Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 338] [p. 338] CLXXXIX. De hoop der zaligheid. 1. Zoo blij de landman moe' van 't ploegen De neigend' avondschaduw groet; Zoo blij zien wij bij al ons zwoegen, Dat onze dag ten einde spoedt: Niet eeuwig zal die hope kwijnen, Die naar het uur der ruste smacht; Die oogenblik zal haast verschijnen, Hoe lang ook hijgend ingewacht. 2. Eens zullen wij met Jezus leven, Dan voelt, dan kent men geen verdriet; Dat uitzigt moet ons nooit begeven: Zij die gelooven haasten niet. De dood zal ons die ruste schenken, Dies stappen wij met vreugd naar 't graf; Blijmoedig aan het graf te denken Is ook een vracht, die 't kruis ons gaf. 3. Zinkt haast ons vleesch in 't graf ter neder, In 't graf is geen vermoeijing meer; Eens hooren wij de wekstem weder Tot hooger heil bij onzen Heer: En dan, dan worden w' al te gader Door Hem volzalig ingeleid In 't eeuwig huis van zijnen Vader, Daar heeft Hij zelf ons plaats bereid. 4. Nooit kan 't geloof te veel verwachten, Des Heilands woorden zijn gewis; 't Faalt aardschen vrienden vaak aan krachten, Maar nooit een' vriend als Jezus is: [pagina 339] [p. 339] Wat zou ooit zijne magt beperken? 't Heelal staat onder zijn gebied, Wat zijne liefde wil bewerken, Ontzegt Hem zijn vermogen niet. 5. Die hoop leert wijs en heilig leven, Zij lenigt zelfs den zwaarsten druk, Zij zal aan 't hart voldoening geven, Dat smachtend uitziet naar geluk; Zij geeft gelatenheid in 't lijden, Als 't kwaad ons aangrijpt of belaagt, Zij leert in boeijen zich verblijden, Als d'onschuld die om Jezus draagt. 6. Die hoop moet al ons leed verzachten: Komt reisgenooten! 't hoofd om hoog! Voor hun, die 't heil des Heeren wachten, Zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid niet aftemeten! O vreugd, die alle smart verbant! Daar is de vreemdlingschap vergeten; En wij, wij zijn in 't vaderland! Vorige Volgende