Paul Leni: The Cat and the Canary
Roxy theater, Amsterdam
Hoeveel veiliger dan Columbus vaart men thans op de koers van den almachtigen dollar naar Amerika! Wie op de hoogte van zijn roem als regisseur gekomen is, wordt met mathematische zekerheid overgeplant naar het film-hiernamaals van Hollywood: het land vanwaar nog niemand terugkeerde. En het land, waar ook nog geen regisseur iets presteerde wat hij in zijn eigen land niet beter had gedaan.
Paul Leni heeft destijds het meesterwerk van de, toen reeds ten doode opgeschreven, Duitsche film gemaakt in ‘Das Wachsfigurenkabinett’: een zuiver en diep droombeeld, dat door het spel van Veidt en Werner Krauss film bij uitnemendheid was. In ‘The Cat and the Canary’ herhaalt hij hetzelfde raffinement in regisseursvisie, technisch nog zorgvuldiger wellicht, maar van gehalte niet beter, integendeel. O zeker, er zijn vondsten, opnieuw, in de wonderlijke dimensies van het opkomen der personen op het film beeld, in het beeldvlak en het licht vooral, in het grotesk bezielen van doode voorwerpen (de stoelen). Er is zeer zeker spanning in de voorbereidende sfeer van het spookslot. Maar dit is alles slechts de entourage van een geroutineerd vakman, een vernedering van de regisseurs-suprematie voor het gegeven van de speelfilm. En de film zakt allengs tot het gewone peil van het amusement, dat door personen en inhoud, als op een derderangs-vaudeville, en niet op een film teweeg gebracht wordt.
Er is den laatsten tijd een tendenz om succesblijspelen, waarvan de vox populi de ‘verfilming’ eischt, met de artistieke resultaten der moderne filmtechniek in overeenstemming te brengen. In zooverre kan men ‘The Cat and the Canary’ vergelijken met ‘De Spooktrein’: als blijspel de meerdere, als film stellig de mindere van het eerstgenoemde. Wanneer in ‘De Spooktrein’ (Europeesche productie) het simultaanbeeld in toepassing wordt gebracht, krijgen wij een parade van verwilderde koppen op een beeld, dat veeleer aan de krantenkiek van een voetballerselftal denken doet. In het losse beeld schept Paul Leni, technisch superieur, althans typeeringen, al kan de film daarmee geenszins volstaan.
Leni werkt met vele onbekende spelers, waarvan eenigen zich een voortreffelijk filmmasker gegrimeerd hebben, zoodat de film in het begin de grootste verwachtingen wekt. Als echter het spel