Excelsior. Jaargang 1(1913-1914)– [tijdschrift] Excelsior (1913-1914)– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Geboortegrond. Waar alles lacht, en zonnig is en blij, waar lieflijk groen de heuveltoppen kroont waartusschen 't wit gekalktje kerkje troont, en vrome menschen huizen, vlaamsch en vrij; Waar de nature lokt om 't even welke tij: als nachtegaal in gouden wouden woont, of rijken oogst den stoeren arbeid loont, of gulden blaren dekken veld en wei: Daar, o klein dorpke lief, mijn wiegske stond bij warmen zoen van zoeten moedermond; Daar, moeder menig avond peinzend loech toen ik haar aaiend om een kruisken vroeg... In donkre dagen dwaalt mijn ziel daarheen, en moederlach sust er haar stil geween. Singulfedes. Vorige Volgende