Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CXCI. De opstanding. 1. Zou mij dood en graf doen beven? Neen, ik weet op wien ik bouw: Jezus leeft, en ik zal leven, Eeuwig blijft zijn woord getrouw. Jezus leert den dood verachten, Jezus overwon zijn krachten, Hij is 't Hoofd van al zijn leên, Zijne zeeg' is hun gemeen. 2. Neem dan vrij mijn stof, o aarde! Tot het stof, dat gij bedekt; Eens herrijs ik weêr in waarde, Door Gods almagt opgewekt. Jezus zal zijn woord dan staven, Hij beheerscht het stof der graven: Wie in Hem gelooft, verbeidt Leven en onsterflijkheid. 3. Dierbre Heiland! die mijn smarte, Die mijn schulden hebt getorscht, Dierbre Heiland! ook mijn harte Eert U als den Levensvorst. [pagina 342] [p. 342] Zouden uw beloftenissen, Uwe woorden immer missen? Neen miljoenen kwijnden heen, Moedig op uw trouw alleen. 4. Op uw stem, staat op gij dooden! Staat de dood zijn zeeg' U af; Op uw stem, staat op gij dooden! Rijst het leven uit het graf: Leven, leven, eeuwig leven Zal uw liefde mij dan geven, En geen zonde, smart of pijn Zal in eeuwigheid meer zijn. 5. Kon 't geloof aan uwe liefde Mij hier sterken in den nood, Kon 't geloof aan uwe liefde Mij doen juichen in den dood, Wat zal 't zijn, als mijn vertrouwen Eens verwisselt in aanschouwen, En een liefde mij bestraalt, Daar geloof noch wensch bij haalt! 6. Och! versterk in mij die hope, Opdat ik, met nieuwe kracht, Juichend mijne loopbaan loope, Aan wier eind de kroon mij wacht. Met het oog op U geslagen, Kan geen last mijn' loop vertragen; Wat is 't leed, dat hier ons beidt, Bij de vreugd der eeuwigheid? Vorige Volgende