zaal zweeg en stilte betrachtte, sprak zij: ‘Heer, zoudt u zo goedgunstig willen zijn mij een man te geven? Ik zou u er dankbaar voor zijn! Wij vrouwen zijn zwak... Wij kunnen niet vechten en oorlog voeren of een land besturen. Daarom vraag ik u: wilt u mij een echtgenoot geven die mijn land goed kan besturen?’
‘God sta mij bij, jongedame! Als Genevere dood was, dan nam ik u met uw goedvinden zélf tot vrouw! Overigens zie ik hier geen ridder die u past en die u tot man zou kunnen nemen. Maar ik weet een oplossing, en ik hoop dat u zich erin kunt vinden. Ik zou dienaren en herauten naar alle landen willen sturen, en een toernooi willen organiseren, waar mijn ridders kunnen strijden met buitenlandse ridders. Ik zal mijn schatkist openen en al de ridders die deel uitmaken van mijn hof hun onkosten vergoeden. Ook wil ik, jongedame, overal bekend laten maken dat de ridder die daar het best presteert, de fameuze koningin van Rikenstene als vrouw zal krijgen, zij die menig man van zijn verstand beroofd heeft, en wier naam Galiëne is. Ik zal laten afkondigen dat dit toernooi één maand zal duren en gehouden zal worden op het zand buiten de muren van Cardoel. Jongedame, de ridder die dat toernooi zal winnen, zal wereldberoemd zijn, en het beminnen meer dan waard!’