Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed. Jaargang 1
(2008)– [tijdschrift] Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
verslag | Roel Daenen
| |
Erfgoed is...Culturele Biografie Vlaanderen vzw - een van de twee erfgoedsteunpunten die sinds 1 januari 2008 fuseerden tot FAROGa naar eind1 - startte in mei 2006 een reflectietraject op dat de naam ‘Lamotgesprekken’ meekreeg. Samen met de ploeg van het Erfgoedcentrum Lamot te Mechelen wou Culturele Biografie Vlaanderen immers de platgetreden paden van het erfgoedbegrip verlaten. Daarbij werd ook uitdrukkelijk de vraag gesteld wat erfgoed betekent en kan betekenen in andere sectoren (die niet per se rechtstreeks of bewust met erfgoed omgaan)Ga naar eind2. Even terug naar het verhaal van de stad Clarice. In haar lange bestaan, zo schrijft Calvino, kent deze stad lange periodes van zowel grote bloei als verval. In de magere jaren komen de laatste bewoners als ratten uit de kelders naar boven: ‘Ze pakten alles wat van zijn plaats gehaald kon worden en plaatsten het ergens anders, met een heel ander doel: de brokaten gordijnen gingen dienst doen als linnengoed; in de marmeren grafurnen plantten ze basilicum; de smeedijzeren tralies die van de ramen van de vrouwenvertrekken gerukt waren, dienden om kattenvlees te roosteren op met ingelegd hout gestookte vuren. Opgebouwd uit de onsamenhangende stukken van het Clarice dat geen dienst meer deed, kreeg het Clarice van de overlevenden een vorm, vol krotten en hutten, besmette goten, konijnenhokken. En toch was er van de oude pracht van Clarice bijna niets verloren gegaan, het was er nog allemaal, alleen op een andere manier gerangschikt, maar niet minder voldoend aan de eisen van de bewoners.’ ‘Het belang van herinneringen verschuift’ En dan, uit het niets, komen weer betere tijden:
‘De nieuwe weelde deed de stad overvloeien van nieuwe materialen, gebouwen, voorwerpen; er stroomden nieuwe mensen van buiten toe; niets en niemand had nog maar iets uit te staan met het Clarice of de Clarices van vroeger; en hoe meer de nieuwe stad zich triomfantelijk installeerde op de plaats en de naam van het eerste Clarice, des te meer zij bemerkte dat zij zich van haar verwijderde, dat zij haar verwoestte (...) Ondanks de trots op haar nieuwe decorum, voelde zij zich diep in haar hart een vreemde, onsamenhangend, een indringster. En zie, daar werden de brokstukken van de eerste pracht die gered waren en aangepast aan meer duistere behoeftes opnieuw verplaatst; nu werden ze bewaakt onder glazen stolpen, opgesloten in vitrines, gelegd op fluwelen kussens, en niet meer omdat ze nog ergens voor konden dienen maar omdat men daarmee een stad had willen herbouwen waarvan niemand meer iets wistGa naar eind3.’
Net als de (bewaakte en geredde) brokstukken van de eerste pracht van Clarice, heeft cultureel erfgoed tal van betekenissen, die in tijd en ruimte verschuiven. Veel meer dan de betekenis van het cultureel-erfgoedbegrip (in een handzame definitie) voor eens en altijd te betonneren, wilden de initiatiefnemers van de Lamotgesprekken de discussie opentrekken. Daarvoor werd een trajectbegeleider en een gepaste, zij het ‘aftastende’ methodologie gezocht. De Lamotgesprekken hadden immers geenszins de intentie om een bestaand(e) erfgoeddiscours of -canon te legitimeren. Een ad-hocstuurgroep selecteerde de leden van de kerngroep die aan de hand van een paar heel erg open, brede thema's het gesprek met elkaar aangingen. ‘De erfgoedsector moet minder terrein opeisen en moet meer terreinen beïnvloeden’ | |
[pagina 51]
| |
Foto: Bart Van der Moeren. © Erfgoeddag
‘Betekenis begint bij interpretatie’ De kerngroepleden kwamen uit de meest diverse maatschappelijke sectoren: beleid, ICT, ecologie, podiumkunsten, religie, reclame, architectuur, politiek, enzovoort. De rode draad in het profiel van deze divers samengestelde groep was niet zozeer hun vertrouwdheid met en/of interesse in cultureel erfgoed, dan wel het feit dat ze bewezen hadden op een competente en creatieve manier te kunnen reflecteren. Het resultaat van hun denken werd op een zogenaamde klankbordgroep teruggekoppeld met een dertigtal erfgoedwerkers, die wel vertrouwd waren met de dagelijkse praxis van archieven, documentatiecentra, erfgoedevenementen, erfgoedcellen, monumenten en musea. Gezien de grote gelaagdheid, bevlogenheid en de vele boeiende meanders van de Lamotgesprekken is dit traject onmogelijk in zijn volledigheid te ‘verslaan’ in een verslag(je). Het zou immers onrecht doen aan de rijkdom van dit traject. Desalniettemin kun je de gesprekken zo goed als helemaal reconstrueren. Bij elk van de vier sessies werd immers een precieze neerslag van de gesprekken gemaakt, die ook telkens aan de leden van de kerngroep werd bezorgd. Lees de volledige verslagen, de methodiek en het eindverslag van de reeks Lamotgesprekken op www.faronet.be (gebruik de zoekfunctie en tik in: lamotgesprekken). Het resultaat bulkt van de inspiratie en kan bruikbaar zijn in de praktijk van erfgoedorganisaties, hetzij als zuurstof voor de eigen reflectie, hetzij als methode. En net zoals in het verhaal van de stad Clarice gaat het over herinneren, hergebruiken, tonen en veilig opbergen... Stof tot nadenken dus.
Met dank aan Gie Goris, Isabelle Rossaert, Tri.Zone en alle deelnemers die aan deze gesprekken hebben bijgedragen. |
|