[Nummer 2]
Brievenbus I.
Jef Smetsen te G. - Vriend, wat hebt ge een melancoliek-besnaarde lier!
Hebt ge dat pessimisme soms niet ingeademd in een atmosfeer van zwartgallige litteratuur? Ik vermoed althans dat Kloos, Swarth e.a. uw lievelingsdichters moeten zijn. Daar is bij de modernen oneindig veel te leeren voor wat het ‘métier’ aangaat: verfijnde woordkunst, subtiele verzen-muziek, fonkelmooie beeldspraak en een taal klinkklaar als goud.
Doch, hier komt dan de schaduwzijde van al dat letterkundig schoon: hun drift om in alles hunne ‘allerindividueelste emotie's’ te verklanken, hun dweepen met smart en wanhoop, het tentoonstallen van hun zielenwereldje in sonnetten zonder einde, hunne ‘geblaseerde’ en ziekelijke levensbeschouwingen. Dit alles gaat ten slotte banaal en erg ‘gemaakt’ klinken, en menig vers dat behagelijk in onze ooren zingt, draagt des niettemin de sporen van een vermoeiden en benevelden geest.
Wat mij aangaat, wanneer ik aan de hand van Kloos of Swarth een tijd lang heb gewandeld door zonnelooze lanen, waar bleeke bloemen bloeien en klagende vogels fluiten, dan grijp ik met groot verlangen naar ‘Rijmsnoer’ of ‘Tijdkrans’ van Gezelle, en heb er zoo'n deugd aan weerom Gods lieve schepping te kunnen aanschouwen onder eindeloos-blauwenden hemel, en den forschen zoen van Vlaanderens winden op mijn wang te voelen, en te staan in een regen van zoete melodijen... Dat is een kunst zoo kern-gezond, zoo verkwikkend om haar waarheid en haar diepte van gevoel.
En de taal die u hier zoo verleidend tegenklinkt op iedere bladzijde, heeft niets te benijden aan die der modernen.
Ik wensch u, vriend, dat gij met evenveel genot uwen schoonheidsdorst aan die bronne van diep-edele poezij zoudt kunnen lesschen. En laat dan verders in de wijd-open luchten der natuur al het overtollig pessimisme verwaaien dat zoo kwijnziek weegt op uw vers.
Daar is soms al een eigen klank in van u, doch de algemeene indruk blijft deze: te haastig op papier geworpen vooraleer het in u volgroeid en gansch rijp was. Meer dan een beeld bleef onafgewerkt en uw gedacht is soms duister... Indien ge Gezelle bestudeeren wilt, dan zult ge zien hoe in zijn minste gedichten, éénheid is van stemming en klaarheid van uitdrukking. Die kunst is gedijd tot volledige bezinking, tot volkomen kristallisatie. Daar ook trilt menige smarttoon u tegen, doch dat is diep-menschelijk wee, dat is lijden om ideaal, lijden van een groote ziel