arbeiders van de archeologische dienst leeft dit sterk, zij willen er zeker bij betrokken worden. In deze materie moet je niet noodzakelijk topdown werken; iedereen moet op de hoogte zijn en een minimum aan kennis hebben, zeker in het geval dat je maar met een kleine bezetting aanwezig bent op het moment dat er zich een incident voordoet. Daarom bevat de brochure onder andere procedures voor in geval van brand: hoe te handelen, hoe moet er geëvacueerd worden? En over alle mogelijke veiligheidprocedures en -controles, bijvoorbeeld waar samenkomen bij alarm en evacuatie enzovoort. Je moet ervan uitgaan dat iedereen die hier in dienst komt, aanvankelijk hierover niets weet. Het is dus zeker nodig.’
Kortom, de Zwarte Doos is een veilige doos
‘In het verleden gebeurde weinig of niets rond veiligheid. Geen alarm, niets. Nu pas merkt men welke lacunes er zijn. De relatie met politie en brandweer is veranderd. Het gaat nu heel veel vlotter, er zijn rechtstreekse contacten. De dienst Preventie is op mijn uitnodiging langs geweest, de politie heeft een nieuw technopreventief verslag gemaakt, en de brandweer zal komen om het gebouw te inspecteren en verslag op te maken.
Dit is pas mogelijk geworden dankzij het traject, het zet je aan om er zelf werk van te maken. Je moet er niet van uitgaan dat je gewoon moet wachten op instructies en directieven van bovenaf over wanneer je wat moet doen in geval van een noodsituatie, en op welke manier. Als je zelf niet weet hoe je het moet aanpakken, zelf niet de mensen opbelt, dan gebeurt het niet.’
Heb je het werken aan dit project als een zware last ervaren?
‘Om te beginnen is het engagement van de top belangrijk, en de zekerheid dat het project door de hele organisatie gedragen wordt. Die bereidheid van de top was er al heel vroeg. Toen vanuit de erfgoedcel het voorstel kwam om dit traject in netwerkverband op te pakken, werd ik door de archivaris zelf gedelegeerd vanuit het engagement “wij stappen mee”. Het ligt ook in het verlengde van waar ik al mee bezig was. Ik ben met het wetenschappelijke aspect van “bewaren” wat betreft preservering en conservatie begonnen toen ik hier arriveerde.
Zeker gedurende de eerste maanden van het traject moet je rekenen op een tweetal dagen per maand dat je er de handen vol mee hebt. En dan had ik het voordeel van een nieuw gebouw, dat ik over de plannen beschikte. Mochten wij nog in het oude gebouw gezeten hebben, zou het veel meer werk geweest zijn. Werken aan een dergelijk organisatieplan gebeurt fragmentarisch. Wat het enigszins ingewikkeld maakt, is de structuur binnen de stad; iedereen heeft zijn eigen vakje. Ik merkte geen structuur wat betreft de veiligheid voor elk gebouw, je moet zelf contact opnemen. Iedereen heeft daar zijn eigen onderdeeltje in, het was een kwestie van de juiste personen te vinden; blijven vragen en bellen dus. Hier intern gaat het vlot, daarbuiten moet je zelf op zoek gaan naar alle radertjes. De partijen kennen elkaars werking niet. Maar de contacten worden gemakkelijker door het feit dat de politie en brandweer bij dit traject betrokken zijn.
We hebben ons engagement voor preventie en calamiteiten in het beleidsplan 2008-2013 ingeschreven. We laten medewerkers EHBO-cursussen volgen, we zullen brandoefeningen doen. De archieven worden systematisch op schimmel onderzocht. We doen zelf wel testen om levende schimmel vast te stellen, controles met de ara-kit. Hiervoor hebben we contact opgenomen met het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek in Melle (ILVO). Ze leveren steeds een zeer goede en vriendelijke service.
Nu en dan organiseren we een “tabletop-oefening”, en daar hebben we toch al het een en ander kunnen uithalen, zoals een geblokkeerde vluchtweg, aandacht voor snellere detectie in geval van waterdreiging in de omgeving van de server. We bespreken wat te doen bij brandalarm en hoe we een eventuele evacuatie beter kunnen organiseren. Daar denken we nu over na en niet op het moment dat er zich een ernstig incident voordoet. We merken dat de mensen hiermee bezig zijn, overtuigd zijn en meedoen.’
Stadsarchief Gent
p.a. De Zwarte Doos
Dulle-Grietlaan 12
9050 Gentbrugge (Gent)
T 09 266 57 60
F 09 266 57 39
stadsarchief@gent.be
www.gent.be/zwartedoos