Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed. Jaargang 2
(2009)– [tijdschrift] Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
duurzaamheid | Jeroen van der VlietGa naar eind1
| |
Besparing in de praktijkWelke maatregelen kunnen erfgoedinstellingen nemen om een duurzaam en milieubewust computergebruik na te streven? De eerste stap is om eens kritisch te kijken naar het stroomverbruik van de bestaande computers, beeldschermen en randapparatuur zoals scanners, printers en externe harde schijven. Wie graag eerst wil weten hoeveel elektriciteit wordt verbruikt door de computer kan een stroommeter plaatsen tussen het apparaat en het stopcontact. Het apparaat geeft vervolgens weer hoe groot het verbruik in kWh is. Een andere manier om te zien of u energiezuinige apparatuur gebruikt, is om te kijken of deze is voorzien van energiekeurmerken. Een van de meest bekende is het Amerikaanse Energy Star-label dat onder andere op beeldschermen is terug te vinden. Andere keurmerken worden uitgegeven door het Europese GEEA en het Zweedse TCO. Zeer zuinig zijn apparaten met het Duitse No Energy-label. Apparaten voorzien van dit keurmerk verbruiken in uitgeschakelde toestand geen stroom, en in de slaapstand niet meer dan één watt. Met deze wetenschap komt het vervolgens aan op het nemen van passende maatregelen of het stellen van zelfkritische vragen. Laat u uw computer en beeldscherm altijd aanstaan, ook | |
[pagina 23]
| |
als u bijvoorbeeld niet op uw werkplek bent? Zelfs wanneer de computer na een periode van inactiviteit automatisch een screensaver start, wordt nog steeds stroom verbruikt. De naam is zelfs sterk misleidend, want een screensaver spaart u hooguit voor gênante situaties waarin nieuwsgierige collega's een kijkje wagen op uw scherm. In hetzelfde menu waarin de werking van de screensaver kan worden ingesteld, kan worden aangegeven of, en na hoeveel tijd, de computer en de harde schijven zichzelf mogen uitschakelen. Daarmee bespaart u ook op het stroomverbruik als u even niet op uw plek bent. Als u in een lange vergadering gaat of de werkdag erop zit, schakel dan de computer en ook het beeldscherm volledig uit. Een slaapstand op de monitor is zeker zuiniger, maar er wordt nog steeds stroom verbruikt. Alleen in volledig uitgeschakelde stand verbruikt een beeldscherm geen stroom. Belangrijk is daarbij ook goed te kijken naar het stroomverbruik van scanners, printers en externe harde schijven. Worden ook deze apparaten echt uitgeschakeld? Vaak kennen deze apparaten, net als het beeldscherm, een sluimerstand. Ze schakelen automatisch in bij het opstarten van de computer, en gaan na een periode van inactiviteit in de slaapstand. Ze verbruiken dan nog steeds stroom. Dit sluimerverbruik of phantom power kan aanzienlijke vormen aannemen. In een gemiddeld huishouden kan dit oplopen tot 10% van de elektriciteitsrekening. Bedenk daarbij dat op het werk een computer doorgaans hooguit acht van de vierentwintig uur in gebruik is. Reken maar eens uit wat dat kan betekenen voor de elektriciteitsrekening van een heel kantoor! Wie echt het zekere voor het onzekere wil nemen, sluit de computer, het beeldscherm en alle randapparaten aan op een stekkerdoos met een aan/uit-schakelaar. Aan het einde van de dag schakelt u het stekkerblok uit en kan er geen fantoomstroom weglekken naar uw apparatuur.
Een volgende bezuinigingsronde is te kijken naar het papiergebruik. De computer zou het tijdperk van het papierloos kantoor inluiden, maar iedereen die even om zich heen kijkt, weet wel beter: we verbruiken met z'n allen veel meer papier sinds de introductie van de computer op de werkvloer dan daarvoor. Op dit terrein kunnen grote besparingen worden getroffen, zowel voor het milieu als voor de portemonnee. Maak alleen een afdruk op papier wanneer dit echt nodig is. Alle e-mailberichten afdrukken op papier om deze vervolgens in een dossiermap op te bergen, is simpelweg een kostenverslindende gewoonte. Vroeger crashten onze computers op de meest willekeurige momenten en was dat belangrijke tekstdocument geheel verloren. Dus raadde iedereen elkaar aan om toch voor de zekerheid het verhaal ook op papier te bewaren. Maar online opslag, back-ups en tussentijdse kopieën zijn inmiddels zo normaal, en computers crashen ook aanzienlijk minder dan vroeger, zodat dat papieren kopietje voor de veiligheid eigenlijk niet meer nodig is. Daarnaast is het vaak helemaal niet nodig om alles enkelzijdig en in kleur af te drukken. Doorgaans zijn dit soort voorkeuren prima in te stellen in het printmenu op de computer of op het kopieerapparaat zelf. Net als bij computers en beeldschermen geldt dat veel kopieerapparaten altijd aan blijven staan. Ook hier kan het uitschakelen van het kopieerapparaat aan het einde van de werkdag aanzienlijk schelen op de elektriciteitsrekening. Ten slotte: hergebruik of recycleer papier maar gooi het niet zomaar weg.
Tot dusver de besparingen die kunnen worden getroffen op de bestaande apparatuur. Wie zich een nieuwe computer aanschaft, doet er goed aan te letten op de eerder genoemde energiekeurmerken Energy Star, GEEA, TCO of No Energy. De computerindustrie wordt door de milieubeweging kritisch de maat genomen. Greenpeace doet dit zelfs letterlijk met de Guide to Green Computing.Ga naar eind2 Zo kunnen consumenten zien hoe groen computerbouwers werkelijk zijn. De extra aandacht van milieuorganisaties heeft enkele bedrijven aanzienlijk groener gemaakt. Zo kreeg Apple het ernstig te verduren toen bleek dat in de fraai ontworpen producten verschillende milieuonvriendelijke stoffen waren verwerkt. De fabrikant beloofde beterschap en geeft sindsdien op zijn website (www.apple.com/environment) aan hoeveel milieubesparing is gerealiseerd door bijvoorbeeld een nieuw ontwerp van computers en een omvangrijker inruilprogramma voor oude computers. Inruilprogramma's van computerfabrikanten zijn doorgaans beperkt tot de Amerikaanse markt. Dat neemt niet weg dat ook in eigen land allerhande inzamel- en inruilinitiatieven zijn om bijvoorbeeld afgedankte computers een tweede leven te geven, informeer er naar bij uw plaatselijke kringloopcentrum. Zelfs als een nieuw leven voor een computer er niet in zit, dan is er nog veel uit een computer herbruikbaar. Gespecialiseerde bedrijven kunnen tot zo'n 98% hergebruiken. Het gaat daarbij om materialen die weer als grondstof kunnen dienen bij de productie van nieuwe computerapparatuur. Dat is niet alleen zinnig hergebruik van schaars wordende grondstoffen, maar spaart ook energie uit die nodig is om nieuwe grondstoffen te bewerken. Wie overigens een computer wegdoet, doet er wel goed aan altijd te controleren of de data op de harde schijf ook echt verwijderd zijn en niet meer raadpleegbaar door derden. | |
Boven z'n theewater: de kost voor zoeken en opslaanMaar in hoeverre speelt de desktop computer nog een rol als steeds meer van het rekenwerk en de opslag van data online gebeurt? De snelle opkomst van de netbooks en smart phones heeft aangetoond dat pure processorkracht eenvoudig wordt ingewisseld voor mobiliteit en connectiviteit. In die zin wordt | |
[pagina 24]
| |
cloud computing ook door velen momenteel gezien als een uitkomst, ook voor green computing. De noodzaak voor snelle, stroomverbruikende processoren wordt verlegd van duizenden computers naar een aantal grote datacentra. Maar daar zit het hem nu net: datacentra verbruiken ook elektriciteit, heel veel zelfs. Dat kwam recentelijk aan het licht toen natuurkundige Alex Wissner-Gross van de universiteit van Harvard uitrekende hoeveel elektriciteit een gemiddelde zoekopdracht via Google vergt: 7 gram CO2. Bij twee zoekopdrachten zou evenveel CO2 vrijkomen als voor het aan de kook brenger van theewater, berichtte The Sunday Times. Misschien klinkt die 7 gram nog niet zoveel, maar met zo'n 200 miljoen zoekopdrachten per dag, gaat het toch om een serieuze milieubelasting.
Google zet de zorg om haar energieverbruik extra in de verf op de site. Daar vergelijkt men de zoekacties op Google met enkele dagdagelijkse activiteiten op vlak van CO2-uitstoot.
www.google.com/corporate/green/datacenters/ De bijdrage van de ICT-sector wordt door techwatcher Gartner inmiddels geschat op zo'n 2% van de wereldwijde productie van kooldioxide. Dat is evenveel CO2-emissie als de wereldwijde luchtvaartsector produceert. Daarbij gaat het natuurlijk niet alleen om zoekopdrachten, alhoewel datacentra wel een kwart van alle energieconsumptie voor hun rekening nemen. Voor wie wil uitrekenen hoeveel zijn of haar carbon footprint wordt bepaald door ICT-gebruik volgen hier enkele voorbeelden: een draaiende computer kost 40 tot 80 gram CO2/uur en een minuutje internetten 1,2 gram. Een avatar in Second Life kost net zoveel stroom als een Braziliaan gemiddeld in een heel jaar verbruikt: 1,752 KwH. De zoekgigant Google was natuurlijk niet blij met deze negatieve aandacht; het bedrijf staat juist erg op zijn groene imago. Op zijn website (www.google.com/corporate/green) onderstreept het bedrijf immers hoe groen het hoofdkwartier is, waar zelfs een kudde geiten wordt ingezet om een dieselslurpende grasmaaier overbodig te maken. Op de berekening van
Ook YAHOO laat geiten grazen op de grasvelden rondom haar datacenters om een vervuilende grasmaaier uit te sparen.
http://www.flickr.com/photos/freshelectrons/ de natuurkundige bleek overigens wel wat aan te merken, maar het zette het probleem van de energie die nodig is voor datacentra wel voor het eerst op de kaart. Google neemt stappen om haar grote datacentra, die veel elektriciteit verbruiken, duurzamer te maken. Door bijvoorbeeld de warmte die deze servers produceren om te zetten in stadsverwarming of door een deel van de energieconsumptie uit duurzame bronnen te betrekken, door het plaatsen van zonnepanelen bijvoorbeeld. Toch zijn het datacentra en aanbieders van online opslag die bijvoorbeeld door CO2-compensatie een aantrekkelijk alternatief bieden voor bedrijven die zoeken naar een groene en duurzame oplossing. Bedrijven die een groene stap willen zetten, kunnen daarnaast ook bewust overstappen op groene stroom, die wordt opgewekt uit onuitputtelijke energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie of biomassa. We mogen de komende jaren nog veel initiatieven verwachten waarmee de makers van computerapparatuur, de aanbieders van online diensten en zelfs de elektriciteitsbedrijven een duurzaam en milieubewust computergebruik mogelijk maken. Dat wil echter niet zeggen dat we gerust kunnen afwachten tot anderen met een oplossing komen. Erfgoedinstellingen kunnen zelf veel acties ondernemen om hun carbon footprint te verkleinen. Bij het inkopen van apparatuur en het aanbesteden van online diensten kunnen zij eisen op het gebied van duurzaamheid en milieuvriendelijkheid mee laten wegen. Hierdoor worden de leveranciers ook gedwongen verder te innoveren en meer milieuvriendelijke alternatieven aan te bieden. Alleen zo kunnen we er samen voor zorgen dat de computer niet ten koste van het milieu gaat. |