De situatie is duidelijk. Er is een nieuwe dag aangebroken, het gezin is net opgestaan. Behalve de moeder, die is niet opgestaan en ligt dus nog in bed. De vader gaat zich scheren (voor het spiegeltje en niet bij het spiegeltje) en dat doet hij ‘bedachtzaam’, staat er. Een paar regels verder echter blijkt wat bedoeld wordt: het lijkt of de vader meer aandacht voor het scheren heeft dan voor wat zijn zoon zegt. Hij scheert zich dus niet bedachtzaam maar geconcentreerd, wat iets anders is. En omdat hij dat geconcentreerd doet, doet hij het ook langzaam en niet ‘traag’, want daarin ‘klinkt’ het element sloom, krachteloos, moeizaam mee, en dat is hier helemaal niet van toepassing. En wat is ‘trage bedachtzaamheid’? Het tegendeel van snelle bedachtzaamheid? Waarom niet die lelijke combinatie uit elkaar trekken: ‘traag en bedachtzaam’, of, nu dus, ‘langzaam en geconcentreerd’. En dan heb ik ook nog bezwaar tegen ‘te werk gaan’, dat terugslaat op ‘zich scheren’. Als je ‘te werk gaan’ vervangt door het synoniem ‘handelen’ blijkt duidelijk dat ‘zich scheren’ en ‘te werk gaan’ elkaar niet verdragen.
De vader heeft alle wijn die in huis was laten weglopen. Zijn zoon verwijst ernaar met het zelfstandig gebruikte adjectief ‘het weggegooide’. Dit is geen spreektaal en dat is hier wel de bedoeling, immers het is Miquel die deze woorden in de directe rede zegt. Dus: ‘Om te vervangen wat is weggegoten.’
De vader wil dat zijn vrouw de fles laat staan en zegt: ‘Op een dag moet ze ermee stoppen’, gevolgd door de raadselachtige woorden: ‘Vandaag is altijd de beste dag voor alles.’ Ik kan me nog voorstellen dat tijdens de ‘omzetfase’ zo'n zin op het scherm verschijnt, want in het Engels zal er wel iets dergelijks hebben gestaan. Maar de situatie is zo duidelijk, de context is zo sturend, dat de vertaling als het ware zelf leidt naar ‘Ze zal ermee moeten stoppen. En liever gisteren nog dan vandaag.’ Of iets in die trant.
Verderop, op dezelfde bladzijde, staat:
De lucht was blauw, maar het was niet het stille, vredige blauw van de voorgaande dagen; het was meer dat de wolken waren teruggedreven door de wind, waardoor het blauw van de lucht iets blootgelegds en rauws kreeg.
Het eerste wat opvalt is de onnederlands aandoende constructie ‘het was meer dat’. Bedoeld zal zijn: het leek eerder of. Dan de wolken. Die zijn teruggedreven. Maar terug naar waar? Naar de wolkenfabriek? De wind verdrijft de wolken of blaast ze weg. Daardoor kreeg de lucht ‘iets blootgelegds’. Dit gaat tegen mijn taalgevoel in. Waarom? Misschien omdat ‘blootgelegd’ geen gradaties kent. Iets is blootgelegd of niet, of hooguit half. Bovendien is de keuze van het werkwoord waarvan de vorm is afgeleid vreemd: de wind heeft de lucht blootgelegd staat er nu. Waarom niet gekozen voor alleen ‘bloot’ of, nog beter, ‘kaal’? En wat is een rauwe kleur? Wordt niet bedoeld ‘hard’?
De lucht was blauw, maar het was niet meer het stille, vredige blauw van de voorgaande dagen; het leek eerder of de wolken waren verdreven door de wind, waardoor het blauw van de lucht nu iets kaals en hards had.