Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed. Jaargang 1
(2008)– [tijdschrift] Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
e-erfgoed | Bart De Nil & Gert NulensGa naar eind1
| |
What's in a name?Creatief als we zijn, verwijzen we met de naam van het project naar Web 2.0. Het containerconcept dat verwijst naar informatie- en communicatie-evolutie op het internet waarbij de termen interactiviteit, sociale netwerken, open sources en dergelijke meer en websites zoals YouTube, MySpace en Flickr gemeengoed zijn geworden. Ook de sociale interactie die Erfgoed 2.0 beoogt, is een niet te onderschatten meerwaarde voor de erfgoedsector. Het nu eenmaal zo dat erfgoedinstellingen, zoals archieven en musea, of↓ De mobiele gids in het Provinciaal Gallo-Romeins Museum van Tongeren. Afhankelijk van de bezoeker wordt een aangepaste presentatie gebruikt. In deze figuur is een presentatie voor kinderen actief (bezig met een artefact). Deze technologie werd ontwikkeld onder de noemer Archie en wordt gesubsidieerd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Provincie Limburg.
↓ Een screenshot van de chatbox interface op de mobiele gids in het Provinciaal Gallo-Romeins Museum van Tongeren. Deze technologie werd ontwikkeld onder de noemer Archie en wordt gesubsidieerd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Provincie Limburg.
| |
[pagina 48]
| |
erfgoedsites, zoals archeologische sites of bouwkundig erfgoed, niet op zichzelf staan. Ze maken deel uit van wat we tegenwoordig een erfgoedgemeenschap noemen. Erfgoedgemeenschappen zijn als het ware groepen van mensen die als groep waarde hechten aan specifieke elementen en aspecten van het erfgoed en die dit erfgoed ook uitdragen. Een erfgoedgemeenschap bestaat uit gebruikers en bezoekers, professionelen en vrijwilligers, organisaties en instellingen, ... Door het voorzien van een website waarop de bezoekers van een erfgoedroute commentaar kunnen geven, foto's van hun bezoek kunnen delen met anderen of nieuwe informatie kunnen geven over het erfgoed kan er rond een erfgoedroute een virtuele gemeenschap ontstaan. Concreet bestaat Erfgoed 2.0 uit vier delen: nieuwe erfgoedbeleving, erfgoedstructuur, erfgoedinfrastructuur en erfgoedpresentatie. | |
Nieuwe erfgoedbelevingErfgoed 2.0 werd gestart met een onderzoek naar de behoeften van erfgoedbezoekers en erfgoedexperten. Via focusgroepsgesprekken visten de onderzoekers uit wat bezoekers en experten verwachten van de vooropgestelde ontsluiting van erfgoedinformatie via mobiele applicaties. Eén van de resultaten was dat gebruikers niet echt op zoek zijn naar losse brokken informatie maar steeds een gecontextualiseerd erfgoedverhaal verwachten. De experten waarschuwden onder meer voor de vergankelijkheid van de gebruikte mobiele applicaties. Een organisatie kan zich niet permitteren om bijvoorbeeld te investeren in een lading pda's die bezoekers kunnen huren, om dan na een jaar te moeten vaststellen dat de hardware volledig verouderd en achterhaald is. | |
ErfgoedstructuurHet is nog de natte droom van veel experten die de verhalen maken voor erfgoed routes, tentoonstellingen of publicaties, om aan de hand van één zoekopdracht een overzicht te krijgen van al het beschikbare erfgoed. Tegenwoordig moet hij of zij nog de verschillende databanken van erfgoedinstellingen afschuimen om zijn materiaal te verzamelen. Om nog maar te zwijgen over al het erfgoed dat nog niet online beschikbaar is. Daarom is er binnen Erfgoed 2.0 een technisch onderzoeksluik van start gegaan waarin een model wordt ontwikkeld dat toelaat om de diverse erfgoeddatabanken in Vlaanderen door middel van een
Scripttekeningen van het scenario van een gezinsbezoek aan de abdijsite van Herkenrode dat zal worden uitgewerkt voor de demonstrator van Erfgoed 2.0. Tekeningen: EDM-UHasselt
Een screenshot van de interface op de mobiele gids in het Provinciaal Gallo-Romeins Museum van Tongeren. Deze technologie werd ontwikkeld onder de noemer Archie en wordt gesubsidieerd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Provincie Limburg.
Projectschema van Erfgoed 2.0 gemeenschappelijke metadatalaag te doorzoeken. Momenteel gebruiken verschillende databanken immers dikwijls verschillende beheerssystemen en metadata (beschrijvingen van de data). Dit maakt communicatie tussen de diverse databanken quasi onmogelijk.Ga naar eind2 Binnen het project wordt over deze databanken een nieuwe metadatalaag gecreëerd. Vergelijk het met een soort datatolk die ervoor zorgt dat iedereen dezelfde taal spreekt en dus informatie zal kunnen uitwisselen. Het onderzoeksteam zal concreet een theoretisch model opleveren dat deze data-uitwisseling mogelijk maakt. Erfgoed 2.0 is een voor Vlaanderen unieke cross-over tussen onroerend-, roerend- en immaterieel erfgoed. Concreet zal het metadatamodel aan erfgoedinstellingen uit de verschillende erfgoedsectoren ook de mogelijkheid bieden om gegevens met elkaar uit te wisselen. In managementsjargon heet dit business-to-business (b2b). | |
ErfgoedinfrastructuurWanneer dan dat verhaal via een mobiele applicatie moet worden verspreid op een bepaalde erfgoedsite of erfgoedroute dient er uiteraard een draadloos netwerk aanwezig te zijn waarlangs de communicatie verloopt. Bovendien dient dit netwerk aangepast te zijn aan de vereisten om informatie te linken aan specifieke ruimtes en objecten. Daartoe wordt onderzoek verricht naar de vereiste netwerktechnologie om location-basedinformatie door te geven binnen de specifieke context van Vlaamse erfgoedsites. Dit omvat een studie van de meest aangewezen netwerktechnologieën en hun configuratie voor de ontsluiting van historische erfgoedlocaties. Het bepalen van de optimale netwerkconfiguratiekeuzes is niet evident wegens de soms uitzonderlijke condities op de sites (bv. uitzonderlijk dikke muren, oude gebouwen, ...). Omdat voor locatiebepalingsmethoden momenteel geen kant-en-klare oplossingen bestaan, wordt een platform ontwikkeld voor de verzameling van relevante location-basedgebruikersdata.
Een voorbeeld kan het gebruik van deze location-basedoplossing illustreren. Een gebruiker wandelt langs een bepaald ornament en ziet een afbeelding van dat ornament oplichten op zijn pda-scherm. De gebruiker kiest dan zelf of hij meer informatie wil of niet. Bij een niet-locationbasedoplossing zou de gebruiker zelf alle informatie moeten opzoeken. Nu wordt de informatie op het juiste moment op een zachte manier naar de gebruiker geduwd. | |
[pagina 49]
| |
Een sfeerbeeld, vanuit de (op)nieuw aangelegde kruidentuin, van de abdijsite van Herkenrode waar de demonstrator van erfgoed 2.0 zal worden gedemonstreerd. Foto: Daniël de Kievith. © Erfgoed Vlaanderen vzw
| |
ErfgoedpresentatieNaast de uitdagingen op het vlak van netwerken, zijn er ook nog heel wat vragen met betrekking tot de automatische generatie van context- en bezoekersgerelateerde data en van de transformatie van deze data naar aangepaste inhouden en interfaces op maat van bepaalde gebruikersprofielen. Hoe ga je met andere woorden de informatie en de looks van die informatie aanpassen aan verschillende gebruikersprofielen?
In feite worden er oplossingen bedacht voor interfaces die tijdens het gebruik worden bepaald. Deze individuele interface moet ook passen binnen een groepsconcept, waar meerdere bezoekers op een of andere manier met elkaar gelinkt kunnen worden en waar sociale interacties mogelijk zijn. Een vaak gehoorde kritiek op het gebruik van ICT binnen een erfgoedcontext is immers dat ICT kan leiden tot de individualisering van de beleving. Het bezoek aan een erfgoedsite, wat in principe een heel sociale activiteit is, zou door het gebruik van pda's herleid kunnen worden tot een individuele belevenis waar mensen geïsoleerd naar hun schermpjes zitten te staren.
Binnen het project werd deze kritiek ter harte genomen. Het team wil de sociale component, die zo belangrijk is bij een fysieke erfgoedbeleving, zo optimaal mogelijk aan een digitale omgeving koppelen en de gebruikers stimuleren om onderling te communiceren en informatie uit te wisselen via de gebruikte mobiele device. Ten slotte zal het reële bezoek aan een erfgoedsite verrijkt worden met een online pre- en posttraject waar bezoekers bijvoorbeeld hun bezoek kunnen voorbereiden of achteraf hun bezoek kunnen documenteren of verder uitdiepen. | |
DemonstratorDe resultaten van de bovenstaande onderzoeksluiken worden uiteindelijk geïntegreerd in een centrale demonstrator. Dit is een werkend prototype dat aantoont hoe de onderzoeksresultaten concreet kunnen worden toegepast en hoe het project bruikbaar en relevant kan zijn voor de hele Vlaamse erfgoedsector. In overleg met de erfgoedpartners betrokken bij het project en na inachtneming van de meest interessante technologische uitdagingen gelinkt aan verschillende erfgoedsites, besliste het onderzoeksconsortium om de demonstrator te bouwen en te tonen op de abdijsite van Herkenrode. Begin 2009, wanneer het onderzoek is afgerond, zal het mobiele erfgoedverhaal zoals hierboven geschetst, tot leven komen in de abdijsite nabij Hasselt. | |
Onderzoeksproject binnen het IBBTIBBT, het Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie, is een onderzoeksinstituut opgericht op initiatief van de Vlaamse regering, gericht op de Informatie- en Communicatie Technologie (ICT) in het algemeen, en de ontwikkeling van breedbandtoepassingen in het bijzonder. IBBT verzamelt zeventien onderzoeksgroepen uit de verschillende Vlaamse universiteiten. Door de unieke multidisciplinaire samenstelling kunnen zowel technologische, sociaal-wetenschappelijke als juridische onderzoeksaspecten belicht worden. |