Ed. Pelster:
Opening van de Studio 28 te Parijs
In Parijs, de stad der avant-garde-theaters, de stad van de westeuropeesche avant-garde-film, een nieuweling: Studio 28.
Steil naar boven vanaf de Place Blanche de marktrommelstraat: Rue Lépic, nog steiler: Rue Tholozé, afgesloten door de starre wieken van Moulin de la Galette. Rechts No. 10: Le Studio 28, het theater van 1928. Frisch en modern Fransch, zonder groote luxe, het type van een filmlaboratorium. Een sobere zaal, koel in zilvergrijs gehouden met een warm gelen ondergrond, zwart gebiesd. Orkest met klagende violen is energiek uitgeschakeld; men heeft aan een ‘orchestre méchanique’ de voorkeur gegeven; en zelfs zal dit in een theater, waar men niet komt om stiltevernietiging, meermalen overbodig zijn.
De geheele voorwand van de zaal is projectiedoek, verticaal sluitend of verwijdend door zilvergrijze gordijnen, die een overgang naar drie projectiedoeken mogelijk maken. De cabine heeft een triple-écran-installatie en een batterij van drie volledige projectie machines. En recht er tegenover in de zaal een tweede cabine met een zeer speciaal doel: ‘Les projections murales’, een aardig grapje voor de pauze, als beelden van vier bij vier meter over de zilveren zijwanden glijden, zoodat zij een fantastisch-vervloeiende decoratie geven; vermakelijk, maar zelfs geen broertje of zusje van de film!
Ik woonde de répétition de travail bij, op uitnóodiging van den jongen directeur Jean Mauclaire, een flink en beslist leider, overtuigd van het belang van zijn avantgarde-theater in de reeks van Vieux Colombier, Ursulines, Ciné Latin en Pavillon. Op typisch Fransche manier verliep deze openingsprelude. Een chaos van stoeltjes, latten, kussens; tapijt onder de stoelen doorgetrokken en achteraan nog op den rol. Maar 's avonds 9 uur is alles klaar: wij zijn in Parijs en werken met den Franschen slag.
Men heeft in het eerste programma de ‘triple écran’ benut met werk van Abel Gance, wiens naam nu al officieus aan Studio 28 wordt gekoppeld: ‘Studio Abel Gance’! Men gaf ‘Une Marine’, thèmes et variations, en ‘Autour de Napoléon’, beide van den bekenden cinéast. Hoe het is en hoe het gemaakt werd: dat is het thema van deze laatste bloemlezing, die voor den Hollander wellicht in de eerste plaats den wensch doet opkomen naar een vertooning van ‘Napoleon’ zelf, in Holland! Men ziet Romanetti, de Corsicaansche roover, Gance met zijn acteurs ont-