Arie Pos
Glorieuze nederlagen
Laten we het extreem stellen: een mooie literaire vertaling is een glorieuze nederlaag. In vergelijking met de brontekst uiteraard, want de vertaling kan in de doeltaal een glorieuze overwinning zijn. De vertaler vecht dapper en onvermoeibaar, maakt een optimaal gebruik van zijn strategisch inzicht, biedt vindingrijk het hoofd aan de listen en lagen van de buitenlandse auteur, maar als de strijd eenmaal gestreden is, moet hij de tegenstander toch als zijn meerdere erkennen.
Het is vanaf het begin een ongelijke en oneerlijke strijd. De vijand is vrij in het kiezen van zijn wapens en zet wapentuig in waarop de vertaler geen adequaat weerwoord heeft. De vertaler heeft een veel beperkter arsenaal tot zijn beschikking en moet woekeren met geringere middelen. Maar telkens opnieuw gaat hij de strijd aan en probeert hij die met zo min mogelijk verliezen tot een goed einde te brengen. Steeds weer een nederlaag, dat wel, maar op de meest eervolle manier.
Wee de vertaler die een auteur tegenover zich krijgt die veel streekgebonden uitdrukkingen gebruikt. Hij weet dat hij niet zijn toevlucht kan nemen tot Vlaams, Twents, Limburgs of Gronings. Hij moet een minder regionaal gekleurd register vinden om te voorkomen dat het boek trekken van een streekroman uit eigen land krijgt. Op dit gebied is hij bij voorbaat de verliezer.
Ook de vertaler die allerlei binnen de brontaalcultuur gemakkelijk herkenbare culturele verwijzingen te verstouwen krijgt is niet te benijden. Hij herkent ze wel maar kan er weinig of niets mee wanneer het doeltaalpubliek ze niet kent. Hij kan ze weglaten of proberen te compenseren maar trekt altijd aan het kortste eind. Zelfs in een voetnoot staat hij machteloos. Hij kan alleen laten merken dat hij de verwijzing herkend heeft: ‘De auteur varieert een bekende regel uit een in die tijd populair Hongaars liedje.’ Daarmee dekt hij zich hoogstens in tegen het handjevol kritische lezers dat het Hongaars machtig is. De gewone lezer is er niet mee geholpen. Die wil dan ook weten welke bekende regel uit welk populair Hongaars liedje het is en hoe die werd gevarieerd. Een heilloze onderneming. Hetzelfde geldt voor woordspelingen en allerlei andersoortige taalgebonden stilistische effecten. Ook al compenseer je waar het maar enigszins kan, het eindsaldo is negatief.
Het recente corpusonderzoek naar vertaaluniversalia doet er nog een flinke schep bovenop. Ook gezien vanuit de doeltaal ligt overal verlies op de loer. De vertaalde tekst vertoont typische eigenschappen die hem onderscheiden van een niet-vertaalde tekst in dezelfde taal. Een vertaling is onder meer eenvoudiger, explicieter en normaler dan een niet-vertaalde tekst. De vertaler blijkt systematisch te simplificeren, expliciteren en normaliseren. Dat klinkt bepaald zondig als het om literaire teksten gaat. En ook de conclusie dat een vertaling lexicaal, grammaticaal en discursief systematische afwijkingen vertoont van een oorspronkelijke doeltaaltekst klinkt weinig verheffend. Eigenlijk wordt de vertaling als een onvolwaardige doeltaaltekst beschouwd