Filter Vertaalprijs 2009
Ook dit jaar was het werk van de jury voor de Filter Vertaalprijs weer onbegonnen - uit een schier onoverzienbaar aanbod van ongelijksoortige vertalingen een selectie maken van bijzondere vertalingen. Alweer was daaraan dit jaar geen gebrek, in alle genres en domeinen van de boekenwereld. Na afronding van dat werk is de jury toch weer tot een overwogen keuze gekomen, in de volle wetenschap dat zij niet meer dan tastend door het leven ging, maar wel in het inspirerende gezelschap van Homerus, Vrouwe Justitia en Stevie Wonder.
De Filter Vertaalprijs 2009 voor de meest opvallende vertaling uit het jaar 2008 is toegekend aan de vertaling uit het Russisch van wat nu wel Fjodor Dostojevski's grote terroristenroman wordt genoemd, Bjesy (Duivels), gemaakt door Hans Boland en onberispelijk uitgegeven door Athenaeum - Polak & Van Gennep.
Twee begrippen kenmerken deze vertaling: durf en creativiteit. Alleen al uit de keuze van de titel, die afwijkt van die van eerdere vertalingen van dit boek, blijkt de durf van Boland om zich af te zetten tegen de traditie. En in het oplossen van de problemen die voor alle vertalers uit het Russisch gelden, toont hij een grote creativiteit.
Toegankelijkheid voor de eenentwintigste-eeuwse lezer staat bij hem voorop, zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan het historische karakter van de tekst. Met gebruikmaking van een breed stilistisch repertoire, met een hoge graad van lexicale variatie en inzet van trefzeker idiomatisch taalgebruik, weet Boland van deze grote roman van Dostojevski een monument van levend Nederlands te maken. Slechts twee korte, willekeurige voorbeelden moeten volstaan om de stilistische rijkdom van de tekst te tonen, de vermenging van archaïsmen en hedendaags idioom zonder dat er van een stijlbreuk sprake is, en de gedurfde keuzes op cultuurspecifiek gebied:
Het leek een toevallig samenraapseltje dat die avond bijeen was gekomen bij Virginski. Het waren bijna allemaal mannen. Er stonden geen hapjes klaar en er waren geen kaarttafels neergezet. Midden in de ruime zitkamer met het bijna antiek aandoende lichtblauwe behang waren twee tafels aan elkaar geschoven waar een groot, niet al te proper laken overheen lag. Daarop stonden twee dampende samowars, een reusachtig dienblad met vijfentwintig theeglazen en een mand stokbrood in dunne sneetjes, zoals te doen gebruikelijk op kostscholen voor adellijke jongens en meisjes. (375)
Ik deed de deur tussen de twee kamers dicht, voor het eerst sinds lang, en begon de liefde te bedrijven met Nina. Zij vertrok helemaal blij en gelukkig. Ik liep een eindje met haar op en bleef twee dagen weg uit de Erwtenstraat. Het hing me allemaal de keel uit. (423)