Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed. Jaargang 2
(2009)– [tijdschrift] Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
canonisatie | Roel Daenen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Molokai, het zieke paradijsGa naar eind5De plaatsnamen Kalaupapa en Kalawao - de namen van de twee ‘dorpjes’ op de landtong in het noorden van Molokai ten tijde van Damiaans aankomst in 1873 - hebben voor de meeste mensen geen betekenis.Ga naar eind6 Molokai daarentegen wel. De naam wordt doorgaans in één adem genoemd met die van Damiaan. De beschrijvingen van de plek waar Damiaan zijn levenswerk aanvatte, blijven ook nu nog tot de verbeelding spreken. Kalaupapa was tussen 1866 en 1969 de plaats waarheen leprapatiënten door de - aanvankelijk Hawaïaanse en later Amerikaanse - overheid werden gedeporteerd. Gedurende die tijd was dit de plaats waar zo'n 8.000 al dan niet vermeende leprapatiënten werden geïsoleerd.Ga naar eind7 Drie misvattingen over lepra waren de belangrijkste motor van deze mensonterende segregatiepolitiek. Rond het midden van de 19e eeuw, goed tachtig jaar na de ‘ontdekking’ van de eilandenarchipel van Hawaï door de Britse zeevaarder James Cook in 1778Ga naar eind8, hadden diverse ‘nieuwe’ ziekten de eilandbevolking sterk gedecimeerd. Zo arriveerden de waterpokken in 1853 via de walvisjagersvloot (die in Hawaï een uiterst praktische ankerplek in hun jachtgebied hadden gevonden) en andere ziektes, waaronder de mazelen en lepra, volgden. Het sterftecijfer nam algauw dramatische proporties aan, zodanig dat de Hawaïaanse koning Kamehameha IV in het parlement stelde dat ‘the decrease of our population is a subject in comparison with which all sink into insignificance. Our first and great duty is self-preservation. Our acts are in vain, unless we can stay the wasting hand that is destroying our people.’Ga naar eind9 De eerste misvatting over lepra was dat de snelle isolatie van de zieken het enige redmiddel was. Dat was in Hawaï eigenlijk niks nieuws onder de zon: leprozen werden al sinds Bijbelse tijden uit de maatschappij verstoten.Ga naar eind10 Een tweede idee was dat lepra uiterst besmettelijk was, waardoor elke patiënt als een potentieel doorgeefluik kan functioneren. Ten slotte: gezien er voor lepra geen remedie bestond, was elke patiënt sowieso ten dode opgeschreven. Van zodra lepra werd vastgesteld, werd de patiënt beschouwd als met één voet in het graf. De combinatie van die drie misvattingen, in het klimaat van de leprapandemie die door Hawaï raasde, zorgde algauw voor een klimaat waarin de gezagsdragers bereid waren om ver te gaan in hun aanpak. In 1864 stemde het parlement dan ook An Act to Prevent the Spread of Leprosy. Sectie 3 van deze wet stelde dat ‘the Board of Health or its agents are authorized and empowered to cause to be confined, in some place or places for that purpose provided, all leprous patients who shall be deemed capable of spreading the disease of leprosy.’ De passage stipuleerde dat verder elke politie- of regeringsagent verplicht was ‘[...] cause to be arrested and delivered to the Board of Health or its agents, any person alleged to be a leper.’ Eigenlijk was deze wettekst een doorslagje van de oude wet om de verspreiding van waterpokken tegen te gaan, maar met dat verschil dat een belangrijk zinnetje werd weggelaten. De Gezondheidsraad - zeg maar de executieve die belast was met het beleid en de uitvoering van de gezondheidspolitiek - voorzag in die eerste wettekst: ‘provide him with nurses and other necessaries.’ Dit werd in de nieuwe wettekst weggelaten en had verstrekkende gevolgen. Met andere woorden: leprapatiënten werden ‘ongeneeslijk beschouwd’ en dienden, in het belang van de maatschappij, naar een geïsoleerde plek verbannen te worden. Het oog van de Gezondheidsraad viel op Kalaupapa. Het was | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
→ In 1936 werd het stoffelijk overschot dat begraven lag naast de Filomenakerk in Kalaupapa overgebracht naar Leuven. Na overbrenging van zijn lichaam naar Leuven werd nadien zijn rechterhand terug gerepatrieerd naar dit graf. © Damiaancentrum, Leuven
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
een ‘gevangenis, bewaakt door de natuur’, dixit de schrijver Robert Louis Stevenson, die de kolonie kort na het overlijden van Damiaan bezocht.Ga naar eind11 Langsheen drie kanten was de dunbevolkte en geïsoleerde plek omgeven door een wilde en van haaien vergeven oceaan, die onophoudelijk op de scherpe lavarotskust inbeukte. Landinwaarts werd Kalaupapa hermetisch afgesloten door de 500 meter hoge pali - Hawaïaans voor klif. Een steil en vaak erg glibberig uit de rotswand uitgehouwen pad was de enige uitweg naar boven. Die weg was voor een gezond iemand al een hele inspanning, voor een verzwakte leprapatiënt was het een onoverkomelijke barrière. Voor de plannen van de Gezondheidsraad was Kalaupapa dus uiterst geschikt. Dat de kolonie door haar isolement en slechte bereikbaarheid ver uit het oog van het publiek was, was mooi meegenomen. Op 6 januari 1866 kwamen de eerste twaalf leprapatiënten toe. Drie jaar later waren ze allen, op twee na, dood. Er was nauwelijks onderdak, voedsel en brandhout. Medische verzorging werd beschouwd als overbodig. Formeel-juridisch waren de patiënten zo goed als dood. In de kolonie, die op korte tijd stevig ging aangroeien, zou algauw de wet van de sterkste heersen. Gevechten om voedsel, water, onderdak, kledij, hout en vrouwen waren schering en inslag. Toen Damiaan op 10 mei 1873 voor het eerst voet zette op Kalaupapa, was de situatie in de kolonie zo benard ‘dat ze alleen maar de bijnaam “levend kerkhof” verdiende,’ zo schreef hij later.Ga naar eind12 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Lepra: ‘De ziekte die een misdaad is’De nieuwe wet criminaliseerde de leprapatiënten en zorgde ervoor dat verdachte personen werden opgejaagd, gearresteerd en verbannen. De Gezondheidsraad had het in haar discours over de leprapatiënten zowel over ‘patiënten’, ‘gevangenen’, ‘kolonisten’, ‘de zieken’, ‘de leprozen’ en ook een zeldzame keer over ‘de arme ongelukkigen’. Lepra, zo weten we nu, wordt veroorzaakt door de leprabacil Mycobacterium leprae, en niet - zoals in Damiaans tijd werd geopperd - door syfilis en/of promiscue gedrag, iets waaraan de Hawaïanen zich volgens westerlingen voortdurend aan te buiten gingen. De leprabacterie werd in 1873 ontdekt door de Noorse arts Gerhard Hansen - vandaar dat in de Angelsaksische wereld lepra veeleer wordt omschreven als Hansen's disease, gezien de beladen connotatie van begrippen als ‘lepra’ en ‘leproos’.Ga naar eind13 Lepra is terdege overdraagbaar, maar dat gaat lang niet zo snel en gemakkelijk als men destijds vreesde. De bacil vindt haar weg naar nieuwe gastheren via de ademhaling, niezen, hoesten en wordt opgenomen via de luchtwegen of wonden. Dan duurt het meestal ook een tijdje vooraleer de ziekte zich manifesteert, tot zeven jaar.Ga naar eind14 Besmetting wordt opgemerkt wanneer kleurige vlekken of knobbels zichtbaar worden, dikwijls in de ‘koude’ uiteinden van het lichaam (oren, neus, vingers, tenen). De zenuwenuiteinden van de aangetaste delen sterven geleidelijk af, waardoor ledematen kunnen opzwellen
Op deze foto poseert Damiaan in Parijs, net voor zijn vertrek naar Hawaï, naar zijn ‘grote voorbeeld’ Franciscus Xaverius, met het missiekruis in de hand. Hij had de missionaris afgebeeld gezien op deze manier op een schilderij in de Leuvense kloosterkapel. © Damiaancentrum, Leuven
en vervormd worden, waardoor ze ongevoelig worden en dus ook veel vatbaarder voor verwondingen. Pas in de jaren 1940 werd er voor het eerst een afdoende behandeling gevonden, die sindsdien meer en meer op punt gesteld werd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Damiaan: De christelijke heldBegin 1873 stuurden de rooms-katholieke gelovigen op Kalaupapa een petitie naar Louis-Désiré Maigret, de bisschop van Honolulu, met de vraag om een permanente priester in de kolonie te hebben. Damiaan was een van de vier die zich kandidaat stelden, aanvankelijk voor een beperkte periode.Ga naar eind15 Op dat moment was de jonge Damiaan al negen jaar werkzaam als missionaris van de in 1800 gestichte Congregatie van de Heilige Harten, achtereenvolgens op Oahu en Hawaï zelf (the Big Island).Ga naar eind16 Toen Damiaan op 10 mei 1873 landde op Kalaupapa, in het gezelschap van zijn bisschop en vijftig patiënten, bleek dat groot nieuws: een blanke, gezonde priester die vrijwillig naar ‘de hel van Kalaupapa’ kwam? De kranten in Honolulu - en van daaruit de rest van de westerse wereld - maakten er opgewonden gewag van: Damiaan ‘werd alleen op het strand achtergelaten, zonder een huis.’ Het artikel suggereerde dat hem een enkeltje naar het martelaarschap te wachten stond: ‘We care not what this man's theology may be, he is surely a Christian Hero.’Ga naar eind17 Twee dagen na zijn aankomst berichtte hij Maigret: ‘Er zou hier voortaan steeds een priester permanent moeten zijn. Bootladingen patiënten arriveren hier, en velen zijn stervende.’ En hij vervolgde: ‘De oogst lijkt rijp hier.’ Van Damiaan zelf zijn er meer dan tweehonderd brieven bewaard gebleven, net als de verslagen van de talloze bezoekers die hem in zijn zelfgekozen ballingschap gingen opzoeken. Zo is er het vaak geciteerde relaas van de Amerikaanse journalist Charles Warren Stoddard, die het eiland tweemaal bezocht, een keer in 1869 en in 1884, vijf jaar voor Damiaans dood. Zijn tweede bezoek liet zo'n overweldigende indruk na dat hij | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
De wording van Damiaan tot een martelaar.
© Damiaancentrum, Leuven die van zich afschreef in het boekje The Lepers of Molokai. Later beschreef hij zijn eerste ontmoeting met Damiaan als volgt: ‘De deur van de kapel stond halfopen. Plots zwaaide ze open en een jonge priester verscheen en heette ons welkom. Zijn soutane was versleten en vaal, zijn haar was warrig als dat van een schooljongen, zijn handen waren vuil en vereelt door het harde werken; maar zijn gezicht gloeide van gezondheid, zijn optreden had de veerkracht van de jeugd.’ Stoddard was helemaal ingenomen door Damiaans ‘heldere lach, zijn gulle sympathie en zijn inspirerende aantrekkingskracht.’Ga naar eind18 Uiteindelijk werd Damiaan ook ziek. Hij had het in zijn preken al profetisch gehad over ‘wij, melaatsen’, iets wat uiteindelijk begin 1884 formeel werd vastgesteld.Ga naar eind19 Vijf jaar later overleed hij, vlak voor Pasen, op 15 april 1889. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Damiaan en Kalaupapa na DamiaanDamiaans nalatenschap is een verhaal op zich. Onmiddellijk na zijn overlijden gingen stemmen op dat ‘de martelaar van Molokai’ heilig moest verklaard worden. Edward Clifford, de schilder van het bekende portret van Damiaan-met-strohoed, schreef: ‘Toen pater Damiaan zijn leven aan Christus toewijdde en zichzelf begroef in de melaatsenkolonie te Kalawao, had hij er geen idee van dat de echo's van zijn zelfopoffering niet alleen het hoornsignaal zouden betekenen dat het goddelijk leven zou aanvuren in duizenden zielen [...] maar dat ze een heel imperium zouden opwekken. [...] Niemand kan de gevolgen meten van de eenvoudigste daad, volbracht met een oprechte blik van liefde op God en de medemens.’Ga naar eind20
Ook de Britse Times spaarde de superlatieven niet. Al even gezwind stak de kritiek op, ook vanuit de eigen rangen. Heel wat biografen (en de pers) focusten naderhand op de ietwat moeizame relatie die Damiaan met zijn directe oversten onderhield.Ga naar eind21 Bisschop Hermann Koeckemann, bisschop van Honolulu, schreef naar aanleiding van het eerste onderzoek naar leven en werk van Damiaan: ‘I know already that it will contain anything remarkable in favor of our hero. [...] We think there is nothing to be gained by pushing the inquiry any further. When Father Damien has been proclaimed hero and martyr of charity, everything has been said; the rest only complicates matters.’Ga naar eind22 De presbyteriaanse dominee Charles McEwen Hyde had het in een lezersbrief aan de Sydney Presbyterian van 26 oktober 1889 over ‘de extravagante lofuitingen in de kranten... [...] De simpele waarheid is dat hij [Damiaan] een lompe, vieze, koppige en fanatieke man was. [...] De man was niet zuiver op de graat in zijn relatie met vrouwen, en de lepra waaraan hij stierf moet worden toegeschreven aan zijn slechte gewoonten en achteloosheid. Anderen hebben veel gedaan voor de lepralijders, onze eigen predikanten, de artsen in dienst van de overheid, enzovoort, maar wel nooit vanuit de katholieke idee om het eeuwige leven te verdienen...’Ga naar eind23
En wat is er met Damiaans materiële nalatenschap gebeurd? In eigen land is er het Damiaanmuseum, gehuisvest in het geboortehuis van Damiaan in Ninde. Dat houdt aan de hand van foto's, documenten, een reuzengroot wandtapijt (zie kaderstuk) een diareportage en een aantal voorwerpen uit de leprozenkolonie (en de rest van Hawaï) de herinnering aan Damiaan levend.Ga naar eind24 De instelling houdt het midden tussen een haast sacrale lieux de mémoire - de plek waar Damiaan geboren werd en zijn jonge leven leidde - en een introductie tot zijn leven en werk, in een nogal statische scenografie. De ‘zoektocht naar de Grootste Belg’ in 2005, wat een initiatief van de VRT was, deed de belangstelling voor de plek weer opleven en er zijn plannen om zowel het gebouw als de collectie te renoveren.Ga naar eind25 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
De rechterhand van DamiaanBinnen de katholieke kerk zijn relieken of relikwieën overblijfselen van heiligen. Het gaat daarbij om drie soorten ‘materiaal’: (delen van) het skelet of andere organische stoffen die ooit deel uitmaakten van het lichaam van de heilige (zoals beenderen, tanden, haar, nagels...). Ten tweede is er alles wat met het lichaam van de heilige in contact is geweest (zoals kledij en gebruiksvoorwerpen), ten slotte zijn er voorwerpen en ruimten waarin het lichaam van de heilige, of delen daarvan, bewaard worden (zoals sarcofagen en schrijnen).Ga naar eind26 Damiaans stoffelijk overschot heeft sinds zijn overlijden in 1889 al flink wat gereisd, van Hawaï naar België, en weer terug.
De overbrenging van de rechterhand van Damiaan werd in 1995 met veel luister onthaald in Hawaï.
Op 22 juli werd het relikwie terug in het oorspronkelijke graf op Kalawao begraven. © Damiaancentrum, Leuven
Doortocht van het stoffelijk overschot van Damiaan op de Oude Markt in Leuven onder grote belangstelling van clerus en volk.
© Damiaancentrum, Leuven
De beenderen van Damiaan werden in Leuven gesorteerd in kistjes.
© Damiaancentrum, Leuven | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
oorspronkelijke graf, tot grote vreugde van de bevolking van Kalaupapa en, bij uitbreiding, heel Hawaï. Er is sprake van om de relikwie opnieuw te verplaatsen, en wel naar het tabernakel in de Sint-Filomenakerk.Ga naar eind29 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Pater Damiaan op de wereldtentoonstelling van Parijs 1937Een van de pronkstukken van het Damiaanmuseum in Tremelo is het enorme wandtapijt naar ontwerp van beeldend kunstenaar Marcel Laforêt, dat De triomf van Pater Damiaan voorstelt. Het tapijt meet 385 cm op 240 cm en leest als een modernistisch stripverhaal over Damiaans leven. Het geeft een interessant inzicht in het mechanisme hoe de representatie over de nationale held mee tot stand kwam. In 1936 werd op vraag van de provinciaal van de Picpussen, pater Paul Van Houtte, en de toenmalige bisschop van het aartsbisdom Mechelen, kardinaal Jozef-Ernest van Roey, het stoffelijk overschot van Damiaan overgebracht van Kalaupapa naar België. De aankomst op zondag 3 mei 1936 met het zeilschip ‘Mercator’ in de haven van Antwerpen bracht een nooit geziene volkstoeloop op de been. Een doorgedreven campagne had in de weken voor de aankomst van het schip de bevolking opgeroepen om Damiaan op passende wijze welkom te heten. Aan dat gebeuren was zelfs een staatkundig verguld randje. Zo waren niet alleen de katholieke top met kardinaal Van Roey en de bisschoppen aanwezig, ook de regering en koning Leopold III woonden de aankomst bij. Na een triomftocht door de straten van Antwerpen werd Damiaans lichaam overgebracht naar Leuven. Damiaans aankomst had een enorme impact in de toenmalige media. Zowel de NIR als alle katholieke bladen brachten uitgebreid verslag. Anno 2009 is Kalaupapa een Amerikaans National Historical Park, waar strikte toegangs- en bezoeksregels gelden.Ga naar eind33 Er leven immers nog steeds patiënten - mensen die van voor de afschaffing van de Act to Prevent the Spread of Leprosy naar Molokai werden gebracht. Jonger dan zestien kom je er niet in en het bezoek verloopt onder begeleiding met Damien Tours, een gidsenorganisatie onder leiding van oud-leprapatiënt en Kalaupapa-spokesman Richard Marks. Marks, die eind vorig jaar overleed, was een kleurrijke en ondernemende figuur die streed voor de erkenning van Kalaupapa als National Historical Park.Ga naar eind34 Gezien de ongereptheid van het gebied en de algemene bouwwoede die in heel Hawaï in hoog tempo sporen nalaat, ging Marks' strijd vooral over het behoud van deze plek en haar geschiedenis. In dat opzicht was Marks zelf een ‘belichaamd geheugen’, die tijdens zijn gidsbeurten tal van verhalen doorgaf over het reilen en zeilen van de kolonie en Damiaan, die in de kleine gemeenschap van generatie op generatie werden doorverteld.Ga naar eind35 Veel van die verhalen zijn overigens geregistreerd en verwerkt, o.a. door John Tayman, in diens The colony uit 2006. In de praktijk bleek bij mijn bezoek aan Kalaupapa de tocht op een drafje afgewerkt te worden, en de gids - buiten een paar gemeenplaatsen die in elke toeristische brochure worden herhaald - weinig kennis ter zake te hebben. In Kalaupapa zelf is er een piepklein bezoekerscentrum, dat een aantal door Damiaan vervaardigde instrumenten - waaronder bestek dat rond de pols kan vastgemaakt worden, enz. - en een selectie van boeken en dvd's aanbiedt over de geschiedenis van de plek en hoe die zich ontwikkeld heeft. En ook in Waikiki, nabij Honolulu, nemen de plannen voor een splinternieuw museum over leven en werk van Damiaan stilaan vaste vorm aan. Het museum - waarvan de openingsdatum nog niet vaststaat - zou the biggest collection of Father Damien artifacts outside Belgium huisvesten.Ga naar eind36 Voor wie er nog aan zou twijfelen: de nagedachtenis van de ‘Grootste Belg’ is klaar voor een doorstart. Damiaan-pelgrims weten alvast waarheen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
De overbrenging van het lichaam van Damiaan naar België gaf aanleiding tot het vervaardigen van een wandtapijt over het leven van Damiaan, naar een ontwerp (zie foto) van kunstenaar Marcel Laforêt. Het tapijt werd een eerste keer tentoongesteld in het Belgisch paviljoen op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1937. Naar aanleiding van de heiligverklaring konden particulieren in 2009 een Damiaantapijtje aankopen.
© Damiaanmuseum, Tremelo | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Bio Pater DamiaanGa naar eind37
‘De man van Molokai’. Dargaud, 1983. Scenario: Jacques Stoquart; tekeningen: Cécile Schmitz.
|
|