de zalm. Besprenkel de vis met olie, rol de vis stevig in de krant, vouw die strak dicht en bind het pakje goed vast met keukentouw. Maak de krant goed nat (anders vat hij vlam!) onder de kraan en leg het pakje 35 min. op een bakplaat in de oven, of 25 min. op de barbecue.
Zelf heb ik het nog niet geprobeerd. Zou het lekker zijn, zalm met inkt?
Mijn visboer verpakt de vis niet meer in krant, omdat inkt niet gezond schijnt te zijn. De makreel gaat mee in vetvrij papier en plastic. Maar op de markt gebeurt het nog wel: de vis wordt razendsnel van kop en ingewanden ontdaan en met één handige beweging in een krant gerold.
Ik interview regelmatig schrijvers voor kranten. Niet alle schrijvers vinden dat zonder risico. ‘Misschien zei ik wel dat ik dat bullshit vind, maar ik bedoelde dat ik daar niet zo erg van houd.’ De schrijver in kwestie kijkt mij smekend aan. ‘Je gaat dat toch niet letterlijk opschrijven?’
Soms zou een schrijver mij, de criticus en interviewer, het liefste over willen slaan. Om rechtstreeks met zijn lezer te kunnen praten. Tegelijk heeft hij mij nodig: bijvoorbeeld als de schrijver, zoals die ik hierboven citeerde, graag duidelijk wil maken aan zijn publiek dat hij niet zélf een nare enge man is, maar alleen over een nare enge man schrijft.
Als de schrijver achter het witte vel papier zit, of achter het maagdelijke beeldscherm, dan begint het praten in zijn hoofd. Een schrijver die zegt dat hij alleen voor zichzelf schrijft wantrouw ik. De schrijver praat tegen het papier en probeert daar dan een leesbare of zelfs heel mooie vorm voor te vinden. Hij praat rechtstreeks met zijn lezer.
Denkt hij.
In werkelijkheid is het natuurlijk anders. Tussen schrijver en lezer zit een leger van professionals: een uitgever, een redacteur, een corrector, een verkoopmedewerker, een boekhandelaar, een prmedewerker, een krantenredacteur, een recensent, een interviewer - en al die vaklezers, als ze het boek tenminste al lezen, interpreteren de tekst. Overal kan het fout gaan, in de ogen van de schrijver. Sommige schrijvers denken dat de band tussen schrijver en lezer daarentegen wél zuiver is.
Niets is minder waar. Ook bij de lezer kan het grondig mis gaan.
Als schrijver stel je je bloot aan de buitenwereld. Iedereen interpreteert erop los, misverstand wordt op onbegrip gestapeld. Uw boek is toch autobiografisch? ondergraaft de eerste de beste lezer het zorgvuldig opgebouwde nawoord bij de roman, waarin subtiel wordt uitgelegd dat er heel wat verzonnen is in dit boek.