Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CLXVII. In den oogst. 1. Zoo wijd op aarde schepslen leven, Hebt Gij hun 't aanzijn, Heer! gegeven, En leven zij uit uwe hand; Die schenkt hun overvloed van spijze, Zoo dat zich elk, op zijne wijze, Gelukkig vindt naar zijnen stand. 2. Om ons bij 't leven te bewaren, Schenkt Gij ons volle korenairen, Maakt Gij haar korlen zwaar en groot; Het voedzaam brood, dat zij ons schenken, Doet ons aan uwe goedheid denken, Die, die alleen verleent ons brood. 3. Gij schept de vrucht van struik en boomen, Gij hebt de knopjes voort doen komen, [pagina 303] [p. 303] Gestoord in warme zomerlucht, De malsche vruchten, die ons laven; Wat boomgaard, weld' en held' ons gaven, Van U is 't al, en vee, en vrucht. 4. Gij, Heer! schenkt alles; Gij verzadigt, Gij helpt, Gij sterkt, Gij benadigt Uw schepslen door uw grensloos rijk; Al waar U uwe werken prijzen, Wilt Gij U groot en goed bewijzen; Wie is, o God! aan U gelijk? 5. Laat ons die weldaân uit uw handen Ontvangen, als gewisse panden Van uwe gunst in Christus bloed, Waarin w' uw Vaderliefde smaken, En in die liefde tot U blaken, Die Gij ten dank ontvangen moet. Vorige Volgende