| |
| |
| |
Nieuwejaars-Gift voor den Heere Moses van Eys; op zyn E: Echtverbintenisse met Jongvrouwe Petronella Anna van Veen.
HEt Nieuwe jaar nam korts weêr een begin,
Waar op men door gewoonte of zuiv're driften
Van vriendschap, of van ongeveinsde min,
Elkaêr beschonk met groote en kleene giften;
Op 't lof'lyk spoor der Oudheid, die deez' dag
Steeds vierde om aan het wissellot te denken,
Dat nu eens vreugd, dan stof geeft tot geklag.
Maar zag men hier ooit iemand mild beschenken
| |
| |
In zulk een' tyd, gewis 't is Heer van Eys.
De Liefde, met zyn zielsverdriet bewogen,
Begiftigde, na dat ze reis op reis
Zyn wandel had getoetst, door haar vermogen
Hem eind'lyk met een onwaardeerbaar pand.
Zo sprak ze: ,,Dat uw geest zich niet meer kwelle.
,,Dit Nieuwe jaar vernieuwt door my uw' stand.
,,Ontfang van my uw lieve Petronelle,
,,Zo lang van u bemind en aangebeên;
,,Dat huisjuweel verçierd met eed'le gaaven,
,,Die waarde telg des Stambooms van van Veen.
,,Zo vind uw kiel van hoop een veil'ge haven
,,Van huw'lyksheil. Wie zou dien dierb'ren schat,
,,Die baak van deugd niet tot een jaargift wenschen?
,,Wech diamant in zuiver goud gevat;
,,Wech roozen, die, hoe schoon, in 't kort verslenschen.
,,Deez' Amstelroos zal verkwik'bren geur
,,Naar myne hoop, u jaar op jaar verblyden.
| |
| |
,,Myn waarde zoon, gelukkig is uw keur,
,,Die veelen u tot hunnen last benyden
,,Door de afgunst, nooit bevryd van zielgekwel.
,,Hoe zal uw Lief uw afgesloofde zinnen
,,Verheugen door het klavecimbelspel!
,,Hoe zal zy u, hoe zult gy haar beminnen!
,,'k Zie in uw' Echt een vrolyk Paradys
,,Van liefde en vrede op 't heuchgelykst' herbooren.
,,Wat dunkt u? Gaf het pragtige Parys,
,,Welks weelde en praal zo menig kan bekooren
,,In hoven van verlustiging en staat
,,U zo veel vreugd, u zo veel hertsgenoegen
,,Als 't minnelyk en zedige gelaat
,,Van haar wiens hert ik kon aan 't uwe voegen?
,,Niets is 'er dat hier immer haalen mag
,,By teed're min van deugdzaame Echtgenooten.
,,ô Nieuwe jaar! ô nieuwe bruiloftsdag!
,,ô Nieuwe staat met zegen overgoten!
| |
| |
,,Het spreekwoord zegt: Wat nieuws verheugt het hert.
,,Maar bleek zulks ooit, hier blykt het in 't byzonder,
,,Vereenigde, in uw' welstand vry van smert,
,,Een nieuwe gift van d'eeuwig' Aldoorgronder.
,,ô Deftig Paar! hoe zal de Vechtsche jeugd
,,Met snaarenspel en blyde maatgezangen,
,,Wanneer de Lente elks hert en ziel verheugt
,,En 't all' vernieuwt, op Hofwerk u ontfangen!
,,Op Hofwerk, daar ge uw stem zo menigmaal,
,,ô Schoone Bruid! door bosch en veld liet klinken
,,Op 't hooren van de schelle nachtegaal,
,,Eer 't zonnelicht in 't oost begon te blinken.
,,Maar zacht! 't is tyd dat ik vertrek, myn Zoon.
,,'k Zie Vader Eys met weêrzyds braave vrinden
,,Daar 't Y op roemt. Zy wenschen dat nooit hoon
,,U treff'; dat twist uw rust nooit mag verslinden:
,,Ja dat het u in alles wel mag gaan;
,,Dat door Gods hand uw koopgeluk steeds bloeje.
| |
| |
,,Ik hang'er, tot besluit, myn zegel aan,
,,En voeg 'er by dat ook uw Stamhuis groeje
,,In telgen, nooit ontaard van uwe deugd.
,,Vaar wel. Deez' gift ga nooit uit uw gedachten.
,,Zy blyv' steeds nieuw, en wil altoos met vreugd
,,Die heil-eeuw, daar nooit rampspoed woont, vewagten,
,,Daar 't Nieuwe jaar vernieuwt word noch veroud,
,,Daar 't vroom gemoed voor eeuwig bruiloft houd.
|
|