heuristiek | Marc Jacobs
‘Chercher & télécharger’
→ Een aanvullende Franse piste voor erfgoedbemiddelaars
De voorbije jaren is het zoeken naar wetenschappelijke literatuur sterk veranderd. Met de doorbraak van het internet en OPACs, de openbaar toegankelijke elektronische catalogi van bibliotheken (die niet alleen toelaten te zoeken op auteursnaam maar ook op woorden in de titel) - en al helemaal met de combinatie van beide ICT-instrumenten - is er de afgelopen vijftien jaar een verschuiving opgetreden ten voordele van niet vanuit academische luilekkerlanden opererende onderzoekers, inclusief vrijwilligers.
Voorheen had men in situ (en met de juiste bibliotheekkaart) toegang nodig tot de fichebakken, tot peperdure, gedrukte, al dan niet ‘lopende’ bibliografieën en bijbehorende gespecialiseerde bibliotheken, die vooral in (de rijkere) universitaire instellingen en onderzoeksinstituten te vinden waren. Je moest niet alleen ter plaatse gaan, maar er ook veel tijd kunnen spenderen en verliezen.
Sinds het einde van de jaren 1990 kwamen steeds meer van de ontsluitingsinstrumenten van boekencollecties - op het niveau van auteursnamen, titels en categorisering - online. De catalografie had een enorme stap gezet. Diverse projecten van retrocatalografie maakten de titels toegankelijker. Bovendien werden in vele landen projecten opgezet om boeken te digitaliseren, waarbij databanken zoals die met de goed gekozen naam Gutenberg (www.gutenberg.org) de leiding namen. De massale digitalisering via Google (zie www.books.google.com) is maar een van de grote voorbeelden. Vele studenten en wetenschappers gebruiken, net als u, gewoon google.com of google.be en weten even snel de weg te vinden naar wikipedia.org. Ze maken eveneens gebruik van de Google-instrumenten voor gevorderden, zoals www.books.google.com en http://scholar.google.be. Daarmee kom je namelijk al een heel eind. Over hoe je dat moet gebruiken, daarover kan in een andere bijdrage worden uitgeweid.
Maar er is ook de ISI Web of Science. De citation index is naast een in origine bibliometrisch en wetenschapssociologisch instrument toch ook vooral een interessant zoekinstrument en een belangrijke sleutel voor kennisproductie. Voor professioneel gebruik, en daarmee wordt vooral het ‘post-Ma’ (na masterniveau) bedoeld, is er nu een ander mechanisme geïntroduceerd. De voorbije jaren heeft zich, grotendeels onder invloed van de noodzakelijk zeer kort op de bal spelende medische en sommige exacte wetenschappen, een grondige verschuiving voorgedaan van wat je moest volgen en produceren, van boeken richting tijdschriftenartikelen. De sleutel voor academisch succes ligt momenteel vooral in de ISI Web of Science. De toegang is echter, als men dit via legale weg wil doen, strikt beperkt tot studenten en wetenschappelijk personeel, actoren binnen het systeem. Zij kunnen via VPN-toegang ook van thuis uit werken. Gewone stervelingen kunnen dit nog niet. U kan het ook (nog) niet in uw lokale bibliotheek raadplegen. Een van de sluipende of dreigende effecten is wel dat het referentiekader beperkt kan worden tot wat in de Web of Science en de daaraan verbonden databanken aanwezig en doorgaans vlot downloadbaar is. Dit moet immers meestal niet meer interbibliothecair worden aangevraagd of, zoals vroeger, gefotokopieerd worden, maar kan eenvoudig als pdf worden gedownload. In dit nieuwe academische luilekkerland komen die artikelen dan als gebraden kippetjes toegevlogen: dat is fantastisch. Het is ook een competitief voordeel en een onderdeel van een uitsluitingsmechanisme voor niet aan universiteiten verbonden of niet-kapitaalkrachtige onderzoekers, die wel kunnen proberen gebraden kippetjes in het systeem te stuwen, maar die er moeilijker aan geraken of daarvoor meer inspanningen moeten doen. Wie weet wordt, door een slim en levenslang en levensbreed wetenschapsbeleid, de toegang tot de Web of Science breder open gewrikt.
Door de sterke oriëntatie op Web of Science kan er wel een groeiende bias optreden in de academische kennisproductie en -legitimatie. Een stuk van wat er gepubliceerd wordt, dus van de realiteit, ontsnapt aan dit grote visnet, en dan hebben we het niet alleen over de zogenaamde grijze literatuur in lokale of regionale tijdschriften die niet online worden aangeboden (of nog niet gescand zijn en als pdf terugkeren). Dit geldt vooral voor bijdragen in andere talen dan het Engels, zelfs het Spaans of het Frans, laat staan het Nederlands.
Gelukkig zijn er bewuste tegenbewegingen, die al dan niet om cultuurpolitieke redenen worden opgezet. Het grote voordeel is dat die systemen en de content (euh... inhoud of le contenu) ervan doorgaans (vaak om cultuurpolitieke redenen) gewoon gratis worden aangeboden of kunnen worden gemobiliseerd. Publicaties in het Frans bijvoorbeeld... zoals op de hiernavolgende websites.